«Een mooie bundel aardse lyriek van de gevierde Surinaamse dichter Jit Narain.» – Geertjan De Vugt

VoorplatNarainMensenkindOver ‘Een mensenkind in niemandsland’ van Jit Narain in De Volkskrant, 5 juni 2021:
(…) Voor de landbouwer Narain komt leven uit aarde voort, ook al is dat uit modder, zoals in het rijstveld, waarin hij zaad plant en trouwens net zo graag gaat spelen. Aarde is voor hem het medium van leven evenzeer als het medium van plezier. Voeg daar gerust verdriet aan toe, want de grond is ook de plek waarin dromen verdwijnen en druppels droefenis, ‘een stroom van geschonken tranen’, de kloven en scheuren vullen. Daarnaast maakt aarde bezit (en dus ook strijd) mogelijk in de vorm van afbakening, een erf. Aarde is geduldig, lezen we bij Narain, en dat valt goed te begrijpen, want ze is per slot van rekening ook het medium van de dood. Op aarde wordt afval gestort, vuil wordt in zand achtergelaten en in de grond worden de doden begraven. Daarmee komen we tot de kern van Narains lyrische wereldblik: alles wat leeft, komt voort uit de dood. ‘als de loot de stam / laat het leven de dood achter zich’, schrijft hij in twee typisch kale regels die dat idee verder perfect samenvatten. Heel soms valt alles hem zwaar, schijnt de aarde hem een woestijn te zijn en voelt de dichter zich ‘een denker of een leeggedacht mensenkind nu in het niemandsland’. Dan zou je willen dat hij kon doen wat wij nu kunnen: met een bundel van zijn verzen onder de arm de tuin in lopen waar, zoals bij mij, het gras toch niet wil groeien en al lezend met blote voeten minzaam de aarde doorwoelen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Een mensenkind in niemandsland’
Meer over Jit Narain bij Uitgeverij In de Knipscheer