«Rob Verschuren kijkt over grenzen en culturen. Het is een wijde blik, die ieders denken kan verruimen.»

Over ‘Buitenlanders en andere Papoea’s’ van Rob Verschuren op Literair Nederland, 8 oktober 2024:

(…) Rob Verschuren (geb. 1953, woonachtig in Vietnam) is pas op late leeftijd gedebuteerd. Hij heeft korte verhalen gepubliceerd in de literaire tijdschriften Tirade en Extaze (inmiddels ter ziele) en schrijft regelmatig mooie blogs voor Elders Literair die gewoon gratis online toegankelijk zijn. Verschuren heeft vier romans op zijn naam staan en deze uitgave is zijn derde verhalenbundel. Van de tien verhalen in deze bundel zijn er vier eerder verschenen in de genoemde tijdschriften en in een boekenweekeditie ‘Zin en Waanzin’ uit 2015. Zin en waanzin zijn ook thema’s in de verhalen in zijn nieuwe verhalenbundel. (…) In het langste verhaal, ‘De stem van de Roos’, wordt deze worsteling met waarheid, waanzin en onbegrip vormgegeven door Basel Lund die bij zijn ontslag uit de gevangenis een vreemde Jeroen Boschachtige stoet voorbij ziet komen. Hij kijkt naar de optocht ‘met een fascinatie die alles wil begrijpen’, maar het is ‘alsof het vermogen om te denken hem ontglipte’. Gevangen door de blik van de beenloze voorganger Chokhamela die zich verplaatst op een plank met wieltjes kan hij niet anders dan zich bij de groep aansluiten. Basel is dichter. Hij weet weinig ‘van de dingen van de wereld, maar alles van de zaken van het hart.’ (…) De weerbarstige werkelijkheid is soms pijnlijk, vaak bizar, maar de personages wekken ook sympathie door hun kwetsbaarheid en door een soort onverschrokken en uitgesproken onbevangenheid die hen siert. Het zijn mensen wier ziel het daglicht kan verdragen. Dat geldt voor Hai uit China, de schilder die het portret van zijn vrouw in ‘De Abrikozenzomer’ na haar overlijden nóg mooier wil maken. (…) De bundel heeft een citaat van de Russische schrijver Isaak Babel meegekregen. ‘ […] alleen de wijze scheurt de sluier van het bestaan aan flarden met gelach.’ Dat is precies wat Verschuren zijn personages in de verhalen in deze bundel laat doen, met de nodige humor en in een verzorgde en poëtische stijl. (…)In zijn verhalen toont hij zich een schrijver die over grenzen en culturen kijkt. Het is een wijde blik, die ieders denken kan verruimen.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Buitenlanders en andere Papoea’s’
Meer over Rob Verschuren bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Je schiet bij het lezen van zijn gedichten regelmatig in de lach. (…) Ondertussen gaan de gedichten wel ergens over.» – Matthijs van den Berg

Over ‘Mens is de naam’ van Philip Hoorne in Awater, (jrg. 23, nr. 3),  6 oktober 2024:

Het lezen van ‘Mens is de naam’, de achtste bundel van de Vlaming Philip Hoorne, is een bijzondere ervaring. Verwacht in zijn gedichten geen verheven gevoelens en breekbare beelden. De poëzie is direct en rauw, waarmee Hoorne lijkt te willen provoceren. Zo is de ‘Geheimtip’ in het gelijknamige gedicht dat de uitgang van een ziekenhuis de beste plek is om ‘uitgehongerde vrouwen’ op te scharrelen. Is Hoorne ‘een verwerpelijk sujet/ gemeen van top tot teen’ of is zijn schaamteloze manier van schrijven ‘een manier […] om zijn schuchterheid te maskeren’? (Uit: ‘Sujet’). Natuurlijk dat laatste. ‘Geheimtip’ is een gedicht over wanhoop, over het onvermogen om normaal contact te leggen. Het gaat in de bundel vaak over kwetsbaarheid: ‘dat ik gekwetst werd lag voor de hand/ het staat op mijn smoel geschreven’, luidt het in ‘Mandarijn’. De dichter schrijft zijn kwetsbaarheid van zich af door zich te pantseren met ironie, cynisme en (droge) humor. Je schiet bij het lezen van zijn gedichten regelmatig in de lach. (…) Ondertussen gaan de gedichten wel ergens over, veel grote thema’s komen langs: liefde en eenzaamheid, waarheid en leugen, geluk en pech, lichtzinnigheid en schaamte. Alles wat een mens kan bezighouden. Want wat voor Hoorne geldt, gaat op voor iedereen: mens is de naam. De conclusies zijn vaak somber: ‘al dat lang en gelukkig om je heen/ waarom wil je daar deel van zijn?/ van zelf te leven krijg je alleen maar pijn’. Maar er is ook berusting: ‘een mens is maar een mens/ van mens-zijn ga je dood’, lezen we in het titelgedicht. Misschien kun je daarom het beste maar om al die ellende lachen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Mens is de naam’
Meer over Philip Hoorne bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij deelt zijn dromen met ons en zorgt er gelijktijdig voor dat ze waar worden.» – Peter de Rijk

Over ‘Dunkel’ van Cor Gout in Utopie, 28 september 2024:

Aan menig hoofdstuk van Dunkel, de meest recente roman van Cor Gout, gaat een fragment van een songtekst vooraf. (…) Het zijn de eerste regels van het nummer Sweet Dreams gezongen door Annie Lennox van The Eurythmics. Sweet Dreams… Cor Gout is een dromer, misschien zelfs een dagdromer, maar zeker een van een bijzondere soort. Gout zorgt dat zijn dromen beklijven door ze vorm te geven. Dat kan in een lied, een programma, maar ook in proza of poëzie. Hij deelt zijn dromen met ons en zorgt er gelijktijdig voor dat ze waar worden. (…) Songteksten en literaire of filosofische verwijzingen openen ieder hoofdstuk. Ze zijn passend en tonen de ontzagwekkende kennis die de auteur van zowel popmuziek als populaire muziek van lang vervolgen tijden heeft. (…) Dunkel gaat over zìjn ‘Rosebud’, het doolhof waarin hij verstrikt is geraakt. ‘Dat ik de jonge vrouw die verdwaald leek in de pracht die haar omhulde de weg zou willen wijzen naar de uitgang, die zoals bij ieder doolhof samenvalt met de ingang, en die ik kwijt ben geraakt en tot het einde van mijn leven zal blijven zoeken, zodat mijn einde haar begin is, oprijzend uit de ochtendmist het ochtendgloren. Of is het juist andersom: zoek ik het licht na de loods te hebben verlaten en laat ik haar achter in het donker van de opslagruimte?’ (…) We leren dat Dunkel deel van een band uitmaakt en dat hij in een hotelkamer vertoeft waar hij op televisie een Laurel en Hardy film ziet. Ze nemen zijn landerigheid weg en geven hem de energie de stad (Parijs) in te gaan. (…)  Het lezen van deze roman lijkt een onmogelijke exercitie. Het tegendeel blijkt waar, juist dat schijnbaar van de hak op de tak springen, want iedere passage blijkt volledig op zijn plek, juist dat in en uit het verhaal gaan, zorgt ervoor dat er informatie wordt toegevoegd die het boek rijk en vooral spannend maakt. (…)  Het is een truc om macht en onmacht, goed en slecht tegenover elkaar te zetten. Op dezelfde wijze komen erotiek en de vader-zoon relatie ter sprake. Alles en iedereen is een speelbal in de handen van de auteur.

Meer over ’Dunkel’
Meer over Cor Gout bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan.» – Kester Freriks

Over de theatervoorstelling ‘Een liefdeslied’ van Ernst Jansz in Theaterkrant, 2 oktober 2024:

De sfeer van de muziekvoorstelling Een liefdeslied van Ernst Jansz (1948) en zijn vaste musici, gitarist Guus Paat en Richard Wallenburg op bas, is verfijnd, intiem, betoverend en oosters. (…) Enkele decennia lang ontwikkelt hij zich als een vertellende zanger, een Indo-troubadour (als dat woord zou bestaan) die zijn autobiografie in verhalen en liedjes ten gehore brengt. (…) Rudi (Jansz’ vader) groeit op en mag van zijn ouders in Nederland gaan studeren. Hij komt na eenzame omzwervingen in Amsterdam terecht, waar hij in een dansgelegenheid op het Rembrandtplein een meisje ontmoet, Jopie, zijn latere vrouw. Hij vraagt haar de Weense wals met hem te dansen; zij is zijn ‘walsdame’. (…) We volgen het turbulente liefdesleven van het tweetal. Dat speelt zich af tegen grote historische gebeurtenissen, zoals de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd waarvoor Rudi zich inzette en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de Duitse bezetting van Nederland. Rudi en Jopie gaan in het verzet; Rudi wordt in het kamp Amersfoort gevangengezet, hij wordt gestraft en mishandeld, maar weet de oorlog te overleven. Vlak na de oorlog wordt Jopie verliefd op een Indonesische prins, met wie ze een dochter krijgt, die de schoonheid heeft van een prinses. (…) De liedjes kleuren de verhalen, de verhalen inspireren tot de liedjes. Zijn manier van vertellen is associatief, zoekend naar woorden, zijn stem is aangenaam hees en op lichte manier rauw, doorleefd. (…) Het zijn songs die in hun vertellende stijl doen denken aan zijn grote voorbeeld Bob Dylan. (…) Een liefdeslied is veel meer dan een in liedvorm gegoten levensherinneringen, dramatische verwikkelingen en liefdesgetuigenissen. Het is vooral een muzikale ode aan de voorgeschiedenis van Jansz. Zichzelf en zijn eigen leven houdt hij zorgvuldig buiten de voorstelling, dat heeft hij al bezongen in Molenbeekstraat. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Een liefdeslied’
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stedenbouwkundige beschrijft een ontdekkingsreis door de alledaagse ruimte om ons heen.»

Over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ van Hester van Gent voor NBD Biblion, 4 oktober 2024:

‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ is een bundeling filosofisch getinte opstellen over de suggestieve kracht van de publieke ruimte. De auteur verkent de manieren waarop zowel bekend als onbekend terrein voor nieuwe ervaringen kunnen zorgen en onverwachte perspectieven kunnen bieden. Ze beschrijft een ontdekkingsreis door de alledaagse ruimte om ons heen en zet vertrouwde plekken in een nieuw licht. In essayistische, bedachtzame stijl geschreven, met veel persoonlijke fragmenten. Met foto’s en illustraties in kleur en zwartwit. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Hester van Gent (Amsterdam, 1971) studeerde bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft en publiceert essays en verhalen. Daarnaast werkt ze als zelfstandig stedenbouwkundige en onderzoeker, en is ze auteur en redacteur in het veld van stedenbouw en (landschaps)architectuur. Ze schreef een klein aantal boeken. Het boek maakt deel uit van de serie: Extazereeks-essays’.

Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hester van Gent ziet dingen waar de meeste mensen aan voorbijlopen.» – Peter de Rijk

Over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ van Hester van Gent in Straatjournaal, oktober 2024:

Hester van Gent kijkt anders dan de doorsneemens. Ze ziet dingen, misschien door haar studie bouwkunde, waar de meeste mensen aan voorbijlopen. Ze (…) bekijkt alles kritisch, tot aan het straatmeubilair toe. Van onze landsgrenzen tot aan de bewegwijzering in ziekenhuizen, overal blijkt een gedachte aan vooraf te zijn gegaan. En juist daar zet Van Gent haar vraagtekens bij. Zo bewijst het Fazanteneiland de onzin of willekeur van een grens, vooral omdat daar de grens tussen Frankrijk en Spanje ieder halfjaar wijzigt. Een grens is volgens Van Gent eerder de markering van een belangrijk kantelmoment in de geschiedenis. Wanneer je letterlijk op een grens gaat staan, is die zelden tot nooit echt zichtbaar. Wat er ooit gebeurde of besloten werd, is alleen zichtbaar in een atlas of op de landkaart. (…) Onzichtbaar wordt ook je eigen omgeving als je in een ziekenhuis slechts de rode of gele lijnen op de vloer volgt die je naar de juiste afdeling moeten leiden. Net als de routeplanner in je auto, ontnemen ze het zicht op de omgeving. Het ruimtelijk inzicht is, net als de menselijke maat, een belangrijk onderwerp is in deze essaybundel. Van Gent weet verklaringen voor haar filosofieën in literatuur en kunst te vinden en trakteert de lezer regelmatig op verrassende dwarsverbanden. (…)
Straatjournaal is de straatkrant van Noord-West Nederland.
Lees hier de hele recensie
Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Politieke correctheid is te vaak een obstakel.» – Eric de Brabander

Over ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’ van Aart G. Broek uit 9de Cola Debrotlezing, 28 september 2024:

(…) De historisch socioloog en letterkundige Aart G. Broek gooide zijn gedachten in de ring in zijn dit jaar verschenen essaybundel Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken en maakte zich druk over hoe het bewustwordingsproces over het slavernijverleden vormgegeven wordt. (…) Aart Broek durfde het aan tegen de stroom in te roeien. Terecht, want politieke correctheid is te vaak een obstakel. Excuses, een miljoenen kostend slavernijmuseum en zelfs selectiecriteria voor diegenen die de boodschap aan de Nederlandse bevolking moeten overdragen. Ik vraag me af welke test je moet doorstaan om een officiële ‘emancipatoire heilsprofeet’ te worden. Behalve dan dat het belangrijkste criterium het ‘van kleur’ zijn is. Want, laten we eerlijk zijn, wie kan zich beter inleven in het perspectief van zwarte slaven dan zwarte mensen? Moeilijk, want zuiver zwarte mensen zijn op ons eiland nauwelijks meer te vinden. Alles is gemengd. Koffie met een klein beetje melk, met meer melk, met veel melk. Vrijwel iedereen is afstammeling van zowel slaaf als slavenhouder, of geïmporteerd van buitenaf. ‘Het zijn de heilsprofeten die met een door tientallen miljoenen euro’s gestutte campagne de witte  bewoners achter de duinen bewust maken van datgene waaraan zijzelf en hun voorvaderen zich in de koloniën hebben schuldig gemaakt en zich nog steeds schuldig maken,’ zo schrijft Broek. ‘Zo wordt de geschiedenis afgeschaafd, tot slechts de gefolterde zwarte slaaf resteert.’ Ik moet hem gelijk geven. Leed-concurrentie, noemde de schrijver Rudy Kousbroek het, al had hij het over Nederlands Indië en niet over de koloniën in de West. (…)

Bron
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’
Meer over de boeken van Eric de Brabander
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Bevrijd de nationale herdenking van het slavernijverleden van raciale ketenen.» – Aart G. Broek

Aart G. Broek over aankondiging van de conferentie “The National Slavery Museum: Building Bridges” op donderdag 10 oktober 2024:

Deze dag staat in het teken van het erkennen van onze gedeelde geschiedenis en de blijvende impact van slavernij op de huidige sociale, culturele en juridische systemen. De conferentie vindt plaats op donderdag 10 oktober 2024, met inloop vanaf 9:30 uur en het programma start om 10:00 uur en duurt tot 12:30 uur in De Duif, Prinsengracht 756, Amsterdam. Het programma is kosteloos, maar alleen toegankelijk na aanmelding. Onder de aankondiging van de conferentie op Caraïbisch Uitzicht plaatste onderzoeker Aart G. Broek onderstaande reactie: «Building Bridges? (…) Geketende en gevluchte slaven, schrijvers en vakbonden, vrouwen in alle mogelijke hoedanigheden, georganiseerde groepen en moedige dwarsliggers, religieus bevlogen rekkelijken en preciezen, wetenschappers en politici spanden en spannen zich in om werk- en leefomstandigheden te verbeteren. Met succes. Zij vormen voorbeelden om zich aan op te trekken en vooral ook om alert te blijven. Emancipatie is geen kleur gebonden behoefte maar een algemeen menselijk verlangen. Vandaag de dag met plezier aan de slag kunnen gaan, is in ieder geval de krachtige inspanning van voorgaande generaties met een waaier aan etnische diversiteit. Een indrukwekkende vooruitgang. Daar mogen we wel bij stilstaan, maar behoeft dit een specifiek zwarte huidkleur te krijgen? Kleurloos stilstaan bij emancipatie is wel zo gepast en ondermijnt het racisme in plaats van het te voeden. Bevrijd de nationale herdenking van het slavernijverleden van raciale ketenen (en lees: ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’, Haarlem: In de Knipscheer, 2024)»

Bron
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Kwetsend speurwerk, gebrekkige bronnen, gebelgde erven scherpen de geest.»

Lezing dr. Aart G. Broek in het Nationaal Archief van Curaçao op 9 oktober 2024:

Veertig jaar onderzoek verrichten naar en publiceren over mensen en over (hun) emancipatoire ontwikkelingen leveren vele opmerkelijke ervaringen op. Uitersten liggen op het pad, enerzijds archieven die sluiten, ernstige verwijten en zelfs dreigende rechtszaken, anderzijds zijn er onverwachte bronnen, hulpvaardige erven en inspirerende informanten.  Aan de hand van persoonlijke ervaringen opgedaan met meer of minder bekende yu’i tera (landskinderen) komen randvoorwaarden voor onderzoek in beeld. Een luchtige beschouwing over uitdagende actoren en factoren van un pueblo na kaminda (een volk op weg). Van Aart G. Broek verschenen recentelijk in boekvorm het schotschrift  ‘Medardo de Marchena: Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’ en het essay ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’

Klik hier voor de uitnodiging.
Meer over ‘Medardo de Marchena: Staatsgevaarlijk in koloniaal Curaçao’
Meer over ‘Je wordt zelf niet wit door anderen zwart te maken’
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Wij zijn hiér omdat jullie dáár waren.» – Eric de Brabander

   Foto: Michiel van Kempen
9de Cola Debrotlezing in de OBA door Eric de Brabander, 28 september 2024:

Op zaterdag 28 september 2024 hield Eric de Brabander de negende Cola Debrotlezing in de OBA, Amsterdam. Muzikale omlijsting gaf Alexander Kraft van Ermel, typografische vormgeving was van Ernst Nijsten. De inleiding was van Rita Rahman, de moderatie na de lezing was in handen van Noraly Beyer. De lezing had als titel “Het wij-zij-denken, inclusie in ons Koninkrijk”. « (…) Nederland, het land van tulpen, molens en politieke polarisatie is langzaam maar zeker een multiculturele samenleving aan het worden. Wij zijn hiér omdat jullie dáár waren, zou de allochtoon kunnen zeggen. De nieuwe cultuur van import-Nederlanders legt haar zeden op aan de in haar voegen krakende traditionele Nederlandse cultuur, een cultuur die nog steeds gekoesterd wordt, die haar eigen ouderwetse zeden kent. Dat wordt niet overal zonder afkeer ontvangen. Mensen houden niet van verandering. (…)  Wat multiculturaliteit betreft kan Nederland een lesje leren van ons eiland in de Caribische zee dat al toen de Hollanders er in 1634 voet aan wal kregen een multiculturele samenleving was. Of van Suriname, waar de moskee en de synagoge in Paramaribo broederlijk naast elkaar staan, niet ver van de Arya Dewaker Hoofdmandir en de Kathedrale basiliek. Religieuze incidenten komen in Suriname net zo min als op de Caribische eilanden voor. Men kan spreken van grote sociale en raciale tolerantie, van respect in de tropische betekenis. Verschijnselen die niet altijd zo zijn geweest in koloniale tijden. Het kan dus! (…)»

Klik hier of hier voor de lezing
Meer over de boeken van Eric de Brabander