«Matić’ poëzie zit vol referenties aan jazzmuziek.» – Erik van den Berg

Opmaak 1Over ‘Haarlem Nocture’ van Djordje Matić in Jazzbulletin, september 2016:
Doet jazz ertoe voor dichters van nu? Ongetwijfeld minder dan voor Hanlo en zijn generatiegenoten – maar zie Haarlem Nocturne, het Nederlandse poëziedebuut van de in Kroatië geboren zanger, vertaler en dichter Djordje Matić. Niet alleen verwijst de titel naar de bekende standard (met één a minder) uit 1938, Matić’ poëzie zit vol referenties aan jazzmuziek, die voor hem is verbonden met thema’s als ballingschap, nomadendom en uitsluiting. In 1991 ontvluchtte Matić zijn geboorteland en sinds 1993 woont en werkt hij in Nederland. ‘Een balling is een virtuoos / van dissonantie / een autist / een beschaamde gerechtigde / zonder vergunning’, schrijft hij in ‘Mensen zoals wij’, dat hij opdraagt aan Thelonious Monk. In andere gedichten waren de schimmen rond van Miles Davis, John Coltrane en George Coleman (‘Amsterdam after Dark’). Blue Bossa van Dexter Gordon, ‘barstend van kracht’, confronteert de dichter met het leven dat hij definitief achter zich liet: ‘Weemoed ineens / over een niet geleefd verleden / ineens.’
Lees hiert de recensie
Meer over ‘Haarlem nocturne’