«Indrukwekkende poëzie.» – E. Mutter

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw‘ van Barney Agerbeek voor NBD/Biblion, 29 juli 2015:
Barney Agerbeek heeft met ‘Rood en wit met blauw’ indrukwekkende poëzie geschreven. De bundel bestaat uit twee delen. In ‘Rood en wit’ staan prachtige gedichten over het leven in Indië. In het tweede gedeelte ‘Met blauw’ treffen we pakkende gedichten over het leven in Holland aan. Het eerste deel begint met het lange gedicht Blauwe zon. Een gedicht van vijftien strofen waarin Agerbeek het leven vertelt van de planter en zijn njai. Dit thema behandelde de schrijver en dichter eerder in zijn fraaie debuutromen ‘Njai Inem‘. Agerbeek heeft een sobere, ingehouden maar trefzekere stijl van schrijven. Dat komt het sterkst tot uitdrukking in de zeer korte gedichten Kejepit en Merdeka. De gedichten over het leven in Nederland zijn iets beschouwender waarbij het gedicht ‘De omgekeerde wereld’ indruk maakt. De bundel is verfraaid met reproducties van kunstwerken. De omslag is eigenlijk een kunstwerk op zichzelf.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij in de Knipscheer

Kees Ruys – Chris Hinze. Een biografie + cd

CoverHinzeDef2.inddKees Ruys
Chris Hinze. Een biografie

Boek + cd
Nederland / Nederlands-Indië
Gebonden, 22 x 22 cm, 608 blz., geïllustreerd met vele tientallen foto’s
incl. cd 17 nummers, duur 77:49
Eerste druk 2015 € 34,50
Tweede oplage 2017 € 29,50
ISBN 978-90-6265-888-6

Wat ik maak, is wat ik ben: een mix,’ zegt fluitist Chris Hinze (1938) in een interview. Een treffende typering van het wezen van een van de meest getalenteerde en controversiële musici die Nederland ooit heeft gekend. En een van de raadselachtigste. Chris Hinze. Een biografie is een zoektocht naar de drijfveren van deze evenzeer bewonderde als verguisde componist, die bijna jaarlijks van muziekstijl wisselde en in de herfst van zijn carrière nog steeds even energiek en dwars is als een halve eeuw geleden, toen hij het succes van zijn barokplaten op de bühne met snoeiharde jazzfusion beantwoordde. Het was een eerste vingerwijzing naar de grilligheid die zijn ontdekkingsreis door de muziek zou kenmerken. Een soloavontuur waarin hij zich door niets en niemand van zijn koers liet afhouden, geen continent of genre onbeproefd liet en aan een indrukwekkend oeuvre bouwde dat hem naast drie Edisons de bijnaam ‘De Stanley en Livingstone van de muziek’ opleverde – en een lijst van medewerkers die tot de top van de muziekwereld zijn gaan behoren, onder wie John Lee en Gerry Brown, de Brecker Brothers, Charlie Mariano, Larry Coryell, Arto Tunçboyaci, Trilok Gurtu, Peter Tosh, Claron McFadden en Junkie XL.

Aan de hand van diepgaande gesprekken met Chris Hinze en tal van personen die hem van nabij meemaakten, schetst biograaf Kees Ruys een kleurrijk beeld van de carrière van een Indische dirigentenzoon, die na zijn kinderjaren op een Javaans landgoed en zijn eerste puberreisje naar Parijse jazzkelders maar één doel nastreefde: zelfstandig muzikant worden. De weg erheen was kronkelig, maar leerzaam. Voor Chris Hinze op zijn vierentwintigste besloot om dwarsfluit te gaan spelen, leidde hij als pianist een eigen dixielandorkest, begeleidde hij stripteasedanseressen en een Mexicaanse zanger in het Haagse nachtleven, speelde jazz voor Amerikaanse militairen en trok met een schlagerband door Duitsland. Een potpourri aan stijlen die de basis vormde voor de interculturele fusion die uiteindelijk zijn keurmerk werd – en die hij zelf met ‘jazz’ bleef aanduiden: ‘Gewoon, improvisatie…’

Chris Hinze is een boek over een solitaire perfectionist die menigeen met zijn controledrift tot wanhoop dreef, maar ondertussen heimelijk bleef dromen van een teruggetrokken leven in de Himalaya. Een paradox die hij niet heeft opgelost, maar in muziek heeft omgezet.

De exclusief bij het boek uitgebrachte cd geeft een staalkaart van Hinzes veelzijdigheid door de decennia heen met veel opnamen die al lang niet meer verkrijgbaar zijn.
Meer over Chris Hinze. Een biografie
Meer over Kees Ruys bij Uitgeverij In de Knipscheer

Radioprogramma over Rogi Wieg daags voor zijn begrafenis

Rogi Wieg Pletterij3Foto: Harry van Kesteren, 21 september 2011
Op woensdagavond 15 juli 2015 kwam een einde aan het leven van dichter Rogi Wieg. Op dinsdag 21 juli vond in Amsterdam Buitenveldert de uitvaart plaats. Op maandag 20 juli bracht het radioprogramma Kunst & Cultuur van Radio Amsterdam-FM een ode van een klein uur aan deze jonggestorven dichter. Presentator Peter de Rijk, dit keer met Rob Zwetsloot als medepresentator, vertelt uitgebreid over Rogi Wieg, haalt herinneringen op aan zijn ontmoetingen met hem en citeert vele gedichten die hij opnam in zijn uitgebreide bloemlezing uit het dichtwerk van Rogi Wieg die najaar 2015 verschijnt onder de titel ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’.
Luister hier naar de uitzending. Het programma start op 11:20 met een blues. Het gesproken gedeelte begint op de tijdbalk om 14:19.
Omroep VPRO besteedde door de jaren heen met programma’s van Margreet Dolman, Anton de Goede, Jan Louter en Wim Brands regelmatig aandacht aan Rogi Wieg, het meest recent met de (voor televisie verkorte) documentaire van Wim Brands en Peter Gielissen die op 19 en 25 juli werd uitgezonden in het tv-programma VPRO Boeken. Bekijk en beluister hier deze programma’s
Meer over Rogi Wieg bij uitgeverij In de Knipscheer

Hans Vaders * De vodkadrinker

WodkadrinkerHans Vaders (1949-2015) zou in september 2012 naar Amsterdam komen voor de presentatie van zijn novelle Terug tot Tovar, zijn vierde boektitel bij In de Knipscheer sinds 2001. Een ernstige val een paar maanden daarvoor gooide roet in dit publicitaire eten.
Hans Vaders scheef in de ontluisterende periode van ziekte, algehele malaise en stilstand, na dit bizar incident dat hem bijna het leven kostte, De vodkadrinker. Een glorieus afscheid van zijn geliefde eiland lijkt nu niet meer mogelijk voor de oude vodkadrinker. Of wordt het, met de volle fles in het reisvalies, toch nog die laatste treintocht met zijn alter ego de Chinees… En route door een continent van ijs en sneeuw, op weg naar zijn uiteindelijke lot, naar zijn strikt persoonlijke brug, naar zijn eigen kolkende rivier.
Het verhaal verscheen enkel op Curaçao als gelegenheidsuitgave bij Mon Art Productions. Als eerbetoon aan deze in het Nederlands schrijvende schrijver van Curaçao, die in Nederland niet de bekendheid kreeg waarop hij had gehoopt, een lot dat aanvankelijk ook auteurs als Tip Marugg en Boeli van Leeuwen trof, wordt dit prachtige verhaal De vodkadrinker nu voor het eerst in Nederland gepubliceerd op het digitale platform van het literair tijdschrift Extaze.
Lees hier ‘De vodkadrinker’ op Extaze
Meer over Hans Vaders bij Uitgeverij in de Knipscheer

«Beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet.» – Chrétien Breukers

Rogi Wieg 2011Foto: Harry van Kesteren, 21 september 2011
Over Rogi Wieg op literair weblog Tzum, 19 juli 2015:
Na het bericht van zijn dood blader ik door zijn laatste bundels, Khazarenbloed en Afgekapt Dichtwerk, allebei uitgegeven door In de Knipscheer. Deze twee zwanenzangen werden begin dit jaar nog gevolgd door ‘De Abys-gedichten’, een cyclus van vijf gedichten in de catalogus De kleine schepper, verschenen als publicatie bij een tentoonstelling van Wiegs schilderijen in Arti et Amicitiae van 30 januari tot 1 februari 2015 (niet echt lang, dus) en door ‘De laatste gedichten’ die op de website van Extaze verschenen. (…) Ik merk dat ik geen ‘grip’ op dit werk krijg, niet zo kort na zijn overlijden, en waarschijnlijk zal het me nooit helemaal lukken om grip op Wiegs gedichten te krijgen. Ik hou er wel van, en ik vind ze erg goed. Toch glippen ze, elke keer als ik er iets over probeer te zeggen, door mijn vingers heen, weg, alsof ze zich zelf voor één lezer niet vast kunnen leggen. Daarom vind ik ze soms, als ik zin heb om onredelijk te zijn, niet goed, heel kort maar, bijna als daad van verzet. Maar zijn twee Knipscheerbundels en die tien laatste gedichten zijn op zichzelf al een monument; beter wordt het in de Nederlandstalige poëzie niet, al is ‘beter’ niet het goede woord, omdat je altijd wel wat te miepen kunt hebben over gedichten of regels van Wieg. Oprechter, authentieker, interessanter… hoe je het ook wil noemen, maar toch, beter gaat het niet worden. Wieg stookte een uniek poëtisch oeuvre uit een troebele bron. Iets anders zat er, voor hem, in alle vormeloosheid, niet op.
Lees hier het artikel
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Buitengewoon briljante analyse.» – Rabin Gangadin

VoorplatExtaze14-300Over ‘Extaze 14 – Kellendonk’ op De Boekensalon, 18 juli 2015:
Extaze heeft verschillende wetenschappers en publicisten van een behoorlijk kaliber benaderd om een beschouwend stuk te wijden aan Frans Kellendonk. (…) Op pagina 41 typeert Tomas Lieske Kellendonk als een briljant schrijver, superieur qua stijl en ontzagwekkend, kwalificaties waar een ieder zich deelgenoot van zou willen maken. (…) Joost Zwagermans essay met als titel ‘Oefening in zelfverdwijning’ (pag. 27) is in dit themanummer een verademing. Het is een buitengewoon briljante analyse. Dezelfde kwalificatie valt Rob Schouten te beurt die op dezelfde wijze waarop hij in Maatstaf zijn beschouwende recensies met een cynische ondertoon schreef, de lezer in dit nummer vergast op zijn roemruchte schrijfstijl. (…) Terwijl het aantal literaire tijdschriften in Nederland gestaag blijft afnemen, hebben op Raster na, de kwaliteitsbladen onder hen zich desnoods met kunstmatige ademhalingstechnieken overeind weten te houden. Inmiddels zijn er een paar bijgekomen zoals Liter, Das Magazine, Extaze etc. waarvan Extaze met haar eclatante vormgeving en sprankelende thematiek er met siervuurwerkformatie uitspringt.
Lees hier of hier de recensie
Meer over Extaze 14

Hans Vaders (66) op ‘zijn’ Curaçao overleden

TekeningHans Vadersportret door zijn vriend Herman van Bergen op omslag ‘Terug tot Tovar’ (2012)

Hans Vaders (Den Haag, 1949) is op woensdag 15 juli 2015 op 66-jarige leeftijd overleden op Curaçao, sinds vele decennia zijn vaderland. Vaders was neerlandicus en vooral bekend als journalist, schrijver en dichter, en in een langer verleden ook docent Nederlands op Curaçao.
Eind juni werd Hans Vaders opgenomen in het ziekenhuis en hij raakte in de nacht van 14 op 15 juli in een coma, waaruit hij niet meer ontwaakte.
Hans Vaders studeerde Nederlands aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Op Curaçao heeft hij de functies van verslaggever, columnist, hoofd- en eindredacteur bij verschillende kranten bekleed, waaronder Beurs-en Nieuwsberichten, Amigoe, Antilliaans Dagblad en Curaçaosche Courant. De afgelopen jaren was Vaders eindredacteur van de Ñapa, de weekendbijlage van ochtendkrant Amigoe, en columnist bij de Knipselkrant. Als hoofredacteur van de Curaçaosche Courant wist hij in 1988 en 1989 de door hem bewonderde auteur Boeli van Leeuwen te strikken voor het schrijven van een wekelijkse column, die in 1990 zouden worden gebundeld tot Boeli van Leeuwens meest succesvolle boek Geniale anarchie.
Rond de eeuwwisseling manifesteerde hij zich ook zelf als veelzijdig auteur en schreef hij verschillende boeken, waaronder Otrobanda. Berichten van de overkant, Terug tot Tovar, Tropische winters en samen met beeldend kunstenaar Herman van Bergen Kate Moss in Mahaai, alle vier verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer.
Michiel van Kempen roemde Vaders’ verhalenbundel Otrobanda als ‘juweeltjes van beschrijvingskunst’ en: ‘Als stadsschrijver moet Tip Marugg zijn meerdere erkennen in Hans Vaders’.

Lees hier het In Memoriam van Ana van Leeuwen in ‘Antilliaans Dagblad’ van 16 juli 2015
Meer over Hans Vaders bij Uitgeverij In de Knipscheer

Rogi Wieg overleden, 15 juli 2015

Rogi leestRogi Wieg bij zijn laatste optreden op 21 september 2011 in Pletterij Haarlem.
Foto Harry van Kesteren

Woensdagavond 15 juli 2015 is in zijn woonplaats Amsterdam na een jarenlang ziekbed en heel veel lijden de dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en muzikant Rogi Wieg overleden. Zo heeft zijn vrouw Abys Kovács laten weten. Rogi Wieg werd 52 jaar oud. Zijn ouders waren Hongaarse vluchtelingen die zich in 1957 in Nederland vestigden. Rogi Wieg (1962) debuteerde als dichter op 19-jarige leeftijd in 1981. Werk van hem werd in 1987 bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs en in 1988 met het Charlotte Köhler Stipendium. Zijn schrijversloopbaan werd gekenmerkt door ernstige depressies. Hij werd regelmatig opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen, onderging elektroshocktherapie en deed driemaal pogingen tot zelfmoord. Zijn aanvraag eind 2014 voor euthanasie vanwege psychisch lijden werd in 2015 gehonoreerd. Het merendeel van zijn oeuvre kwam uit bij G.A. van Oorschot en Uitgeverij De Arbeiderspers. Vanaf 2011 verschijnt het werk van Rogi Wieg bij Uitgeverij in de Knipscheer, waar dit najaar een grote bloemlezing verschijnt uit Wiegs poëtisch oeuvre onder de titel ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’. De laatste vijf gedichten van Rogi Wieg, van april en mei 2015, werden gepubliceerd op het digitale supplement van het literair tijdschrift Extaze.

Lees hier de berichtgeving op nos.nl
Kijk hier naar het late NOS Journaal van 15-07-2015 van 6:11 – 6:45
Lees hier het artikel van Arjan Peters in ‘De Volkskrant’ op 16 juli 2015
Lees hier de laatste gedichten van Rogi Wieg
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Chenjerai Hove (Zimbabwe, 1956) op 12 juli 2015 overleden

Chenjerai HoveFoto Els Knipscheer

Uit het Nawoord van Jan Kees van de Werk in de roman ‘Schaduwen’:
‘Leven en dood behoren niet alleen tot het verleden. Zij horen beide ook thuis in het heden en de toekomst. De beeldhouwers hakken, net als de schrijvers, ook het hedendaagse leven uit in hun materiaal: de schreeuwende dreiging van de townships, de werkeloosheid, de onzekerheid, de frustratie van de ouderen als ze ontdekken dat het door hen gekoesterde verleden alleen nog in hun verbeelding bestaat, de woede van de vrouwen in een door mannen beheerste maatschappij. Kunst werpt deze bestaande visie omver en plaatst ons in een ander perspectief. Ook een kunstwerk dat alleen een vacuüm creëert, biedt een andere visie. Als ik naar een beeld kijk, spreekt het, in zijn en mijn taal tot mijn ziel. We communiceren, we delen een visie, wij overwinnen de stilte van de steen. De menselijk ziel vermengt zich met die van de steen. We verrijken elkaar met nieuwe ideeën, nieuwe waarheden over de menselijke verbeelding. Wij willen allebei aan vrijheid en individualiteit. En dat is de kern van het menselijk bestaan.’

Chenjerai Hove schreef columns voor De Volkskrant in 1990/1/2 , in 1993 verzameld in Berichten uit Harare. In de epiloog (‘Schrijvend over mijn land’) bij deze bundel schrijft hij onder meer:
‘Het schrijven van de columns heeft mij de ogen geopend voor vele dingen, voor mijn eigen leven. Ik begon meer over tegenstellingen na te denken, over het typische van dit land, over deze steden, de kleine monsters, geleend van een andere eeuw, die hier zijn neergeplant zonder oog voor het land, de heuvels en rivieren. De huizen, de wolkenkrabbers, de gapende wegen, soms doen ze pijn aan je ogen, soms beschouw je ze als een heilzame ontsnapping aan de grillen van de natuur op het platteland, waar de vrouwen kilometers moeten lopen om een druppel water te halen voor hun huilende kinderen, terwijl de gieren wachten, vol vertrouwen, op hun dele van het vlees van het land.
Met andere woorden, het schrijven van de stukjes stelde mij in de gelegenheid om meer dan ik gewend was met mijzelf te spreken.’

‘Zo heb ik geleerd steeds meer van de woorden te lezen die geschreven staan op onze emotionele landkaart, waarin zich maar al te duidelijk de ervaring van de jarenlange oorlog aftekent. De stukjes gingen over wat mij in het diepst van mijzelf bezig hield; ze verkwikten mijn geest, verplaatsten mijn blik van het verre naar het nabije, het onmiddellijke dat, zo ontdekte ik, ons meer te vertellen heeft dan de omvattende visies op het leven welke ons worden aangereikt door tal van sociale filosofieën; visies die ons van onze innerlijke helderheid beroven zonder dat wij het merken.’

‘nu ik de sirenes van de macht hoor, kan ik mij de attributen van de macht voor de geest halen, zie ik het land en de stad naar elkaar staren, vewikkeld in een zinloze twist. Ik kan ze zien omdat ik al deze jaren over ze heb geschreven, omdat ik tot hen heb gesproken inde taal die zij me hebben gegeven. Droom en ervaring, leven.
Wat de lezer betreft, ik hoop dat mijn woorden ons hebben kunnen leiden tot een ontmoeting, een ontmoeting waarbij we elkaars geest binnendrongen, niet met speren en geweren, maar met woorden. Lezen is discussiëren, is de vitale drank van het leven brouwen, zodat de schrijver zich aan de greep van vele troebele visies, die hij voor aangenomen hield, kan ontworstelen.’

Lees hier het stuk van Wim Bossema op het Afrikablog van De Volkskrant
Lees hier het artikel van Toef Jager op NRC Boeken
Meer over Chenjerai Hove bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij weet zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk.» – Johan Reijmerink

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang‘ van Stefaan van den Bremt op MeanderMagazine, 14 juli 2015:
Stefaan van den Bremt toont zich in zijn nieuwste bundel Kromzang een belezen dichter die niet geheimzinnig doet over de bronnen die hem inspireren, of dat nu een lied van Bertolt Brecht of een tekst van Octavio Paz is. Zijn oriëntatie reikt over verschillende taalgebieden en literaturen heen. (…) Hij weet zijn persoonlijke herinneringen en lees- en kijkervaringen in wetenschap, kunst en natuur op een heldere wijze onder de woorden te krijgen. Van den Bremt is een dichter die met zo min mogelijk woorden probeert de ongrijpbaarheid van een niet te beredeneren herinneren en weten te vangen. (…) In de derde afdeling ‘Oude liedjes zingen krom’ passeren soms pijnlijke jeugdherinneringen die zich niet laten uitwissen. De liedjes van Van den Bremt liegen er niet om. Ze getuigen van verlies, verdriet, hang naar een genegenheid met mensen die hij toentertijd niet kon omvatten en begrijpen. Nu hij verder op zijn levensweg gevorderd is, kan hij net als Kierkegaard de gebeurtenissen achterwaarts begrijpen. (…) Zijn intentie om structuur te geven aan zijn bundels ontneemt hem niet de kans om open te staan voor wat hem toevalt. De traditie houdt hij sterk in ere. Desondanks weet hij zijn eigen stem tot klinken te brengen: cerebraal en lyrisch tegelijk. Zijn taal is helder van zegging met soms verrassende beelden. Ik vond het een leerzame en aangename kennismaking met deze rijke poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van de Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer