Het nieuwe jaar.

Lees ‘Het nieuwe jaar’ van Ton van Reen in e-mail, 1 januari 2025:

Ik wens al mijn vrienden een heel goed nieuw jaar maar zelf heb ik dat nieuwe jaar helemaal niet nodig. Nee, liever niet. Ik wil het oude jaar nog graag een tijdje houden. Heel lang zelfs. Nog een jaar of twee drie, als dat zou kunnen, heel erg graag. Voor mij is het oude jaar nog bijna nieuw. Zo nieuw dat het lijkt alsof het net begonnen is. Het is voorbij gevlogen. Dus laat 2024 nog maar wat blijven. Kijk ik terug op 2024, dan heeft dit jaar maar een paar maanden geduurd. Of korter. Ja, dat is heel raar, dat geef ik toe, maar mijn jaren worden korter en korter. Gisteren was het nog lente, een week geleden stonden de fruitbomen in bloei. En toen 2024 begon, hoe lang is dat geleden, een week of zes? De nieuwjaarskaarten met de beste wensen voor het jaar 2024 lagen nog op mijn werktafel, ik ben geen opruimtype, toen de kaarten met de gelukwensen voor het jaar 2025 al binnen begonnen te komen. Watte? 2025? Hoe kan dat? Ik kan die oude kaarten niet wegdoen omdat er kaarten tussen zitten van vrienden die in 2024 van de wereld zijn geblazen. Vrienden die geen kaarten met gelukwensen voor het jaar 2025 kunnen sturen, omdat ze in 2024 achter zijn gebleven.

Ik wil mijn agenda van 2024 nog graag een tijdje houden, want heel veel wat ik in dit jaar had willen doen is nog niet gedaan, ik heb er zeker nog een paar jaar voor nodig. Toen ik een paar weken geleden bij de boekhandel was om een nieuwe agenda te kopen, ontstond de weerstand in mijn kop. IK HEB DIE NIEUWE AGENDA HELEMAAL NIET NODIG. Ik heb hem niet gekocht. (…)

Lees hier de column
Meer over Ton van Reen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Zie ook Columns +

«Hier klinkt een bijzondere dichteres van Curaçao.» – Mario Molegraaf

Over ‘Curaçao bij nacht’ van Oda Blinder op MdNL | Maatschappij der Nederlandse letterkunde, 30 december 2024:

Een Nederlandse dichter die nooit in Nederland is geweest. In de literatuur was ze Oda Blinder, in het leven heette ze Maria Yolande Corsen (1918-1969). ‘Je gezicht is mij nog onbekend:/ je bloeiende lippen,/ je warme blik,/ je gele wangen,/ je koude lach/ zijn dingen, die ik nimmer zag,’ dichtte ze over Nederland. Ze had het gevoel daar ‘in je school zeer welkom’ te zijn. In zekere zin is dat waar, vijfenvijftig jaar nadat ze stierf verschijnt in Nederland een bundel van haar, vernoemd naar haar tropische eiland, Curaçao bij nacht. We danken deze uitgave met ‘voorgelezen en andere gedichten’ aan twee toevallige vondsten. Gewoon op Catawiki stuitte bezorger Klaas de Groot op een mapje met haar prozagedicht ‘Wazig landschap’. Verder dook een geluidsopname op, waarop Oda Blinder poëzie voordraagt. (…) [Hier] klinkt een bijzondere dichteres van Curaçao, een eiland dat is zoals zij, ‘vol grillige vormen’ met ‘om haar heen’ de branding die zwelt ‘tot een machtig verzet’. De liefde volgens Oda Blinder: ‘Laat deze nacht verloren gaan,/ laat de lianen kermen in hun dans,/ maar geef dit één zijn met de maan/ nog een kans’. Droomgenot, even geliefd en even onbereikbaar als die verre streek. Wie weet verklaart dat de bloeiende lippen en de warme blik die ze toedicht aan Nederland.

Bron ‘Poëzie van nu 104’
Meer over Oda Blinder bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Klaas de Groot bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Bernardo Ashetu vertaald in het Indonesisch

Uit ‘Yanacuna’ van Bernardo Ashetu op Nederlandse poëzie in het Indonesisch, 30 december 2024:

Op ‘Suara suara dari utara’ (‘Stemmen uit het noorden’), het blog Puisi Belanda, is op 30 december 2024 het gedicht ‘Baleh-Baleh’ uit de bundel ‘Yanacuna’ (Antilliaanse Cahiers, Cultureel Centrum Curaçao, 1962) geplaatst in een Indonesische vertaling van Siti Wahyuningsih en Albert Hagenaars. In deze almaar groeiende digitale poëziereeks van een keur van Nederlandstalige dichters is dit inmiddels het 258ste gedicht in vertaling.

Lees hier het betreffende gedicht in het Nederlands en in het Indonesisch
Meer over Bernardo Ashetu op deze site
Meer gedichten vertaald in het Indonesisch

«De Duitsers verraden niet; je leert het meest van pijnlijke ervaringen.»

Over Ernst Jansz met ‘Een liefdeslied’ in De verwondering (KRO NCRV), 29 december 2024:

Ernst Jansz was zanger/pianist van de band Doe Maar. Nadat ze stopten, ging hij boeken en luisterliedjes schrijven, onder andere over het opmerkelijke levensverhaal van zijn ouders. Ernst was ontzettend loyaal naar zijn vader, maar na zijn dood vond Ernst een brief waarin stond dat zijn vader zich in de steek gelaten voelde door zijn zoon. Dit had een enorme impact op het leven van Ernst. Hij durfde geen relaties aan te gaan om mensen niet teleur te stellen. Therapie heeft hem geholpen en nu doet hij elke dag oefeningen in dankbaarheid. Door jezelf te accepteren en van jezelf te houden, leg je de basis voor een betere samenleving. De presentatie was in handen van Annemiek Schrijver. Deze uitzending van het programma De verwondering met de titel Ernst Jansz werd uitgezonden op zondag 29 december 2024 door KRO-NCRV.

Kijk hier naar het televisiegesprek
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Mooie toekomstdroom voor Curaçao of een realistische toekomstvisie? Het goede overwint het kwade in een optimistisch slot.» » – Wim Rutgers

Over ‘Contrasten in kleur’ van Joseph Hart in Antilliaans Dagblad, 28 december 2024:

(…) Er zijn auteurs die in elk nieuw boek vernieuwing van inhoud en vorm kiezen. Er zijn ook auteurs die zich beperken tot thema’s die hun na aan het hart liggen en in elke volgende publicatie nieuw leven krijgen. Zo is Joseph Harts vierde roman enerzijds meer van hetzelfde maar toch weer anders. (…) Deze vierde roman is weer een verhaal geworden waarin Joseph Hart dicht bij het leven en welzijn van zijn personages komt in hun strijd tot overleving of zelfs overwinning. De romantitel ‘Contrasten in kleur’ heeft betrekking op de negenentwintig jarige Nena met haar drie kinderen, twee lichtgekleurde jongens en een zwart meisje, van verschillende mannen die haar met beloftes paaien en vervolgens in de steek laten, zodat ze het zelf moet zien te redden in haar krotwoning. (…) Nena raakt haar gezag over de twee compleet kwijt. Het meisje, Maiky, is daarentegen een toonbeeld van positivisme. Ze is thuis behulpzaam, krijgt de kans naar het MIL te gaan en naar de universiteit waar ze twee studies weet af te ronden. (…) Verhaallijnen lopen in de romans van Hart langs de lijnen van scherpe tegenstellingen en felle kleuren tussen positief en negatief, goed en slecht, zowel bij de personages als de omstandigheden waarin deze personages functioneren. Wie goed is, is goed; wie slecht, is totaal slecht. (…) Zo is het hele verhaal uiteindelijk op een tegenstelling gebouwd van negatief in de eerste helft naar een positieve wending in het tweede deel. De verteller maakt daarbij gebruik van een cursief gedrukte monologue intérieur als commentaar en overdenking. Een verkiezingswinst van de nieuwe politiek op de oude is het kroonstuk van deze wending. De roman besluit symbolisch op nieuwjaarsdag, waar de gouverneur een optimistische toespraak houdt. (…)

Lees hier en hier de gehele recensie
Meer over ‘Contrasten in kleur’
Meer over Joseph Hart bij Uitgeverij In de Knipscheer

Afscheidscollege van Michiel van Kempen op vrijdag 31 januari 2025.

Portret auteur Nicolaas Porter

Op vrijdag 31 januari 2025 geeft professor dr. Michiel van Kempen zijn laatste (ook openbare) college als (eerste) bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam (hij bekleedde deze positie sinds 1 september 2006) met als titel ‘Zwarte pracht: Caraïbische cultuur in tijden van transitie’ over de verschuivingen in de Surinaamse en Nederlands-Caraïbische cultuur. Sinds 1983 zette hij vanuit Suriname de Caraïbische literatuur in Nederland op de literaire kaart. Hij was in Suriname  tot 1987 werkzaam in verschillende functies en maakte toen al een begin met het schrijven van de Surinaamse literatuurgeschiedenis. In 1986 nam hij het initiatief tot het oprichten van De Ware Tijd Literair, een wekelijkse literaire pagina waarvan hij de eerste redacteur werd, een pagina dit tot op de dag van vandaag bestaat. Locatie Aula – Lutherse kerk, Singel 411, 1012 WN Amsterdam.

Bron
Meer over Michiel van Kempen op deze site

Lezing over 100 jaar Nederland als buurland van Venezuela.

Op woensdag 29 januari 2025 geeft de Curaçaose auteur Eric de Brabander in Theater de Vaillant een lezing onder auspiciën van de Dutch Caribbean Book Club over de politieke geschiedenis van Venezuela gedurende de afgelopen 100 jaar, de invloed daarvan op de relatie met Curaçao en op de Venezolaanse en Curaçaose literatuur, vanaf Juan Vicente Gomez (zie de roman ‘Urbina’) tot Maduro. Het grootste buurland van het Koninkrijk der Nederlanden is Venezuela en niet Duitsland zoals door de meeste Nederlanders gedacht wordt. In de tijd van Simon Bolivar was het land , Gran Colombia, veel groter, totdat het zich opsplitste in Venezuela, Colombia en Equador. Vanaf die opsplitsing is het land onophoudelijk het toneel geweest van staatsgrepen, dictatoriale episodes, afgewisseld met democratische, getekend door nepotisme en corruptie. Op dit moment, met de dictator Nicolas Maduro aan de macht, is het niet veel anders. Het programma vermeldt ook een optreden van pianist Alexander Kraft van Ermel. Uitgeverij In de Knipscheer is aanwezig met een boekentafel met werk van o.a. Eric de Brabander. Na afloop kan werk van Eric de Brabander aangeschaft worden en signeert Eric de Brabander zijn boeken. Locatie Theater de Vaillant, Hobbemastraat 120, 2526 JS Den Haag. Inloop vanaf 19.00 uur, aanvang 19.30 uur. Kaarten en vooraf aanmelden via Eventbrite .

Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Venezuela in de boeken van Uitgeverij in de Knipscheer

«Een condoleanceregister voor deze mislukte ‘vader des vaderlands’ is schokkend.» – Brede Kristensen

Column van Brede Kristensen in Amigoe, 27 december 2024:

Deze week kwam een einde aan 44 jaar waarin Desi Bouterse de Surinaamse politiek in gijzeling hield. Wat een opluchting voor veel Surinamers dat hij er niet langer is. Trouwe aanhangers zijn geschokt. Wie kan hem vervangen, vragen ze zich vertwijfeld af? Hopelijk niemand. (…) In 1980 pleegde hij samen met Roy Horb een staatsgreep. Dingen gebeuren nooit zomaar. Reden voor ontevredenheid was er zeker. De eerste Surinaamse regering van het onafhankelijke Suriname had er onder premier Henck Arron een potje van gemaakt. Daarnaast waren er ontwikkelingen in de regio, die Bouterse het gevoel gaven zich op de juiste weg te bevinden. In 1979 wierp Daniel Ortega het corrupte regiem van Anastasio Somoza in Nicaragua omver. Enkele maanden eerder wist de op Aruba geboren Maurice Bishop een staatsgreep in Grenada te plegen. Ook Grenada werd geteisterd door corrupt bestuur. (…) De kracht van het voorbeeld is enorm. (…) De staatsgreep in 1980 kon aanvankelijk op enige steun van de Surinaamse bevolking rekenen, maar toen bleek dat de militairen er niets van maakten, sloeg de stemming om. In maart 1982 werd een tegencoup gepleegd, die mislukte. Kort daarna vond een ontmoeting plaats tussen Bouterse en Bishop.  ‘Tegenstanders dienen resoluut te worden geëlimineerd’, hield Bishop hem voor. Precies wat Bouterse een half jaar later, begin december 1982 besloot te doen: 15 gruwelijke executies  (…). Een condoleanceregister voor deze mislukte ‘vader des vaderlands’ is schokkend. (…)

Lees hier de column ‘Model Bouterse? Over een einde en een nieuw begin’
Meer over Brede Kristensen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Desi Bouterse op deze site
Zie ook Columns +

I.M. Pim Wiersinga: «Fictie is de herinnering aan wat nooit is gebeurd.»

[foto Harry van Kesteren in Pletterij Haarlem 6 november 2016]

Met de op donderdag 12 december overleden auteur Pim Wiersinga (1954-2024) verliest de Nederlandse literatuur een schrijver van buitenlandse allure en Uitgeverij In de Knipscheer een vriend. Zijn debuut Honingvogels (1992), een roman over het Antwerpen van de jaren twintig van de vorige eeuw, toonde direct zijn talent en werd meteen genomineerd voor de AKO-literatuurprijs. De imposante roman Gracchanten (1995), die zich afspeelt in de tweede eeuw voor christus, was de opvolger ervan en Wiersinga zou daarna nog veel meer historische romans gaan schrijven. (…) In 2014 kiest hij voor Uitgeverij In de Knipscheer en de roman Het paviljoen van de vergeten concubines (2014) maakt meteen grote indruk. De roman speelt in het achttiende-eeuwse China. Pim Wiersinga koos voor de vorm van brieven en maakte er een spektakelstuk qua schrijven van. Hij wisselt van stijl en toon, van ambtenarenproza of liefdesbrief tot aan door een tolk geschreven romanfragmenten, al naar gelang het verhaal dat van hem vraagt. (…) Zijn belangrijke stelregel daarbij was: Fictie is de herinnering aan wat nooit is gebeurd. De feiten mogen kloppen, maar de fantasie moet kloppen. (…) Eleonora en de liefde (2016) beschrijft de geboorte van de romantische liefde zoals we die nog altijd kennen en speelt in de tijd van de troubadours. Thomas een jonge minstreel streeft naar meesterschap, niet alleen in zijn beroep maar ook in de hoge kunst der Minne. Eleonora van Aquitanië zal daarbij zijn scherpmeester zijn. (…) Het is een roman waarin feit en fictie elkaar afwisselen en de auteur excelleert door taalgebruik en, niet te vergeten, broeierige en uiterst opwindende scenes. Zena’s arena (2022), een fenomenale, historische roman van 584 pagina’s die zich in de Romeinse vijfde eeuw afspeelt, was de laatste publicatie die Pim Wiersinga nog mocht beleven. Het boek is de kers op de taart waar hij zijn hele leven naartoe heeft geschreven en mag zonder meer een meesterwerk genoemd worden dat ongeëvenaard is in de wijze waarop een complex en vergeten tijdsgewricht zowel in helder proza als in sprankelende poëzie werd beschreven. (…) In 2025 zal Nausikaä en de grote goden, een roman in verzen, verschijnen. Het is een haast logisch vervolg op Zena’s arena. (…) Laten de laatste woorden voor woordkunstenaar Pim Wiersinga zelf zijn. Een fragment uit Zena’s arena:

‘Ach, wij zoeken een verhaal dat wij vatten;
desnoods een slecht verhaal, volstrekt in strijd
met wat de zinnen zien en het verstand bevat,
maar wel mooi afgerond, met kop en staart,
omdat we zelf verhalen zijn; wij drijven
als wolken voorbij – bevolken de natuur
onder ons met godenvloek en drama.’

Peter de Rijk, Amsterdam

Lees hier het I.M. ‘Alle boeken zijn voetnoten bij dromen’ van uitgeverijredacteur Peter de Rijk.  Een iets aangepaste versie werd bij de crematie op 23 december 2024 voorgelezen door Franc Knipscheer.
Meer over Pim Wiersinga bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De esthetica staat voorop.» – Jan Buijsse

Over ‘Aan de Nederlandse taal’ van Mark Insingel in Meander Klassieker (mr. 286), 21 december 2024: In de rubriek Meander Klassieker (nr. 286) van 21 december 2024 brengt Jan Buijsse een eresaluut aan de dit jaar overleden Vlaamse dichter Mark Insingel (1935 – 2024). Hij bespreekt zijn ode ‘Aan de Nederlandse taal’. In menig opzicht een liefdesgedicht.

Aan de Nederlandse taal

Ik besta in de manier
waarop ik van je houd.
Jij vormt mijn lippen, jij
bestaat in de manier
waarop men mij verstaat.
Ik wil je horen en ik
spreek, ik wil je zien en
teken je, lichaam van
tekens, in betekenis
heb ik gemeenschap met
je, in gemeenschap met
je voel ik: ik besta.

Op 30 juli 2024 overleed de Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Mark Insingel (1935). ‘Insingel’ is het pseudoniem van Marcus Donckers, een zeer wel overdacht pseudoniem. (…) Insingel is de dichter die zich binnen een singel, een cirkelvormige omheining, heeft teruggetrokken, niet alleen om zich sterk op het dichter-ik te concentreren maar ook om het gedicht, in welke vorm dan ook, het gedicht te laten zijn. (…) Het gedicht dat ik hier wil bespreken, is zo’n gedicht – zeker bij eerste lezing, waarna trouwens opvalt dat het tegelijk een enigszins circulair gedicht is. ‘Aan de Nederlandse taal’ werd door Insingel in 2000 als 64ste gedicht toegevoegd aan een zelfbloemlezing van 63 (vooral ‘concrete’) gedichten onder de titel Gezichten. De bloemlezing is een uitermate curieuze verzameling, zeker naar vorm. De 64 gedichten zijn evenzovele genummerde losse vellen van 30 bij 30 cm in een plexiglazen doos van 1,5 cm hoog.(3) Zo wordt een gedicht een object, zelfs niet gebonden in en aan een boek, de verzameling tot een kunstwerk. De esthetica staat voorop. ‘Aan de Nederlandse taal’ is een lofdicht, een liefdesgedicht en een bekentenis ineen, maar ook een zelfrealisatie. Het zou eigenlijk het credo van elke dichter kunnen zijn maar in het geval van Insingel is het op bijna absolute wijze programmatisch in de lichamelijke verhouding tussen de ik en jij, de dichter en de taal (die de Nederlandse is). (…) Het werk van Mark Insingel behoort tot die taalexperimenten die helaas te weinig bekend zijn. (…)

Lees hier of hier
Meer over Mark Insingel bij Uitgeverij In de Knipscheer