«De verdeling in langere en kortere strofen is hier een schitterend voorbeeld van. Hier is een heuse dichter aan het werk.» – Evi Aarens

VoorplatOvidius-75Over Metamorphoses / Ovidius van Harrie Geelen op Neerlandistiek.nl, 23 november 2022:
(…) Ovidius’ ‘Metamorphosen’ bestaan uit niet minder dan 12.000 versregels die qua inhoud en vorm alle genres en vertelconventies overstijgen. En toch kan dit meesterwerk uit de Romeinse epiek vrij eenvoudig in deze vier woorden worden samengevat: Omnia mutantur, nihil interit. ‘Alles verandert, niets verdwijnt’. (…) Niets is voor niets en alles kan ook anders. (…) Het is een van de grote inzichten die ons vanuit de oudheid zijn toegeworpen. Een diep menselijk inzicht, bovendien, dat misschien wel alleen kan ontstaan in het denken van een dichter die de laatste hand legt aan een meanderende potpourri van honderdvijfendertig op experimentele wijze herschreven verhalen uit de klassieke goden- en heroënwereld. (…)Een wendbare manier van denken, een grote belezenheid, het verlangen alles anders te doen: wij hebben deze markante dichter ook vandaag de dag nog nodig. En alhoewel de vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema uit 1993 nog altijd uitstekend is, is het daarom toch een feest dat er recentelijk twee nieuwe Nederlandse vertalingen van Ovidius’ ‘Metamorphosen’ zijn bijgekomen. Bij Primavera Pers verscheen ‘Gedaantewisselingen’, vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door de Leidse emeritus-hoogleraar Latijnse taal- en letterkunde Piet Schrijvers. Bij uitgeverij In de Knipscheer verscheen ‘Metamorphoses’, in een vertaling van schrijver en beeldend kunstenaar Harrie Geelen. (…) Het lijkt mij de moeite waard de nieuwe Ovidiusvertalingen van Schrijvers en Geelen eens anders te lezen. Ik ga vergeten dat het vertalingen zijn en beide werken lezen alsof het een origineel epos betreft. (…) Het eerste dat opvalt aan ‘Metamorphoses’, de tekst van Harrie Geelen, is de verdeling in strofen van meestal drie tot vijf regels. Elke strofe leest als een klein paragraafje, waarin een thema of gedachte in de laatste regel met tromgeroffel wordt afgerond, als in het couplet van een songtekst. Net als Schrijvers maakt Geelen gebruik van de dactylische hexameter, maar omdat hij zich vrijer en dichterlijker opstelt wordt de tekst veel minder dan bij Schrijvers in de mal van de metriek gestampt. Geelen lijkt naast de metrische opbouw ook vrijer om te gaan met het ritme van de woorden en de verzen. De verdeling in langere en kortere strofen is hier een schitterend voorbeeld van. (…) Hier is een heuse dichter aan het werk. (…).
Lees hier het hele artikel van Evi Aarens
Meer over ‘Metamorphoses’
Meer over Harrie Geelen bij Uitgeverij In de Knipscheer