«Een strenge en imponerende keuze.» – Wim Rutgers

Opmaak 1Over ‘Een droom die ik heb’ van Nydia Ecury in Antilliaans Dagblad, 4 januari 2014:
Een leven en streven tegen middelmatigheid, compromisloos en vol idealisme, maar tegelijkertijd in het besef dat het onbereikbaar is als een ‘droom die ik heb’. Zo blijkt de titel van deze publicatie bijzonder goed gekozen. (…) Vanaf het eerste ooit geschreven gedicht ‘Sekura’ van 1957 kenmerkt de poëzie van Nydia Ecury zich door ironische speelsheid maar vooral ernst, door blijdschap maar ook en vooral teleurstelling én verdriet, door idealisme én mislukking, door menselijke relaties in het algemeen, maar ook het persoonlijke familieverleden én de verre historie van slavernij, zoals in ‘Het bezoek’ met zijn slotverzen: “het bloed dat een zusterschap terugeiste / die aanving / in het ruim van een slavenschip / heel lang geleden…”

Lees hier de recensie

Meer over ‘Een droom die ik heb’

«De auteur beschrijft Horst als een integer, diepvoelend mens.» – Hilde Neus

Over ‘Gentleman in slavernij’ van Janny de Heer in De Ware Tijd Literair, 4 januari 2014:
Johann Dieterich Horst is van nature een goed mens en kan zich moeilijk verenigen met het slavernijsysteem. Zijn vele aanvaringen met planters die een slechtere inborst hebben maken dat wel duidelijk. Deze roman is een gefictionaliseerde biografie. Horst heeft werkelijk bestaan en zijn stamboom is ook nagetrokken. (…) De Heer neemt ook de kolonisering van de boeren in Groningen op in haar roman en schetst zo de ellende van de vele ziektes die daarmee gepaard gingen. Ook de aanloop naar de emancipatie op 1 juli 1863 komt aan bod.

Meer over ‘Gentleman in slavernij’

«Geen muzikaal genre zo literair als het idioom van de singer-songwriter.» – Jacob Haagsma

Over ‘Morgen wordt het beter’ van JP Den Tex in Leeuwarder Courant, 3 januari 2014:
Geen muzikaal genre zo literair als het idioom van de singer-songwriter. Bij de archetypische eenzame man met de simpeltjes aangeslagen gitaar gaat het ook vooral om de woorden, om het verhaal. Nu heeft JP Den Tex nog meer ervaring met tekstgedreven kunstvormen: in het theater, solo en met Kees Prins en Paul de Munnik. Alle reden dus voor een boek, en dat is, in de beste singer-songwritertraditie, nog autobiografisch ook. In losse, nadrukkelijk niet-chronologische flarden vertelt Den Tex hoe het zo gekomen is: zijn jeugd in kunstenaarsdorp Bergen, zijn kennismaking met Amsterdamse ‘artistiekelingen’ en met de meisjes, zijn eerste schreden op het artiestenpad. De kiem van het verhaal zit hem in het openingswoord, ‘Morgen wordt het beter’. De ik-figuur is op zoek naar de plek waar zijn moeder lange tijd verbleef wegens een depressie omdat ze haar dromen nooit kon waarmaken. “Gewoon een beetje afkicken van de hoop”, noemt Den Tex dat.

Meer over ‘Morgen wordt het beter’

Mooie woorden (5) over Duizend levens van Margreet Hofland

De pers over ‘Duizend levens’:

«Eind 16de eeuw in Rome leidt de liefde van de jonge kardinaal Emilio Sfondrati en de adellijke Beatrice Cenci tot een geheime relatie, waarin hun betrokkenheid bij de heilige Cecilia een grote rol speelt. Nadat Beatrice is onthoofd omdat ze de vader die haar verkrachtte heeft helpen doden, vindt Emilio op haar aanwijzingen het graf van Cecilia, waarin zich een schaal bevindt die wordt opgeëist door moslim Aziz Ma’ali. Hij probeert Emilio te chanteren, maar deze kan de schaal houden door Aziz te doden. Aziz neemt in de persoon van Mohammed Atta op 11 september 2001 wraak door de terroristische aanslag op het WTC New York, waar de schaal blijkt te zijn. Hofland debuteerde in 2003 met de goed besproken roman ‘Het genie van Rome’. Deze tweede roman speelt grotendeels in dezelfde tijd en op dezelfde plaats. Wie haar debuut waardeerde, zal ook deze roman waarderen, waarin het verhaal over Beatrice en Emilio boeiend is; het tijdsbeeld is goed, de link naar de aanslag op het WTC origineel.» – NBD/Biblion

«Een mooie titel (Duizend levens) en een kaft, die niet alleen tot de verbeelding spreekt, maar meteen ook het onderwerp van het verhaal weergeeft. Op de voorgrond zien we de Santa Cecilia van de schilder Guido Reni uit de zeventiende eeuw. Ook het verhaal speelt hoofdzakelijk zich in dit tijdperk af. Identiteiten (zielen?) vanuit de kosmos kiezen voor een leven op onze aarde. Het jonge meisje Beatrice Cenci leeft tegelijkertijd in de hemel en de hel. Zij ervaart een hemelse identiteit in zich: die van de heilige Cecilia. Deze identiteit geeft haar veel kracht en brengt haar in contact met de kardinaal Emilio Sfondrati, wiens kerk de Santa Cecilia is. Beatrice weet dat de heilige zelf in deze kerk begraven is en dat ze een kostbaar goed bij zich heeft dat geheel onbekend is bij Emilio. De kardinaal wordt gegrepen door de engelachtige schoonheid van Beatrice. Thuis leeft Beatrice in een hel. Haar vader is de gesel van zijn gezin en offert iedereen op ten gunste van zijn aardse lusten.
Op de achtergrond van de kaft staan de Twin Towers van het World Trade Center. In een van deze gebouwen heeft de architect Jake Miller zijn kantoor. Het is 11 september 2001 en hij bereidt zich voor op het bezoek van vijf oude bekenden voor een geheimzinnige vergadering. Tegelijkertijd stijgt Mohammed Atta op in Boston. Hij is verbonden met de zes in de Twin Towers, maar niet uitgenodigd. Wat de verbinding is tussen deze personen en voorvallen blijft lang ongewis. Hofland weet te boeien met dit soms dramatische verhaal dat geënt is op historische feiten. Prachtig paneeltje. » – Gerrie van Kooij in De Limburger, 1 november 2006

«Van alle boeken met complottheorieën rond de aanslag op het World Trade Center is die van Margreet Hofland de meest originele. Haar kennis van de Italiaanse kunst en cultuur van de zestiende en zeventiende eeuw zorgde ervoor dat ze op de hoogte was een gruwelijke vadermoord in 1598 en de onthoofding van Beatrice Cenci in 1599. Beide op 11 september. De schrijfster laat zien dat gebeurtenissen in een ver verleden hun invloed hebben tot op de dag van vandaag. Ze plaatst de lezer voor een dilemma door beurtelings te verhalen over de ons bekende aanslag van 9/11 en de zeker zo onthutsende ervaringen van Beatrice Cenci. Dat zet de lezer aan tot doorlezen, die wil immers weten hoe het verder gaat. En los van het verrassende plot zijn er dan ook nog de immense hoeveelheid kennis en feitjes die de schrijfster gebruikt om haar schilderende en poserende personages tot leven te wekken. De lezer van deze spannende roman krijgt daarmee een college kunstgeschiedenis cadeau.» – Kunst & Cultuur, Amsterdam FM

«Wat hebben de H. Cecilia, een Romeinse vadermoord en 11 september met elkaar te maken? Margreet Hofland schrijft erover in haar nieuwe roman Duizend levens voor wie wil weten wat er nu precies destijds in Rome is gebeurd en hoe je dat in godsnaam in verband kunt brengen met New York vier eeuwen later. Zij legt het verband met 11 september 1598 toen in Rome een vadermoord werd gepleegd en met dezelfde datum één jaar later toen de moordenares werd geëxecuteerd. Ook het leven en martelaarschap van de H.Cecilia spelen een rol. Na Caravaggio, het genie van Rome weeft Margreet Hofland ook nu met zeer verschillende historische draden een ingenieus verhaal, dat culmineert in de ramp van 11 september 2001.» – AD/Haagsche Courant

Hoe Nanzi de koning beetnam

NILDA PINTO
Hoe Nanzi de koning beetnam / Kon Nanzi a nèk Shon Arei

Curaçao
Tweetalig Nederlands-Papiaments
Gebonden, groot formaat, 208 blz.
Met paginagrote illustraties van zes vooraanstaande Antilliaanse kunstenaars
Uitgave: Instituto Raúl Römer
Druk: Slinger Alkmaar
3de druk 2012
24,50
ISBN 978-90-5247-353-6
UITVERKOCHT

Nanzi de spin neemt niet alleen de koning beet, maar ook de tijger, de duivel en zelfs zijn vriendin. Hij is een hebberige luilak, maar ook een superbijdehante slimmerik. Hij weet zich altijd uit de penarie te redden, vooral door gebruik te maken van de domheid van anderen. De verhalen over de slimme spin komen oorspronkelijk uit West-Afrika, uit Ghana, van het volk van Ashanti. In de slaventijd speelde Nanzi een belangrijke rol als troost en vorm van protest voor de onderdrukten. De Afrikanen namen ze mee naar het Caribisch gebied. In Nederland zijn de verhalen tot nu toe vooral bekend uit Suriname, waar Nanzi Anansi heet. Dit tweetalige boek met 32 verhalen over de slimme spin Nanzi laat zien dat de Antillaanse verhalen een geheel eigen, authentieke sfeer ademen. Met illustraties van Doesjka Bramlage, José Maria Capricorne, Hans Leijdekkers, Marenthe Otten, Mirelva Romano en Anton Vrede. Zowel voor volwassenen als voor kinderen vanaf ca. 5 jaar.
Meer over ‘Kon Nanzi a nèk Shon Arei’
Klik hier voor de Spaams-Papiamentse editie
Klik hier voor de Engels-Papiamentse editie

«Over de biografie van schrijvers.» – Hans Renders

Extaze8Over literair tijdschrift Extaze 8 voor NBD/Biblion, 29 december 2012:
Dit nummer van het literaire tijdschrift Extaze bevat behalve poëzie van Peter Brouwer, Estelle Boelsma en Michiel Hanon een verhaal van Arjen van Meijgaard. De bulk van de artikelen gaat echter over de biografie van schrijvers. Willem Willems publiceerde eerder een biografie van Tjalie Robinson en voegt daar nu een voetnoot over de vrouwen in zijn leven aan toe. Elly Kamp was van zins een biografie van Ferdinand Bordewijk te schrijven, maar legt hier uit waarom ze in deze levensbeschrijving nadrukkelijk het leven van zijn echtgenote Johanna Bordewijk-Roepman ‘meeneemt’. Wim Noordhoek schrijft over Willem Brakman. Elsschot-biograaf Vic van de Reijt draagt een profiel bij van de zanger, gitarist, tekstschrijver en zakenman Joop van der Marel (1929-1994). Interessant voor neerlandici.

Meer over ‘Extaze 8’

Meer over ‘Extaze’

«Kleinschalige openbaring.» – Max Arian

VoorplatSlaaf75Over de opera ‘Katibu di shon / Slaaf en meester’ naar een boek van Carel de Haseth in De Groene Amsterdammer, 24 december 2013:
Maar er waren ook kleinschaliger openbaringen. Sopraan Tania Kross nam het initiatief voor de Antilliaanse slavernijopera ‘Katibu di shon / Slaaf en meester’ naar een boek van Carel de Haseth en met swingende muziek van Randal Corsen. Het project werd geadopteerd door de Nationale Reisopera en gaat nu ook naar de Antillen.

Lees hier het artikel

Meer over ‘Katibu di shon / Slaaf en meester’

«Dat is toch wel erg mooi geschreven.» – Levity Peters

VoorplatBlauwSlikOver ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt in MeanderMagazine, 24 december 2013:
Bloeiende seringen, witte, lila, paarse / trossen waarvan de bloei de lucht / in hinkelbanen doet verspringen (Uit: ‘Winteruitdrijving’). Ik zie het beeld dat de dichter schiep; de gaten die tussen de dansende trossen vallen, weer dichtvallen, open, enz. Maar iets verder in het gedicht maakt hij me weer verlegen met iets dat ik niet ken: irissen die door / het dolle van geur en kleur / de neus doen krullen . En daar ben ik dan weer blij mee.

Meer over ‘Blauw slik’

Meer over Stefaan van den Bremt

«Zijn debuut leest als een trein.» – Gerard Zeegers

Over ‘Morgen wordt het beter’ van JP den Tex voor NBD/Biblion, 23 december 2013:
Het autobiografisch relaas van het leven van een Nederlandse popmusicus. In ‘Morgen wordt het beter’, het literaire debuut van muzikant J.P. (Jan Pieter) Den Tex, haalt hij herinneringen op aan zijn leven. Elke anekdote is ook vertaald in een lied en die staan op de bijgevoegde cd. Hoewel Den Tex zijn leven niet chronologisch maar anekdotisch vertelt, krijg je een goed beeld van de persoon en zijn jeugd. Herkenbaar zijn de verhalen over de studententijd en liefdesverdriet, vertederend is het verhaal over een logeerpartij bij zijn opa, waar een ets van Rembrandt aan de muur hangt die hem bang maakt (‘My private Rembrandt’). Den Tex is een goed verteller en zijn debuut leest als een trein. Als bonus kun je ook nog zijn aangename, akoestische muziek opzetten tijdens het lezen.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Morgen wordt het beter’

«Een prachtroman voor een ruim publiek.» – Michiel van Kempen

Over ‘Gentleman in slavernij’ van Janny de Heer op NBD/Biblion, 23 december 2013:
De Duitser Johann Horst klimt op in de koloniale samenleving van Suriname. Hij wil de beschaving die hij van huis uit meekreeg, ook in de kolonie laten gelden en betoont zich daarmee een verlichte geest in de planterssamenleving. Hij ontwikkelt een bijzondere vriendschap voor de slavin Candasie, maar zijn loyaliteit wordt op de proef gesteld als hij verneemt dat zij een andere slavin heeft helpen vluchten. De schrijfster heeft gedegen archiefonderzoek verricht voor dit waargebeurde verhaal. Interessant is dat dit verhaal zich niet in de hoogtij van de slavernij afspeelt, maar in de 19de eeuw, toen alle verhoudingen oneindig veel complexer lagen. Het verhaal is met verve verteld en er ontvouwt zich een beeld van een leven dat liefde en slavensamenleving moeilijk tot eenheid brengt. Een leven van idealisme, onvermijdelijke teleurstelling en uiteindelijk toch ook hoop.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Gentleman in slavernij’