R.I.P. Hans Plomp: «Toch ben ik gelukkig en vervuld.»

Hans PlompRGB2

De afgelopen decennia lees je terug in het werk van Hans Plomp, van (zoals Peter de Rijk het eerder kort samenvatte) “een murw geslagen Calvinistisch Nederland in de jaren vijftig tot de culturele omslag vanaf de jaren zestig met drugs en erotiek en – zeker in het geval van Hans Plomp – met romantiek en een onbedwingbare nieuwsgierigheid.” De wegen van Hans Plomp en in eerste instantie Jos Knipscheer kruisten elkaar vanaf begin jaren zeventig nadat bij Uitgeverij De Harmonie  in 1970 ‘Het Amsterdams dodenboekje’ was verschenen. Vanaf 1975 was hij een regelmatige gast op de Mandala-avonden die Uitgeverij In de Knipscheer organiseerde in de Amsterdamse Kosmos en in de jaren erna ook op de One World Poetry Festivals in o.a. Paradiso, vastgelegd o.a. in P78 en op de dubbelelpee One World Poetry – Live From Amsterdam uit 1981. “Veel pijn, veel morfine. Toch ben ik gelukkig en vervuld.”, schreef hij op 7 mei dit jaar in een mailtje*  aan de uitgeverij. Uitgezaaide prostaatkanker werd hem fataal. Hans Plomp was een speciaal mens, die ruimte vulde en leegte achterliet. Zoals de natuur kaler wordt is ook het literaire landschap zonder hem kaler.

Van Hans Plomp verscheen bij Uitgeverij In de Knipscheer:
Venus in Holland, gedichten,1981
Gedroomde reizen met vrouwen, verhalen, 1982
Een schizofreen is nooit alleen: over de grenzen van het rationalisme, essays, 1983
Open inrichting: Nieuw Amsterdams Dodenboekje, verhalen, 1985
Lokomotive, roman, 1986
Het innerlijk bordeel, erotische verhalen, 1990
In India, verhalen, 1991
In Amsterdam, de verhalen van Larrie, 1993
Jozefien en het Kietelbos, kinderboek, 2000
India. Heilig en hels, verhalen, 2009
Dit is de beste aller tijden, gedichten, 2017

Voor Uitgeverij In de Knipscheer vertaalde Hans Plomp uit het Engels de romans:
Earl Lovelace, De dans van de draak, roman, 1984
Joseph Bruchac, De dromen van Jesse Brown, roman, 1986
Amos Tutuola,  Mijn leven in het land der geesten , roman, 1999,
samen met Peter Abspoel

Over Hans Plomp bij Uitgeverij In de Knipscheer:
In: Patrick Bakkenes, Kantelaars van de Sixties
In: Jaap van der Bent, Jack Kerouac op weg in Nederland en Vlaanderen
[*] Lees hier deze laatste, korte mailwisseling
Meer over Hans Plomp op deze site

«Optimistische toon.» – André Oyen

Hans PlompDeBesteOver ‘Dit is de beste aller tijden’ van Hans Plomp op Ansiel, 23 juni 2107:
Hans Plomp (Amsterdam, 29 januari 1944) is een vermaard Nederlands schrijver en dichter. Samen met collega-schrijver Gerben Hellinga was hij de drijvende kracht achter het van de slopershamer redden van Ruigoord. (…). Hij studeerde Nederlands, en was aanvankelijk leraar, maar werd actief in de Provo-beweging en gaf zijn baan op. Hij debuteerde in 1968 met ‘De ondertrouw’, een sleutelroman over zijn vriendschap met Gerard Reve en Johan Polak, maar werd pas echt bekend door ‘Het Amsterdams dodenboekje’ (1970). In datzelfde jaar publiceerde hij met Peter Andriesse, Heere Heeresma en George Kool een ‘Manifest voor de jaren zeventig’, waarin de groep zich afzet tegen gevestigde auteurs en tegen de door hen als Nieuwe wartaal afgewezen experimentele literatuur die in die tijd nogal in opgang was. (…) Naast zijn werk als schrijver en dichter stelde Plomp bundels samen en is hij actief geweest als vertaler. Hij vertaalde boeken van onder anderen James Purdy, George Steiner en Amos Tutuola. (…) En nu is er een selectie uit 50 jaar dichtwerk Dit is de beste aller tijden, samengesteld en van een levensschets voorzien door Peter de Rijk. De bundel zet zeer optimistisch in met: ‘Dit is de beste aller tijden’, en verlaat eigenlijk nergens meer die optimistische toon. (…)
Lees hier en hier de recensie
Lees meer over ‘Dit is de beste aller tijden’
Meer over Hans Plomp bij Uitgeverij In de Knipscheer

Amos Tutuola – Mijn leven in het land der geesten

AMOS TUTUOLA
Mijn leven in het land der geesten

vertaling: Peter Abspoel, Hans Plomp
Paperback, 160 blz., € 14,50
ISBN 978-90-6265-453-6
Eerste druk 1999

Een achtjarig Afrikaans jongetje raakt op wonderbaarlijke wijze in de geestenwereld verzeild wanneer hij op de vlucht is voor slavenjagers. Op zijn tocht ontmoet hij de meest afstotelijke en angstaanjagende wezens, maar doordat hij de taal van de geesten leert spreken, dringt hij steeds dieper in hun wereld door, zoals in die van ‘De geest met de televisiehand’.

«De jongen ervaart meer gedaanteveranderingen dan Alice in Wonderland.» – Grove Press, New York

De Nigeriaanse schrijver Amos Tutuola overleed in 1997 op 77-jarige leeftijd. Zijn debuutroman The Palm-Wine Drinkyard werd in 1952 bejubeld door Dylan Thomas en door Raymond Queneau in het Frans vertaald.

Hoewel onbekend met elkaar doet Tutuola’s gebruik van het groteske en het obscene denken aan Lautréamont of Artaud.» – Kofi Awoonor

In 1954 verscheen My Life in the Bush of Ghosts dat uitgroeide tot een ‘cult-classic’ en decennia lang een inspiratiebron bleef voor uiteenlopende kunstenaars onder wie popmusici als Talking Heads’ Dyvid Byrne of Brian Eno met hun gelijknamige album.

Ons album is als de roman, een reeks van omzwervingen in Afrika.» – Brian Eno

Bijna een halve eeuw na dato verschijnt My Life in the Bush of Ghosts postuum in Nederlandse vertaling.

Er is geen twijfel over de grootheid van Mr. Tutuola’s talent, waarbij de doorsnee ‘moderne roman’ verbleekt.» – Kingsley Amis

Jerome Rothenberg en Pierre Joris namen het fragment ‘De geest met de televisiehand’ uit Mijn leven in het land der geesten op in het tweede deel (1998) van hun poëziebundel Poems for the Millenium.

«Alleen een sul of een tuthola die zijn kindertijd begraven heeft onder stapels bestsellers kan ongevoelig zijn voor Tutuola’s naïeve poëzie.» – Selden Rodman in The New York Times