Chawwa Wijnberg – Matses & monsters. gedichten (2de druk)

CHAWWA WIJNBERG
Matses & monsters

Nederland / Poëzie
Gebrocheerd, 76 blz., 13,50
ISBN 978-90-6265-491-8
Eerste uitgave 2001
Tweede druk 2015
Rechtstreeks te bestellen bij Uitgeverij In de Knipscheer

‘Ik probeer een ademhaling te schrijven, lucht tegen het stikken.’ – Chawwa Wijnberg in een interview in de PZC 2001.
Welke woorden kunnen beschrijven wat overlevenden van de holocaust nog dagelijks ervaren. Chawwa Wijnberg vond ze en schreef een bundel aangrijpende poëzie. In deze gedichten draait alles om dit ene thema. het is het onaanvaardbare, het onbespreekbare dat iedere keer weer om woorden vraagt. Telkens wanneer een lege plek of een brief datgene oprakelt wat nooit had mogen gebeuren, maar ook nooit vergeten mag worden.
Chawwa Wijnberg (1942) is beeldend kunstenaar en dichter. Ze was een onderduikkind. Haar vader zat in het verzet en werd in de oorlog gefusilleerd. Zij debuteerde in 1989 met Aan mij is niets te zien.

De pers over Matses en monsters
‘Zang en dans dus, tot op de laatste bladzijde. De poëzie van Chawwa Wijnberg is onontkoombaar uitnodigend. Wie haar leest gaat met haar mee op reis.’ – Paul Gellings
‘Deze bundel is meer; meer doorleefd, met meer verfijning en tederheid, maar ook harder.’ – Margriet Hogewind
‘In korte, heldere verzen tracht de auteur de pijn van dit verleden van zich af te schrijven. De gedichten willen een antwoord bieden op de vraag naar het waarom van dit lijden. Deze bundel beschrijft bij momenten heel mooi de vreselijke oorlogsjaren.’ – Yves Joris in Meander 196

Erich Zielinski – De Engelenbron (4de druk)

Erich Zielinski
De Engelenbron

Curaçao, Nederland
Gebrocheerd, 254 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-561-8
Eerste uitgave 2004
Vierde druk 2015

In het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao meent Monchín zijn evenwicht te hebben gevonden. De Harley Davidson waarop hij als politieman reed is met keilbouten verankerd in een betonplaat op een oude waterput. Op die motorfiets vlucht Monchín uit de werkelijkheid en houdt hij existentiële monologen met zijn alter ego ‘Broeder Abt…’
Zielinski schildert met een gevarieerd pallet van emoties in De Engelenbron een wonderlijk en veelkleurig Caribisch decor waarin de mens te zien is, getekend door zijn noden en de verleidingen van het leven. De humor is nooit ver te zoeken, evenmin als de kritische ondertoon waar het penseel vluchtig overheen strijkt.
Handelen in drugs is een kunst, zoals balletdansen in een mijnenveld kunst is. Je moet goed opletten waar je je voeten neerzet en toch geen enkele noot missen van de muziek.
De personages in het boek ontkomen niet aan de dans. Petchie, Monchín en Hendrik van Alsum raken verstrikt in een mislukte drugsaffaire waarin twee vrouwen uiteindelijk de touwtjes in handen hebben: Aura die opgroeide in een sloppenwijk in Santo Domingo waar het instinct tot zelfbehoud sterker is dan alle deugden bij elkaar, en Rona. Zij was een Hindoestaanse, en dat alleen al omringde een deel van het huis met mystiek alsof daarin knielende mensen wierook offerden. Zij had een non kunnen zijn; een kloosterlinge die alleen nog haar God diende.
In dat huis ligt de invalide Hendrik en luistert naar Piaf: Et on danse, on danse, on danse

Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao. Na zijn opleiding in Nederland keerde Zielinski terug naar de Nederlandse Antillen waar hij werkzaam was als onderwijzer. Hij werd in die tijd oprichter en redacteur van het tijdschrift Vitó dat in de woelige jaren zestig als `kritisch tijdschrift tegen het establishment op de Nederlandse Antillen ageerde. Op Curaçao voltooide hij zijn rechtenstudie en vestigde hij zich als advocaat. Begin jaren zeventig was hij korte tijd hoofdredacteur van het voormalige dagblad Beurs- en Nieuwsberichten, waarna hij toch weer koos voor de advocatuur. De Engelenbron is zijn eerste roman.
Meer over ‘De Engelenbron’
Meer over Erich Zielinski bij Uitgeverij In de Knipscheer

Pablo Neruda – Boek der vragen (2de druk)

pablo nerudaPablo Neruda
Boek der vragen

Poëzie. Chili
Vertaling Stefaan van den Bremt
Paperback 96 blz. € 18,50
ISBN 978 90 6265 567 0
Eerste uitgave 2004
Tweede druk 2015

Boek der vragen is een feestelijke dichtbundel waarmee Pablo Neruda in 1974 zijn 70ste verjaardag had willen vieren. Neruda had er namelijk een traditie van gemaakt om, van decennium tot decennium, zijn geboortedag te gedenken met een belangrijke publicatie. Libro de las preguntas zag postuum het licht in Buenos Aires in 1974 en verschijnt anno 2004 voor het eerst compleet in een Nederlandse vertaling van Stefaan van den Bremt. Boek der vragen wordt als een van Neruda’s origineelste en vernieuwendste bundels beschouwd.

In Boek der vragen trakteert Neruda zijn lezers op een reeks van 74 gedichten die uitmunten door hun karige en bondige verwoording. De hele cyclus omvat 314 vragen die, op het eerste gezicht, van de hak op de tak springen op een soms vrij absurdistische wijze. Ten onrechte wordt Boek der vragen soms tot het subgenre van de kinderpoëzie gerekend. De jeugdige lezer die erdoor wordt aangesproken, zal in de eerste plaats het kind zijn geweest in de bijna zeventigjarige Neruda met zijn speelse zucht naar buitenissige vragen die op verrassende wijze de meest verscheiden antwoorden oproepen. Het thematische vertrekpunt van het boek, een dichter die zijn einde voelt naderen en met een tomeloze scheppingsdrift afscheid wil nemen van het leven, zit zorgvuldig verborgen in het hart van de bundel in een cyclus waarvan zowel de aanhef als het slot eindeloos lijken uit te waaieren.
Neruda werkt aan Boek der vragen vanaf 1971 tot 1973. Kort voordat hij in 1971 de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst neemt, verergeren de symptomen van de kwaal waaraan hij lijdt. Na twee operaties begrijpt de dichter dat hij zijn ambassadeursambt in Parijs, daarin benoemd door president Salvador Allende, neer moet leggen. Na zijn terugkeer in Chili in november 1972 neemt Pablo Neruda zijn intrek in zijn huis te Isla Negra, waar hij op 23 september 1973, slechts enkele dagen na de militaire staatsgreep, overlijdt.
Meer over Pablo Neruda op deze site

«Opvallend is het bloemrijke taalgebruik.» – Maaike de Wijs

WiersingaVoorplat2_Opmaak 1.qxdOver ‘Het Paviljoen van de Vergeten Concubines’ van Pim Wiersinga in China nu, 21 maart 2015:
Vrouwe Cao is Keizerlijk Tolk Tweede Klasse, maar diep van binnen voelt zij zich vooral auteur. Zij wordt verbannen naar het Paviljoen van de Vergeten Concubines omdat de man voor wie zij tolkte, de Brit Macartney, weigerde een koutou (vereringsgroet) uit te voeren voor de Keizer. Omdat de gezant moeilijk kon worden gestraft voor deze impertinentie, diende de tolk zijn plaats te vervangen. Zij werd verbannen, maar zij doet een beroep op haar talent om zichzelf vrij te pleiten. Eerst vraagt zij via brieven om penseel en papier: ‘Zonder de rietpen verkommert de geest, zonder papier verdorren ideeën. De Majesteit zal dit wel weten: hij is immers zelf dichter!’ Later vraagt zij zelfs toestemming om de Keizer bij te praten over Droom van de Rode Kamer. Zij was namelijk gezellin van Cao Xueqin, de beroemde auteur van dit boek. Hoe meer brieven zij schrijft, des te meer zij vertelt over Cao Xueqin en zijn roman. (…) Of het door de situatie komt of niet, opvallend aan de brieven van vrouwe Cao is vooral het bloemrijke taalgebruik. Dit is interessant, want een belangrijk thema van Droom van de Rode Kamer is de Tuin van het Grote Uitzicht. (…) Er staat ontzettend veel informatie in over de tijd waarin de roman speelt, namelijk het eind van de achttiende eeuw. Voor het Keizerrijk China was dit een roerige tijd. (…). Overigens is ook de literaire inquisitie die onder het bewind van de Qianlong-keizer tot volle wasdom kwam, duidelijk voelbaar. Wat het literaire thema betreft zal wie Droom van de Rode Kamer heeft gelezen, daarvan veel elementen herkennen, niet alleen uit de roman van Cao Xueqin zelf, maar ook van alle discussie daaromheen. Omdat die roman zo enorm populair was en nog steeds is in China, is het mooi om te zien dat zo de inhoud ook voor een westers publiek meer bekendheid krijgt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’

Pim Wiersinga te gast in Literaire Salon Schilder & Van Hest

WiersingaVoorplat2_Opmaak 1.qxdOp zondag 22 maart 2015 zijn Bette Westera en Pim Wiersinga de gasten in de literaire salon in Atelier Patty Schilder. De salon is van 16.00 tot 19.00 uur. Voor de pauze gaat Jos van Hest in gesprek met Pim Wiersinga naar aanleiding van zijn opmerkelijke briefroman ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’ (in de pers zowel in Nederland als in Begië genoemd als een van de beste boeken van 2014). Het Wiersinga-uur wordt afgesloten met een gastoptreden van Humphrey. Na de pauze een gesprek met Bette Westera over haar boek ‘Doodgewoon’, genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs.
Locatie Lijnbaangracht 102 Amsterdam (neem op Centraal Station tram 13 of 17, uitstappen 1 halte na de Westermarkt: halte Marnixstraat/Rozengracht)
Lees hier alles over de salon en het programma
Meer over ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’
Zie ook Humphrey leest fragment ‘Het paviljoen van de vergeten concubines’

«Een overtuigend beeld van schrijnend bestaan van contractkoelies en njais.» – Angèle van Baalen

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek op Literair Nederland, 19 maart 2015:
Waar al zoveel grote schrijvers mooie romans over Nederlands-Indië geschreven hebben, lijkt het ondoenlijk aan die reeks er nog een toe te voegen. ‘Njai Inem, Kroniek van een steen’ is een eenvoudig, chronologisch geordend verhaal over jonge Indiërs die een vel papier tekenen waardoor ze ‘contractkoelie’ worden en daarmee de zeggenschap over hun leven uit handen geven. Voor de zestienjarige Inem en haar twee beste vrienden, het meisje Siti en haar vriend Djoko is dat een gedenkwaardige dag. (…) Hoewel nergens in het verhaal de chronologie wordt doorbroken, is het geen droge opsomming, doordat het verhaal verteld wordt enerzijds door een alwetende verteller, anderzijds vanuit het perspectief van Inem of haar meester. Wanneer Inem de ik-verteller is, wordt een ander lettertype gebruikt. (…) Een vlot geschreven kroniek die een overtuigend beeld geeft van het schrijnende bestaan van contractkoelies en njais.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Njai Inem’

«Deze uitgave mag men gerust historisch noemen.»

VoorplatRoepdervertenOver ‘Roep der verten, krontjong van roots naar revival’ van Lutgard Mutsaers op De Kritische Katjang, 15 januari 2015:
Gelukkig verscheen onlangs EIN-DE-LIJK een standaardwerk van formaat in boekvorm over krontjong, begeleid door een CD met unieke historische opnamen. Deze uitgave mag men gerust historisch noemen, gezien de geringe publicaties tot dan toe over dit bijzondere muziekgenre. Die-hard fans als we zijn, hadden we uiteraard graag meer gelezen over Leo Spel en Guus Becker in deze ‘Krontjong-bijbel’, maar ze staan erin en gaan daardoor niet de vergetelheid in. Krontjong is onlosmakelijk verbonden met Indië en Indo’s. Krontjong is een mix, net als wij dat zijn; ontstaan in een koloniale tijd, onder invloed van vele culturen en nationaliteiten, net zoals wij dat zijn; wij zijn krontjong! Wie de sfeer van het oude Indië wil proeven en de emotie wil beleven, zou de oude krontjong eens moeten beluisteren uit de jaren twintig/dertig (bijvoorbeeld van Krontjongorkest Eurasia, Miss Riboet en Krontjongband Indische Club Amsterdam) en vijftig/zestig. Wij durven met een gerust hart te stellen dat krontjong de ruggengraat is van de Indische cultuur en daarmee een onmisbaar onderdeel van ons Indisch erfgoed. De muziek raakt de ziel van elke Indo die de muziek beluistert in het licht van onze geschiedenis. (…) Wie zich wil verdiepen in krontjong, kan het beste het boek ‘Roep der verten’ raadplegen. Ik zou zeggen haal dat boek in huis nu het nog kan. Niet omdat de auteur zo aardig is, maar omdat het gaat om de kennisoverdracht van krontjonggeschiedenis.
Lees hier het artikel
Meer over ‘Roep der verten’

«Fascinerend hoe exotisch onze werkelijkheid in de ogen van een ander kan zijn.» – Marieke Visser

VoorplatZoekennaarSlory75Over ‘Zoeken naar Slory. Een reis door verrassend Suriname’ van E. de Haan in EFM Magazine (Paramaribo) jrg. 4, nr. 11, maart 2015:
Zelf noemt E. de Haan zijn boek een ‘road novel’. Dat botste meteen met het verwachtingspatroon dat hij daarmee bij mij als lezer opriep. Voor mijn gevoel moest het er in een ‘road novel’ toch wel wat ruiger aan toe gaan. De hoofdpersoon in ‘Zoeken naar Slory’ is de auteur zelf, die, zoals de titel al zegt, op zoek gaat naar de bekende Surinaamse dichter Michaël Slory. De Haan beschrijft hoe hij Suriname doorkruist, te voet, per taxi, met de boot. Heel vertrouwde situaties komen al lezend voorbij. Een vegetarische nasi (met kip) eten, een gesprekje op de markt, een taxichauffeur die overal een mening over heeft, dames met dikke billen, zwervers die ‘kunst’ proberen te slijten: kortom, het dagelijks leven. Maar wacht eens even … Dat is dus waar het ’m in zit: voor mij (en andere Surinaamse lezers) is het verhaal gesneden koek: dit is onze dagelijkse realiteit. Op het moment dat dat tot me doordrong vond ik het fascinerend hoe exotisch onze werkelijkheid in de ogen van een ander kan zijn. In het verslag dat E. de Haan doet over zijn zwerftocht citeert hij Slory zeer regelmatig. Wat een mooie poëzie hebben we te danken aan deze literaire grootheid die zo opgegaan is in het straatbeeld van alledag. Terwijl Slory toch ‘zal zingen om de zon te laten opkomen’.
Meer over ‘Zoeken naar Slory’
Meer over E. de Haan bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

‘Porto Marie’ scoort goed bij jury De Inktaap 2015

Op 10 maart werd in Antwerpen door 1.250 scholieren tussen de 15 en 18 jaar de winnaar gekozen uit de vier genomineerden voor De Inktaap 2015. Het was een spannende jurering waarbij de vier titels lange tijd gelijk opgingen. Opvallend was dat relatief veel Vlaamse deelnemende schooljury’s kozen voor ‘Porto Marie’ van de (overleden) Curaçaose auteur Els Langenfeld. Met slechts enkele tientallen stemmen meer dan de overige genomineerden werd Ilja Leonard Pfeijffer de winnaar met zijn roman ‘La Superba’. Het juryrapport meldt over ‘Porto Marie’: “Niet bang om de zwarte bladzijden uit de geschiedenis van Nederland aan te kaarten, trok Els Langenfeld naar Curaçao. Met veel adjectieven en een helder taalgebruik dompelde de schrijfster ons onder in de geschiedenis van de plantage ‘Porto Marie’. De stijlvolle verwoordingen en fraaie natuurbeelden staan in scherp contrast met de grimmige, donkere gebeurtenissen, die des te afgrijselijker zijn wanneer je beseft dat deze roman een hoog realistisch gehalte heeft. Het is een prachtig boek dat leest alsof je er zelf bij was. Langenfelds grootste verdienste vinden we in het herinneren aan ons koloniaal verleden. De pijnlijke beproevingen van de personages laten niemand onberoerd en vormen het boek tot een emotioneel geheel, dat de harde realiteit niet uit de weg gaat.”
Lees hier het juryrapport
Meer over De Inktaap
Meer over Porto Marie van Els Langenfeld

«Opnieuw een interessante bloemlezing.» – Yves Joris

VoorplatBierboek75Over ‘Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten, de lekkerste biergedichten uit de wereldliteratuur’ van René Smeets en Philippe Debeerst op Literair weblog Tzum, 8 maart 2015:
‘Een man die niet drinkt is, naar mijn mening, geen echte man.’ Het zou de nieuwe reclameslogan kunnen zijn voor Heineken of een ander bier op zoek naar een groter marktaandeel. Deze woorden komen echter uit een brief die de Russische schrijver Anton Tsjechov op 8 mei 1895 adresseerde aan N.A. Leikin. ‘Mannen weten waarom.’ De link tussen drank en poëzie is echter minder uitgesproken. Als het van René Smeets afhangt is dit manco binnenkort achter de rug met zijn bloemlezing over bier in de poëzie. (…) Met ‘Schuim van mijn dagen, schenk me gedachten’ heeft René Smeets tien jaar na ‘Met jou open ik oude nachten’ opnieuw een interessante bloemlezing afgeleverd. De samenwerking met fotograaf Philippe Debeerst leverde opnieuw prachtige illustraties op bij de gedichten en het hoofdstuk over het bierproces kan de bierdrinker alleen maar extra verheugen. Toch is er een groot verschil tussen beide boeken. Terwijl de wijngedichten vragen om een intieme setting die liefst alleen of in heel beperkte kring genoten wordt, eisen de biergedichten een groter publiek waar intimiteit automatisch naar de achtergrond verdwijnt: een cantus of een gezellige avond poëzie onder vrienden … liefst met een heerlijke Corsendonck Prior of een Dubbele Westmalle of een Maallust.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Schuim van mijn dagen’
Meer over René Smeets en Philippe Debeerst