«Trek uw lades open, Curaçao, en zoek de onontdekte proza poëzie van Blinder!» – Matthijs Ponte

Over Curaçao bij nacht van Oda Blinder in Awater, zomernummer 2025:

(…) Eigenlijk is alles heimelijk aan het werk van Blinder, ontstaan in de verstilde, eenzame uren van Curaçao bij nacht, zoals de bundel toepasselijk getiteld is, naar het eerste opgenomen gedicht. Inclusief haar pseudoniem dat jarenlang zelfs voor haar eveneens dichtende broer verhulde wie er achter deze verzen schuilging. (…) Toch brengt die nacht ook de belofte van datgene waarnaar het vurigst verlangd wordt. Het leeuwendeel van Blinders niet al te omvangrijke oeuvre bestaat uit licht erotische liefdeslyriek, waarin landschap en lichaam in elkaar overvloeien, en die het doorgaans even eens moet hebben van de nacht. (…) Het blijft steeds bij kansloze smeekbedes. Haar liefdesdromen en kortstondige affaires stranden steeds weer in ‘bloed en pijn’ dat ‘uit donkere bokalen’ stroomt. Als het er al van komt. Doorgaans blijft het steken in verlangen en fantasie, zoals in haar vaakst geciteerde gedicht, ‘Droomgenot’, dat het liefdesmotief in haar oeuvre inderdaad kernachtig samenvat. (…) Absoluut hoogtepunt van de uitgave is de publicatie van het recent ontdekte prozagedicht ‘wazig landschap’, waarin het bekende spel met landschap en lichaam, liefde en eenzaamheid, leegte en vervulling gespeeld wordt, maar wilder en minder gepolijst. Dat levert een luguber, krachtig werk op. (…) Zou er nog meer van dit woeste werk verscholen liggen? Trek uw lades open, Curaçao, en zoek de onontdekte proza poëzie van Blinder!

Lees hier de recensie ‘Liefdeslyriek van landschap en lichaam’
Meer over Ida Blinder bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Nadat de val van het kabinet werd aangekondigd, moest ik denken aan een gedicht van Albert Hagenaars. » –  Wouter van Heiningen

Over ‘Intriges’ van Albert Hagenaars op Zichtbaar Alleen, 4 juni 2025:

Nadat de val van het kabinet werd aangekondigd op de nieuwskanalen, moest ik denken aan een gedicht van Albert Hagenaars (1955). Dit gedicht is getiteld ‘Inzicht’ en vooral de laatste paar zinnen deden mijn gedachten naar dit gedicht gaan. ‘Inzicht’ staat in zijn bundel ‘Intriges’ uit 1986. Dat de naam van de dichter een grappige verwijzing is naar de plek waar het kabinet is gevallen, of moet ik zeggen is opgeblazen door de man waaraan ik moest denken bij die laatste regels (de Hagenaars) is slechts toeval.

Inzicht

Verwijder ik me allengs minder over
hermetisch oude sloten, door verglaasd riet,
vaststrompelend ook soms in ruwe akkers

van papieren steden binnen houtwallen,
waarop gedurig en pal en ongemeen felle
hagel staat, die gaten slaat en verblindt.

Bereik ik dan zienderogen de laatste,
de enige dijk van waaraf het zicht door-
breekt op een zee van zout en kalk,

die, aldus ontdaan van wat hier niet meer
ter zake doet, verstuift in een symboliek
die zelfs hij niet meer in de hand heeft.

Bron
Meer over ‘Intriges’
Meer over Albert Hagenaars bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ronny Lobo – De schaduw van de poortwachter. Roman

Ronny Lobo
De schaduw van de poortwachter
roman
Nederland, Curaçao
beeld omslag Ronny Lobo
gebrocheerd in omslag met flappen,
160 blz., € 19,90
ISBN 978-94-93368-31-6
september 2025

De schaduw van de poortwachter is een roman over de getalenteerde Curaçaoënaar Alexius. Op zowat elk terrein blinkt hij uit, maar toch blijkt in zijn succesverhaal op de achtergrond telkens het spook van corruptie rond te waren.

Carmen voedt als alleenstaande moeder haar zoon Alexius op met het hoogste besef van normen en waarden. Met de beperkte middelen die ze heeft, zorgt ze ervoor dat zijn intellectuele capaciteiten en talent voor muziek en sport maximaal tot ontwikkeling komen. Als student in Nederland stelt hij zich open voor het contact dat zijn vader Henk zoekt en hoort van hem zijn versie van het verhaal van het slippertje met zijn moeder op Curaçao. Hij ontdekt het bestaan van een halfbroer en zus, waarmee hij alsnog een relatie probeert op te bouwen. Henk zorgt voor een goede baan bij de beroemde landsadvocaat waar hem door Franklin de strenge integriteitsregels van het notariaat worden bijgebracht.

De ziekte van Carmen noopt Alexius om zijn briljante carrière op Curaçao voort te zetten. Door zijn innemende persoonlijkheid gaan alle deuren daar voor hem open. Ook in de liefde ontbreekt hem niets. Hij trouwt met de beeldschone Catalina, die haar succes als Colombiaanse filmactrice voor hem opgeeft. De vijf kinderen die ze hem schenkt worden door hen zorgzaam en liefdevol opgevoed. Desondanks zwicht hij voor materiële begeerte, net als zijn leermeester Franklin. Voor beiden loopt het zeer verschillend af.

Ronny Lobo, geboren op Curaçao uit Surinaamse ouders, is architect. In 1992 ontving hij de Cola Debrotprijs voor Architectuur, de hoogste culturele onderscheiding op Curaçao. Daarnaast is hij romanschrijver. Hij debuteerde in 2013 opvallend met Bouwen op drijfzand dat moest worden herdrukt. In 2015 kwam zijn tweede roman uit, Tirami sù, een zelfstandig te lezen vervolg op zijn debuutroman. Ook zijn derde roman De bouwval (2020) heeft de wereld van de architectuur op Curaçao als decor. In zijn werk is corruptie een terugkerend thema.

Meer over Ronny Lobo bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Ton van Reen, de Limburgse schrijver die een schare volwassen fijnproevers als fan heeft.» – Arjen Fortuin

Over ‘Het wolfsvel’ van Ton van Reen in NRC, 27 mei 2025:

(…) Vlak voor overlijden plaatste Jan Terlouw (93) nog een minibieb voor zijn huis in Twello. (…) De meest Terlouwse titel op de plank is ‘Het wolfsvel en andere verhalen’, een verhalenbundel voor kinderen uit 1987, van Ton van Reen (1942), de Limburgse schrijver die een schare volwassen fijnproevers als fan heeft. (…) Meestal draait het (…) om weerwolven. (…)  Zelfs als je eigenlijk wel weet wat er te gebeuren staat, jaagt Van Reen toch nog een rilling over de rug. (…) Geweldig – en zeer duister – is het verhaal over een vriendelijke opa die sterft van ouderdom, maar dan plotseling in de gedaante van een zwarte wolf uit het raam van de rouwkamer klimt – en nogmaals moet sterven. Want geweld is vaak de enige mogelijkheid om de betovering te verbreken en de weerwolf weer een mensenlichaam te geven. (…)

Bron
Meer over Ton van Reen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Keniaanse schrijver Ngugi wa Thiong’o op 87-jarige leeftijd overleden.

Op 28 mei 2025 overleed in de Verenigde Staten Ngugi wa Thiong’o (1938). De Keniaanse auteur maakte in 1967 naam met zijn roman ‘Slechts een korrel graan’. Dankzij redacteur Jan Kees van de Werk verscheen de  Nederlandse vertaling van Lieke Frese in 1979 in de door hem gestarte Afrikaanse Bibliotheek, eerst bij Uitgeverij Corrie Zelen, in 1984 overgenomen en voortgezet door Uitgeverij In de Knipscheer. De roman over de onafhankelijkheidsstrijd tegen de koloniale Britse overheersing is een klassieker uit de Afrikaanse literatuur. Dat geldt ook voor zijn roman ‘Bloesems van bloed’ (Uitgeverij In de Knipscheer, 1988 in samenwerking met EPO, vertaald door Annelies en Karel Roskam) die zich afspeelt in en zich richt op de dan onafhankelijke staat Kenia en zou leiden tot zijn gevangenschap in Kenia en later zijn ballingschap in de USA. Ngugi wa Thiong’o  was jarenlang kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur. Aan beide Nederlandse edities zijn nawoorden toegevoegd van Jan Kees van de Werk.

Meer over ‘Slechts een korrel graan’
Meer over ‘Bloesems van bloed’
Meer over de ‘Afrikaanse Bibliotheek’ op deze site

«Zowel grof, brutaal, weemoedig, donker als verfijnd humoristisch.» – André Oyen

Over ‘Mens is de naam’ van Philip Hoorne op Ansiel, 19 mei 2025,

(…) De poëziewereld van Philip Hoorne is zowel grof, brutaal, weemoedig, donker als verfijnd humoristisch. Soms zit van al deze ingrediënten iets in één gedicht. En dat gaat zeker weer op voor zijn nieuwe bundel ‘Mens is de naam’. En inderdaad niets menselijk is de dichter vreemd! In de bundel,  waarop felgekleurde maskers grijnzen op de cover,  buitelt alles over mekaar, gehuld in krachttermen en gevoeligheid. Van vuile taal tot rust in een strak metrum, Philip Hoorne pakt het allemaal vakkundig aan en bezorgt de lezer rode oortje van genot of ontzetting.

ik ga verder met mijn leven en jij met je dood
maar ooit zitten we naast elkaar blinkend in ons vel
en jij lacht weet je nog philip daar bij die beek?

en ik zeg ja hoe kan ik het ooit vergeten beest

Bron
Meer over ‘Mens is de naam’
Meer over Philip Hoorne bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Spannend verhaal toegankelijk voor kinderen vanaf ca. 13 jaar.»

Over ‘De bende van de Bokkenrijders’ van Ton van Reen voor NBD Biblion, 28 mei 2025:

In deze band zijn de vier delen over ‘De bende van de Bokkenrijders’ gebundeld. Als de bokkenrijders  – een roversbende in het 18de -eeuwse Limburg  – de omstreken door grote aantallen inbraken en plunderingen onveilig maken, reageert de bevolking wantrouwend op vreemden en ‘andersoortige’ mensen. Zo wordt een rondtrekkende zigeunerfamilie door boerenknecht Mathijs bij de schout aangegeven. Later herkent Mathijs de echte dader. In het tweede verhaal ontdekt hij wie de leider van de bende is en wordt hij zelf ook Bokkenrijder. In het derde boek helpt hij de arme mijnwerkers na een gasontploffing en ten slotte glijdt de bende af tot plunderaars en vertrekt Mathijs naar Amerika. De verhalen geven vrij veel achtergrondinformatie over het sociaal-economische leven in die  tijd: zo drijft de bittere armoede tal van mensen tot oneerlijke praktijken. Ook het levendige bijgeloof alsmede de hardhandige folterpraktijken van de schout komen uitgebreid aan de orde. Bevat kaarten en een verklarende woordenlijst. (…)

Bron
Meer over  ‘De bende van de Bokkenrijders’

«Echte parel onder boeken die ten onrechte over het hoofd worden gezien.» – Guus Bauer

Over ‘Zilte windsels suikerwier’ van Inge Nicole op Tzum, 30 april 2025:

Er zijn behoorlijk wat variabelen die meespelen bij het oppakken van een boek door de media en door het publiek. (…) Soms heb je het idee dat de kwaliteit van de tekst ergens achteraan komt, terwijl dat, zich uitend in vorm, stijl, idioom, gelaagdheid, het enige, of toch in elk geval het belangrijkste criterium zou moeten zijn. Ten onrechte worden daardoor boeken over het hoofd gezien, belanden de schrijvers in de categorie ‘poète maudit’ of ‘niet echt doorgebroken’.  Niet zelden bevinden zich hieronder juist echte parels, werken deze schrijvers in stilte aan een gedegen, origineel oeuvre. (…) In ‘Zilte windsels suikerwier’ gebruikt Inge Nicole heel adequaat haar eigen (medische) geschiedenis, vormt die om tot een universeel aangrijpend verhaal. (…) Duifje is dertien en woont in het fictieve dorp Grauwgeest in een polder waar je al gauw uit de boot valt. (…) Duifje is pas net gediagnosticeerd met diabetes type 1, heeft, niet onbegrijpelijk moeite met de nieuwe lijfelijke situatie, met het wonen samen met haar moeder Francie in het Celblok, een antikraakflat aan de rand van het dorp waar door de gemeente ‘verschoppelingen’ in worden ondergebracht. Het lijf en de woning als een gevangenis. (…) Ineens duikt daar een vreemde jongen op. Rayan is een voormalige bootvluchteling die samen met zijn vader en moeder in het dorp is geplaatst, jaren daarvoor in een AZC heeft gezeten. Er ontstaat langzaam een vriendschapsband. Twee vluchtelingen die steun aan elkaar hebben, terwijl plaatselijke pestkoppen het op hen hebben voorzien. (…) Nicole legt subtiel verbanden, wanneer ze bij hun eerste ontmoeting vertelt over de vlinders die uit de rupsen komen, die de kleur hebben van de Middellandse Zee, duikt als vanzelf een fragment in cursief van het verhaal van Rayan op over de zee waar hij zo’n hekel aan heeft, waar hij dingen heeft zien gebeuren die zijn bestaan hebben geprägt. (…) Dat alles wordt door Nicole met een pijnlijke terloopsheid gebracht. De ene keer in samenspraak met een gebeurtenis in het nu, een andere keer juist als contrast. (…) Door het niet specifiek benoemen van het oorlogsgebied maakt Nicole het verhaal van Rayan universeel. Net zo goed als Duifjes hallucinaties, hypo’s, een algemeen beeld schetsen van een ziekte die met veel misverstanden en vooroordelen is omgeven. (…) De lezer krijgt zo voldoende achtergrond over het gedrag van Duifje en Rayan. De twee leren elkaar langzaam kennen, hun onderliggende verhalen, de beweegredenen die de soms wat aparte, irrationele reacties verklaren. (…)  De vorm van ‘Zilte windsels suikerwier’ is geslaagd, zorgt juist voor cohesie, voor een dwingende leeservaring. Daarnaast is het gewoon een goed boek in een bewonderenswaardig zorgvuldig idioom, informatief, coming-of-age, voor velen waarschijnlijk een oogopener.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Zilte windsels suikerwier’
Meer over Inge Nicole bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij vindt er van alles van en schrijft dat gelukkig ook op.» – Hans van der Heijde

Over ‘Onvoltooide muziek’ van Rob H. Bekker op Tzum, 27 mei 2025:

De namen staan onder elkaar afgedrukt op de cover van Onvoltooidemuziek, van Rob H. Bekker. Aan elk ervan is een lang hoofdstuk gewijd in dit boek. (…) De muziek waar Rob H. Bekker deel van uitmaakt en waar hij gedachten en gedichten over schrijft is vanzelfsprekend vooral de muziek van Reed, Beefheart, Ubu, Hedda Gabler en Guided By Voices. Eén: daar weet hij alles van en dan bedoel ik echt alles wat ervan te weten valt. Twee: hij vindt er van alles van en schrijft dat gelukkig ook op. Drie: wat hij daar NIET over opschrijft zijn de cliché-anekdotes die elke popmuziek-journalist/recensent bij gebrek aan kennis altijd weer overschrijft om aan voldoende woorden te komen. (…) Rob H. Bekker is ook dichter. In Onvoltooidemuziek is veel poëzie opgenomen, waaronder een serie gedichten die iets met Lou Reed te maken hebben. In het slothoofdstuk, getiteld ‘Hoezo eindigt het boek hier’, is het lange, 2037 woorden tellende gedicht Verdwijnen afgedrukt en het boek eindigt met het aan Bob Dylan opgedragen gedicht Motorongeluk. (…)  Bekkers eigenzinnige, humoristische stijl en zijn rake woordcreaties – ‘Beckettlist’ – maken Onvoltooidemuziek tot een mooi leesavontuur. Je hoeft zijn muzikale voorkeuren niet te delen om van dat avontuur te kunnen genieten, maar het helpt natuurlijk wel.

Lees hier de recensie ‘Muziek is pas af als er niets meer af kan’
Meer over ‘Onvoltooide muziek’
Meer over Rob H. Bekker bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Nijmeegs eerbetoon aan een Antilliaans auteur.» – Jos Joosten

Over Erich Ziekinski bij ‘Literaire Bakens Nijmegen’ op Neerlandistiek, 25 mei 2025:

Foto Peter van der Heijden

‘Literaire Bakens Nijmegen’ is een stichting die op passende locaties in de publieke ruimte citaten plaatst (‘bakens’) van Nederlandse auteurs. Op 24 mei 2025 werd door burgemeester Hubert Bruls en rector Louise Beernink het baken onthuld op het Canisius College, dat dit jaar zijn 125-jarig bestaan viert. Het is een citaat uit de roman Scott Zuyderling (2009) van Erich Zielinski (1942-2012). Bij die gelegenheid hield Jos Joosten (hoogleraar letterkunde) een toespraak:  « (…) Canisius heeft minstens twee schrijvers opgeleverd van wie één, Thomas Verbogt, een landelijke bekendheid is geworden en de andere zelfs wereldvermaard: Thomas Oldeheuvelt (…). In de letterkunde is de aanwezigheid van het Canisius College als onderwerp niettemin tamelijk bescheiden. Er is één opzichtige uitzondering: de rol die het (oude) gebouw speelt bij A.F.Th. van der Heijden, in de eerste delen van zijn reeks ‘De tandeloze tijd’. Het had voor de hand gelegen als de commissie voor een citaat daaruit had gekozen. Het siert ze dat ze een veel onverwachtere keuze maakte, een tekst uit de relatief onbekende roman Scott Zuyderling van Erich Zielinski. (…) In de charmante en intrigerende roman van Zielinski is het Canisius College eigenlijk maar een detail. Hotel Sionshof of Crematorium Jonkerbos hadden welbeschouwd veel meer voor de hand gelegen als locatie voor een baken uit Scott Zuyderling. Maar daar staat tegenover dat deze keus zeer verrassend is en een eerbetoon aan deze Antilliaanse auteur, waarmee meteen ook rechtgedaan wordt aan een toch vaak wat veronachtzaamd deel van ons koninkrijk én van onze letterkunde. En misschien moet ik daar ook even toevoegen: indirect is het ook een eerbetoon aan uitgeverij In de Knipscheer, die er volgend jaar na vijftig jaar mee ophoudt, en van onschatbaar belang is geweest bij het uitgeven en promoten van de letterkunde uit Suriname en de Antillen. Zo doet dit baken wat literatuur eigenlijk altijd moet doen: op een op het oog bekende plek een baken zijn van iets onverwachts en veel groters. (…)»

Lees hier of hier de hele toespraak van prof. Jos Joosten
Lees hier de tekst op het baken
Meer over ‘Literaire Bakens Nijmegen’ op deze site
Meer over Erich Zielinski bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Scott Zuyderling