Op 23 april 2022 overleed de schrijfster Mala Kishoendajal in Den Haag onverwacht aan een hartstilstand. Mala Kishoendajal (Paramaribo, 1959) was een van de eerste vrouwelijke schrijvers met Hindoestaans-Surinaamse wortels die vanaf begin deze eeuw een impuls gaf aan de Surinaamse literatuur. De thematiek van migratie en identiteit (India, Cariben, Europa/Amerika) kennen we vooral als stroming in de Engelstalige literatuur (V.S. Naipaul), maar is mede dankzij Mala Kishoendajal ook deel geworden van de Nederlandstalige literatuur. «Ik, wier grootvader half en half wist dat hij in een buitenwijk van Calcutta woonde, wier vader op haar zevende uit Suriname naar Nederland vertrok; ik die zelf nooit het gevoel had vaste voet aan de grond te hebben; te lang in Suriname geweest om me Hollands en te lang in Nederland om me Surinaamse te voelen, laat staan Indiaas – en die zich toch ook alle drie voelde.» Mala Kishoendajal debuteerde in 2001 met de roman ‘Dame Blanche’. In 2002 volgde de roman ‘Het Boegbeeld’ en in 2015 de roman ‘Kaapse Goudbessen’. Ook publiceerde zij in 2009 de dichtbundel ‘Pijn in parlando’, waarin ook acht gedichten tweetalig in Sarnámi en Nederlands werden opgenomen. Uit deze bundel komt het onderstaande gedicht ‘Op een dag niet ver van morgen’.
Op een dag niet ver van morgen,
hebben we vandaag, knellend
als een krappe schoen,
in een snel verdampende herinnering
weggewuifd
naar het grauwe wolkendek.
Met een witte zakdoek,
die verlicht zucht: ‘Vaarwel.’
En dan kom ik je weer tegen en jij mij.
En we zullen lachen. Nergens om.
Je zult je op je dijen slaan.
Mijn van liefde tintelende vingers
zullen knijpen in je wang.
En we zullen zingen.
Zacht, harder, luidkeels.
Echt, kind. Op een dag niet ver van morgen.
Lees hier de kennisgeving
Meer over Mala Kishoendajal bij Uitgeverij In de Knipscheer