«Een verlangen om dingen gewoon te zeggen of op te schrijven. Quito Nicolaas koestert de taal.» – Kamiel Choi

VoorplatArgus-75Over ‘Argus’ van Quito Nicolaas op MeanderMagazine, 4 november 2019:
De eerste indruk die ik had van de bundel ‘Argus’ van Quito Nicolaas was openhartige lyriek met weinig pretentie. Regels als ‘Als mijn ogen sluiten / begint een nieuwe dag / omringd door bloemen / met een hemelse geur / het huis van vroeger strelend’ (…) duiden op een naïeve poëtica, een verlangen om dingen gewoon te zeggen of op te schrijven, in alledaagse taal. Quito Nicolaas koestert de taal. (…) Het ‘swingen en zingen van Nederlandse, Engelse, Spaanse en Papiamento woorden’ kwam meer voor in zijn vorige bundel bij In de Knipscheer, de anthologie ‘Als de aloë sluimert / Cucuisa cabisha’. Het consequente gebruik van ‘m’n’ en het stokkende ritme van zijn vrije terzines en kwatrijnen zorgen wel voor een exotische sfeer die afwijkt van continentale Nederlandstalige poëzie. (…). Het gebruik van Griekse mythologie in een bundel die zich weert tegen de overheersende cultuur van de kolonisator is op het eerste gezicht vreemd. Ik denk dat Nicolaas’ referentie naar Argus losser is te verstaan, als een metafoor voor de mengelmoes van talen, de ‘spraakverwarring’ waarvan in het eerste gedicht al sprake is. (…) Een gedicht dat de stijl en geest van deze bundel goed vertegenwoordigt is ‘Drijvende zeewolken’. (…) Er staan allusies in naar Griekse maritieme beeldtaal, (…) oorspronkelijke metaforen die de liefde voor Aruba uitdrukken. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Argus’
Meer over Quito Nicolaas bij Uitgeverij In de Knipscheer