Nydia Ecury – Een droom die ik heb. Gedichten

Opmaak 1Nydia Ecury
Een droom die ik heb. Gedichten

Curaçao / Aruba
Tweetalig Nederlands-Papiaments (Un soño ku mi tin)
Voorwoord: Sidney Joubert
Genaaid gebrocheerd, 112 blz. € 18,50
2013
ISBN 978-906265-842-8

Nydia Ecury (1926-2012) werd op Aruba geboren uit ouders van Arubaanse en Curaçaose komaf. Op haar dertigste is zij op Curaçao gaan wonen, alwaar zij in 2012 overleed. Aanvankelijk was zij actief in het onderwijs als leraar Engels en Papiaments en werkzaam bij het Departement van Onderwijs. Nydia Ecury maakte naam aan het toneel als mede-oprichtster van de toneelgroep Thalia, als actrice en regisseuse en vooral als cabaretière met haar ‘one woman show’ Luna di papel (papieren maan).

Als dichter debuteerde zij tamelijk laat, in 1972. Zij publiceerde in het Papiaments. Alleen haar vierde bundel kwam tweetalig uit in het Papiaments en het Engels. Alle bundels verschenen, zoals te doen gebruikelijk op de Antillen, in eigen beheer. Haar zesde en laatste bundel dateert van 2003.

Kort daarna heeft Nydia Ecury voor Een droom die ik heb, haar eerste bundel in het Nederlands, geput uit het werk uit al haar eerder verschenen Papiamentstalige bundels. Ze beschouwt de hier bijeengebrachte 23 gedichten zelf als Nederlandse originelen, als equivalenten van de Papiamentse versies, die om die reden ook in deze bundel zijn afgedrukt. Incidenteel zijn van haar ook enkele andere gedichten in Nederlandse vertaling in bloemlezingen verschenen. Deze zijn evenwel niet opgenomen in Een droom die ik heb.

Dit is een droom die ik heb.
Tot nu toe: niet gelukt.
Maar ik ben een eigenzinnige vrouw
en het is niet voor niets
dat mijn vader mij leerde
wat een ruggengraat is.

«Zorgvuldig wikkend en wegend zoekt ze naar woorden en synoniemen, naar metaforen die de gevoelswereld versterken.» – Eric de Brabander

VoorplatRodeAppel75dpiKleinOver ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in Antilliaans Dagblad, 14 september 2013:
Giselle Ecury is een taalkunstenaar. Zorgvuldig wikkend en wegend zoekt ze naar woorden en synoniemen, naar metaforen die de gevoelswereld versterken, en naar zinsconstructies totdat de bladzijden gewoon ‘kloppen’. Een vrouwelijk boek? Doen vrouwen dat meer dan mannen? Ik vroeg me dat af. En liep langs mijn boekenkast, hield mijn hoofd schuin en liet mijn ogen over de titels en auteurs glijden. Ik vond wat ik zocht: de Hongaarse schrijver Sándor Márai. Tussen de twee wereldoorlogen schreef hij zijn meesterwerken, die pas in de jaren negentig van de vorige eeuw vertaald werden en wereldbekendheid kregen, met name Gloed en De erfenis van Eszter. Dezelfde broeierigheid, dezelfde traag stromende taal. En dan… de muziek die van tijd tot tijd uit de bladzijden opstijgt. De brutaal romantische zomerhitjes van Julien Clerc. Of Melanie, met Beautiful People. Ik was terug in de tijd waar Giselle Ecury dat zo bedacht had.

Lees hier de recensie

Meer over De rode appel

UITVERKOCHT: Antilliaanse boekpresentatie op 8 september 2013 in Podium Mozaïek

Izaline Callister1Foto: Bret Russell
Onder de titel ‘Porto Marie’ organiseert Uitgeverij In de Knipscheer voor het derde achtereenvolgende jaar in Podium Mozaïek een gevarieerd Caribisch schrijversprogramma met film, voordracht, lezing, interview en muziek rond de nieuwe boeken van Joseph Hart en Ronny Lobo uit Curaçao, Jacques Thönissen uit Aruba en Giselle Ecury, muzikaal omlijst door Izaline Calister. De titel van het programma is ontleend aan de eind mei op Curaçao gepresenteerde boektitel ‘Porto Marie’, die oorspronkelijk eveneens op 8 september in Nederland in het bijzijn van de auteur gepresenteerd zou worden, ware het niet dat de auteur Els Langenfeld 10 dagen na de presentatie overleed.
In het programma wordt kort stilgestaan bij het overlijden op Curaçao van Els Langenfeld en van Elis Juliana in juni van dit jaar, en via hen bij ‘150 jaar afschaffing slavernij’. Izaline Calister wordt begeleid door gitarist Ulrich de Jesus.

Presentatie Franc Knipscheer, interviews Peter de Rijk.
Podium Mozaïek Bos en Lommerweg 191 1055 DT Amsterdam. Klik: Route & bereikbaarheid
zondag 8 september 2013, zaal open 14.30 uur; programma 15.00 tot 17.15 uur
signeren en napraat in de foyer
Kaarten voorverkoop/ online € 5,00. Kaarten aan de zaal (voor zover dan nog beschikbaar) € 7,50.
Bestel kaarten: www.podiummozaiek.nl/ of via e-mail aan indeknipscheer@planet.nl
Podium Mozaïek: 020-580 0381 [++ 3120 580 0381]

Giselle Ecury – De rode appel

VoorplatRodeAppel75dpiKleinGiselle Ecury
De rode appel

Roman
Nederland / Aruba
Ingenaaid, 440 blz.
ISBN 978-90-6265-817-6 € 22,00
12 september 2013

Twee levensverhalen, één telefoongesprek. Dat is het uitgangspunt van deze bildungsroman De rode appel. Nick en Elisabeth wonen in Nederland en hebben beiden een achtergrond die zich deels heeft afgespeeld op Curaçao. De een heeft het gevoel, dat er vroeger iets verdrongen werd, de ander heeft zelf iets verdrongen.
Nick heeft zich altijd afgevraagd, waarom hij op subtiele wijze in zijn jeugd anders behandeld werd dan zijn broers en zus. Als zijn ouders 50 jaar getrouwd zijn, achterhaalt hij de waarheid. Wanneer hij er eindelijk over kan praten met Elisabeth, doorziet zij nog tijdens het telefoongesprek wat er in haar eigen leven onopgelost is. Zij keert direct schuldbewust vanuit Nederland terug naar Zuid-Frankrijk, waar zij de dubieuze gebeurtenissen uit haar au-pairtijd ontrafelt.
Wat in beide levens bepalend is, blijkt het schemergebied tussen liefde en lust te zijn tegen de achtergrond van de jaren zestig en zeventig met bij de jongeren veranderende opvattingen, een tweede feministische golf en het recht op openheid en seksuele vrijheid, terwijl hun ouders dat proberen tegen te houden. Met alle gevolgen van dien. De zoetzure appel, waar uiteindelijk toch het klokhuis van rest.

Giselle Ecury werd geboren op Aruba. Het hele gezin verhuisde in 1960 naar Nederland, waar haar moeder vandaan kwam. Zij doorliep hier haar middelbare school en behaalde een HBO-diploma. Zij werkte in het onderwijs en debuteerde in 2005 met de dichtbundel Terug die tijd en in 2006 als romancier met Erfdeel. In 2009 verscheen haar tweede roman Glas in lood en in 2010 haar tweede dichtbundel Vogelvlucht. Vooral uit haar romans komt naar voren dat haar leven onlosmakelijk verbonden blijft met de twee culturen die zij in zich draagt. En dat geldt ook voor haar derde roman De rode appel.

Jacques Thönissen – Onder de watapana. Arubaanse verhalen

Jacques Thönissen
Onder de watapana. Arubaanse verhalen

Genaaid gebrocheerd, 192 blz., € 16,50
ISBN 978-90-6265-831-2
2013

De watapana is een boom waarvan de takken in de richting van de noordoostpassaat zijn gegroeid. In voorbije tijden werden door buurtgenoten in de verkoelende schaduw van die boom verhalen opgedist, die al dan niet een kern van waarheid bevatten.
De hedendaagse verhalen in deze bundel zijn ontsproten aan de fantasie van de auteur. Ze zijn ge-ent op het dagelijkse leven. ‘De mensen op Aruba leven veel meer met bijgeloof, voorspellende dromen, rare genezende krachten en zwarte magie. Dat hoort voor hen allemaal bij de werkelijkheid.’ Met de 14 Arubaanse verhalen die in Onder de watapana gebundeld zijn, keert Jacques Thönissen terug naar Aruba als inspiratiebron.

Al meer dan een halve eeuw is Aruba het tweede vaderland van Jacques Thönissen. Na zijn carrière in het onderwijs als o.a. leraar Spaans aan en directeur van het Augustinus College in San Nicolas, wijdt hij zich aan het schrijven. Vanaf 1998 verschijnen van deze Arubaans/Nederlandse schrijver drie Arubaans-Caraïbische romans. Tranen om de ara, Eilandzigeuner en De roep van de troepiaal spelen zich af op Aruba en beschrijven veel typische aspecten van het leven op Aruba. Vanaf 2000 schrijft hij ook kinder- en jeugdboeken die ook in het Papiaments (welke taal Thönissen ook doceert) zijn verschenen.

In 2010 komt zijn ‘Europese’ roman Devah uit. ‘Hij heeft het magisch realisme van de twintigste eeuw in een nieuw jasje gestoken. Sterker nog, hij heeft een nieuw soort magie uitgevonden.’ – Caraïbisch Uitzicht.

‘Thönissen slaagt er in zijn roman in om droom en werkelijkheid geloofwaardig bijeen te brengen. Toch blijft het een duidelijk magisch-realistisch boek. Net als de boeken van Zuid-Amerikaanse schrijvers als Gabriel Garcia Marquez en Paulo Coelho.’- De Limburger

Onder de watapana bevat behalve het titelverhaal o.a. de verhalen ‘De schepping van Aruba’, ‘In de schaduw van een palmboom’ en ‘Hoe Compa Nanzi zijn eigen eiland kreeg’.

Eerbetoon aan Armand Engelbrecht

Op maandag 5 augustus 2013 wordt om negen uur ’s ochtends de naam van Armand Engelbrecht officieel onthuld op het Belastingkantoor te Oranjestad Aruba, als eerbetoon voor zijn verdiensten aan het Land Aruba als eerste minister van Financiën sinds Aruba’s Status Aparte. O.a. de huidige minister van Financiën, de heer Mike de Meza, en de minister-president, de heer Mike G. Eman, zullen een korte toespraak houden. Helena Engelbrecht-Fornara zal bij die gelegenheid een gedicht voordragen, dat daags voor de onthulling ook in de lokale kranten te lezen zal zijn. Zij publiceerde in 2010 de dichtbundel ‘Manchi’ als ode aan en ter nagedachtenis van haar overleden echtgenoot.

Meer over Manchi

Mooie woorden (4) over Devah van Jacques Thönissen

De pers over ‘Devah’:

«Deze roman is een zoektocht van de hoofdpersoon door Oost-Europese landen naar de zigeunerin Devah, een mysterieus persoon. In eerste instantie is Devah simpelweg de aangenomen dochter van Leo, de vader van hoofdpersoon van het boek. Toen Louise, de vrouw van Leo, Devah niet in huis tolereerde, is zij opgevoed door Leo’s boezemvriend Herr Müber die in Wenen woont. Naarmate het boek vordert wordt gesuggereerd dat Devah en de hoofdpersoon elkaar al kennen uit een eerder leven. Hij was toen een tempelier-monnik die Gregorio heette en Deva een zigeunermeisje dat Egipta heette. Ook lijkt Sirene, een vrouw die vanaf de kindjaren van de hoofdpersoon aan hem verschijnt in zijn dromen, steeds meer samen te vloeien met Devah. De auteur voert ons door een spannende speurtocht met verrassende wendingen. Een spannend boek dus.» – Walter Palm voor NBD/Biblion

«Wat onmiddellijk opvalt aan deze bijzonder knap geschreven roman, is de heldere, no nonsens stijl. In de roman gaat het niet om de landen en de beschrijvingen van die landen, maar om de mensen en hun verhoudingen. Langzaam wordt duidelijk dat er een relatie tussen Devah en de hoofdpersoon bestaat die zowel horizontaal als verticaal de tijd doorklieft. Ik zou me kunnen voorstellen dat een Europees-Nederlandse recensent deze roman direct zou vergelijken met het werk van de grote Zuid-Amerikaanse magisch realistische auteurs, ware het niet dat het Zuid-Amerikaanse continent in Devah niet aangedaan wordt. Maar Thönissen overstijgt een dergelijke vergelijking. Hij heeft het magisch realisme van de twintigste eeuw in een nieuw jasje gestoken. Sterker nog, hij heeft een nieuw soort magie uitgevonden. Voor zover Harry Mulisch dat nog niet gedaan had in ‘De ontdekking van de hemel’. » – Eric C. de Brabander in Amigoe

«Veel van de handelingen van de hoofdpersoon, die net de kunstacademie heeft afgerond, worden gestuurd door Sirene, een vrouw die alleen in zijn dromen bestaat. Hij vindt op een rommelmarkt een door zijn vader gemaakt meisjesportret, koopt het en brengt het naar hem terug. Als deze de tekening ziet, zakt hij ineen en kan alleen nog maar ‘Lviv… Lviv…’ en ‘Devah… Devah…’ uitbrengen voor hij sterft. Die laatste woorden zetten de zoon aan tot een lange zoektocht naar Devah – het meisje op het portret – die hem onder meer in Oekraïne en Indonesië brengt. (…) Thönissen slaagt er in zijn roman in om droom en werkelijkheid geloofwaardig bijeen te brengen. Toch blijft het een duidelijk magisch-realistisch boek. Net als de boeken van Zuid-Amerikaanse schrijvers als Gabriel Garcia Marquez en Paulo Coelho, die hij bewondert.» – Adri Gorissen in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

«Jacques Thönissen richtte zich met zijn schrijven aanvankelijk op Aruba en enkele sociaal-economische problemen van dit eiland, maar heeft zich in de loop van zijn schrijverschap veel meer gericht op persoonlijke algemeen menselijke problemen ten opzichte van de totale wereld waarin we leven: de thematisering van ‘a sense of belonging’. (…) Ook in Devah is er sprake van een geheimzinnige speurtocht naar een persoonlijk verleden en een geheimzinnige familiegeschiedenis. Die zoektocht neemt de lezer mee naar relatief recente politieke problemen in Oost-Europa, maar voert ook – via een uitvoerig ingelast verhaal van een oude herder – terug tot de historische kruistochten. Het belangrijkste is dat de hoofdpersoon niet van opgeven weet en doorgaat tot de oplossing er uiteindelijk is, waarbij hij voortdurend gebruik weet te maken van zijn kunstzinnig tekentalent.» – Wim Rutgers in Antilliaans Dagblad

«Denk alleen maar aan Spaanstalige schrijvers als Gabriel García Márquez en Isabel Allende, beiden belangrijke vertegenwoordigers van het magisch realisme. Net als zijn illustere voorgangers is ook Thönissen een meesterverteller. Hij laat op overtuigende wijze zien dat er meer is tussen hemel en aarde en dat de dingen niet gebeuren zonder reden. Ook heeft hij zijn verhaal omgeven met een prettig uitgebalanceerde raadselachtigheid en ontvouwt het verhaal zich op precies het juiste tempo. Thönissen neemt de lezer mee in een wondere wereld zonder te haasten of te verwachten van de lezer dat deze het bovennatuurlijke als waar aanneemt.» – Rosalien Koster op Literairnederland.nl

Elis Juliana † 23 juni 2013

Fotocompilatie bij lied ‘Hé Patu/Waggeleend’ door Dick Drayer (van Persbureau Curaçao), 26 juni 2013:
Elis Juliana heeft het gedicht geschreven voor zijn dochter Mayra en – via haar – voor alle kinderen van Curaçao, Aruba en Bonaire. Met zijn andere ritmische gedichten is ‘Hé Patu’ toch wel de merknaam van Elis Juliana geworden, hoewel het natuurlijk niet kenmerkend is voor de inhoud van zijn totale oeuvre. De muziek van ‘Hé Patu’ is van Padú del Caribe (Padú Lampe). De uitvoerende zangers en instrumentalisten zijn Mayra en Fred de Haas (zang, harp, gitaar).

Lees hier de oorspronkelijke tekst in het Papiaments en de de vertaling van Fred de Haas

Meer over Elis Juliana en Hé Patu/Waggeleend bij Uitgeverij In de Knipscheer

Conny Braam en Giselle Ecury in laatste Letterij van dit seizoen


Op woensdag 22 mei is Conny Braam hoofdgast in het schrijversprogramma Letterij. Gaat haar lezing over haar jongste roman ‘Sjaco’? Of over een van haar voorlaatste: ‘De Russische timmerman’? Of over haar IJmuidense trilogie over de familie Abraham? Conny Braam debuteerde in 1992 met ‘Operatie Vula’ over haar ervaringen met anti- apartheidsactiviteiten in Zuid-Afrika. Sindsdien publiceert zij met grote regelmaat (vooral historische) romans zoals ‘Het schandaal’ in 2004 over de Velser Affaire, ‘De handelsreiziger van de Nederlandse Cocaïnefabriek’ in 2009. Ook schreef zij verhalenbundels en de thriller ‘Zwavel’, die werd genomineerd voor de Gouden Strop.

Conny Braam mag zich met haar dozijn verschenen titels met recht een gevestigd auteur noemen. Halverwege dit Conny Braam-programma wordt als intermezzo de spotlight gericht op een auteur die nog beginnende is een oeuvre op te bouwen, te weten Giselle Ecury.

Zij is op Aruba geboren. Haar moeder was Nederlandse, haar vader Arubaan. Giselle Ecury woont en werkt in Nederland. Zij debuteerde als romancier in 2006 met ‘Erfdeel’, in 2009 gevolgd door haar tweede roman ‘Glas in lood’. In september 2013 verschijnt haar derde roman ‘De rode appel’. Uit haar romans komt naar voren dat haar leven onlosmakelijk verbonden blijft met de twee culturen die zij in zich draagt. De interviews worden gehouden door Peter de Rijk, de presentatie is in handen van Franc Knipscheer.

Locatie: Pletterij, Lange Herenvest 122, Haarlem. Aanvang: 20.00 uur. Zaal open: 19.30 uur. Toegang 5 euro.
Toegang € 10,00 incl. Eat (maaltijdsoep) & Greet met Conny Braam en Giselle Ecury. Aanvang 18.30 uur.
Beperkt aantal plaatsen. Vooraf reserveren. reserveren@pletterij.nl of bel 023 542 3540.

Meer over Giselle Ecury

Meer over Letterij hier en hier

«Habibe heeft onherroepelijk zijn waarde als dichter bewezen.» – Jeroen Heuvel

Over ‘Vulkanisch samenzijn’ van Henry Habibe in Antilliaans Dagblad naar aanleiding van ‘Emerge la musa’ , 31 januari 2013:
Een terugkerend thema van Henry Habibe is de vleselijke liefde. Een eruptieve coïtus, noemde ik het in een bespreking van ‘Vulkanisch
samenzijn’. Die cyclus van 17 gedichten in het Nederlands geschreven, is in 2008 gepubliceerd bij uitgeverij In de Knipscheer. Om het bijzondere van de liefde te beschrijven gebruikt Habibe grootse, universumbeelden: het tuimelen langs de melkweg / hemelse smart, mijn dromen sierlijk doorklievend, / de witte roos straalde en een regenboog werd / de nacht heeft ons gesmeed tussen de rails naar de horizon / in een kosmische doolhof / de morgenster zuchtte.

Lees de recensie in Antilliaans Dagblad of op Caraïbisch Uitzicht

Meer over Henry Habibe