Diane di Prima – Revolutionaire brieven. Gedichten

DianeDiPrima Revolutionaie brievenDiane di Prima
Revolutionaire brieven

gedichten
USA
vertaald door Simon Vinkenoog
paperback, 80 blz.,
eerste uitgave 1979
ISBN 90 6265 023 6
uitverkocht

Diane di Prima (Brooklyn, 1934) geldt, al sinds ze in het midden van de jaren vijftig kennismaakte met Allen Ginsberg en Jack Kerouac en in de sfeer en de publicaties van de Beat Generation verzeild raakte, als een van de meest vooraanstaande dichteressen in de Verenigde staten. Ze publiceerde vanaf 1959 in totaal zeventien dichtbundels en de roman Herinneringen van een Beatnik. De Revolutionaire brieven verschenen in 1971 (herzien en aangevuld in 1974) en dateren dus uit de hoogtij-dagen van het politieke activisme aan het einde van de jaren zeventig. Deze gedichten bewijzen nog altijd, hoe waardevol en effectief poëzie kan zijn, geschreven door iemand die een uitgesproken, eigen levensvisie combineert met een beheerst en doorleefd gevoel voor de macht en de mogelijkheden van het woord.
Meer over Diane di Prima

Marian Pankowski – Beukenootje en andere verhalen

Marian Pankowski
Beukenootje en andere verhalen
Vertaling Paul Beers
Polen
Paperback 156 blz.,
ISBN 90-6265-027-9
Eerste uitgave 1979

De bundel Beukenootje en andere verhalen bevat alle vroegere verhalen, geschreven tussen 1959 en 1964, van de Poolse schrijver Marian Pankowski, en is als zodanig de eerste complete uitgave.
Zoals Matuga, de hoofdpersoon van de met zoveel instemming ontvangen roman Matuga komt, het literaire alter ego is van de auteur zelf, zo zijn ook de wederwaardigheden van de hoofdfiguren in deze verhalen – waarin het conflict tussen de maatschappelijk positie en de heimelijke binnenwereld een grote rol speelt – voor een groot deel terug te voeren op Pankowski’s biografie. ‘Bijna alles wat ik schrijf is figuratief en staat in relatie tot de eigen ervaring,’ zegt de auteur. ‘Maar, natuurlijk, ik vervorm; want waar zou de kunst blijven zonder die vervorming?’
Pankowski beschikt over het talent van de typische verhalenverteller: de snelle inzet, de trefzekerheid in het doseren van de spanning, de levendige en levensechte dialoog en het altijd perfecte slot. Voeg daarbij dat deze intellectueel kennelijk genoeg onder het volk is geweest om niet van de volkstaal vervreemd te raken, terwijl in de beschrijvende passages altijd de dichter herkenbaar blijft – en daar is die integrerende mengeling van proza en poëzie, van plechtig en triviaal, van decorum en erotiek, die Pankowski tot een zo oorspronkelijk en belangrijk schrijver maakt.

Marian Pankowski, in 1919 in Sanok (Polen) geboren, is als hoogleraar werkzaam aan de Université Libre te Brussel. Na zijn debuut als dichter in 1938 publiceerde hij sinds 1954 in hoofdzaak proza en toneel. In Nederland werd Pankowski geïntroduceerd in de tijdschriften Soma, De Revisor en Avenue Literair, waarna in 1978 de vertaling verscheen van de roman Matuga komt. Het boek kreeg veel lovende kritieken en stond wekenlang genoteerd in de HP-toptien.
Meer over Marian Pankowski

Harry Hoogstraten – Honderd paar schoenen op De treeplank van de papieren planeet Hensen en Wat winterboek

Harry Hoogstraten
Honderd paar schoenen op De treeplank van de papieren planeet Hensen en Wat winterboek
Nederland, gedichten
Paperback 80 blz.
ISBN 90-6265-053 8
Eerste druk 1980

Honderd paar schoenen op De treeplank van de papieren planeet Hensen en Wat winterboek is de eerste bundeling van oorspronkelijk Nederlands dichtwerk van de voorheen in hoofdzaak Engels schrijvende Harry Hoogstraten (1941), die naast dichter ook beeldend kunstenaar is. Eerder verschenen van Hoogstraten Onze ramen op het Oosten (een vertaalde selectie van zijn vroegere Engelse gedichten) en Boxing Days. Poems & Visuals 1975-1979.
Meer over Harry Hoogstraten

Sándor Csoóri – Cantata Profana. Gedichten

Sándor Csoóri
Cantata Profana
Hongarije, poëzie
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-032-5
Eerste editie in Mandalareeks 1979

De Hongaarse dichter Sándor Csoóri, in 1930 geboren als zoon van arme boerenouders, kwam aanvankelijk in de journalistiek terecht. Omstreeks 1963 maakte hij vooral naam als sociograaf, daarmee in de voetsporen tredend van Gyula Illyés. In zijn geschriften analyseerde Csoóri niet alleen de problemen van de boeren, maar pleitte tevens, als eerste, voor een nieuwe campagne à la Béla Bartók om nog iets van de ook in Hongarije langzaam tot uitsterven gedoemde volkskunst te redden.
Sándor Csoóri heeft zeven dichtbundels, vijf boeken met essayistisch werk en verscheidene filmscenario’s op zijn naam staan. De hier onder de titel Cantata Profana gepresenteerde keuze uit zijn poëtische oeuvre doet hem kennen als een hartstochtelijk, overtuigd kunstenaar, voor wie het woord (het beeld, de muziek) de laatste mogelijkheid is om terug te roepen (desnoods terug te vloeken) wat in onze zo onpersoonlijk geworden samenleving verloren is gegaan.
In 1977 was Sándor Csoóri te gast op Poetry International. Werk van zijn hand verscheen in o.m. Raster, Kentering en Mandal en in de bloemlezing De toren van het zwijgen.

Harry Hoogstraten – Boxing Days. Poems & Visuals 1975-1979

Harry Hoogstraten
Boxing Days
Poems & Visuals 1975-1979
Paperback 144 blz.,
ISBN 90-6265-038-4
Eerste uitgave 1979

«Harry Hoogstraten of Amsterdam is an international poet, writing in almost any language you can name. His American poems are pure pop art – he can deadpan in the funniest way. About the most ordinary occurrence. His love poems are sexy and outrageous and his long political poems have wonderful sounds in Dutch.
Welcome Harry to the stage!»

Harry Hoogstraten was born 12 September 1941 in Amsterdam Holland. Somewhere at the age of 18 he set out to travel the globe and has since lived in England, Italy, Greece, India, Japan, America, Denmark and Ireland and presently again in Amsterdam.
He has read his Dutch and English poems to audiences in most parts of Europe and also in many places big and small in America. His poems have been recorded on tape as well as for Dutch and American radio.
His visual works have been exhibited in Amsterdam, Rotterdam, Paris, Münster, Venice, Singapore, Tokyo and other places.
His book of poems include From the field (1968), Onze ramen op het oosten (1978) and Kiekjes (1979).

Wim Klinkenberg – Prins Bernhard. Een politieke biografie

Wim Klinkenberg
Prins Bernhard. Een politieke biografie
Paperback, geïllustreerd, 556 blz.,
Onze tijd / In de Knipscheer
Eerste uitgave 1979
ISBN 90-6265-042-2
UITVERKOCHT

Wim Klinkenberg wierp 23 jaar geleden de eerste steen. Sindsdien heeft zijn speurwerk naar de handel en wandel van de Prins der Nederlanden tot tal van opzienbarende publicaties geleid. Nu de carrière van de held van dit boek ten einde loopt, presenteert Klinkenberg zijn omvattende analyse van diens rol in de nationale en internationale politiek.
Bij deze afsluiting van zijn werk – dat naast een helder en gedurfd beeld van prins Bernhard ook uitzonderlijke observaties over andere prominenten in de politieke en economische top van Nederland bevat – legt de auteur tevens verantwoording af over zijn vertrouwelijke bronnen en omtrent de motieven die hem als marxistisch journalist ertoe bewogen, zich zo diepgaand met de Nederlandse dynastie bezig te houden.

Juist de Bondsrepubliek en Japan begrepen dat zij slechts dan een kans zouden maken ooit weer op wereldschaal aan de bak te komen, wanneer zij zich – althans voorlopig – zo nauw mogelijk met de machtigste der westelijke geallieerde overwinnaars zouden verbinden, een streven dat zich uiteraard wonderwel liet inpassen in de onmiddellijk na 1945 begonnen ‘koude oorlog’.
Alleen in dit kader kan de persoonlijke rol van Bernhard worden begrepen. Afgezien van het feit dat ook voor hem sinds lange jaren het adagium gold dat geld niet stinkt, kan zijn zakelijk en agentelijk boompje verwisselen alleen volledig worden verstaan wanneer men de grote politieke wereldkaart nauwlettend bestudeert.

«… een naslagwerk inzake een machtig interessante periode van de geschiedenis.» – Anton Constandse
Meer over Wim Klinkenberg

Vernie February – O snotverdriet. Afrikaanse gedigte

Vernie February
O snotverdriet. Afrikaanse gedigte
Zuid-Afrika
Paperback, 32 blz.,
Mandalareeks
Eerste uitgave 1979
ISBN 90-6265-031-7

Vernie February werd in 1938 geboren in Zuid-Afrika en woont vanaf 1964 als balling in Nederland. Hij doceert aan het Afrika Studiecentrum in Leiden en heeft daarnaast gastcolleges gegeven aan universiteiten in Afrika en de Verenigde Staten, onder meer over orale literatuur in Afrikaanse, Afro-Caribische en Afro-Amerikaanse gemeenschappen. Hij publiceerde tal van wetenschappelijke artikelen en promoveerde in 1977 op het proefschrift Flagillated Skin, A Fine Fetish.
Sinds enkele jaren, met name sinds de manifestatie Kunst Contra Apartheid die in mei 1976 in ballingschap levende Zuid-afrikaanse kunstenaars uit de hele wereld bijeenbracht, manifesteert Vernie February zich meer en meer ook als dichter, zowel in het Afrikaans als in het Engels, met publicaties in tijdschriften in Amerika, Suriname, België en Nederland.
Voor O snotverdriet, zijn debuutbundel, koos hij uit zijn Afrikaanse gedichten, die treffen door een heel persoonlijke, zuivere emotionaliteit.

Léon de Winter – De (ver)wording van de jongere Dürer. Tweede druk

Léon de Winter
De (ver)wording van de jongere Dürer
Nederlands, Roman
Paperback, 188 blz.
Eerste druk mei 1978
Tweede druk juni 1979
ISBN 978 90 6265 014 7
UITVERKOCHT

«In De (ver)wording van de jongere Dürer leest de hoofdfiguur twee boeken: Het ene is Aus dem Leben eines Taugenichts van de romantische schrijver Von Eichendorff; het ander De angst van de doelman voor de strafschop van Peter Handke. De ‘Werdegang’ van Dürer verloopt tussen deze twee romans.
Pas als Dürer het hemelsbreed verschil dat tussen deze twee werelden ligt heeft afgelegd is hij geworden tot wat hij moest worden: een zwijgende zonderling in een krankzinnigengesticht, die de wereld de rug heeft toegekeerd.
Het verhaal is eenvoudig genoeg. De werkloze jongere Dürer (zonder voornaam) keert in het begin van het verhaal terug uit een jeugdgevangenis waar hij twee maanden heeft gezeten wegens joy-riding met een taxi. In de gevangenis heeft hij het boek van Von Eichendorff glezen dat grote indruk op hem maakt omdat het vertelt van een mooiere wereld dan die waarin Dürer na twee maanden terugkeert. Die laatste bestaat uit de ouderlijke woning van Dürer in de buitenwijken van A., waar rijen flats, parkeerplaatsen, winkelcentra en zinloosheid het voor het zeggen hebben. Er gebeurt niets in die wereld, alles, de televisieprogramma’s, de nieuwsberichten bestaan uit een ‘kwaadaardige onbeweeglijkheid’. Zodra Dürer beseft dat hij evenals de held Taugenicht uit de roman die wereld moet ontvluchten. In de voetsporen van Taugenicht vertrekt hij liftend op weg naar Italië. In München echter strandt hij en maakt hij mee wat alle lifters uit ervaring kennen: het dagenlang rondhangen langs uitvalswegen, zonder dat er een automobilist stopt. Bovendien komt hij er in München, door enkele opmerkingen van Italiaanse gastarbeiders, achter dat het Italië dat hij uit het boek van Taugenicht gedroomd had, helemaal niet bestaat. Hij keert terug naar Nederland, heeft een vijfendertig uur durende liefde voor een meisje dat hij in de trein ontmoet heeft, gaat in hongerstaking en steekt een taxichauffeur dood. Het boek eindigt als Dürer zwijgend in een inrichting zit.
Met moet van goede huize komen wil men zo’n – toch saillant gegeven hanteren. Léon de Winter komt van goeden huize.»
– Doeschka Meysing (Vrij Nederland)

Ian Watson – Het sprakeloze reservaat. Roman

IAN WATSON
Het sprakeloze reservaat
Oorspronkelijke titel The Embedding
Vertaling Marijke Emeis
Paperback 240 blz.,
Eerste uitgave 1979
ISBN 978 90 6265 028 7
UITVERKOCHT

Een confrontatie met bezoekers uit de ruimte… Gedreven marxisten die zich, gevangen in hun strakke jargon, op kamikaze-achtige wijze opofferen om een stuwdam in het Matto Grosso-gebied te saboteren… Indianen, die verstrikt in hun net van hallucinerende middelen, wachten op de komst van een wanstaltige kristus… Een antropoloog die een atonaal Frans gedicht als bijbel hanteert… Een taalwetenschapper die bestormd wordt door menselijke gevoelens, en er dus geen weg mee weet… Steriele kinderen die in een absoluut laboratorium-isolement proberen de grenzen van de taal te overschrijden…
Dat is grofweg het recept van deze wervelende debuutroman van de Engelse auteur Ian Watson, waarin het gaat over niets meer of minder dan de vraag wat taal voor ons betekent en over het besef van onze machteloosheid in een wereld die steeds meer gaat lijken op het sprakeloze reservaat.

Ian Watson (Tyneside, 1943) studeerde Engelse taal- en letterkunde in Oxford en doceerde in Engeland, Tanzania en Japan. In 1977 ontving hij de British Science Fiction Award.

Francisco Borja da Costa – De schreeuw van Maubere

Francisco Borja da Costa
De schreeuw van Maubere
Strijdliederen voor het volk van Oost-Timor

Oorspronkelijke titel Poesias Revolicionárias e de Luta Contra o Colonialismo
Oost-Timor, poëzie
Vertaling uit het Portugees
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-17-1
Eerste editie in Mandalareeks 1979

Op 7 december 1975 vielen Indonesische troepen hun buurland Oost-Timor binnen. De onafhankelijkheid van Maubere, het volk van Oost-Timor, was toen negen dagen oud. Tijdens de invasie werd in Dili, de hoofdstad, een wreed bloedbad aangericht. Eén van de vele slachtoffers die dag was Francisco Borja da Costa.
Met Borja’s dood werd de stem van een groot dichter tot zwijgen gebracht. Zijn gedichten – deels in het Tetum, deels in het Portugees – tekenen de roerige periode sinds het einde van de Portugese overheersing (1974) tot aan de Indonesische invasie – een tijd van armoede, van bloedige interventies, maar ook van opbouw, van alfabetiseringscampagnes, van een groeiend besef van eigen kracht. Ze zijn de schreeuw van een volk dat na eeuwenlange koloniale onderdrukking vecht voor een eigen culturele en politieke identiteit.

Francisco Borja da Costa werd geboren op 14 oktober 1946 in Fatu Berliu, aan de zuidkust van Oost-imor, als zoon van een inheems dorpshoofd. Net als vele andere Fretilin-leiders genoot hij een opleiding aan een Jezuïeten-college. Al vroeg maakte hij deel uit van een anti-koloniale groep. Van 1973 tot midden 1974 verbleef Borja in Lissabon, waar de ontwikkelingen rond de Anjerrevolutie zijn politieke inzichten verdiepten. Na zijn terugkeer werd hij een van de leiders van het Fretilin. Op 7 december 1975, op 29-jarige leeftijd, werd hij tijdens de Indonesische invasie vermoord.