«Indrukwekkende stortvloed aan anekdotes en herinneringen.» – Marjolein van de Water

Op 3 februari 2024 vond in de Haarlemse Pletterij de boekpresentatie plaats van ‘Kloppen voor de lift; herinneringen van een correspondent’. In een periode van zo’n 40 jaar werkte Kees Broere als verslaggever en correspondent in meer dan 80, over de hele wereld verspreide landen. Hij deed dat voor kranten, met name de Volkskrant, maar ook voor NOS-televisie en -radio. ‘Kloppen voor de lift’ is een bijzonder onderhoudend, anekdotisch, soms hilarisch en toch ook uiterst serieus boek. In 2015 won hij samen met cameraman Marco Prins de Tegelprijs voor journalistiek voor de verslaggeving over ebola in West-Afrika. Na een woord vooraf van schrijver Eric de Brabander wordt Broere geïnterviewd door collega-journalist en correspondent Marjolein van de Water (op de tijdlijn vanaf 09:35) die hem een aantal dilemma’s voorlegt. Vervolgens reikt Kees Broere het eerste exemplaar uit aan Bert Lanting, zijn voormalige chef buitenlandredactie van de Volkskrant (op de tijdlijn vanaf 35:35): “Al zijn stukken ademen zijn oprechte belangstelling voor de medemens en zijn sympathie voor de minder fortuinlijken.”

Kijk hier naar de uitzending (tot 51:30 op de tijdlijn)
Klik hier voor foto’s van de presentatie door Harry van Kesteren
Meer over ‘Kloppen voor de lift’
Meer over Kees Broere bij Uitgeverij In de Knipscheer

Woordje ter herinnering aan Helen Knopper

foto HelenFranc Knipscheer bij de uitvaart van Helen Knopper, 12 december 2022:

«Beste aanwezigen,

In 1985 gaf Uitgeverij In de Knipscheer – de uitgeverij bestond bijna 10 jaar, we waren nog jong – het debuut uit van Hugo Pos, ‘Het doosje van Toeti’. Hugo Pos, gepensioneerd rechter, werd in dat jaar 72. Zouden we dat wel doen, een al zo’n oude auteur bij ons laten debuteren, hadden we ons afgevraagd. We hadden per slot naam gemaakt met jonge debutanten, generatiegenoten: Leon de Winter, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Herman Brusselmans. Maar ‘Het doosje van Toeti’ was een prachtige verhalenbundel en goed is goed ongeacht de leeftijd. Hugo Pos overleed in 2000 en hij had toen bij deze uitgeverij 15 bundels kwatrijnen en verhalen op zijn naam staan en de met de E. du Perron-prijs bekroonde autobiografie ‘In Triplo’. Wat ik in 1985, ik was toen 38, me voor het eerst realiseerde, en zo ontzettend troostrijk vond, was dat je kennelijk op je 72ste nog een nieuwe carrière kunt beginnen. Niet dat ik dat van plan was, maar de idee dat dat kon bracht me wel op mijn gemak.

De eerste keer dat ik de naam Helen Knopper tegenkwam was toen ik als redacteur begin jaren zeventig werkte voor een boekenclub. In hun programmaonderdeel literatuur werden enkele door Helen Knopper vertaalde titels opgenomen van de Amerikaanse hippieschrijver Richard Brautigan. Een paar jaar later zou ook mijn broer Jos Knipscheer, alweer ruim 25 jaar geleden overleden, een roman van Brautigan vertalen. De tweede keer dat ik de naam Helen Knopper bewust tegenkwam was nadat Uitgeverij In de Knipscheer in 1976 net begonnen was en we in het fonds van de eveneens piepjonge Uitgeverij Loeb & Van der Velden o.a. de titel ‘De Vertellers’ tegenkwamen samengesteld door beide uitgevers met daarin verhalen van o.a. Hester Albach, Peter Andriese, Jan Cremer, Hans Dorrestijn, Heere Heeresma, Eelke de Jong, Theo Kars, Laurie Langenbach, Guus Luijters en ook Helen Knopper, schrijvers die rond die jaren zeventig furore maakten. Ieder ging zijn en haar weegs. De derde keer dat Helen Knopper bij mij in beeld kwam was toen ik in 1977 recensies las over haar titel ‘Een onfatsoenlijk afscheid’.

Zo’n zeven jaar geleden ontving de uitgeverij een manuscript van Helen Knopper met de titel ‘Het loopt het ademt het leeft’. Ze was inmiddels 80. Weer vroegen we ons af: zouden we dat wel doen?
Haar laatste, twintigste boek was na een schrijverscarrière van ruim dertig jaar toch al verschenen in 1997? Tachtig jaar oud! Wie zit daarop te wachten? Is dat nog te verkopen? Maar het was een prachtig boek en goed is goed ongeacht de leeftijd. We nodigden haar uit op de uitgeverij en wat me daarvan vooral nog bijstaat was dat ze vertelde dat toen ze dik in de zeventig was zich op de Universiteit van Amsterdam had ingeschreven en psychologie was gaan studeren. Dat was voor mij weer zo’n Hugo Pos-momentje. Ik was op dat moment 68 en bedacht me dat Helen Knopper op die leeftijd pas jaren later zou beginnen aan een universitaire studie. En ik vond dat zo ontzettend troostrijk. Niet dat ik dat zou kunnen of willen, maar de idee dat dat überhaupt een optie was stemde me wel optimistisch. Die moed, die vrijheid die daaruit sprak bewonder ik in haar tot op de dag van vandaag. U weet hoe het verder ging. ‘Het loopt het ademt het leeft’ kwam uit in 2016, een heruitgave van ‘Een onfatsoenlijk afscheid’ in 2018 en later dat jaar ‘Het onbesproken beeld’. In 2019 verscheen de omvangrijke essay- en verhalenbundel ‘Het brandende huis’, misschien wel haar literaire testament, en vorig jaar, in 2021, haar laatste boek ‘En dan nog de liedjes’.

Het zal niet moeilijk zijn de herinnering aan Helen Knopper levend te houden.
Van haar boek ‘Het brandende huis’ heb ik een paar doosjes meegenomen. Eenieder hier aanwezig mag als herinnering aan Helen een exemplaar daarvan meenemen.»

Meer over Helen Knopper bij Uitgeverij In de Knipscheer

101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu

BruinjaOnlangs verscheen bij Uitgeverij Querido de door Tsead Bruinja samengestelde bloemlezing ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’. Tsead Bruinja in het Nawoord: «Het leek mij bij de selectie goed te kijken naar het hele koninkrijk, zodat ook de poëtische stemmen uit de Antillen, Suriname en Indonesië mee mochten spreken. Het boek moet een gesprek opeen over wat we onder ‘Nederlandse poëzie’ verstaan. Het liefst zou ik zien dat er nooit meer een bloemlezing verschijnt met louter Nederlandse poëzie.» Dichters die ook bij Uitgeverij In de Knipscheer publiceerden komen daarin ruim aan bod: Frank Martinus Arion, Bernardo Ashetu, Aletta Beaujon, Edgar Cairo, Cándani (Saya Yasmine Amores), R. Dobru, Nydia Ecury, Aly Freije, Jelle Kspersma, John Leefmans, Tip Marugg, Djordje Matic, Raj Mohan, Jit Narain, Munye Oduber-Winklaar, Astrid H. Roemer, Johanna Schouten-Elsenhout, Ibrahim Selman, Shrinivási, Michaël Slory, Trefossa.
Meer over ‘De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie’
Meer bloemlezingen bij Uitgeverij In de Knipscheer met poëzie van Caraïbische dichters: ‘Grenzenloos’, ‘Vaar naar de vuurtoren’, ‘De navelstreng van mijn taal’ en ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta

10de Caraïbische Letterendag op 8 oktober 2022

CaribischeLetterenOp zaterdagmiddag 8 oktober vindt (van 13.00 tot 17.00 uur) de 10de Caraïbische Letterendag plaats. Deze lustrumviering vindt plaats in het HNI (voorheen NAi) in Rotterdam. Na ruim twee jaar uitstel vanwege corona viert de Werkgroep Caraïbische Letteren eindelijk een nieuwe editie, gewijd aan de grote voorlopers. Bij deze gelegenheid verschijnt de bundel ‘Dat wij zongen’ (Uitgeverij Das Mag) met essays van 21 auteurs (waaronder Ken Mangroelal, Astrid H. Roemer, Tommy Wieringa, Eric de Brabander, Ruth San A Jong) over 20 groten die hen voorgingen (onder wie Albert Helman, Pierre Lauffer, Boeli van Leeuwen, Michaël Slory, Shrinivási, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Bernardo Ashetu, Bea Vianen). Het eerste exemplaar van ‘Dat wij zongen’ wordt aangeboden aan de grootste levende Nederlands-Caraïbische dichter: Jit Narain. In gespreksronden, geleid door Raoul de Jong en Julien Ignacio, komt een groot aantal schrijvers uit de bundel ‘Dat wij zongen’ aan het woord. Verder zijn er intermezzi: Charlotte Doornhein herdenkt de onlangs overleden Diana Lebacs; Raoul de Jong leest voor uit zijn succesroman ‘Jaguarman’; Michiel van Kempen vraagt aandacht voor de ten onrechte onbekende Antilliaanse antikoloniaal Medardo de Marchena van auteur Aart G. Broek en een mystery guest zet Ronald Snijders – winnaar van de Boy Edgarprijs – in de schijnwerpers. De presentatie is in handen van Sarita Bajnath, van het AT5-boekenprogramma ‘Leesoffensief’.
Meer over ‘10de Caraïbische Letterendag’
Meer over ‘Dat wij zongen’

«Een schot in de roos.» – André Oijen

VoorplatLoslaten-75Over ‘Loslaten zullen ze nooit meer’ van Marius Atmoredjo op Ansiel, 6 augustus 2022:
(…) Persoonlijk ben ik altijd heel erg geïnteresseerd geweest in Surinaamse literatuur in het bijzonder die van Astrid H. Roemer, Albert Helman, Cola Debrot, en Edgar Cairo. Sinds kort is daar nog een grote favoriet bijgekomen namelijk Marius Atmoredjo. Zijn debuutbundel ‘Loslaten zullen ze nooit meer’, geïnspireerd door de verhalen van zes generaties Javanen in diaspora was meteen een schot in de roos. Die verhalen beginnen bij de tewerkstelling van de overgrootmoeder van de dichter, wanneer zij als contractarbeider vanuit Java in Suriname aankomt en gaan daarna over haar kinderen en kleinkinderen die in Suriname en Nederland wonen. De moeder van de dichter, Marie Atmoredjo, vertelde haar kinderen die verhalen in de avonduren voor het slapen gaan. Zij hebben in sterke mate de verbeeldingskracht van de dichter gevormd. De dichter weeft van al die verhalen een prachtig geheel. Beeld voor beeld reizen wij mee vanaf het verblijf in de buitengebieden tot de aankomst in Nederland. Atmoredjo laat zien hoe opgroeien in een levende verhalentraditie prachtige poëzie kan opleveren. De kunstenaar Robert Bosari voorzag elk van de twintig gedichten van een fraaie tekening in zwart-wit en dat maakt van deze bundel een unicum.
Lees hier de recensie
Meer over Marius Atmoredjo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Marius Atmoeedjo op Caraïbisch Uitzicht

«En steeds klinkt in haar werk die echo om rechtvaardigheid. Beslist een aanrader.» – Wim van Til

VoorplatRoemerBloemlezing-75Over ‘Ik ga strijden moeder’ van Astrid H. Roemer in De Auteur, juni 2022:
Astrid H. Roemer neemt in de Nederlandstalige literatuur een aparte positie in. Van meet af aan werkt zij haar thematiek uit met eigen inkt. Centraal daarin staat de dekolonisering met alle aspecten die daar bij horen: verlies van en zoeken naar de eigen identiteit, ontluikend en groeiend besef van haar plaats in haar wereld, de groei van haar persoonlijkheid en de maatschappelijke positie die zij daarbij inneemt. Naast de bekendere thema’s zoals liefde, verlangen en gemis. (…) Samensteller Koos van den Kerkhof heeft uit 50 jaar poëzie kunnen putten, vanaf haar debuut in 1970 tot aan de publicatie van ‘Tot nader’ in ‘De Gids’ (6/2020). (…) Koos heeft mooie, treffende gedichten gekozen, soms strijdvaardig, soms innemend sensueel. En steeds klinkt in haar werk die echo om rechtvaardigheid, om gerechtigheid, een stem die niet ophoudt te zoeken naar woorden die de uiteindelijke bevrijding bewerkstelligen. Astrid H. Roemer is voor haar oeuvre in 2021 bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren, en dat is niet zomaar gebeurd. Haar activistische houding ten opzichte van de Surinaamse politieke leiders heeft nog wel consequenties gehad voor de officiële uitreiking. Het maakt duidelijk dat ook beleidsmakers en andere politici zich beter zouden moeten verdiepen in haar werk, waarin Astrid H. Roemer oproept tot een duidelijke stem die het lange wachten op die gerechtigheid verwerkelijkt. (…) Voor wie nog niet bekend is met de poëzie van Astrid H. Roemer is deze bloemlezing beslist een aanrader.
‘De Auteur’ is een driemaandelijks tijdschrift van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen.
Lees hier de recensie ‘Mijn leven mijn liefde mijn gevecht’
Meer over ‘Ik ga strijden moeder’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer

Annel de Noré – Berichten uit het verleden. Pemba doti. Roman

Opmaak 1Annel de Noré
Berichten uit het verleden / Pemba doti

roman
Nederland, Suriname
gebrocheerd in omslag met flappen,
260 blz., € 19,50
ISBN 978-94-93214-27-9
eerste uitgave 2022

Berichten uit het verleden. Pemba doti van Annel de Noré is een intrigerende en verontrustende roman, die zich op verschillende wijzen laat lezen en duiden – wat nu juist zijn kracht uitmaakt. Dit is te danken aan de sterke, ingetogen poëtische en rake maar niet al te nadrukkelijke stijl van De Noré, aan de constructie én de tekening van de personages. In de roman staat een episode in het leven van Dorothy centraal, waarin zij onder grote druk staat: zij is alleenstaande moeder maar werkt als boekhouder heel hard in een bedrijf. Als haar meerdere Errol haar voor de zoveelste keer vraagt op een vrijdag over te werken, gaat zij schoorvoetend – maar met tegenzin – akkoord.

Dan ontvangt ze op haar werkaccount mails van een haar onbekende, die zichzelf Maya Pritip noemt. De mails nemen steeds indringender en intimiderender vormen aan, en gaan algauw over in regelrechte, onverholen dreigementen. Op een gegeven moment herinnert Maya Pritip Dorothy aan een voorval van exact 17 jaar geleden: op vrijdag 3 maart 2000, tussen 11 en 12 uur ’s morgens, vond er iets plaats waar zij nú verantwoording voor zou moeten afleggen.

Berichten uit het verleden ontspint zich tot een ijzingwekkende psychologische thriller, maar mogelijk ook een parabel of een geëngageerde roman. Is Dorothy psychisch bezweken onder de druk en uitputting, en is zij zwaar overspannen geraakt? Lijdt zij aan waandenkbeelden, draait zij door? Of heeft iemand ‘uit het verleden’ het werkelijk op haar gemunt, en is diegene uit op genoegdoening, op wraak? Maar welk perspectief is betrouwbaar?

Het taalgebruik van Dorothy draagt bij aan de vervreemding en spanning (tot het eind) van deze roman. Dat is de verdienste van de vertelkunst en de talige stijl van De Noré. Ook de lezer voelt zich, mét Dorothy, beklemd.

Annel de Noré werd in 1950 geboren in Paramaribo en woont vanaf 2000 hoofdzakelijk in Nederland. Haar alom geprezen debuutroman De bruine zeemeermin uit 2000 is ‘het beste Caraïibische debuut sinds Bea Vianen en Astrid H. Roemer’ genoemd. Verder verschijnen bij Uitgeverij In de Knipscheer de verhalenbundel Het kind met de grijze ogen, de roman Stem uit duizenden en de verhalenbundel Vers vlees oud bloed, genomineerd voor de Halewijnprijs 2017. In 2019 komt haar grote roman Lambarosa uit: ‘Zo beeldend en weerzinwekkend beschreven dat je het boek niet kan wegleggen. In het derde deel van de roman komen de eerste twee gedeelten op mysterieuze wijze samen. Het is een filosofisch stuk over de omgang met onzekerheden. Als lezer word je meegesleurd door het verhaal, de sfeer en de beklemmende emoties van de hoofdrolspelers.’ (Estefanía Pampín Zuidmeer in La Chispa). In 2021 verrast zij met haar poëziedebuut Exit, waarover Arjan Peters schrijft: ‘Bijna montere poëzie dankzij dansende ritmiek, klankrijke woorden en scheppingsvreugde.’
Meer over ‘Berichten uit het verleden. Pemba doti’
Meer over Annel de Noré bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht van Astrid H. Roemer [2]

VoorplatRoemerBloemlezing-75In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (27 april 2022) is het de sterfdag van W.F. Hermans, maar ook de geboortedag van onder anderen Robert Anker, Astrid H. Roemer, Paul Hautmans en Bies van Ede. Bij wijze van felicitatie kiest uitgeverij In de Knipscheer kiest in dit bericht voor het gedicht ‘Zeevogels’ van Astrid H. Roemer (1947) uit haar in 2021 bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen bloemlezing ‘Ik ga strijden moeder’.

Zeevogels

Zeevogels vandaag.
Zomaar in mijn tuin.
Ze schenen niet wit.
Ze neigden naar bruin.
Het waren er 2. Een echtpaar misschien. Of
hartsvriendinnen op droomreis naar Brasil.
Ik was verrukt. Ik rook ruig de zee.
Ik hoorde hem ruisen. Jij liep met mij mee.
Jij hield mijn hand vast. – Ik had
handschoenen aan –.
Ik blijf van je houden zolang meeuwen bestaan.
Jouw stem klonk diep.
Ze vlogen prompt op. Sneeuwwit en luidruchtig.
Driehonderd en tien.

Weer staan 2 in mijn tuin. Op zoek naar
zout brood?
Zo laat in de middag. Dear me.
Ga niet dood!

Meer over ‘Ik ga strijden moeder’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Essays on Dutch colonial classics, some well known, others hidden gems — I discovered Frans Lopulalan’s ‘Onder de sneeuw een Indisch graf ‘.» – Rosemarijn Hoefte

VoorplatSneeuw-75Over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ van Frans Lopulalan in New West Indian Guide [nr.96], april 2022:
(…) ‘De nieuwe koloniale leeslijst’, edited by Rasit Elibol (Amsterdam: Das Mag, 2021, paper €21.99), consists of 22 essays by established authors, poets, and critics on how to (re)read, (re)discover, and rethink Dutch colonial classics. Some are well known, such as ‘Max Havelaar’ by Multatuli, others may be hidden gems—I discovered Frans Lopulalan’s ‘Onder de sneeuw een Indisch graf ‘ (1986) on Moluccan experiences in the Netherlands. Ten chapters cover nine novels and one volume of poetry on the Caribbean published between 1931 and 2018: ‘De Stille plantage’ by Albert Helman (Xandra Schutte), ‘Mijn zuster de n[egerin]’ by Cola Debrot (Stephan Sanders), ‘Sarnami, hai’ by Bea Vianen (Warda El-Kaddouri), ‘Dubbelspel’ by Frank Martinus Arion (Kees ’t Hart), ‘Kollektieve schuld’ by Edgar Cairo (Rasit Elibol), ‘Over de gekte van een vrouw’ by Astrid [H] Roemer (Basje Boer), ‘Schilden van leem’ by Boeli van Leeuwen (Yra van Dijk), ‘De morgen loeit weer aan’ by Tip Marugg (Michiel van Kempen), ‘Badal’ by Anil Ramdas (Manon Uphoff), and ‘Habitus ‘by Radna Fabias (Alfred Schaffer). Despite the (deliberately?) awkward title, this is a rewarding read.
Bron
Meer over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’
Meer over ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ op deze site
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Bea Vianen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Boeli van Leeuwen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De Surinaamse geschiedenis in de Nederlandstalige poëzie.» – Louis Smit

VoorplatRoemerBloemlezing-75Over ‘Ik ga strijden moeder’ van Astrid H. Roemer voor NBD/Biblion, 9 maart 2022:
(…) De gedichten, in totaal zo’n 80, zijn bij elkaar gebracht uit eerdere bundels en literaire tijdschriften. Verscheidene gaan over de zwarte Surinamer die zich niet thuis voelt in Nederland en de ‘roze blagen die mij om mijn huidskleur plagen’. Andere gaan over liefde en andere ontroerende onderwerpen. De gedichten hebben kracht, maar krijgen vooral kleur als ze worden voorgedragen, zoals bleek bij podiumoptredens van de schrijfster. (…) In zijn verhelderende inleiding gaat de samensteller Koos van den Kerkhof) in op de aandacht voor het slavernijverleden in het werk van Roemer. De bundel zal vooral in de smaak vallen bij mensen die geïnteresseerd zijn in de invloed van de Surinaamse geschiedenis in de Nederlandstalige poëzie.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ik ga strijden moeder’
Meer over Astrid H. Roemer bij Uitgeverij In de Knipscheer