Distance Call: Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder

DistanceCallKen Mangroelal
Distance Call: Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder

Novelle
Mandalareeks
Aruba, Nederland
32 blz. € 15,-
ISBN 90 6265 016 3
Eerste druk 1978
Uitverkocht

In Distance Call. Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder beschrijft Ken Mangroelal in eenvoudige, maar poëtische taal een in feite algemeen menselijk problematiek: de groei naar volwassenheid, het zoeken naar een eigen identiteit, naar ‘bestaansgrond’. De schrijver komt tot het besef dat de kloof die hij daartoe moet overbruggen niet alleen een generatiekloof is, maar veeleer een historische, culturele kloof.
Hij beseft dat de liefdeloosheid van zijn moeder en de haatgevoelgens waarmee hij zich uit haar wurggreep tracht los te rukken niet met psychologische termen verklaard kunnen worden, maar het resultaat zijn van een door het kolonialisme opgelegd proces dat zelfvernietiging heet.
Dat besef maakt dat deze, uit overdenkingen, overleveringen en herinneringen opgebouwde, brief ver uitstijgt boven de individuele worsteling. Distance Call is een roep om liefde en begrip, maar vooral een roep om vrijheid: een waardevolle, stimulerende bijdrage aan de afrekening met de naweeën van ons koloniaal verleden.

Ken Mangroelal werd in 1948 geboren op Aruba uit Surinaamse ouders. In 1965 kwam hij naar Amsterdam om filosofie te studeren. Distance Call is zijn debuut als schrijver.

Craig Strete – In Geronimo’s doodkist. Gedichten

90-6265-006-6-1CRAIG STRETE
In Geronimo’s doodkist

Amerika, Indiaans, Poëzie
Vertaling: Jos Knipscheer
Paperback, 32 blz.,
ISBN 90-6265-006-6
Eerste druk 1977
UITVERKOCHT

De Indiaanse schrijver Craig Strete oogstte veel bewondering voor zijn, voorlopig nog slechts in het Nederlands verschenen, verhalenbundel Als al het andere faaalt kunnen we de zweep leggen over de ogen van het paard en hem laten huilen en slapen.
Wederom eerst in Nederlandse vertaling presenteert Strete zich nu ook als dichter.
In Geronimo’s doodkist zagen we blanke camera’s Indiaanse wormen interviewen – zoals het lange titelgedicht voluit heet – ontleent zijn magische kracht opnieuw aan de unieke, schokkende combinatie van overgeleverde mythologie en zeer eigentijdse paranoia, en kan beschouwd worden als een soort beginselverklaring voor zijn schrijverschap.
Twee korte gedichten, waarvoor het legendarische Apachen-opperhoofd Geronimo eveneens als inspiratiebron optrad (Bloed is een krijger aan Geronimo’s kan van de hemel en Geronimo’s waarschuwing), completeren de bundel.

Craig Strete (Fort Wayne, 1950), Cherokee-Indiaan en lid van de American Indian Movement, woont afwisslend in Irvine en North Hollywood, Californië.

Peter H. van Lieshout – Zo goed als nieuw

Lieshout-Zo goed als nieuw-75Peter H. van Lieshout
Zo goed als nieuw
Bewaarde gedichten ’66-’76

Gebrocheerd, 72 blz.
Eerste druk november 1976
Tweede oplage februari 1981
90 6265 003 1
uitverkocht

Elf jaar geleden debuteerde Peter H. van Lieshout (Den Bosch, 1946) als dichter in Podium. Sindsdien werden zijn gedichten gepubliceerd in alle belangrijke literaire tijdschriften in Noord- en Zuid-Nederland (De Gids, Podium, Maatstaf, Hollands Maandblad, Bosch/age, Mandala enz.) en herdrukt in jaarbundels als Literair Akkoord en Vandaag en zelfs schoolboeken. Nu, elf jaar later, verschijnt eindelijk Van Lieshout’s eerste dichtbundel, Zo goed als nieuw, een stevige verzameling poëzie uit de perioden 1966-69 en 1973-76.

De in deze bundel opgenomen gedichten, die tien jaren ervaring en ontwikkeling dokumenteren, worden gekenmerkt door een scherpe observatie van steden en landschappen, met daarin het telkens terugkerende element van vertrek en terugkeer, van reizen, van op weg zijn door ruimte en tijd. Zij sluiten aan op een internationale traditie van vernieuwing, zoals die zich met name in de Verenigde Staten manifesteerde en nog steeds manifesteert in de Black Mountain en Beat Generatie, en recentelijker in de Backcountry Writing.

Peter H. van Lieshout woont in Amsterdam, is redakteur van het literaire tijdschrift Mandala en werkzaam als vertaler en recensent. Hij publiceerde twee romans, ‘De Generalenrepetitie’ (Querido, 1966) en ‘Slow Motion’ (Agathon, 1974). Tegelijk met ‘Zo goed als nieuw’ verscheen bij de Fizz-Subvers Press in Alkmaar een dichtbundeltje onder de titel ‘Belevenissen 1965’.

Momenteel werkt hij aan zijn derde roman, ‘Bossche Getijden’.

«Peter van Lieshout is begonnen werkelijk poëzie te schrijven: de cyclus De ijsvogelzang is bijzonder geslaagd. Want dacht je nou echt dat ik al deze moeite nam om een boek te recenseren dat voor de volle 100 % uit modder en lekke banden bestond? Welnee!» (De Nieuwe Linie, Sjoerd Kuyper)

«Van Lieshout, een van de ‘oprichters van de onstuimige beweging De Brabantse School, lijkt de laatste jaren serieuzer: het einde van zijn bundel Zo goed als nieuw is van zo’n hoopgevende transparantie dat je het gevoel krijgt dat de dichter ten slotte zijn ‘ruimtevrees’ heeft overwonnen.» (Hollands Diep, Peter Nijmeijer)

«Poëzie meer van het toon- dan van het woordgenre, de modieuze toon van eens. Verzen voor de vrienden zullen we maar zeggen. In het tweede deel wordt de dichter woordbewuster, de toon gaat eruit.» (De Volkskrant, Kees Fens)

«In de bundel van Van Lieshout staan mooie stukken en soms heel rake beelden. Ze stammen uit twee periodes; de latere gedichten lijken wat geconcentreerder te zijn dan de eerdere.» (NRC Handelsblad, Karel Soudijn)

«Waarom Van Lieshout zijn gedichten zolang bewaard heeft, is voor mij een raadsel. Hopelijk hoeft de lezer niet tot 1986 te wachten om ‘opnieuw bewaarde gedichten’ te lezen.» (Bzzlletin, Hans van de Waarsenburg)

Edgar Cairo – Adoebe Lobi / Alles tegen alles. Roman

Edgar Cairo
Adoebe Lobi / Alles tegen alles
Nederland, Suriname, roman
Paperback 244 blz.,
Eerste druk november 1977
ISBN 978 90 6265 011 2
UITVERKOCHT

Edgar Cairo (Paramaribo, 1948) heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot de belangrijkste en productiefste Caraïbische auteur in het Nederlands taalgebied.

Adoebe Lobi/Alles tegen alles, zijn tweede in de rijkdom van het Surinaams-Nederlands geschreven roman, speelt zich af in het Suriname van kort voor de onafhankelijkheid, een land vol innerlijke tegenspraak. In die gespleten wereld voert de jeugdige hoofdpersoon van de roman, Roy, zijn strijd voor persoonlijke onafhankelijkheid. Hij staat voor de maatschappelijke én persoonlijke vuurproef van het eindexamen, én voor de beslissing om, net als steeds meer van zijn landgenoten, naar Holland te vertrekken ofwel, als ‘een verziekte idealist’, in Suriname achter te blijven.
Zal Roy slagen? Zal hij blijven? En waarom? Of waarom niet?
Adoebe-Lobi betekent letterlijk ‘epileptische liefde’: de auteur kiest uiteindelijk zowel voor als tegen zijn land. Zijn roman is echter veel meer dan een ‘persoonlijk’ document. Maatschappelijke conflicten spelen er een grote rol in: de strijd tussen Creolen en Hindoestanen, de gesloten wereld van de handelaren tegen die van de maatschappijbewusten, de lichthuidigen contra de donkerhuidigen, de wrijvingen die voortkomen uit het verschil tussen rijk en arm, de positie van de vele Nederlanders van Europese afkomst.
Kortom , in Adoebe Lobi/ Alles tegen alles gaat een wereld open die uit vele werelden blijkt te bestaan.

Edgar Cairo woont in Amsterdam, waar hij theoretische literatuurwetenschap studeert. Hij is dichter, toneelschrijver en romanschrijver. Momenteel werkt hij aan een nieuwe roman.

De pers over Adoebe Lobi / Alles tegen alles:
«De publicatie van deze roman is een gebeurtenis. Dat de ‘lessen’ boeiend en beeldend gegeven worden strekt de schrijver niet alleen tot eer, hij bewijst ermee in de eerste plaats een echte schrijver te zijn. Wat kan men meer wensen! Cairo is een natuurtalent.»
(Elseviers Magazine, Tom van Ewijk)

«Een boeiend geschreven roman die je in één adem uitleest.»
(Eindhovens Dagblad, Archie Sumter)

«Een interessante roman en om literaire zowel als buitenliteraire redenen de moeite waard er kennis van te nemen.»
(Leeuwarder Courant, Ab Visser)

«Laat er geen misverstand over bestaan: Adoebe-Lobi / Alles tegen alles is door elke niet-Surinaamse Nederlander probleemloos te lezen. Hij zal verbaasd staan over de buigzaamheid van zijn taal, door de geschiedenis gekneed tot een Surinaams-Nederlandse cultuurtaal waarin Edgar Cairo overtuigend een Surinaams-Nederlandse literaire traditie inzet.»
(De Volkskrant, Jan Kees van de Werk)

Léon de Winter – Over de leegte in de wereld. Prozateksten

Léon de Winter
Over de leegte in de wereld. Prozateksten
Nederland
Paperback, 144 blz.,
ISBN 978-90 6265 001 5
UITVERKOCHT

Het debuut van de jeugdige Léon de Winter, markeert de doorbraak van een nieuwe, jonge generatie in de Nederlandse literatuur. De zestien ‘prozateksten’ in deze bundel geven blijk van een grenzenloze, on-Hollandse visie, die zich in het oer-Hollandse realisme van de afgelopen jaren pijnlijk ontbroken heeft.
Léon de Winter studeert in Amsterdam aan de Nederlandse Filmacademie, een achtergrond die men in de verbeeldingswereld van deze teksten voortdurend zal herkennen. De Winter combineert de talenten van Handke en Wenders en het resultaat mag verbluffend en uitdagend genoemd worden.

Anton Koolhaas:
«De titel van de bundel is zeer goed gekozen, want praktisch alle personages, situaties en beschrijvingen transponeert hij naar dat uitgangspunt van de wereld als een ons omringende leegte. Hij komt daarbij tot ene vorm die telkens vrijwel tegelijkertijd het uiterste van lichamelijkheid en afstandelijkheid is. Hij doet dit niet als een soort truc om een ‘eigen wereld’ te scheppen, maar inderdaad van een gekozen standpunt uit, waarin mensen situaties en attributen volledig op elkaar betrokken zijn en elkaar bepalend beïnvloeden.
De angst voor het onbekende is voortdurend aanwezig, op een vreemd dreigende manier doorgaans. Dat die angs als dreigend overkomt is een goed teken voor de kracht waarmee hij zich weet in te leven.
Er zijn natuurlijk de nodige Kafka-achtige momenten, soms doet iets aan Alberts denken, op andere momenten zijn er vergelijkingen aan te treffen met de nauwgezetheid van Peskens. De Winter de lezer inderdaad in een eigen wereld voert, die soms vermoeiend is, maar op een uitermate bizarre manier bijzonder boeiend blijkt.»

Léon de Winter (1954) komt uit Den Bosch. In 1973 ontving hij voor de novelle Revolutie de ontmoetingsprijs van de Stichting Literaire Dagen. Verhalen uit deze bundel verschenen o.m. in ‘t Kofschip en Mandala.

Mahmoud Darwish – Ahmad Zaatar. Poëzie

MAHMOUD DARWISH
Ahmad Zaatar
Poëzie. Palestina
Tweetalig Nederlands-Arabisch
Vertaling Lieve Joris
Tekeningen Kamal Boullata
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-009-0
Eerste editie in Mandalareeks september 1977

In de nacht van 13 op 14 augustus 1976 viel de Islamitische wijk Tel Zaatar (Heuvel van Tijm) in oostelijk Beiroet. Na bijna twee maanden vechten tegen de belegering van rechtse Christenen moesten de Palestijnen en de andere linkse Islamieten zich uiteindelijk gewonnen geven. Niet lang daarna werd Tel Zaatar met de grond gelijkgemaakt. Een massagraf voor 5000 doden…
Mahmoud Darwish schreef Ahmad Zaatar in de week voorafgaande aan de val van Tel Zaatar, een bewoner van het kamp, die hij nu eens toespreekt, dan weer aan het woord laat, en met wie hij zich soms ook identificeert. Ahmad Zaatar is als het ware de stem van het Palestijnse volk. Hij is zonder thuis en zonder identiteit, een van de ontelbare slachtoffers van het Palestijnse dilemma.
Ahmad Zaatar is een indrukwekkende getuigenis, die – ook om zijn poëtische kracht – in de hele wereld gehoord verdient te worden.

Mahmoud Darwish (1941) zat als radicaal student meerdere malen gevangen in Israel. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1964 en leverde hem internationale faam op als ‘dichter van het Palestijnse verzet’. In 1970 werd hem in Moskou de Lotusprijs toegekend. In 1972 was hij te gast op het Poetry International Festival in Rotterdam. In 1980 kreeg hij de Poëzieprijs van de Middellandse-Zeelanden en in 1982 trad hij op in Amsterdam op het One World Poetry Festival.

«Opvallend zijn de overeenkomsten die Darwish tekent, vooral waar hij Tel al Zaatar Massada noemt, het joodse symbool van heldenmoed in de strijd tegen de Romeinen.» – Albert Stol in Onze Wereld (november 1977)
Meer over Mahmoud Darwish

Franco Beltrametti – Oog in oog. Gedichten

Franco Beltrametti
Oog in oog
Oorspronkelijke titel Face to Face
Italië, poëzie
Vertaling Harry Hoogstraten
Paperback 32 blz.
ISBN 90-6265-008-2
Eerste editie in Mandalareeks 1977

De Italiaanse dichter Franco Beltrametti behoort, met dichters als Gary Snyder, James Koller en Lew Welch, tot de zogenaamde Back-country-school, een internationale stroming in de moderne poëzie die een synthese nastreeft van westerse en oosterse culturen, van historie en de eigen tijd, van Indiaanse overlevering en de boeddhistische inzichten, van stad en platteland.
De in Oog in oog vertaalde gedichten vormen een selectie uit de tussen 1971 en 1973 gepubliceerde bundels In Transito, Fuori dai Margini, Voli Rotti en Testi O/Scuri en verschenen in een tweetalige, Italiaans-Engelse, uitgave bij Grosseteste Review Books onder de titel Face to Face.

Over Oog in oog schreef de Engelse criticus David Miller:
«De poëzie van Franco Beltrametti heeft een soort onverhoedse, profetische kracht, intuïtief en doordacht tegelijk, een prachtige combinatie van visioenen, maatschappelijk bewustzijn en gezond verstand.»

Franco Beltrametti werd in 1937 in Locarno geboren. Hij studeerde architectuur in Züric en woont, na een langdurig verblijf in Japan, afwisselend in Zwitserland en Calinfornië. Hij publiceerde een tiental poëziebundels.

Rudolph Wurlitzer – Schok

Rudolph Wurlitzer
Schok
Oorspronkelijke titel Quake
Amerika. Roman
Vertaling Peter H. van Lieshout
Paperback 120 blz.,
Eerste uitgave 1977
ISBN 978 90 6265 005 8
UITVERKOCHT

Rudolph Wurlitzer werd na zijn debuut in 1969 met de roman Nog begroet als ‘een puur schrijverstalent met een enorm lyrisch vermogen’ (Jakov Lind) en ‘hopelijk een nieuw bewijs dat de ‘‘novel of blullshit’’ dood is en dat een nieuwe soort verlichting wortel begint te schieten’ (Thomas Pynchon)
Schok (1972) is zijn derde roman en Wurlitzer bevestigde er zijn faam, als één der belangrijkste vertegenwoordigers van wat in de Amerikaanse literatuur wel het paranoia-surrealisme genoemd wordt, overtuigend mee.

De verteller van het boek is een wat onrustige zwerver die net uit New York in Los Angeles is gearriveerd en zijn intrek heeft genomen in het Tropicana Motel, als zich daar een aardschok voordoet, die op slag elke zekerheid omtrent de (voor)waarden van het leven, omtrent het gedrag van mensen, wegvaagt.
De ik-figuur zoekt zich een weg door de verwoeste stad, ontmoet mensen en verliest ze weer uit het oog, zonder dat hij ooit zal weten wat er van hen geworden is, wordt geconfronteerd met en gerekruteerd door reddingsbrigades, door gewapende groepen burgers die zich georganiseerd hebben om hun eigendommen te beschermen tegen plundering, of juist om te plunderen – een oorlog waarin niemand weet aan welke kant hij staat of wie wat voorheeft. Een nachtmerrie.
Schok is een beklemmend, cynisch verslag van wat er gebeurt als mensen, in een abnormale maar zeer wel denkbare situatie, uit hun emotionele keurslijf breken.
In de New York Post schreef Alan Pryce-Jones over Wurlitzer: «Rudolph Wurlitzer bewoont een nachtmerriewereld… hij brengt zijn lezers evenzeer buiten adem als zichzelf… een onmiskenbaar talent voor wie een stootje hebben kan.»
En Richard Poirier in de Partisan Review: «Wurlitzer is waarschijnlijk de origineelste, opwindendste en talentvolste nieuwe schrijver sinds Thomas Pynchon.»
En Thomas Pynchon: «Wurlitzer is echt, écht goed.»

Rudolph Wurlitzer (1937) woont in New York City. Na drie romans houdt hij zich sinds enige jaren bezig met het schrijven van filmpscripts. Zo is hij bij voorbeeld de auteur van Pat Garret & Billy the Kid. Schok, zijn eerste roman in Nederlandse vertaling, werd indertijd als feuilleton afgedrukt in Rolling Stone.
Meer over Rudolph Wurlitzer

Ishmael Reed – Het Vluchtvirus. Roman

Ishmael Reed
Het Vluchtvirus
Oorspronkelijke titel Flight to Canada
Vertaling Louis Ferron
Amerika
Paperback 176 blz.,
ISBN 90-6265-013-9
Eerste uitgave 1977

Het Vluchtvirus is de vijfde roman van de zwarte Amerikaanse schrijver Ishmael Reed – een auteur die eigenlijk al veel eerder in het Nederlands geïntroduceerd had behoren te worden, omdat hij tot de allergrootsten van de moderne Amerikaanse literatuur gerekend wordt.
In deze briljante, pseudo-historische satire bewijst Reed wederom zijn formidabele vakmanschap. Hij vertelt het verhaal van de met het ‘vluchtvirus’ besmette slaaf Raven Quickskill, die de plantage van zijn meester in Virginia ontvlucht en de weg naar de vrijheid helemaal besluit af te leggen tot in Canada, een woord dat in het Zuiden net zo’n angstaanjagende betekenis heeft als het woord ‘opstand’.
Het Vluchtvirus zou een zorgvuldig gereconstrueerde historie kunnen zijn, maar geschiedenis en werkelijkheid zijn voor Reed geen hanteerbare begrippen.
«Tijd is een vloeistof in Reed’s hersenpan,‘ schrijft Jerome Charyn in The New York Times Book Review, «waarin feiten uit een honderdvijftigjarige historie samenkoken tot een brouwsel van magie.»
«Een bizarre mixture van geschiedenis en fantasy, drama en slapstick, vol krankzinnige anachronismen, zoals de telefoon in de plantagekeuken en Raven Quickskill’s letterlijke ‘vlucht’ naar Canada aan boord van een non-stop jumbo jet. Reed bewijst opnieuw dat hij zich als schrijver kan meten met welk eigentijds cultureel medium ook – en als winnaar uit de strijd komt.» – Chicago Daily News

Ishmael Reed werd geboren in Chataanooga, Tennessee en woont nu in Berkeley, Californië. Hij publiceerde tot nu toe twee dichtbundels en vijf romans en redigeerde toonaangevende bloemlezingen als 19 Necromancers from Now en The Yardbird Reader. HIj stond tweemaal op de nominatie voor de National Book Award. Voor zijn vierde roman, The last days of Louisiana Red werd hem de Rosenthal Foundation Award toegekend.
Meer over Ishmael Reed

James Welch – Winter in het bloed

James Welch
Winter in het bloed

oorspronkelijke titel Winter in the Blood
Vertaling Jos Knipscheer
Amerikaans – Indiaans
genaaid gebrocheerd, 160 blz.,
Eerste uitgave oktober 1977
ISBN 978-90-6265-004 X
UITVERKOCHT

Met de publicatie van Winter in the Blood in 1974 werd James Welch, na Pulitzer-prijswinnaar N. Scott Momaday in 1968, de tweede Indiaanse fictie-schrijver in Amerika.

Winter in het bloed beschrijft in korte flitsende fragmenten het rauwe leven van een arme Indiaanse veeboer in Montana, die zich aanvankelijk slechts vaag bewust is van zijn erfenis van trots en waardigheid, maar er, door zijn ervaringen met de dood en met de verworvenheden van de blanke ‘beschaving’, met vrouwen en drank, steeds meer van doordrongen raakt dat zijn verscheurde leven op subtiele wijze verbonden is met de verscheurde droom en de tragische ondergang van zijn voorouders. Dat besef schenkt hem de onuitroeibare wil om te leven – het besef dat zijn wortels liggen in de grond waarvan zijn voorouders verdreven werden.

Het romandebuut van James Welch werd in de Amerikaanse pers zeer lovend besproken, en door The New York Times Book Review uitgeroepen tot ‘het debuut van het jaar.

James Welch (Browning, Montana, 1940) is van Blackfoot- en Gros Ventre-origine. Hij studeerde aan de universiteit van Montana en leeft nu op een boerderij even buiten Missoula, waar hij zich full time met schrijven bezighoudt. Welch schrijft ook poëzie. Gedichten van zijn hand werden opgenomen in tal van bloemlezingen; zijn eerste bundel, Riding the Earthboy 40, verscheen in 1971.