Giselle Ecury – Glas in lood

Giselle Ecury
Glas in lood
Roman. Nederland / Aruba
Ingenaaid, 360 blz.
ISBN 978-90-6265-645-5 € 18.50
Eerste druk 2009

Clarissa woont met haar dochter Inca aan een dijk tussen de kassen in een lieflijk tuindersdorp. Het kind heeft in haar oude buurman de ideale en toegewijde grootvader gevonden. Dan gebeurt er een ongeluk met opa Veer. Zonder zwaailicht en sirene is de ambulance weggereden. ‘Gek, dat alles door blijft gaan. Dat het al maar later wordt en nooit meer vroeger,’ zegt het kind. En juist dat herkent Clarissa uit haar eigen jeugd, die begon op het platteland en die zich daarna deels op Aruba afspeelde, ver weg van de mensen bij wie ze zich thuis voelde. Totdat ze uiteindelijk in een Frans dorp bij de oudere François-Xavier de rust vindt – en vrijwel direct weer verliest.

De wijsheid van Inca werkt soms confronterend. Het brengt moeder en dochter terug naar Frankrijk. Daar is de vader van het dan nog ongeboren kind omgekomen als hij een glas-in-loodraam verwijdert tijdens restauratiewerkzaamheden.

Clarissa en Inca leggen samen de weg af die hen beiden terugbrengt naar de oorsprong, naar huis. En dan blijkt de sleutel tot Clarissa’s eigen leven dichterbij te liggen dan zij ooit heeft gedacht.

Glas in lood is de tweede roman van Giselle Ecury. Zij werd geboren op Aruba, waar haar vader vandaan kwam. Het gezin vertrok naar Nederland toen ze ruim zes jaar oud was. Regelmatig keert ze echter voor korte tijd terug naar het Caribisch gebied waar een deel van haar familie nog steeds woont.

Erfdeel, haar eerste roman, speelt zich even-eens af in Nederland en op de Antillen:
«De zwaarte van andermans hartzeer invoelen is niet makkelijk. Het kan als gezeur overkomen of het kan je raken van binnen, echt ontroeren. In dit laatste geval is de verteller erin geslaagd de hoofdpersoon kwetsbaar neer te zetten; dan wil je als lezer weten hoe het verdriet wordt geleden en verwerkt tot mogelijk een bron van (nieuw) geluk. Giselle Ecury is zo’n verteller die het lukt om verdriet dusdanig te beschrijven dat het ‘mooi’ wordt, dat het meer is dan alleen maar wat ze beschrijft, dat het kunst wordt, letter-kunst.» – Jeroen Heuvel in Antilliaans Dagblad