Over ‘Het dikke meisje en de ziener’ van Philip Hoorne in Poëziekrant, 19 maart 2019:
Het blijft het waarmerk van de poëzie van Philip Hoorne: de bizar aandoende benadering van de wereld. Door de alledaagsheid een switch te geven laat hij in zijn gedichten een aantal aspecten van ’s mensen handel en wandel zien dat op zijn minst gezegd confronterend inwerkt op de lezer. Hoorne is de meester van de omschakeling, ‘houd het dubbelzinnig, geef tegenstrijdige signalen.’ (…) De dichter vangt de ruis van het leven om hem heen op. Hij grijpt de lezer bij zijn nekvel, hij bruuskeert en charmeert, hij strijkt tegen de haren in, monkelt en glimlacht – of beter: hij grimlacht – om wat mensen ervan bakken in het leven. (…) Onder de lichtheid van deze verzen gaat een diep gevoel van melancholie schuil om de tristesse van het bestaan. In het gedicht ‘De begrafenis van tante Cecile’ schetst hij het verloop van een uitvaartdienst, met alles erop en eraan, van de brave non die als hulpje optreedt van de celebrant tot het ‘con te partiro’ (‘niemand gaat heen zonder de zegen van de blinde bocelli’), en dan merkt de ik uit het gedicht tot zijn ontzetting dat de kist wordt ontsierd door een donkerbruine vlek: ‘intriest word ik van die vlek / was je hele leven al een aaneenschakeling / van beschadigingen groot en klein / ga je eindelijk dood heb je dit weer’. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het dikke meisje en de ziener’
Meer over Philip Hoorne op deze site