«Shrinivási’s belangrijkste schrijftaal bleef toch het Nederlands.» – Michiel van Kempen

shrinivasi nov 2012(foto Bea Moedt)
Over Shrinivási (12 december 1926 – 26 januari 2019) in De Groene Amsterdammer, 20 februari 2019:
(…) Shrinivási was een Hindostaan maar werd katholiek opgevoed. Hij bleef altijd een districtsjongen die ‘met koemest aan de hielen de drempel van de Stad overschreed’. Hij schreef het allereerste gedicht ooit in het Sarnami, de taal van de Surinaamse Hindostanen: het prachtig-intrigerende ‘Buláhat/De roep in de nacht’, maar het leverde hem toch weinig eer op. Het besef dat het Sarnami een taal was en geen dialect van het Hindi, was in de jaren zestig nog maar tot weinigen doorgedrongen en dringt bij het sterk op India georiënteerde deel van de Hindostanen nog steeds moeilijk door. En bovendien: Shrinivási’s belangrijkste schrijftaal bleef toch het Nederlands. (…) Hij zou alleen al onsterfelijk zijn geworden met die ene, door geen enkele andere Nederlandstalige Caribische dichter ooit geëvenaarde bundel Om de zon (1972), 125 pagina’s pure liefdeslyriek die schittert tegen het diabaas van doodsbenauwing en existentieel verdriet. (…) Shrinivási streefde ernaar even verstaanbaar te zijn als zijn heldere, verzorgde handschrift. In zijn allerbeste gedichten bereikte hij die soberheid en toch verbaas je je telkens weer over alle betekenislagen die hij weet op te roepen. (…)
Lees hier het artikel van Michiel van Kempen
Meer over Shrinivási bij Uitgeverij In de Knipscheer