Marian Pankowski – Matuga komt.

Marian Pankowski
Matuga komt
Oorspronkelijke titel Matuga idzie
Vertaling Paul Beers en Pszisko Jacobs
Pools
Paperback 206 blz.,
ISBN 90-6265-012-0
Eerste uitgave 1978

Matuga komt bevat in een twintigtal hoofdstukken, die toch min of meer op zichzelf staande eenheden vormen, het tot beelden verdichte levensverhaal van de jong Pool Wladzio Matuga. Na zijn jeugd temidden van de Poolse natuur en cultuur komt hij in een Duits concentratiekamp terecht, brengt het er levend af en belandt dan in België. Daar moet hij als zwerver tussen de bedelaars, als emigrant tussen zijn lotgenoten, en als emotioneel en seksueel vereenzaamde zijn bestaan weer van de grond af opbouwen.
Toch komen de woorden Polen, Duitsland en België in het hele boek niet voor. Zij laten zich alleen afleiden uit de biografie van de schrijver zelf die in ‘Matuga’ zijn eigen leven literair heeft getransformeerd. Hijzelf heeft als jonge Pool de jaren 1942-1945 in verschillende concentratiekampen doorgebracht. En hijzelf is direct na de oorlog naar België geëmigreerd, waar hij zijn studie voortzette.
Van dit alles vinden wij in Matuga komt geen direct verslag. Tot in details is het een boek van aanduidingen, suggesties, geschreven door een gerijpt kunstenaar die zich niet op sleeptouw laat nemen door zijn emotionele stof, maar door een afstand van jaren de taal en haar spanningen tot in de perfectie beheerst. Mogen de eerste, in Polen spelende hoofdstukken wel eens hoge eisen stellen aan de lezer, allengs ontpopt Pandkowski zich behalve als dichter ook als oorspronkelijk verteller die proza en poëzie tot een ideale eenheid weet te versmelten.

Marian Pankowski, in 1919 te Sanok (Polen) geboren, is als hoogleraar werkzaam aan de Université Libre te Brussel. Na zijn debuut als dichter in 1938 publiceerde hij sinds 1954 in hoofdzaak proza en toneel. Twee van zijn stukken werden opgevoerd in Parijs, een in Genève. In Nederland werd Pankowski door Paul Beers geïntroduceerd in de laatste nummers van Soma (1972) met fragmenten uit Matuga komt en een gesprek over Witold Grombowicz. De Revisor publiceerde daarna enkele hoofdstukken uit Matuga komt en de novelle Beukenootje. Pankowski verzorgde het nawoord bij de Nederlandse editie van Grombowicz’ roman Trans-Atlantisch, voorts verschenen verhalen van hem in Avenue Literair.
Meer over Marian Pankowski

N. Scott Momaday – Onder een dak van dageraad. Roman

N. Scott Momaday
Onder een dak van dageraad
Oorspronkelijke titel House Made of Dawn
De Indiaanse Bibliotheek – 1
Vertaling Lieke Frese
200 blz.,
Eerste druk 1978
ISBN 978 90 6265 021 X
UITVERKOCHT

De hoofdpersoon van Onder een dak van dageraad is de jonge Indiaan Abel. Hij heeft als Amerikaanse soldaat gevochten in de Tweede Wereldoorlog. Na terugkeer in het reservaat, waar hij door zijn grootvader is opgevoed, ontdekt hij dat de wereld veranderd is en hij zich noch in het oude leven, noch in de grote blanke wereld op zijn plaatsvoelt.
Nadat hij in dronkenschap een blanke man gedood heeft komt Abel in de gevangenis terecht, maar omdat de justitie geen raad weet met de vreemde omstandigheden waaronder het noodlottige ongeval plaatsvond, wordt hij spoedig weer vrijgelaten.
In de grote stad leidt Abel daarna een elven van toenemende wanhoop en wanorde. Uiteindelijk keert hij, omdat hij letterlijk nergens meer kan gaan of staan, voor de tweede maal terug naar het reservaat. Daar leert hij, onder een dak van dagraad, de betekenis en de zin van ht leven langzamerhand opnieuw begrijpen.

Onder een dak van dageraad (‘House Made of Dawn’) was in 1968 de eerste roman ooit door een Indiaan geschreven. Het boek kreeg zeer lovende kritieken en werd in 1969 onderscheiden met de Pulitzer-prijs voor fictie.

N. Scott Momaday (1934) is een Kiowa0Indiaan. Naast Onder een dak van dageraad heeft hij drie boeken gepubliceerd: ‘The Gourd Dancer’ (poëzie), ‘The Way to Rainy Mountain’ (traditionele vertellingen) en ‘The Names’ (autobiografische roman). Hij woont in Californië, waar hij aan de Universiteit van Standford Engelse literatuur doceert.
Meer over de Indiaanse Bibliotheek

Léon de Winter – De (ver)wording van de jongere Dürer. Roman

Léon de Winter
De (ver)wording van de jongere Dürer
Nederlands, Roman
Paperback, 188 blz.
Eerste druk mei 1978
ISBN 978 90 6265 014 7
UITVERKOCHT

Na zijn opvallende intrede in de Nederlandse literatuur met de bundel prozateksten Over de leegte in de wereld presenteert Léon de Winter nu zijn eerste roman, die garant staat voor zijn definitieve doorbraak naar het Nederlandse lezerspubliek.

De hoofdpersoon van De (ver)wording van de jongere Dürer is een intelligente, net volwassen geworden jongeman, die door opvoeding en milieu niet tot ontplooiing is kunnen komen. Het boek begint als hij vrijkomt uit de jeugdgevangenis, waar hij twee maanden heeft gezeten voor het stelen van een taxi. In de gevangenisbibliotheek is hij zich voor het eerst bewust geworden van zijn gevoelens, waarbij de werken van de Romantici een krachtige invloed uitoefenden. Zijn, met name aan Jozef von Eichendorff’s Aus dem Leben eines Taugenichts ontleende, termen blijken echter niet geschikt om zijn ervaringen en relaties in de ‘vrije wereld’ voor zichzelf te verwoorden. Er ontstaat een conflict tussen wat Handke de Buitenwereld en de Binnenwereld noemt, een noodlottig conflict dat hem uiteindelijk terugbrengt tot wat hij in ht begin was: een wezen zonder macht over het woord, een dier. De vraag die overblijft is of dit laatste wording of verwording genoemd moet worden.

De (ver)wording van de jongere Dürer is vooral een zeer eigentijdse roman die, zonder ook maar even modieus of aan actualiteit gebonden te zijn, een indringend beeld geeft van het leven op de grens van de volwassenheid, op de drempel van de jaren tachtig, in de buitenwijken van de grote stad, waarin eenzaamheid, onleefbaarheid, werkeloosheid en jeugdcriminaliteit al bijna vertrouwde problemen zijn.

Distance Call: Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder

DistanceCallKen Mangroelal
Distance Call: Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder

Novelle
Mandalareeks
Aruba, Nederland
32 blz. € 15,-
ISBN 90 6265 016 3
Eerste druk 1978
Uitverkocht

In Distance Call. Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder beschrijft Ken Mangroelal in eenvoudige, maar poëtische taal een in feite algemeen menselijk problematiek: de groei naar volwassenheid, het zoeken naar een eigen identiteit, naar ‘bestaansgrond’. De schrijver komt tot het besef dat de kloof die hij daartoe moet overbruggen niet alleen een generatiekloof is, maar veeleer een historische, culturele kloof.
Hij beseft dat de liefdeloosheid van zijn moeder en de haatgevoelgens waarmee hij zich uit haar wurggreep tracht los te rukken niet met psychologische termen verklaard kunnen worden, maar het resultaat zijn van een door het kolonialisme opgelegd proces dat zelfvernietiging heet.
Dat besef maakt dat deze, uit overdenkingen, overleveringen en herinneringen opgebouwde, brief ver uitstijgt boven de individuele worsteling. Distance Call is een roep om liefde en begrip, maar vooral een roep om vrijheid: een waardevolle, stimulerende bijdrage aan de afrekening met de naweeën van ons koloniaal verleden.

Ken Mangroelal werd in 1948 geboren op Aruba uit Surinaamse ouders. In 1965 kwam hij naar Amsterdam om filosofie te studeren. Distance Call is zijn debuut als schrijver.

Craig Strete – In Geronimo’s doodkist. Gedichten

90-6265-006-6-1CRAIG STRETE
In Geronimo’s doodkist

Amerika, Indiaans, Poëzie
Vertaling: Jos Knipscheer
Paperback, 32 blz.,
ISBN 90-6265-006-6
Eerste druk 1977
UITVERKOCHT

De Indiaanse schrijver Craig Strete oogstte veel bewondering voor zijn, voorlopig nog slechts in het Nederlands verschenen, verhalenbundel Als al het andere faaalt kunnen we de zweep leggen over de ogen van het paard en hem laten huilen en slapen.
Wederom eerst in Nederlandse vertaling presenteert Strete zich nu ook als dichter.
In Geronimo’s doodkist zagen we blanke camera’s Indiaanse wormen interviewen – zoals het lange titelgedicht voluit heet – ontleent zijn magische kracht opnieuw aan de unieke, schokkende combinatie van overgeleverde mythologie en zeer eigentijdse paranoia, en kan beschouwd worden als een soort beginselverklaring voor zijn schrijverschap.
Twee korte gedichten, waarvoor het legendarische Apachen-opperhoofd Geronimo eveneens als inspiratiebron optrad (Bloed is een krijger aan Geronimo’s kan van de hemel en Geronimo’s waarschuwing), completeren de bundel.

Craig Strete (Fort Wayne, 1950), Cherokee-Indiaan en lid van de American Indian Movement, woont afwisslend in Irvine en North Hollywood, Californië.

Peter H. van Lieshout – Zo goed als nieuw

Lieshout-Zo goed als nieuw-75Peter H. van Lieshout
Zo goed als nieuw
Bewaarde gedichten ’66-’76

Gebrocheerd, 72 blz.
Eerste druk november 1976
Tweede oplage februari 1981
90 6265 003 1
uitverkocht

Elf jaar geleden debuteerde Peter H. van Lieshout (Den Bosch, 1946) als dichter in Podium. Sindsdien werden zijn gedichten gepubliceerd in alle belangrijke literaire tijdschriften in Noord- en Zuid-Nederland (De Gids, Podium, Maatstaf, Hollands Maandblad, Bosch/age, Mandala enz.) en herdrukt in jaarbundels als Literair Akkoord en Vandaag en zelfs schoolboeken. Nu, elf jaar later, verschijnt eindelijk Van Lieshout’s eerste dichtbundel, Zo goed als nieuw, een stevige verzameling poëzie uit de perioden 1966-69 en 1973-76.

De in deze bundel opgenomen gedichten, die tien jaren ervaring en ontwikkeling dokumenteren, worden gekenmerkt door een scherpe observatie van steden en landschappen, met daarin het telkens terugkerende element van vertrek en terugkeer, van reizen, van op weg zijn door ruimte en tijd. Zij sluiten aan op een internationale traditie van vernieuwing, zoals die zich met name in de Verenigde Staten manifesteerde en nog steeds manifesteert in de Black Mountain en Beat Generatie, en recentelijker in de Backcountry Writing.

Peter H. van Lieshout woont in Amsterdam, is redakteur van het literaire tijdschrift Mandala en werkzaam als vertaler en recensent. Hij publiceerde twee romans, ‘De Generalenrepetitie’ (Querido, 1966) en ‘Slow Motion’ (Agathon, 1974). Tegelijk met ‘Zo goed als nieuw’ verscheen bij de Fizz-Subvers Press in Alkmaar een dichtbundeltje onder de titel ‘Belevenissen 1965’.

Momenteel werkt hij aan zijn derde roman, ‘Bossche Getijden’.

«Peter van Lieshout is begonnen werkelijk poëzie te schrijven: de cyclus De ijsvogelzang is bijzonder geslaagd. Want dacht je nou echt dat ik al deze moeite nam om een boek te recenseren dat voor de volle 100 % uit modder en lekke banden bestond? Welnee!» (De Nieuwe Linie, Sjoerd Kuyper)

«Van Lieshout, een van de ‘oprichters van de onstuimige beweging De Brabantse School, lijkt de laatste jaren serieuzer: het einde van zijn bundel Zo goed als nieuw is van zo’n hoopgevende transparantie dat je het gevoel krijgt dat de dichter ten slotte zijn ‘ruimtevrees’ heeft overwonnen.» (Hollands Diep, Peter Nijmeijer)

«Poëzie meer van het toon- dan van het woordgenre, de modieuze toon van eens. Verzen voor de vrienden zullen we maar zeggen. In het tweede deel wordt de dichter woordbewuster, de toon gaat eruit.» (De Volkskrant, Kees Fens)

«In de bundel van Van Lieshout staan mooie stukken en soms heel rake beelden. Ze stammen uit twee periodes; de latere gedichten lijken wat geconcentreerder te zijn dan de eerdere.» (NRC Handelsblad, Karel Soudijn)

«Waarom Van Lieshout zijn gedichten zolang bewaard heeft, is voor mij een raadsel. Hopelijk hoeft de lezer niet tot 1986 te wachten om ‘opnieuw bewaarde gedichten’ te lezen.» (Bzzlletin, Hans van de Waarsenburg)

Edgar Cairo – Adoebe Lobi / Alles tegen alles. Roman

Edgar Cairo
Adoebe Lobi / Alles tegen alles
Nederland, Suriname, roman
Paperback 244 blz.,
Eerste druk november 1977
ISBN 978 90 6265 011 2
UITVERKOCHT

Edgar Cairo (Paramaribo, 1948) heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot de belangrijkste en productiefste Caraïbische auteur in het Nederlands taalgebied.

Adoebe Lobi/Alles tegen alles, zijn tweede in de rijkdom van het Surinaams-Nederlands geschreven roman, speelt zich af in het Suriname van kort voor de onafhankelijkheid, een land vol innerlijke tegenspraak. In die gespleten wereld voert de jeugdige hoofdpersoon van de roman, Roy, zijn strijd voor persoonlijke onafhankelijkheid. Hij staat voor de maatschappelijke én persoonlijke vuurproef van het eindexamen, én voor de beslissing om, net als steeds meer van zijn landgenoten, naar Holland te vertrekken ofwel, als ‘een verziekte idealist’, in Suriname achter te blijven.
Zal Roy slagen? Zal hij blijven? En waarom? Of waarom niet?
Adoebe-Lobi betekent letterlijk ‘epileptische liefde’: de auteur kiest uiteindelijk zowel voor als tegen zijn land. Zijn roman is echter veel meer dan een ‘persoonlijk’ document. Maatschappelijke conflicten spelen er een grote rol in: de strijd tussen Creolen en Hindoestanen, de gesloten wereld van de handelaren tegen die van de maatschappijbewusten, de lichthuidigen contra de donkerhuidigen, de wrijvingen die voortkomen uit het verschil tussen rijk en arm, de positie van de vele Nederlanders van Europese afkomst.
Kortom , in Adoebe Lobi/ Alles tegen alles gaat een wereld open die uit vele werelden blijkt te bestaan.

Edgar Cairo woont in Amsterdam, waar hij theoretische literatuurwetenschap studeert. Hij is dichter, toneelschrijver en romanschrijver. Momenteel werkt hij aan een nieuwe roman.

De pers over Adoebe Lobi / Alles tegen alles:
«De publicatie van deze roman is een gebeurtenis. Dat de ‘lessen’ boeiend en beeldend gegeven worden strekt de schrijver niet alleen tot eer, hij bewijst ermee in de eerste plaats een echte schrijver te zijn. Wat kan men meer wensen! Cairo is een natuurtalent.»
(Elseviers Magazine, Tom van Ewijk)

«Een boeiend geschreven roman die je in één adem uitleest.»
(Eindhovens Dagblad, Archie Sumter)

«Een interessante roman en om literaire zowel als buitenliteraire redenen de moeite waard er kennis van te nemen.»
(Leeuwarder Courant, Ab Visser)

«Laat er geen misverstand over bestaan: Adoebe-Lobi / Alles tegen alles is door elke niet-Surinaamse Nederlander probleemloos te lezen. Hij zal verbaasd staan over de buigzaamheid van zijn taal, door de geschiedenis gekneed tot een Surinaams-Nederlandse cultuurtaal waarin Edgar Cairo overtuigend een Surinaams-Nederlandse literaire traditie inzet.»
(De Volkskrant, Jan Kees van de Werk)

Léon de Winter – Over de leegte in de wereld. Prozateksten

Léon de Winter
Over de leegte in de wereld. Prozateksten
Nederland
Paperback, 144 blz.,
ISBN 978-90 6265 001 5
UITVERKOCHT

Het debuut van de jeugdige Léon de Winter, markeert de doorbraak van een nieuwe, jonge generatie in de Nederlandse literatuur. De zestien ‘prozateksten’ in deze bundel geven blijk van een grenzenloze, on-Hollandse visie, die zich in het oer-Hollandse realisme van de afgelopen jaren pijnlijk ontbroken heeft.
Léon de Winter studeert in Amsterdam aan de Nederlandse Filmacademie, een achtergrond die men in de verbeeldingswereld van deze teksten voortdurend zal herkennen. De Winter combineert de talenten van Handke en Wenders en het resultaat mag verbluffend en uitdagend genoemd worden.

Anton Koolhaas:
«De titel van de bundel is zeer goed gekozen, want praktisch alle personages, situaties en beschrijvingen transponeert hij naar dat uitgangspunt van de wereld als een ons omringende leegte. Hij komt daarbij tot ene vorm die telkens vrijwel tegelijkertijd het uiterste van lichamelijkheid en afstandelijkheid is. Hij doet dit niet als een soort truc om een ‘eigen wereld’ te scheppen, maar inderdaad van een gekozen standpunt uit, waarin mensen situaties en attributen volledig op elkaar betrokken zijn en elkaar bepalend beïnvloeden.
De angst voor het onbekende is voortdurend aanwezig, op een vreemd dreigende manier doorgaans. Dat die angs als dreigend overkomt is een goed teken voor de kracht waarmee hij zich weet in te leven.
Er zijn natuurlijk de nodige Kafka-achtige momenten, soms doet iets aan Alberts denken, op andere momenten zijn er vergelijkingen aan te treffen met de nauwgezetheid van Peskens. De Winter de lezer inderdaad in een eigen wereld voert, die soms vermoeiend is, maar op een uitermate bizarre manier bijzonder boeiend blijkt.»

Léon de Winter (1954) komt uit Den Bosch. In 1973 ontving hij voor de novelle Revolutie de ontmoetingsprijs van de Stichting Literaire Dagen. Verhalen uit deze bundel verschenen o.m. in ‘t Kofschip en Mandala.

Mahmoud Darwish – Ahmad Zaatar. Poëzie

MAHMOUD DARWISH
Ahmad Zaatar
Poëzie. Palestina
Tweetalig Nederlands-Arabisch
Vertaling Lieve Joris
Tekeningen Kamal Boullata
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-009-0
Eerste editie in Mandalareeks september 1977

In de nacht van 13 op 14 augustus 1976 viel de Islamitische wijk Tel Zaatar (Heuvel van Tijm) in oostelijk Beiroet. Na bijna twee maanden vechten tegen de belegering van rechtse Christenen moesten de Palestijnen en de andere linkse Islamieten zich uiteindelijk gewonnen geven. Niet lang daarna werd Tel Zaatar met de grond gelijkgemaakt. Een massagraf voor 5000 doden…
Mahmoud Darwish schreef Ahmad Zaatar in de week voorafgaande aan de val van Tel Zaatar, een bewoner van het kamp, die hij nu eens toespreekt, dan weer aan het woord laat, en met wie hij zich soms ook identificeert. Ahmad Zaatar is als het ware de stem van het Palestijnse volk. Hij is zonder thuis en zonder identiteit, een van de ontelbare slachtoffers van het Palestijnse dilemma.
Ahmad Zaatar is een indrukwekkende getuigenis, die – ook om zijn poëtische kracht – in de hele wereld gehoord verdient te worden.

Mahmoud Darwish (1941) zat als radicaal student meerdere malen gevangen in Israel. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1964 en leverde hem internationale faam op als ‘dichter van het Palestijnse verzet’. In 1970 werd hem in Moskou de Lotusprijs toegekend. In 1972 was hij te gast op het Poetry International Festival in Rotterdam. In 1980 kreeg hij de Poëzieprijs van de Middellandse-Zeelanden en in 1982 trad hij op in Amsterdam op het One World Poetry Festival.

«Opvallend zijn de overeenkomsten die Darwish tekent, vooral waar hij Tel al Zaatar Massada noemt, het joodse symbool van heldenmoed in de strijd tegen de Romeinen.» – Albert Stol in Onze Wereld (november 1977)
Meer over Mahmoud Darwish

Franco Beltrametti – Oog in oog. Gedichten

Franco Beltrametti
Oog in oog
Oorspronkelijke titel Face to Face
Italië, poëzie
Vertaling Harry Hoogstraten
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-008-2
Eerste editie in Mandalareeks 1977

De Italiaanse dichter Franco Beltrametti behoort, met dichters als Gary Snyder, James Koller en Lew Welch, tot de zogenaamde Back-country-school, een internationale stroming in de moderne poëzie die een synthese nastreeft van westerse en oosterse culturen, van historie en de eigen tijd, van Indiaanse overlevering en de boeddhistische inzichten, van stad en platteland.
De in Oog in oog vertaalde gedichten vormen een selectie uit de tussen 1971 en 1973 gepubliceerde bundels In Transito, Fuori dai Margini, Voli Rotti en Testi O/Scuri en verschenen in een tweetalige, Italiaans-Engelse, uitgave bij Grosseteste Review Books onder de titel Face to Face.

Over Oog in oog schreef de Engelse criticus David Miller:
«De poëzie van Franco Beltrametti heeft een soort onverhoedse, profetische kracht, intuïtief en doordacht tegelijk, een prachtige combinatie van visioenen, maatschappelijk bewustzijn en gezond verstand.»

Franco Beltrametti werd in 1937 in Locarno geboren. Hij studeerde architectuur in Züric en woont, na een langdurig verblijf in Japan, afwisselend in Zwitserland en Calinfornië. Hij publiceerde een tiental poëziebundels.