Ernst Jansz luistert in Parijs presentatie op van Franstalige bloemlezing van Nederlandse Indo-auteurs.

Le BanianOp 7 december 2014 wordt op de ambassade van Indonesië in Parijs nummer 18 van het literaire tijdschrift ‘Le Banian’ ten doop gehouden, dat gewijd is aan de Nederlandse postkoloniale literatuur uit/over het tegenwoordige Indonesië, een initiatief van Association franco-indonésienne Pasar Malam. De presentatie geschiedt in het bijzijn van o.a. Peter van Dongen, Herman Keppy, Jill Stolk en Ernst Jansz, die samen met gitarist Guus Paat een viertal liederen (Dit huis, De Overkant, Tessa en De ballade van Nina Bobo) ten gehore brengt. In dit nummer van ‘Le Banian’ is in Franse vertaling werk opgenomen van o.a. Alfred Birney, Marion Bloem, Adriaan van Dis, Herman Keppy, Frans Lopulalan, Ernst Jansz, Jill Stolk, Peter van Dongen en Betty Roos. Met een voorwoord van initiatiefnemer Johanna Lederer. Alfred Birney, Dorien Kouijzer en Lizzy van Leeuwen schreven inleidingen en Adriaan van Dis het nawoord. ISBN 9791091125147.
Meer over ‘Le Banian 18’
Meer over de presentatie in Parijs
Meer over Alfred Birney bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Ernst Jansz bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Frans Lopulalan bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Betty Roos bij Uitgeverij In de Knipscheer

Betty Roos – Galila van Galilea

978-90-6265-488-8BETTY ROOS
Galila van Galilea

Roman
€ 14,50
Eerste druk 2001
ISBN 978-90-6265-488-8

In het niemandsland tussen Israël en Libanon schrikken Israëlische soldaten van een Arabische kreet om hulp. Een van de soldaten verliest zijn zelfbeheersing en gooit een handgranaat. Een zwangere vrouw komt om het leven. Haar dochtertje raakt een hand en een oog kwijt. Arjeh de commandant, doet alles om het meisje te redden en zorgt voor het vervoer per helikopter. En van hem krijgt ze ook een naam: Galila van Galilea.

In het hospitaal ontmoet Arjeh Margareta, een vrijwilligster. Het is het begin van een bijzondere relatie met de Arabische, die hem meer dan eens confronteert met de onmogelijke situatie waarin zijn land verkeert. We volgen Arjeh in de Gaza, leven mee met Margareta en haar vriendin Fatima en maken ook de zinloze zoektocht van de moslimherder naar zijn omgekomen christen-echtgenote meer.

Galila van Galilea is een indrukwekkende korte roman over hoe mensen (samen-)leven in een anno 2000 verscheurde regio.

Over Bonsai-kinderen, haar debuutroman uit 1995, schreef NRC Handelsblad: «In intensiteit, gevoeligheid en beeldende kracht een opmerkelijk boek over aangrijpende ervaringen.»

Betty Roos werd geboren in voormalig Nederlands-Indië, belandde als vijfjarig joods meisje in 1941 in het jappenkamp, kwam direct na de oorlog als ‘Indisch’ kind naar joods-Amsterdam en vond in de jaren zestig haar thuis in Israël. Ze schrijft direct in het Nederlands, nu haar tweede taal, in een stijl en met een woordkeus waarmee ze heel effectief een beklijvende sfeer oproept.

Betty Roos – Zamira een bedoeïnenkind

978-90-6265-411-6BETTY ROOS
Zamira een bedoeïnenkind

Roman, Israël
Paperback 128 blz., € 13,50
Eerste druk 1996
ISBN 90-6265-411-6

Zamira is een bedoeïnenmeisje dat leeft in een vrijwel kaal gebied aan de zee. In dit harde leven van alledag spelen kamelen, geiten en een dolfijn een even belangrijke rol als het handjevol mensen met wie ze omgaat en die haar met hun verhalen scholen. Aan de vanzelfsprekendheid van dit eenvoudige, eerlijke bestaan komt abrupt een einde, wanneer een totaal onvoorziene oorlog het gebied teistert. Vanaf dat moment ontwaakt Zamira haast dagelijks in een nieuwe situatie; ze wordt een vluchtelinge, en niet lang daarna een wees.
Het verhaal – door het element van herhaling en symboliek haast Arabisch van toon – lijkt ruimschoots materiaal te bieden voor pathetiek en tragiek, maar de schrijfster laat dit zeer bewust liggen: het gaat haar erom te laten zien hoe kinderen omgaan met zulke situaties, en ze rekent daarbij duidelijk op een grote dosis veerkracht van hun kant.
In Zamira, een bedoeïnenkind is gemakkelijk een echto te horen van Betty Roos’indringende debuut Bonsai-kinderen, waarin ze haar jeugd (als joods kind in een jappenkamp in Indie en daarna als ‘Indische’ in joods Amsterdam) beschrijft, eveneens vanuit de ervaring en in de taal van een kind.

Betty Roos – Bonsai-kinderen. roman

978-90-6265-412-3BETTY ROOS
Bonsai-kinderen. Roman

Genaaid gebonden, 252 blz., € 18,50
Eerste druk maart 1995
ISBN 90-6265-412-3

Bonsai-kinderen is de naam die Betty Roos gegeven heeft aan de kinderen, die zoals zijzelf, hun kinderjaren in een jappenkamp doorbrachten en na de oorlog naar Nederland kwamen. Net als bij bonsaiboompjes waren er zoveel wortels gesnoeid, dat ze wel konden blijven leven, maar niet konden groeien.

Betty Roos was vijf – toen ze samen met haar moeder, zusjes en broertje – geïnterneerd werd in het kamp Tjihapit in voormalig Nederlands-Indië. In simpele, directe bewoordingen beschrijft ze de bombardementen, de transporten, en het leven in het jappenkamp in Indië.

Na de bevrijding keert de moeder met de kinderen (de vader heeft het kamp niet overleefd) terug naar het ontredderde Nederland om een nieuw bestaan op te bouwen. Pas hier hoort Betty voor het eerst over Hitler, joodse onderduikers en gaskamers, en wordt ze haar eigen joods-zijn bewust. Tegelijkertijd ervaart ze de onwetendheid en het onbegrip over wat zij heeft meegemaakt aan de andere kant van de wereld.

Betty Roos emigreerde naar Israël en woont en werkt in Jeruzalem. 45 jaar lang zweeg ze over haar kampervaringen, maar de Intifada was voor haar de directe aanleiding om eindelijk te gaan vertellen.

‘Een gloednieuwe schrijfster met een verslag van hoe het was, geschreven door het kind dat ze was (…) met het gestolde verdriet dat lotgenoten kennen, maar waarvoor zij opnieuw woorden heeft gevonden.’ Joop van Tijn in het Voorwoord.

‘De waanzin van de oorlog, gezien door de ogen van een kind, maken het tot een ontroerend document.’ – Haagsche Courant

‘De benadering van Betty Roos maakt indruk door de onderkoelde, feitelijke weergave van de gebeurtenissen. Betty Roos heeft een bijzonder boek toegevoegd aan de reeks kamplitaratuur.’ – Intermediair