«De bundel bouwt ook mooi op, als een pelgrimage op weg naar de allerhoogste.» – Lauran Toorians

Project1_VoorplatHagenaars.qxdOver ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars in Brabants Literair, juli 2022:
(…) Albert Hagenaars pelgrimeert in zijn jongste dichtbundel en brengt een ode aan wie en wat hem inspireert. Zeven maal zeven klinkt als een ritueel en zeven maal zeven gedichten doet al gauw denken aan een bezwering. Als de titel van de bundel dan ook nog ‘Pelgrimsgrond’ luidt, is al snel duidelijk dat de dichter hier op zijn knieën gaat en hulde betoont aan zijn helden. Die dichter is Albert Hagenaars (Bergen op Zoom 1955) die we kennen als productief, bereisd en belezen en bovenal betrokken bij mensen. Scheppende mensen vooral. (…) De eerste afdeling heeft als titel ‘Te woord’. (…) De zeven gedichten reflecteren op zeven auteurs die – mogen we aannemen – Hagenaars inspireren: Hadewijch, Charles Baudelaire, T.S. Eliot, H. Marsman, Gerrit Achterberg, Jan Hanlo en Paul Celan. (…) In de afdeling ‘Onder ogen’ passeren zeven schilders. Hier ook de eerste naam die verrast doordat hij niet tot de breed geaccepteerde cultuurcanon behoort en dus meer dan de andere kunstenaars een persoonlijke keuze van Hagenaars is. Het betreft de Javaanse schilder Affandi (1907-1990) aan wie in Yogyakarta een museum is gewijd dat aanleiding gaf tot een gedicht. (…) De gedichten in deze bundel zijn nergens een-op-een beschrijvend. De titel en het noemen van de het kunstwerk of de kunstenaar bieden een handvat, maar de teksten zijn vooral poëtisch en associatief. De bundel bouwt ook mooi op, als een pelgrimage op weg naar de allerhoogste. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Pelgrimsgrond’
Meer over Albert Hagenaars bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De bijzonder mooie taal maakt deze bundel tot een rijke leeservaring.» – André Oyen

Project1_VoorplatHagenaars.qxdOver ‘Pelgrimsgrond’ van Albert Hagenaars op Ansiel, 18 mei 2022:
(…) Zijn nieuwste bundel ‘Pelgrimsgrond’ bevat gedichten die het belang of de noodzaak van kunst of in iets geloven benadrukken. De auteur roept in zeven delen van elk zeven gedichten herinneringen op aan momenten dat hij getroffen werd door poëzie, schilderijen, muziek en films. ‘Pelgrimsgrond’ confronteert de lezer met dichters als Charles Baudelaire en de Middeleeuwse mystica Hadewych, schilders als Edward Hopper, Edvard Munch en Affandi, componisten als Jacob Obrecht en Gustav Mahler, films als ‘Das Leben der Anderen’ en ‘Dead Poets Society’ en bedevaartplaatsen in onder meer Cambodja, China en Litouwen. Albert Hagenaars weet ongelooflijk mooi zijn fascinatie voor kunst en religie uit te drukken. Zijn kennis charmeert enorm en zijn poëtische uiting hiervan maakt alles nog mooier. (…) Een lezing van deze bundel geeft de lezer het gevoel van zich onder te dompelen in emotie en kennis. Een novelle. Een film. Een gedicht. Daartussen herkenning, kloppende passie en de noodzaak die drievoudig te weerstaan. De bijzonder mooie taal die alles omlijst maakt deze bundel tot een rijke leeservaring.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Pelgrimsgrond’
Meer over Albert Hagenaars bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een voorbeeld bij uitstek van wat culturele vermenging én verrijking vermag.» – Albert Hagenaars

VoorplatAgerbeekRoodenWitOver ‘Rood en wit met blauw’ van Barney Agerbeek op De Schaal van Digther, 16 november 2015:
Voormalig internationaal bankier Barney Agerbeek publiceerde eerder, in bescheidener verband, poëzie maar deze opmerkelijke bundel mag als een officieel debuut gelden. (…) De bundel kent heel korte en heel lange gedichten. De openingstekst, met de aan een schilderij van de bekende Javaanse schilder Affandi ontleende titel ‘Blauwe zon’ strekt zich bijvoorbeeld over maar liefst 15 pagina’s uit. Hij sluit nauw aan bij het onderwerp van Agerbeeks ook onlangs verschenen roman ‘Njai Inem’, waarin hij aan de inlandse vrouw in haar hoedanigheid van huishoudster en seksslaaf een hoofdrol toebedeelt. Aangezien zij vaak ook moeder werd van de kinderen van haar ‘menir’, kan de njai ook gezien worden als stammoeder van de Indo’s ofwel Indo-Europeanen, dixit Nieuwenhuis. Ik herhaal graag diens uitspraak omdat de meeste Noord- en Zuid-Nederlanders die verschillen nog altijd niet doorhebben. Het is daarom niet meer dan logisch dat de dichter, zelf Indisch, deze bladzijden aan een njai opdroeg, njai Katinem. (…) De aantrekkingskracht van deze poëzie is te danken aan enerzijds een ingeklonken werkelijkheidsbeschrijving en anderzijds wat niet uitgesproken wordt, aan te vullen door de lezer. Je mag jaloers zijn op Agerbeeks meervoudige register, dat hij zowel inhoudelijk als stilistisch bespeelt. Hij is een vertegenwoordiger van de groep die het WRR-rapport ‘Identificatie met Nederland’ (2007) als dragers van een functionele identiteit omschreef. Gezien in het licht van de huidige internationale mensenstromen zal dit gegeven de komende jaren alleen nog maar aan belang winnen en ook in de literatuur z’n beslag krijgen.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Rood en wit met blauw’
Meer over Barney Agerbeek bij Uitgeverij In de Knipscheer