Over ‘Het geluid van naderend onweer’ van Eric de Brabander in Parbode, 1 mei 2021:
De meeste van de 27 verhalen spelen zich af op Curaçao. (…) Niet alles speelt op Curaçao, we komen ook een schooltje in Den Haag tegen en in Tucacas, Venezuela, wordt de lezer geconfronteerd met Duitsers met een schimmig oorlogsverleden. Het verhaal ‘Bushmaster’ speelt zich af in Suriname, in Pikin Slee. (…) De Brabander blijkt over een rijke fantasie te beschikken – een goudmijn voor de schrijver! – met soms bizarre, surrealistische trekjes: zo figureren in zijn verhalen 100-jarige duiven, een pratende hond, een jongetje dat kan vliegen, een vampier, een opgeviste zeemeermin, een engel en een ruimteschip. Veel van De Brabanders verhalen zou je magisch realistisch kunnen noemen en hebben daarin wel wat weg van het werk van Belcampo of Roald Dahl. Voordehandliggender is misschien om De Brabanders inspiratiebronnen in Latijns-Amerika te zoeken, dat immers aanzienlijk dichterbij Curaçao ligt dan Europa, met auteurs als Borges, Marquez, Isabelle Allende of Alvaro Mutis. De Brabanders stijl is helder, zonder opsmuk. (…) De verhalen uit deze bundel zijn alle onderhoudend en vaak verrassend. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het geluid van naderend onweer’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Borges
«Stefaan van den Bremt raakt zijn lezers tot in hun diepste vezels.» – André Oyen
Over ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt op iedereenleest.be, 18 april 2014:
Voor de dichter wijst [de titel van de bundel] op de afzetting van een engagement in een wereld vol taal. Een taal die Stefaan van den Bremt kneedt, streelt, en tot in de finesse weet te benutten. Naast hele nieuwe originele dingen draagt hij ook gedichten op aan groten, zoals Gezelle, Martinus Nijhoff, Roca, Borges, Machado en Nietzsche en laat hen ook doorklinken in deze bundel. Maar ook als de dichter van het fijne verstilde gedicht waarin taal sober en broos uit zijn pen sijpelt weet Stefaan van den Bremt zijn lezers te raken tot in hun diepste vezels.
Lees hier de recensie of hier
«Een verstild gedicht van Stefaan van den Bremt is mij het liefst. Door de taal, door het pure en de eerbied voor het kleine.» – Ezra de Haan
Over ‘Blauw slik’ van Stefaan van den Bremt op Literatuurplein, 4 november 2013:
Stefaan van den Bremt stelt hoge eisen aan zichzelf en aan zijn lezers. Zijn gedicht De poëzielezer zou je als een handleiding bij het lezen van gedichten kunnen zien.(…) De bundel bestaat uit drie afdelingen: Staande voor de sfinx, Een smaak van tijd en Ga maar er is geen weg. De woorden die je in de gedichten tegenkomt, tonen een Vlaming en de taalrijkdom die daarbij hoort. Zet je de mooiste woorden op een rij dan ontstaat al een gedicht. Orewroet, steltletters, stuifwater en zuurte. Knarrentijd, knoeselvoeten en kribbebijt. Meteen denk je als Hollander aan Guido Gezelle. (…) Maar ook als de dichter het zonder zijn voorbeelden moet stellen, schrijft hij heerlijke poëzie. Wat genoot ik van het titelgedicht Blauw slik met zijn ‘kwijlt kwelders’, ‘schorre kleibank’ en ‘slikopwaarts’.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Blauw slik’
«Van den Bremt onderzoekt de houding van schrijvers en dichters tegenover de moderniteit.» – Hugo Brems
Over ‘De oude wereld moe. Over vernieuwers en voortzetters in de literatuur’ van Stefaan van den Bremt:
In 16 essays onderzoekt de auteur de houding van schrijvers en dichters als Nijhoff, Maeterlinck, Verhaeren, Ocavio Paz, Federico Garcia Lorca en tal van anderen, tegenover de moderniteit, tegenover de breuk tussen de oude en de nieuwe wereld. Die essays en vertalingen vormen het complement van zijn eigen poëzie. (…) Zij fungeren als elementen van een dialoog tussen Van den Bremts denken en dichten en dat van wie hem omringen of zijn voorgegaan. Hun woorden zijn aangeslibd in zijn eigen taal.
Lees hier
verder
Meer over “De oude wereld moe’
Meer over Stefaan van den Bremt