Over ‘Held…’ van Ovidius vertaald door Harrie Geelen in De Volkskrant, 1 november 2024:
Wie houdt er niet van Ovidius? (…) Lezers en vertalers krijgen er maar geen genoeg van, lijkt het. In 2022 verschenen er zelfs twee ‘Metamorfosen’-vertalingen vrijwel tegelijk: (…) vooral de brutale vertaling van Geelen viel daarbij op, vanwege het vertel- en taalplezier op elke pagina. Nu, twee jaar later, levert Geelen onder de titel ‘Held…’ een versie van Ovidius’ ‘Heldinnenbrieven’ (Heroides). Dat zijn eenentwintig brieven in dichtvorm, zogenaamd geschreven door mythologische vrouwenfiguren aan hun roemruchte echtgenoten. Briseïs schrijft aan Achilles, Dido aan Aeneas, Medea aan Jason. Vrouwen die normaal gesproken niet aan het woord komen en meestal slachtoffer worden van de mythologische gebeurtenissen. Des te boeiender hoe Ovidius aan hun emoties een stem verleent. Natuurlijk speelt hij ook een literair spel ermee, dat doet hij altijd, maar zijn insteek op de oude verhalen is origineel en maakt nieuwsgierig. Tamelijk recent nog, in 2019, was een stevige bloemlezing uit de Heroides verschenen. Die was verzorgd door de gelauwerde Ovidius-vertaalster M. d’Hane-Scheltema. De Nederlandse lezer zat dus niet zonder. Geelen is misschien is in de ban geraakt van de oude dichter. En hij wil het duidelijk anders doen. (…) De rustige, jambische verzen van D’Hane-Scheltema maken plaats voor een barok aandoende vorm met steeds drie regels voor elke twee van het Latijnse origineel. De lezer krijgt een telling erbij, accenten op namen (in het geval van Penelope hier nogal verwarrend), en Odysseus heet op zijn Engels Ulysses. Nogal wat ingrepen dus. Vooral de keuze om telkens de vertaling van het tweede Latijnse vers (de dactylische pentameter) door te knippen in twee korte helften is gewaagd: zoiets heb ik nooit eerder gezien. Of het een geslaagde vorm is? De vertaling zelf is eigenzinnig, soms door de dwang van het metrum, lijkt het, maar op andere plaatsen door Geelens taalgevoel en humor. En het valt op dat de vertaler zich veel ruimte gunt, bondigheid is hier geen deugd. Geelens Ovidiusboek lijkt vooral een eigen, kunstzinnige schepping, waarin de vertaler alles naar zijn hand zet en zich verder van niemand iets aantrekt. Zijn taalvermogen dwingt bewondering af, en er zitten veel mooie vondsten in zijn tekst. Vooral de weergave van de pentameters, een technisch moeilijke zaak in het Nederlands, vind ik geregeld knap gedaan. (…)
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Held…’
Meer over Harrie Geelen bij Uitgeverij In de Knipscheer