«Intelligente verdraagzaamheid.» – Duco van Weerlee

VoorplatNjaiInem75Over ‘Njai Inem’ van Barney Agerbeek, 1 juli 2015:
Barney Agerbeek is een man met vele facetten. Hij werd geboren in Surabaya, maar groeide op in Rotterdam. Hij was bankier en redacteur van Nynade, schrijft proza en poëzie. Ik was vooral bekoord door zijn boek Njai Inem en ontdekte tot mijn genoegen dat de eerste pagina’s van rood en wit met blauw, zijn recente gedichtenbundel, wederom aan Njai Inem was gewijd. Ik heb nog niet eerder met zoveel compassie over erotische verhoudingen in tijden van slavernij gelezen. In zijn verhalenbundel Schaduw van schijn tref ik dezelfde intelligente verdraagzaamheid aan, zijn specialiteit.
Meer over ‘Njai Inem’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Als in de dagen van Camus en Sartre gaat het om de vraag waar je staat.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘Jonker’ van Els Launspach op Literatuurplein, 30 juni 2015:
Soms kunnen lang vergeten brieven, als uit een doos van Pandora, helderheid verschaffen. Helderheid die zowel het verleden als het heden betreft. Het overkomt Jonker Duivendal in Jonker. Zijn poëtische achternaam staat haaks op dat wat de succesvolle architect gaat overkomen. Vrede is ver te zoeken, integendeel, alles en iedereen lijkt zich tegen hem te keren. De katalysator die zijn leven in een stroomversnelling brengt, is het overlijden van zijn vader. (…) Interessant aan deze roman zijn de parallelle werelden die zich langzaam aftekenen. Die van Conrad en zijn zoon Jonker. De houding van de Nederlandse regering ten tijde van de politionele acties en de gevolgen daarvan die tot op de dag van vandaag voortduren. Uiteindelijk is waarheidsvinding het belangrijkste thema van dit intrigerende boek. Waarom mensen feiten niet onder ogen kunnen of willen zien, maakt Launspach pijnlijk duidelijk. Wanneer politici, die zeggen dat ze de waarheid zo belangrijk vinden, de feiten onder tafel vegen, worden veteranen haast gedwongen om die boven tafel te krijgen. (…) Jonker is een roman die je aan het denken zet. Eenieder zal, tot zijn eigen schaamte, iets van zichzelf in Jonker herkennen. Tegelijkertijd heeft Els Launspach haar scherpe kanttekeningen bij onze politiek van die dagen geplaatst. Juist die twee kanten van het boek maken het tot een gelaagde roman die, wederom, tot discussies moet leiden. Als in de dagen van Camus en Sartre gaat het om de vraag waar je staat, als het erop aankomt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Jonker’

«Weergaloos vermogen zich in te houden.» – Nicolaas Porter

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek in De Ware Tijd Literair, 27 juni 2015:
In de gedichten is sprake van een zeldzaam subtiel vermogen de wereld vanuit verschillende perspectieven te beschrijven. Daarbij gaat het om uiterlijke en innerlijke perspectieven die inleefbaar en herkenbaar worden door zijn weergaloos vermogen zich in te houden. In deze gedichten staat geen woord te veel of te weinig. Alles lijkt op zijn plek te staan alsof er geen andere mogelijkheid bestaat dan die waarvoor Agerbeek heeft gekozen. Dat gegeven knoopt aan bij de vraag die de dichter oproept: wordt het leven door het lot beschikt of moet je juist krachtig streven naar de vormgeving van het eigen lot? (…) Eigenzinnige poëzie die overtuigt, ontroert en enthousiasme oproept.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij wilde dat de lezer nadenkt over wat de schrijver hem voorschotelt.» – Christien Kok

VoorplatExtaze14-300Over ‘Kellendonk’, (en de presentatie van) het themanummer 14 van Extaze in De Oud-Hagenaar, 23 juni 2015:
Kellendonks literaire ontwikkeling was nog in volle gang toen hij door zijn ziekte werd gevloerd. Het is een groot verlies voor de Nederlandse literatuur dat hij geen tijd heeft gekregen om zijn fascinerende oeuvre uit te breiden. Toch is het niet weinig wat hij nalaat: naast twee verhalenbundels, twee korte romans en zijn indrukwekkende roman ‘Mystiek lichaam’ publiceerde hij een aantal essaybundels. Hij heeft veel literatuur uit het Engels vertaald waaronder werk van Henry James. (…) In ‘Mystiek lichaam’ is sprake van een zoektocht naar de oorzaken van het antisemitisme en de homohaat. Dat daarbij kwalijke vooroordelen die de mensheid in de loop van de geschiedenis heeft gekoesterd, aan de orde komen, is onvermijdelijk.
Lees hier het artikel; u kunt het artikel ook lezen op het digitale supplement van ‘Extaze’.
Meer over het Kellendonknummer van ‘Extaze’

Els Launspach op radio met ‘Jonker’

Opmaak 1Op maandag 29 juni 2015 is auteur Els Launspach gast in het boekenuur van 16.00 tot 17.00 uur in het programma ‘Kunst & Cultuur’ van Radio AmsterdamFM.
In het live-interview met Peter de Rijk en Bert van Galen komt haar zojuist verschenen roman Jonker uitgebreid ter sprake. Jonker gaat over een verzwegen geschiedenis, een familieconflict dat te maken heeft met de zogenaamde ‘politionele acties’ in het zich bevrijdende Indonesië. De vraag naar schuld en in hoeverre die schuldeloos zou kunnen zijn speelt in haar werk een rol. In de roman kaart Els Launspach ook de morele en emotionele kortzichtigheid aan van Nederlandse politici in de jaren veertig. Els Launspach maakte aanvankelijk naam met scenario’s voor televisie en met jeugdromans. In 2008 debuteerde zij met de historische roman Messire over Richard III van Shakespeare. Jonker is haar tweede roman voor volwassenen.
Luister hier naar de uitzending
Kijk hier naar video
Meer over ‘Jonker’

«Aangenaam verrast door ‘Cas di biento’.» – Wim Rutgers

VoorplatDoorwaaiwoning72Over ‘Cas di biento / Doorwaaiwoning’ van Olga Orman in Antilliaans Dagblad, 11 juni 2015:
(…) Een uitgave met 28 gedichten, verdeeld over vier afdelingen, die in het Nederlands vertaald of misschien beter gezegd ‘hertaald’ werden door Fred de Haas die ook de inleiding en noodzakelijke aantekeningen verzorgde. Wie het werk van Olga Orman de laatste jaren heeft bijgehouden, door middel van de diverse publicaties, zal aangenaam verrast worden door ‘Cas di biento’ waarin het werk van de dichteres zich in de context van een complete bundel vervolledigt en verdiept. (…) De inhoud kan met de modeterm ‘identiteitspoëzie’ gekarakteriseerd worden. In de tien gedichten van Cas di biento / Doorwaaiwoning in de eerste afdeling ‘mijn land, mijn taal’ gaat Olga Orman terug naar haar wortels en geeft ze haar visie en standpunt op taalterrein waarbij ze, terugdenkend aan haar jeugd en haar ouders, haar moedertaal Papiamento en haar eiland in verleden en heden verdedigt en verheerlijkt. In de tweede afdeling ‘Onderweg’ met zes gedichten verinnerlijkt zich haar zoektocht, zoals in het slotgedicht van deze afdeling, in de vertaling van Fred de Haas: ‘Reisverhaal // Ik vertel zoveel verhalen / zing, verzin, vertel verhalen, welk verhaal blijf ik herhalen, / aldoor zingen en verhalen, / rij aan rij? / dat is het reisverhaal / van MIJ!’. (p. 63) In de vijf gedichten in de derde afdeling, zijn ‘Leven en dood’ een onvermijdbare ‘tweelingdracht / van dag en nacht en / tweezaam vormgegeven’, waarna de laatste groep van zeven gedichten verzameld onder de titel ‘bloeiend leven’ harmonie uitdrukt van de mens in de eilandelijke natuur en vooral de mens met zichzelf in zijn bestaan. Zo geeft de hele bundel een compositie waarin de ‘dichter-ik’ een weg zoekt in de ruimte, ten opzichte van het geboorteland en de moedertaal, en de tijd die de mens gegeven is te leven en van dat leven ten volle te genieten.(…)
Lees hierhier de recensie of in Antilliaans Dagblad
Meer over Olga Orman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Heel aparte poëzie.» – André Oyen

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek op Iedereenleest.be, 13 juni 2015:
(…) De Indonesische ‘roots’ van de dichter komen in verschillende gedichten duidelijk naar voren en dat merk je voornamelijk in een gedicht als ‘Nooit nerimo, altijd greng’, waarin nerimo staat voor ‘het lot laten beschikken’ en greng voor ‘krachtig nastreven.’ De dichter vraagt zich af waar dat streven goed voor is en of het niet goed zou zijn af en toe het lot te laten beslissen. Is dat niet een gedachte, waar iedereen in zijn leven wel eens mee te maken krijgt? Ook in het gedicht ‘Een koud vermogen’ kijkt de dichter naar een koopman, die in Rotterdam – de stad waar Agerbeek een gedeelte van zijn jeugd woonde – langs de kade slentert en herinneringen heeft aan de tijd dat hij in een bedrijf de baas was. Hoe zwaar valt het hem nu immers om als een ontheemde langs de kranen en kades te moeten zwerven, terwijl zijn status niets meer voorstelt. Agerbeek toont compassie met deze figuur en troost hem bijna, door hem in zijn waarde te laten. (…) Rood en wit met blauw is een prachtig vormgegeven bundel … waar je regelmatig naar terug grijpt om er diepzinnigheid en genegenheid in terug te vinden. Er staan ook twee korte verhaaltjes in dit gedeelte van de bundel, ‘Daar houd ik mij aan’ en ‘Ezelsbrug’, die de indruk van een verhalend geheel nog versterken.
Lees hier en hier de recensie
Meer over Rood en wit met blauw

«Het zijn telkens zéér mooie gedichten.» – André Oyen

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe op Iedereenleest.be, 12 juni 2015:
Het zijn telkens zéér mooie gedichten waar flarden van bekende liederen in verweven zitten. Een prachtig voorbeeld hiervan is Een tijdloos lied waarin zinnen van La vie en rose van Edith Piaff in terug te vinden zijn. (…) Een juweeltje dat de kunst en het heimwee der jaren verzameld heeft. Uit ‘Ode aan de dode dichter’:

Die meedogenloze plaag sloop in je lijf als een dief
en jij liet ons verzen na – soms geheel uit het gareel –
met ook wel een bezinning op de dingen om ons heen.
Ne me quitte pas, ‘laat me niet alleen’,
wordt nooit meer door jou voor het voetlicht gebracht.

Lees hier en hier de vermelding
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stefaan van den Bremt geeft ‘dode’ dichters nieuwe gedichten.» – Ezra de Haan

VoorplatKromzang75Over ‘Kromzang’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 11 juni 2015:
Sommige schrijvers ga je meer waarderen naarmate je meer van hen gelezen hebt. Stefaan van den Bremt is zo’n auteur. Hij werkt aan de vervolmaking van een oeuvre dat inmiddels imposant genoemd mag worden. Wie de sleutel op, een deel van, zijn werk zoekt moet De oude wereld moe (2013) gaan lezen. In deze kloeke essaybundel schrijft Van den Bremt o.a. over de dichters die hij vertaalde en daardoor van haver tot gort leerde kennen. (…) Interessant aan de werkwijze van deze veelkunner is de drie-eenheid van vertalen, essays schrijven en dichten. De liefde van Stefaan van den Bremt voor de auteurs die hij bewondert gaat ver, het dringt zelfs door tot in zijn eigen poëzie. De taal die hij zich eigen heeft weten te maken tijdens het maken van zijn vertalingen wordt hergebruikt, nu in eigen werk. (…) Van den Bremt weet je aan het lezen te zetten, hij maakt je attent op de auteurs die je lezen moet en helpt je daarbij. Hij is de perfecte docent die je nooit had. (…) Geïnspireerd door Verhaerens ‘chansons fous’ (gekkenliederen) schreef Van den Bremt het wonderbaarlijke Gekkenrouwlied. Juist in zo’n gedicht, dat een totaal andere taal vraagt dan de vaak aan Spaanstalige auteurs gewijde gedichten, komt de dichter/vertaler door de meesterproef. Hij wordt Emile Verhaeren in zijn laatste moment, met een dynamiek die bij hem past, maar die alleen Van den Bremt voor hem kon schrijven. (…) Eigenlijk vraagt ieder gedicht in Kromzang om nauwgezet lezen en herlezen. Wat op het eerste oog ‘kromzang’ lijkt, blijkt uiterst helder, zodra je je erin verdiept. Stefaan van den Bremt heeft in deze bundel ‘dode’ dichters nieuwe gedichten gegeven, echter zo eigen als hij maar kon.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Kromzang’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Mijn lief mijn leed’ van Clyde R. Lo A Njoe in Antilliaans Dagblad, 4 juni 2015:
Poëzie is in zijn voordracht klank en beeld op papier (…) De vernieuwing in ‘Mijn lief mijn leed’ zit in de verwerking van bekende liederen van diverse componisten en zangers waarvan betekenisvolle fragmenten de thematische kracht van de gedichten versterken. Deze opgenomen songs vormen zo een essentieel onderdeel van het gedicht. De dichter maakt de balans van zijn leven op in zijn poëzie, terwijl hij tegelijkertijd in en door zijn dichtwerk leeft: dichten is leven, leven is dichten. (…) Er valt qua vorm en inhoud heel wat te beleven aan dit openingsgedicht dat op een eerste blik nogal eenvoudig aandoet. De dichter gebruikt op het eerste oog eenvoudige woorden, maar een nauwkeuriger blik toont de zorgvuldige compositie met stijlverschijnselen als antithese, synesthesie en chiasme bijvoorbeeld. Het parlandokarakter wordt gestructureerd door alliteraties en het gebruik van een gevarieerd rijm met afwisseling van binnenrijm en een eindrijm dat verspringt en omarmt. (…) Clyde Lo A Njoe eigent zich in deze bundel de wereldliteratuur ofte wel de wereld van de literatuur toe en maakt die tot verkenning van zijn eigen creativiteit, waardoor hij het mondiale karakter van wat literatuur voor hem is in het in lokale context gegronde persoonlijke integreert. (…) In de gedichten resoneren leven en dichten als onlosmakelijk met elkaar verbonden, lichtvoetig verwoord maar ernstig. (…) Een bundel om te lezen en te luisteren, een bundel om te hebben!
Zie hier de recensie in Antilliaans Dagblad
Lees hier de recensie in word
Meer over ‘Mijn lief mijn leed’
Meer over Clyde Lo A Njoe bij Uitgeverij In de Knipscheer