«Van mij vier schitterende sterren voor Porto Marie.» – Eric de Brabander

Over ‘Porto Marie’ van Els Langenfeld door Eric de Brabander bij de Curaçaose presentatie, 29 mei 2013:
Al jaren wroet Els Langenfeld in de historische annalen en publiceerde vele artikelen daarover. Op het fanatieke af probeert zij duidelijk te maken dat zowel slaven als plantagehouders dezelfde menselijke trekken hadden als wij nu. Goede, slechte, medemenselijkheid, oneerlijkheid, ga zo maar door. Ze laat zien dat de slaven onmenselijk behandeld werden op de transportschepen van de WIC, maar dat het leven van de blanke matrozen ook niet veel waard was. (…) Els Langenfeld is door een proces heengegaan dat haar maakte van een historicus tot een romancier. Van mij vier schitterende sterren voor het boek, en een abraso kaloroso voor Els Langenfeld die het voor elkaar gekregen heeft in het 150ste jaar na de afschaffing van de slavernij onze literatuur te verrijken met drie prachtige historische novelles.

Lees hier de toespraak

Meer over Porto Marie

In de Knipscheer-auteurs signeren op Tong Tong Fair 2013

Op de Tong Tong Fair (t/m zondag 2 juni op het Malieveld in Den Haag) signeren op woensdagavond 29 mei en op zaterdagavond 1 juni drie auteurs van Uitgeverij In de Knipscheer vanaf circa 19.00 uur hun nieuwe, onlangs verschenen boeken in de stand van Boekhandel Van Stockum. Het zijn Kees Ruys met ‘Alles is voor even’, zijn biografie over Aya Zikken, Barney Agerbeek met ‘Schaduw van schijn’, zijn verhalendebuut over Batavia, Rotterdam en Jakarta en Glenn Pennock met zijn op Bali spelende novelle ‘Als in gangen en stegen’.

Meer over Kees Ruys/Aya Zikken
Meer over Barney Agerbeek
Meer over Glenn Pennock

«Fraai vormgegeven aflevering, met veelsoortige, boeiende invalshoeken.» – L.A.A. Kruse

Over ‘De wegen van Couperus’ (Extaze 6) voor NBD Biblion, 23 mei 2013:
Sfeervolle tekeningen van Hélène Penninga, vier korte verhalen/columns van o.a. Ruud Verwaal (22 variaties op een thema), drie gedichten van o.a. Gerrit Vennema (‘Couperus en Den Haag’) en zestien uiteenlopende essays van o.a. Leo Ross (de opmerkelijk rol van ‘dons’ in ‘De stille kracht’), Kees ‘t Hart (Couperus’ engagement), Jaap Goedegebuure (Couperus als reizende huisjesslak), Bart Slijper (Willem Kloos over Couperus), Caroline de Westenholz (Couperus’ relatie tot Den Haag, Nice en Florence), Karin Peterson (Couperus en Indië), John Sillevis (feuilletons van Couperus), Hans Franse (zijn relatie tot de futuristen in Florence), Jan-Hendrik Bakker (‘De dandy als politieke castraat’), Ruud Vermeer (Couperus in Japan). Fraai vormgegeven aflevering, met veelsoortige, boeiende invalshoeken over een soms ‘woorddronken’, extatisch schrijver, die ook in deze tijd alle aandacht verdient. Past in het Couperusjaar 2013 (in juni 150 jaar geleden in Den Haag geboren).

Lees hier de recensie

Meer over Extaze

«Hoe rock’n’roll wil je het hebben?» – Peter Bruyn

Over Rhythm & Rhyme van Frank Kraaijeveld in Revolver’s Lust for Life (nummer 031, blz. 102), juni 2013: :
Ik ken heel wat Bintangsfans. Maar ik heb er nimmer een ontmoet die bekende in de eerste plaats voor de zwaar rockende band uit Kennemerland te zijn gevallen vanwege de songteksten. Toch is er nu een boek met de éénennegentig teksten die Frank Kraaijeveld voor zijn Bintangs schreef. Fraai uitgevoerd en vergezeld van veel, speciaal voor het boek gemaakte foto’s van zoon Remko. En met toelichtingen – bondig, maar informatief. En vaak vermakelijk. Want wat valt er nu toe te lichten bij een partyliedje als Rock the Socks out of your Shoes. De vroegste Bintangs speelden covers. Daarna werd broer Arti Kraaijeveld een belangrijke songschrijver voor de groep – ondermeer de hit Travellin’ in the USA. Pas eind jaren zeventig, met het album Night-Fighter, werd de tekstdichter in Frank wakker. Het leverde de eerste jaren een serie refreinen rond merkwaardige dames op: Cross-eyed Mary Jane, Lora-lady, Rosemary Nymphet, Vitamin Vivi, Sweet Silly Marlene en zo nog een paar. Maar ook Drive, drive, drive, little Devil, Drive me wild. Hoe rock’n’roll wil je het hebben? Als extraatje een cd met ruim twintig demo’s – bijna vijf kwartier muziek – allemaal lower-dan-lo fi. Uit de jaren zeventig, tachtig en afgelopen jaar. Een mooi en smaakvol geheel. Niet in de laatste plaats omdat ook Bintangsfans salontafels hebben.

Lees hier de recensie

Meer over Rhythm & Rhyme

«Jo Otten was en is een unieke stem in de Nederlandse literatuur.» – Ezra de Haan

Over ‘Kritisch en verhalend proza’ van Jo Otten op Literatuurplein.nl, 22 mei 2013:
Waar Menno ter Braak zich met de discussie ‘vorm of vent’ bezig hield, waagde Jo Otten (1901-1940) zich aan het experiment. In zijn verhalen, kritieken en essays toont hij een pessimistisch wereldbeeld, zij het in een modernistisch jasje. De ratio van Ter Braak verving hij door gevoel; hij ging uit van zijn intuïtie en gebruikte dromen en verbeelding als inspiratiebron. Ondanks de kwalificatie stoutmoedig was Jo Otten ook een angstig mens. In het geval van Otten maakte die levensangst energie los. Hij verzette zich en schreef het van zich af. Soms komt het proza van Otten over als hedendaags. Wat toen modernistisch werd genoemd, is waarschijnlijk blijvend tijdloos. Wie jong is wil leven en de wereld zal dat weten. Dat was toen en zo is het nog steeds.

Het kritisch proza van Jo Otten laat een andere kant van hem zien, die van de filosoof. Waar het in zijn prozastukken emotioneel soms alle kanten op gaat, blijft de auteur in zijn essays beschouwelijk en nuchter. Al ontkom je er niet aan om ook deze stukken als autobiografisch te interpreteren. Aan fantasie en ideeën heeft het Otten nooit ontbroken, wel aan tijd. Hij is steevast zijn eigen weg gegaan. Helaas kwam abrupt een eind aan zijn leven. Het zal altijd interessant blijven te bedenken wat er van hem geworden zou zijn als hij was blijven leven. Jo Otten was een eenling en dat wist hij. Het herdrukken van zijn proza en vertalingen ontrukt zijn werk aan de vergetelheid, en terecht.

Lees hier de recensie

Meer over Jo Otten

«Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat dit een debuutbundel is.» – Frank Decerf

Over ‘Omwille van het bloed’ van Suzanne Binnemans op De schaal van Digther, 20 mei 2013:
Na 25 jaar schrijverschap is dit Suzanne Binnemans’ rijpe debuutbundel. Het getuigenis van in de tijd bevroren emoties. (…) Nergens passages die herkenbaar zijn of aan iemand anders doen denken. Een eigen stijl en taalgebruik, dat vind ik bij Binnemans. Haar woorden zoeken eenvoud, vinden schoonheid. (…) De stijl van Suzanne Binnemans is een eigen concept voor nu al volwassen gedichten die traag gerijpt zijn tot tijdsloze getuigenissen. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat dit een debuutbundel is.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Omwille van het bloed’ en Suzanne Binnemans

«Verplichte kost voor heel bestuurlijk Nederland.» – Eric de Brabander

In zijn bespreking van het boek ‘Het einde van de Antillen’ van Freek van Beetz, verwijst Eric de Brabander in het Antilliaans Dagblad van zaterdag 18 mei 2013 en op Caraïbisch Uitzicht van 20 mei 2013 twee maal naar het essay over ‘Dwarsliggers’ van Aart G. Broek:
Toen ik dit verhaal las moest ik onwillekeurig denken aan het boek van Aart Broek, ‘Dwarsliggers’. Wellicht zou dit boekje verplichte kost moeten zijn voor heel bestuurlijk Nederland. (…) Weer verwijs ik naar ‘Dwarsliggers’ waarin Aart Broek beschrijft hoe moeilijk het is voor bestuurders om beleid over een andere boeg te gooien als duidelijk wordt dat een andere koers gevaren dient te worden.

Lees hier en hier de recensie over ‘Het einde van de Antillen’

Meer over Aart G. Broek en ‘Dwarsliggers’ op deze site

Meer over ‘Dwarsliggers’ op Facebookpagina auteur

Klik hier voor columns van Aart G. Broek m.b.t. ‘Dwarsliggers’

«Compleet portret van een van de meest interessante veteranen van de Nederpop.» – Frans Steensma

Over ‘Rhythm & Rhyme’ van Frank Kraaijeveld in OOR, juni 2013:
Wat het boek ook voor de niet-Bintangs-kenner boeiend maakt, zijn de voetnoten van Kraaijeveld bij iedere songtekst. Verhelderend en openhartig, nooit opschepperig. En als hij het effe niet meer weet: ‘Eigenlijk kan ik hier niet zoveel over vertellen.’ Maar dan nog valt er veel te genieten, daar zorgt de fotografie van zijn zoon Remko wel voor. Hij wilde in één dag de belevingswereld van zijn vader schetsen. En dat is hem – alles in zwart-wit – subliem gelukt. Ten slotte is in dit eerbewijs aan Frank Kraaijeveld een cd bijgesloten (Oertrax) met zestien demo’s – ruwe diamanten noemt hij ze zelf – uit de periode 1979-1986, aangevuld met vijf nummers onlangs opgenomen met zanger/gitarist Marco Nicola. Rhythm & Rhyme is een compleet portret van een van de meest interessante veterenen van de Nederpop.

Lees hier de recensie

Meer over Rhythm & Rhyme

«Schaamte als oorzaak van falend beleid in bedrijven en overheden.» – Eric de Brabander

Over ‘Dwarsliggers’ van Aart G. Broek in Antilliaans Dagblad, 18 mei 2013:
Aart Broek maakt in zijn essay duidelijk dat schaamte niet iets exclusiefs is voor de Japanse, Curaçaose of Marokkaanse samenlevingen die zouden worden gekenmerkt door een ‘schaamtecultuur’. Schaamteopwekkende praktijken van alle windstreken zijn bijvoorbeeld uitsluiting, langdurige pesterijen op school of op de werkvloer, emotionele verwaarlozing, huiselijk geweld, seksuele intimidatie en verkrachting. Alle vormen van vernedering en uitsluiting leiden tot gedrag dat schaamte en schande dient te voorkomen, ten koste van alles.

Lees hier of hier de recensie

Meer over Dwarsliggers

Meer over Aart G. Broek

Harman Nielsen – Het Lichte Duister. Fantasyroman

HARMAN NIELSEN
Het Lichte Duister

Boek 6 in de romancyclus Het Verscholen Volk
Fantasy
Paperback, 464 blz., € 22,00
ISBN 978-90-6265-822-0
Eerste druk 2013

Harman Nielsen schrijft gestaag verder aan zijn magnus opus over Het Verscholen Volk, de meest geroemde en best geschreven fantasyreeks van Nederlandse bodem. De liefhebbers hebben lang uitgezien naar Het Lichte Duister, het zesde verhaal uit de kronieken van Het Verscholen Volk. Ook deze roman wordt voorafgegaan door een inleiding waarin het verhaal van de voorgaande delen wordt samengevat, zodat elk deel ook afzonderlijk te lezen blijft.

‘Vroeger ging ik als meisje bij avond wel hoog de Toren van mijn vader in om ver beneden me in de stad de olielampen en vuurkorven en fakkels aan te zien gaan zodra het schemerde. De ene kronkelende straat na de andere gloeide dan op en na een poos lag van de westkade tot aan de oostmuur de stad daar. Heel,’ zei ze zacht. ‘Het was niet of iemand het deed. Het leek vanzelf te gaan, alsof de avond gewoon het een en het ander tegelijk was: het donker én de gloed van de lampen. Het lichte duister.’

Na te hebben bijgedragen aan de val van de Voogd en de nederlaag van diens leger jagers leidt Kat, de Zanger, met slechts zijn luit als gezelschap een zwervend bestaan. Negen jaar lang slaat hij de veranderingen gade die hij door zijn tover mee op gang heeft gebracht: de grotere bloei van de steden, de groeiende handel met het wagenvolk, en de nu ook voor het riviervolk lonkende welvaart. Eindelijk lijken vrede, vrijheid en voorspoed ieders deel te zullen worden.
Maar waar licht valt, valt schaduw. Voor sommigen is het heden niet vol genoeg en anderen hebben verlies uit het verleden nooit kunnen vergeten. Heimelijk worden plannen gesmeed, die een noodlottige wending nemen. En als de Middelste Stad wordt gehuld in duister dat dieper is dan beoogd, dreigt zelfs de tover van de Zanger tekort te schieten.

Vlak voor Kats voeten, ogenschijnlijk zonder reden, vatte de hooistapel vlam. Hij bukte zich, rukte Pos naar zich toe, en een brandende pijl boorde zich met een klap in het hout van de wagenbak op de plaats waar ze had gezeten. Kat vloekte hardop. Jagers!
‘Eraf! Snel!’ bracht hij hoestend uit tegen Pos terwijl een bijtende rook hem in het gezicht sloeg.
Dichtbij hinnikte een paard in paniek en een geweldige ruk aan de wagen bracht de bak kantelend omhoog door vuur en rook. Kat voelde een harde slag tegen zijn hoofd. Hij proefde bloed en terwijl hij viel reet iets hard en heet door het vlees van zijn rug. Een lang ogenblik leek hij te bestaan uit pijn; daarna was er enkel duisternis.

Meer over ‘Het Lichte Duister’
Meer over ‘Het verscholen Volk’