Erich Zielinski – De engelenbron

Erich Zielinski
De Engelenbron
Curaçao, Nederland
Paperback, Ingenaaid, 254 blz., 15,75
ISBN 90-6265-561-0

In het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao meent Monchín zijn evenwicht te hebben gevonden. De Harley Davidson waarop hij als politieman reed is met keilbouten verankerd in een betonplaat op een oude waterput. Op die motorfiets vlucht Monchín uit de werkelijkheid en houdt hij existentiële monologen met zijn alter ego ‘Broeder Abt…’

Zielinski schildert met een gevarieerd pallet van emoties in De Engelenbron een wonderlijk en veelkleurig Caribisch decor waarin de mens te zien is, getekend door zijn noden en de verleidingen van het leven. De humor is nooit ver te zoeken, evenmin als de kritische ondertoon waar het penseel vluchtig overheen strijkt.

Handelen in drugs is een kunst, zoals balletdansen in een mijnenveld kunst is. Je moet goed opletten waar je je voeten neerzet en toch geen enkele noot missen van de muziek.

De personages in het boek ontkomen niet aan de dans. Petchie, Monchín en Hendrik van Alsum raken verstrikt in een mislukte drugsaffaire waarin twee vrouwen uiteindelijk de touwtjes in handen hebben: Aura die opgroeide in een sloppenwijk in Santo Domingo waar het instinct tot zelfbehoud sterker is dan alle deugden bij elkaar, en Rona. Zij was een Hindoestaanse, en dat alleen al omringde een deel van het huis met mystiek alsof daarin knielende mensen wierook offerden. Zij had een non kunnen zijn; een kloosterlinge die alleen nog haar God diende.
In dat huis ligt de invalide Hendrik en luistert naar Piaf: Et on danse, on danse, on danse

Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao. Na zijn opleiding in Nederland keerde Zielinski terug naar de Nederlandse Antillen waar hij werkzaam was als onderwijzer. Hij werd in die tijd oprichter en redacteur van het tijdschrift Vitó dat in de woelige jaren zestig als `kritisch tijdschrift tegen het establishment op de Nederlandse Antillen ageerde. Op Curaçao voltooide hij zijn rechtenstudie en vestigde hij zich als advocaat. Begin jaren zeventig was hij korte tijd hoofdredacteur van het voormalige dagblad Beurs- en Nieuwsberichten, waarna hij toch weer koos voor de advocatuur. De Engelenbron is zijn eerste roman.

De pers over De engelenbron
«Monchín, bijna gepensioneerd politieagent op Curaçao, houdt er een merkwaardige gewoonte op na: met regelmaat kruipt hij op zijn Harley Davidson die met keilbouten is verankerd boven een put, en terwijl hij de motor laat brullen, praat hij tot zijn betere ik, ‘Broeder Abt’. Hij woont in het grote huis De Engelenbron, waar ook de Dominicaanse prostituée Aura met haar dochter woont, en de verlamde zakenman Hendrik met wiens vrouw Monchín de liefde bedrijft. Er ontspint zich een intrige rond de drugsdealer Petchie die tot een dramatisch hoogtepunt komt wanneer Aura’s dochter overlijdt aan het slikken van drugsbolletjes. Deze eerste roman van Zielinski (Bonaire, 1942) is een schot in de roos. Aan de actuele drugsproblematiek van Curaçao geeft hij trefzeker een rijk decor als van een grote Latijns-Amerikaanse roman. Hij bouwt de spanning voortreffelijk op, schrijft soepel, geestig en met veel menselijk medeleven. Het lijdt geen twijfel: dit is het belangrijkste Antilliaanse romandebuut sinds Frank Martinus Arion.» – Michiel van Kempen voor Biblion

«Er is voor de lezer veel te beleven in De Engelenbron. Zo speelt een aantal intrigerende motieven op mysterieuze wijze door en met elkaar, wat het lezen ervan tot een spel maakt en wat zijn uitdrukking in het lichtvoetige taalgebruik vindt. Ik kan u verzekeren dat met het debuut van Erich Zielinski het eiland Curaçao een schrijver rijker is geworden, omdat De Engelenbron inhoudelijk interessant is en bovendien een originele vorm heeft met een knappe structuur en persoonlijke stijl». – Wim Rutgers in Amigoe

«Deze eerste roman van Zielinski (Bonaire, 1942) is een schot in de roos. Aan de actuele drugsproblematiek van Curaçao geeft hij trefzeker een rijk decor als van een grote Latijns-Amerikaanse roman. Hij bouwt de spanning voortreffelijk op, schrijft soepel, geestig en met veel menselijk medeleven. Het lijdt geen twijfel: dit is het belangrijkste Antilliaanse romandebuut sinds Frank Martinus Arion.» – Michiel van Kempen voor Biblion

«Een roman doordesemd van drugs, niet van de verslaving eraan maar van hun maatschappelijke invloed, is tamelijk uniek – en over Curaçao al helemaal. Wat de Nederlandse lezer ogenblikkelijk treft is het karakter van smeltkroes dat Otrobanda in de onnadrukkelijke weergave van Zielinski heeft. De lezer ziet het bonte en verwarrende leven in de hellende steegjes van Otrobanda met hun pastelkleurige huisjes voor zich, decor voor moord en overspel met humor. In De Engelenbron ontkracht Zielinski het cliché dat van drugs alleen een paar superdealers profiteren: de oneervol ontslagen politieman kan er zijn schamele zolderwoning van opknappen, de oudere Dominicaanse prostituee verwerft een pand al verliest ze haar dochter aan de bolletjesslikkerij. De plot is een thriller waardig, een oningewijde moet goed opletten om de deals in drugs en onroerend goed te volgen.» – John Jansen van Galen in Het Parool

«Boeiend beeld van de Antilliaanse ‘escape’-mentaliteit.

«De eerste keer dat de argeloze Nederlander het boek ‘De Engelenbron’ van de Antilliaanse schrijver Erich Zielinski leest, raakt hij wellicht geschokt. Prostitutie, buitenechtelijke kinderen als een geaccepterd verschijnsel, drugshandel, moord; het komt er allemaal in voor. Een boek om van je af te schuiven, zeker vanwege het lugubere slot, waarin een lijk met man en macht van een zolder naar beneden wordt gesjord om buiten in een put gedumpt te worden. Wanneer de lezer echter een tweede keer naar het werk grijpt, raakt hij onder de indruk van de gevoelig uitgebeelde personages, die tezamen een indringend tijdsbeeld geven van het leven op het zonnige rijksdeel Curaçao.» Uit: Haagsche Courant, 13 juli 2004

«De Engelenbron is zéér de moeite waard
Ik krijg regelmatig per mail ontzettend wervende aanbiedingen van boeken van de relatief kleine uitgeverij In de Knipscheer en nu heb ik al een paar keer zo’n aangeprezen boek gelezen en telkens blijkt dat de moeite waard.
Zo las ik een heel bijzondere roman van een Antilliaanse schrijver, van Erich Zielinski, geboren op Bonaire, maar opgegroeid in de volkswijk Otrobanda in Willemstad op Curaçao. Eerst was hij onderwijzer, later advocaat. Hij heeft altijd geschreven, vooral poëzie en dan in het Papiaments. Nu is er zijn eerste roman De Engelenbron, op zijn 61ste, een laat debuut dus. Hij schreef het in het Nederlands en het zou best eens de laatste Antilliaanse schrijver kunnen zijn die dat doet, want de nieuwe generatie op de Antillen beheerst het Nederlands steeds minder. Curaçao is meer en meer een smeltkroes van nationaliteiten: natuurlijk veel Surinamers, wat Nederlanders, maar ook veel Venezolanen, Colombianen en mensen uit de Dominicaanse Republiek enz. en dat zie je mooi weerspiegeld in de roman, die zich ook in Otrobanda afspeelt. Drugs spelen een grote rol, het speelt zich tenslotte af op Curaçao, en het is echt fascinerend om te zien hoe enorm de maatschappelijke invloed ervan op de eilandbewoners is. Ze zijn er niet aan verslaafd en toch heeft iedereen er op een bepaalde manier wel mee te maken, want uiteindelijk sijpelt dat grote drugsgeld door naar de onderste regionen, niet alleen naar die arme bolletjesslikkers, maar ook bijvoorbeeld naar die oude politieman die door zijn kop in het zand te steken een kleine tegemoetkoming ontvangt. In ieder geval realiseer je je dat dat drugsgeld ondertussen een economische en sociale factor van belang is geworden. Erich Zielinski bevolkt zijn roman met kleurrijke types en bouwt zijn plot zorgvuldig en spannend op. Het boek is een beetje een thriller en in het juryrapport van de Gouden Strop dit jaar werd zijn debuut ook met name genoemd en geprezen en zelfs aanbevolen, maar de jury vond het om duistere redenen nú niet voldoen aan hun thrillermaatstaven. Hoe dan ook, De Engelenbron is zéér de moeite waard.» Uit: Adeline van Lier tipt boeken, KRO-radio Dolce Vita 25 juni 2004

«De slechtste mens heeft nog iets goeds
Caribische schrijvers denken niet zwart-wit

Hoe schrijvers in het Nederlandstalig Caribisch gebied tegen hun omgeving aankijken, weten we eigenlijk niet, omdat hun werk nauwelijks tot Nederland doordringt. Er is hier wel een uitgebreide migrantenliteratuur, maar daaruit komen we vooral te weten wat de migrant in Nederland ervaart. Twee nieuwe boeken uit het Caribisch gebied zelf (‘Het kind met de grijze ogen’ en ‘De Engelenbron’) laten zien dat schrijvers dáár (Annel de Noré en Erich Zielinski) heel andere oriëntatiepunten hebben.
[…]
Realistischer is ‘De Engelenbron’, het debuut van de 62-jarige Curaçaose advocaat Erich Zielinski. Met duidelijk plezier beschrijft hij het bruisende leven in de Curaçaose volksbuurt Otrobanda. Centrale figuur is Monchín, een voormalig motoragent, die ontslagen is omdat hij naakt uit een bordeel de straat opliep. Dat was op zichzelf niet zo erg, maar de kranten gingen erover schrijven, zodat het een politiek gevoelige zaak werd. De macho Monchín heeft groteske trekken die hem onvergetelijk maken. Zo heeft hij zijn motor verankerd op een cementen sokkel, elke maand start hij hem om denkbeeldige ritten op de stilstaande motor te maken. Zielinski’s levendige debuut is ook een eerbetoon aan een volk dat zelf de handen uit de mouwen steekt om rond te komen, ook al gaat dat op een manier die de officiële wereld niet accepteert – bijvoorbeeld via de handel in drugs.
Kennelijk leeft bij deze twee Caribische schrijvers het besef dat goed en kwaad met elkaar zijn verbonden. Ze omarmen hun werkelijkheid, al zien ze de fouten van hun landgenoten ook. Ze wijzen niet met een beschuldigende vinger naar Nederland: die werkelijkheid speelt in hun verhalen geen rol.» – Jos de Roo in Trouw

Rita Rahman – Liefdesgeuren. Roman

RITA RAHMAN
Liefdesgeuren

Suriname Roman
Paperback, 176 blz., 16,05
ISBN 90-6265-518-1
Eerste druk 2001

Myrna, milieuactivist in de Cariben, ontmoet in Nederland op Wereldvoedseldag de staatssecretaris van Landbouw. Deze Arno blijkt aan slapeloosheid te lijden en op haar aanbod hem ervan te genezen middels een slaaptherapie, waarin haar oma haar heeft ingewijd gaat hij gretig in.
Myrna’s verhaal gaat over een vrouw S. die na een heftige liefdesnacht verslag doet aan haar minnaar van haar werk in krottenwijken en over haar relatie met een politiek strijder voor en na de onafhankelijkheid van haar Caribische eiland.

Net als Isabel Allende in Het goud van Tomas Vargas, gebruikt Rita Rahman Sheherazades eeuwenoude procédé, schijnbaar tegen Arno’s slapeloosheid maar in werkelijkheid om hem zijn ogen te openen.

De intriges van beide verhalen, de affaire tussen Myrna en Arno, en het slaaptherapieverhaal, dat verandert in een politiek geladen liefdesverhaal van S., maken Liefdesgeuren tot een verrassende roman met een verhaal binnen een verhaal binnen een verhaal, waarin de auteur de lezer regelmatig op het verkeerde been zet,

Rita Rahman (Aruba, 1952) groeide op in Suriname en was tot haar vertrek in 1980 naar Nederland werkzaam bij het Ministerie van Onderwijs. Sinds haar studie niet-westerse sociologie in Leiden is zij actief op het terrein van de internationale samenwerking. Ze was onder andere bestuurslid van de Europese Werkgroep Racisme Bestrijding en publiceerde onder meer over de slavenhandel en de slavernij in Suriname en over zwarte en migrantenvrouwen in verenigd Europa. Vanaf 2000 is zij gevolmachtigd minister en plaatsvervangend ambassadeur op de Nederlandse ambassade in New Delhi.

De pers over Liefdesgeuren
«Liefdesgeuren is een indringende roman met een misleidende titel. Wil Rita Rahman er lezers mee lokken? Dan hoop ik dat ze in die val trappen. Ze is bijna nog slimmer dan Sheherazade zelf.» – De Ware Tijd

«Rita Rahman heeft een literaire vorm gevonden om de fundamentele vraag te stellen hoe het zover kon komen in Suriname. Compositorisch en stilistisch een droomdebuut.» – Trouw

Neil Bissoondath – Yasmins werelden

NEIL BISSOONDATH
Yasmins werelden

Trinidad Roman
Vertaling: Peter Abspoel en Hanneke Nutbey
Paperback, 480 blz. 20,00
ISBN 90-6265-486-X
Eerste druk 2001

Na de dood van haar moeder verlaat Yasmin de Canadese stad waarin ze woont om voor het eerst sinds haar jeugd terug te keren naar het Caribische eiland waar ze geboren is. Ze doet dat in eerste instantie om de belofte aan haar moeder in te lossen: ze brengt haar as terug in haar koffer. Ze verwelkomt ook de adempauze in haar moeizame huwelijk met de Canadees Jim.

De lezer wordt ingesponnen in Yasmins subtiel beschreven ervaringen op het eiland, waar haar familieleden en anderen een verleden, waar ze niets van wist, tot leven wekken. Een verleden waarin haar vader, een niet als te scrupuleus politiek leider die door moord om het leven kwam, een centrale rol speelt.

Even essentiële ingrediënten van het verhaal zijn de resonanties van eerder momenten uit Yasmins eigen leven, en de stem van haar moeder, die zich los van haar dochter door het boek beweegt, als om de onafhankelijkheid van de geest van deze vrouw te benadrukken.

En elke van de opgedoemde werelden – die van moeder en dochter, die van het huwelijk, van de familie, van de geschiedenis van het eiland – breekt als het ware door interne spanning open, en vraagt van Yasmin een heroriëntatie op haar leven en afkomst. Maar vreemd genoeg leveren ze ook het materiaal voor nieuwe vormen van levensaanvaarding. Vanwege het gezonde verstand en de spontaniteit waarmee Yasmin de dilemma’s confronteert, wordt het verhaal boven de bijzondere omstandigheden uitgetild, en krijgt het – niet ondanks, maar juist dankzij het ontbreken van grootste pretenties – een universele strekking.

Neil Bissoondath (Trinidad, 1955), neef van V.S. Naipaul, woont sinds 1973 in Canada.
Naast Yasmins werelden schreef hij nog twee romans, waaronder A Casual Brutality. In zijn essaybundel Selling Illusions: The Cult of Multiculturalism, noemt hij het benadrukken van de verschillen in etnische afkomst `een zachte vorm van culturele apartheid’.

«Een aangrijpend verhaal, schitterend geschreven.» – The Toronto Sun, 1999

«Een menselijke en meevoelende stem die ons kan helpen met andere ogen naar de moderne wereld te kijken.» – Publishers Weekly

Aart Broek – Het zilt van de passaten

AART BROEK
Het zilt van de passaten
Caribische literatuur in de twintigste eeuw

Cariben, Nederlands, Essays
Paperback, 232 blz., € 15,75
ISBN 978-90-6265-463-5
Tweede, geheel herziene en uitgebreide editie 2000

Het zilt van de passaten geeft inzicht in de belangrijkste motieven en thema’s van de Caribische literatuur in de 20ste eeuw. Vooral (of: pas!) in de jaren negentig kreeg deze veeltalige literatuur mondiale erkenning doordat de belangrijkste literaire prijzen, zoals de Nobelprijs en de Prix Goncourt, ten deel vielen aan Caribische schrijvers, resp. Derek Walcott en Patrick Chamoiseau, vertegenwoordigers van het Engelse en Franse taalgebied in de Cariben, waartoe verder – naast de Caribische creoolse talen – ook het Spaans en Nederlands behoren.

Behalve van de genoemde auteurs komt het werk van vele andere belangrijke schrijvers ter sprake: V.S. Naipaul, Jean Rhys, Earl Lovelace, Maryse Condé, Simone Schwarz-Bart, Reinaldo Arenas, Alejo Carpentier, Caryl Phyllips, maar ook van Frank Martinus Arion, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Anil Ramdas – en dat maakt Het zilt van de passaten tot een bijzonder boek – in samenhang met elkaar en in relatie tot tal van andere culturele en maatschappelijke uitingen als reggae, calypso, rastafarianisme, carnaval, voodoo. Niet eerder werd de Caribische literatuur zo overkoepelend en over de taalgrenzen heen beschouwd.

Hugo Pos – De ongewisse tijd

HUGO POS
De ongewisse tijd

Nederland – Suriname Verhalen
184 blz., paperback, € 13,50
ISBN: 90-6265-468-1
Eerste uitgave 1999

De verhalen in Het doosje van Toeti, het opmerkelijk prozadebuut van Hugo Pos (1913) in 1985, spelen alle in de jaren twintig in Suriname en weerspiegelen de jongensjaren van de schrijver. Méér dan in elf boeken die sindsdien volgden is in zijn nieuwste verhalenbundel De ongewisse tijd de plaats van handeling in de Caribische regio en zijn zijn bewoners de leidende personen rond wie de geschiedenissen zich afspelen.

En in de verhalen van Pos is ‘geschiedenis’ dichtbij: ze zijn een spel met fictie en werkelijkheid in ‘de ongewisse tijd’’, waarin de macht van de verbeelding het opneemt tegen de onmacht van het geheugen, waarin een gekleurde herinnering een kleurrijk gevolg kan hebben.

Soms heeft de geschiedenis naam en toenaam. Zo gaat La belle créole over Josephine van Martinique, die vrouw van Napoleon Bonaparte en keizerin van de Fransen werd. Zo verhaalt De tranen van Den Uyl van de dramatische de decembermoorden in Paramaribo. Soms ook is de geschiedenis klein of anoniem en is de aanleiding een reis, of een boek of, zoals in Lucretia, een overlijdensbericht in de krant.

Maar om welk verhaal het ook gaat, steeds is daar die innemende toon die Pos’ light prose zo bijzonder maakt.

J. van de Walle – De muggen van San Antonio

J. VAN DE WALLE
De muggen van San Antonio

Nederland, Roman
Globepocket, 186 blz., € 7,50
ISBN 90-6265-748-6
Eerste druk 1998

«Als Europeaan die een siësta onder de tropenzon in een doorstoofd Zuid-Amerikaans dorpje tastbaar weet te maken is J. van der Walle voor de Nederlandstalige letteren als een tweede B. Traven.»

‘Onze alcalde leeft, maar Ramon Oviedo, onze politiechef is morsdood,’ meldt de verteller in De muggen van San Antonio over de komst van een groep muggenbestrijders in het traditionele dorpje San Antonio. Het is de stijl van de bekende ‘Kroniek van een aangekondigde dood’ van Gabriel García Márquez (dat overigens pas jaren later uitkomt) en de spanning in zijn roman is even zinderend. Het verhaal gaat over het jongetje Miguel dat niets ziet in muggenverdelgers die van buiten komen: hij wil zijn muggen zelf doodslaan.

Johan van de Walle (1912) vertrekt als 22-jarige journalist naar Curaçao en Suriname. Vanaf 19656 schrijft hij in zeven jaar tijd zijn vijf ‘West-Indische’ romans, waarmee hij zich (volgens steeds meer literatuurcritici) schaart onder de grote romanciers.

«Een meesterwerk, het werk van de meester, zoals Van der Walle er ongetwijfeld een is, baart vrijwel nooit onmiddellijk opzien.» – Aya Zikken

Maryse Condé – Kolonie De Nieuwe Wereld

MARYSE CONDÉ
Kolonie De Nieuwe Wereld

Guadeloupe, Roman
Vertaling: Rosa Pollé
Gebonden, 300 blz. € 20,–
ISBN 90-6265-436-3
Eerste druk 1997

Aton probeert zijn leven opnieuw in dienst te stellen van de Zonnegod, wiens zoon hij zegt te zijn, en het geloof in de uiteindelijke terugkeer naar het Beloofde Land Egypte levend te houden. Maar de kiem van verdeeldheid is in kleinste kring al gezaaid: zijn vrouw is hem in Guadeloupe ontrouw geweest met een blanke. De sekte groeit nog wel, met twee Duitsers en met ee nviertal vluchtelingen uit Haïti, maar langzaamaan komt Aton tot het besef dat de verhuizing van de kolonie naar Egypte een utopie is en ziet hij voor zijn sekte nog maar één oplossing.

Kolonie De Nieuwe Wereld is een prachtig gecomponeerde roman waarin Maryse Condé de diversiteit van de vereerders van de Zonnegod, hun onderlinge liefdes en ruzies, van alle kanten belicht en tevens haarscherp de aanvankelijke macht van hun leider en hun uiteindelijke verdeeldheid van de commune toont – als was het een blauwdruk van de tragiek van de Zuid-Amerikaanse en Caribische wereld zelf.

Opnieuw is Maryse Condé erin geslaagd een universeel thema te plaatsen in haar eigen Caribische regio en te verwerken tot een zeer leesbare, volstrekt eigentijdse roman.

Aton is net uit de gevangenis in Guadeloupe ontslagen, waar hij, op beschuldiging van teleurgestelde sekteleden van zijn eens bloeiende commune, een straf heeft uitgezeten wegens vermeend seksueel misbruik van vrouwen en kinderen. Met zijn vrouw en kinderen en nog twee getrouwe volgelingen vertrekt hij naar Colombia. De bewoners van Santa Maria vinden de nieuwkomers – die slechts gekleed gaan in lendendoek, wilde rasta-achtige haren dragen en bizarre rituelen uitvoeren – nogal vreemd en hangen bij wijze van spot aan het hek rond het terrein het bordje Kolonie De Nieuwe Wereld.

De pers over Kolonie de Nieuwe Wereld
«De beschrijving van een sekte die Maryse Condé geeft is adembenemend. De beklemmende sfeer van de broeierige kolonie ‘De Nieuwe Wereld’ in het Colombiaanse Santa Maria doortrekt het verhaal van het begin tot het eind. Hoe fantastisch de figuren ook zijn. Maryse Condé weet ze als doodgewone mensen te laten overkomen.» – Trouw

«Romans over vereerders van de Egyptische Zonnegod, hun onderlinge liefdes en ruzies (Proviniale Zeeuwse Courant), die men ook kan zien als een parabal van de kwalen waaraan de kleine Caribische eilanden te lijden hebben: de altijd sluimerende raciale problemen. Goed gecomponeerd en boeiend geschreven.» – NBD

«De boeken van de Guadeloupse schrijfster Maryse Condé hebben altijd iets bovennatuurlijks, iets metafysisch en Kolonie De Nieuwe Wereld is geen uitzondering.» – Theo de Rooy

«Bij Condé krijgt het straatrumoer onderdak in een meeslepend verhaal. Bij haar krijgt het nuanceringen mee, wort het ontdaan van het alledaagse politieke zwart-wit denken. In Kolonie De Nieuwe Wereld wordt duidelijk waarom zovelen de regio trachten te ontvluchten – in religieus fanatisme of door het vliegtuig te pakken.» – Algemeen Dagblad

Maryse Condé – De open plek. Bloemlezing

MARYSE CONDÉ
De open plek

Caribisch gebied, Bloemlezing
Vertaling: Fred de Haas
Pocket, 231 blz. 7,50
ISBN 90-6265-740-0
Oorspronkelijke uitgave Tim tim? Bois Sec!, 1980 & De open plek, 1984
Eerste druk als Globe Pocket 1996

Bloemlezing van de literatuur uit de Franse Cariben. Met een nieuw hoofdstuk door Kathleen Gyssels.

«Een voortreffelijke inleidende bloemlezing.» – Mineke Schipper in NRC Handelsblad

Maryse Condé geeft in De open plek een verhelderend overzicht van het ontstaan van de literatuur in het Caribisch gebied en over de verschillende literaire vormen – van de mondeling overgeleverde literatuur tot en met het essay. Maryse Condé illustreert deze geschiedenis met werk van 29 schrijvers van de Franse Antillen en Frans Guyana, onder wie Simone Schwarz-Bart, Aimé Césarie, Frantz Fanon en Eduard Glissant, in een thematisch geordende bloemlezing: er zijn stukken over slavernij en discriminatie, over de woonomgeving en de stad, over verzet en door de blanken hardhandig gebroken stakingen.

Door deze opzet is De open plek een verrassende bundel die zowel de drang tot aanpassing en erkenning laat zien die leidde tot het schrappen van elke ‘zwartheid’ in de taal en zelfs tot het kiezen van een Frans pseudoniem, als de trots op het feit dat Joséphine, de vroegere keizerin van Franktrijk, afkomstig was uit Fort-de-France op Martinique.

«Waardevol en informatief.» – Leeuwarder Courant

Boeli van Leeuwen – De ruïne van een kathedraal. Verhalen

Boeli van Leeuwen
De ruïne van een kathedraal

Curaçao – Verhalen
Ingenaaid, 156 blz., € 13,50
ISBN 90 6265 432 0
Eerste uitgave 1996

Boeli van Leeuwen lees je voor het genot van het lezen. Hier is iemand aan het werk die houdt van schrijven. Dat werkt aanstekelijk, want niet alleen houdt hij ervan, hij kan het als de besten,’ schreef De Volkskrant over zijn vorige, vele malen herdrukte verhalenbundel Geniale Anarchie uit 1990. Ook in de twaalf verhalen in De ruïne van een kathedraal is die macht van het woord, in elke zin voelbaar, is een schrijver aan het woord bij wie elke observatie raak is, die voortdurend op het scherp van de snede de lezer niet alleen de denkers toont, maar ook de dichters, niet alleen de zonzijden maar ook de schaduwkanten van zowel de nieuwe wereld (het Latijnse Amerika: Venezuela, Puerto Rico, Curaçao, Aruba) als de oude (Europa: Amsterdam, Berlijn), niet alleen de sterken maar ook de zwakken en hun bieder rijkdom en armoede, niet alleen de kathedraal maar ook haar ruïne.
Met deze verhalen, vaak op reis geschreven aan boord van een ferry of in een kajuit van een vrachtboot en nu voor het eerst in boekvorm gebundeld, neemt Boeli van Leeuwen, ook door hun opeenvolging, zijn lezers op sleeptouw – als waren het brieven van een zwervend schrijver die tenslotte terugkeert op zijn vertrekpunt Curaçao om daar de ogen even te kunnen sluiten die zoveel gezien hebben – in het prachtige proza dat zo typerend is voor al zijn boeken: beschouwingen die even verhalend zijn als zijn romans beschouwend.
Het merendeel van zijn werk is recentelijk opnieuw uitgegeven in pocket: Een vreemdeling op aarde, Schilden van leem en Het teken van Jona als Globe pocket.

De pers over De ruïne van een kathedraal
«Meer dan vijfendertig jaren schrijvervaring zijn in deze ene bundel samengebald. Het is verrassend te constateren dat een dozijn verhalen die over zo’n grote tijdsspanne en onder geheel verschillende omstandigheden geschreven werden met elkaar toch een organische eenheid vormen. Meer nog dan de romans dragen deze verhalen het stempel van de schrijverspersoon in zich. Van Leeuwen is een van de weinige auteurs in wie ik me keer op keer van verdiepen, met vaak zelfs meer plezier dan bij de eerdere lezing. Het lezen van deze verhalen was voor mij een feest der herkenning.» – Wim Rutgers

«Van Leeuwen leidt je als een ervaren gids door de erfenis van Europa, Latijns-Amerika en de Benedenwindse Eilanden. Hij knoopt werelden op luchtige wijze aan elkaar, verbindt draden van onverwachte details met kabels van flamboyante schilderingen.» – Algemeen Dagblad

«Voor mij zou Boeli van Leeuwen – indien hij in het Engels of Spaans schreef – allang in de eredivisie van de wereldliteratuur spelen. Dit prachtige proza staat borg voor puur leesgenot.» – Frank Spoelstra in Ego

«De ‘geniale anarchist’ Boeli van Leeuwen, de grote chroniqueur van Curaçao, gedenkt zijn ervaringen met Europa.» – Nieuwsblad van het Noorden

Aart Broek – Het zilt van de passaten

AART BROEK
Het zilt van de passaten

Paperback, 186 blz, €
ISBN 90-6265-282-4
Eerste druk 1988

In Het zilt van de passaten wordt in een vijftal essays en evenzoveel ‘aanvullende notities’ de veelzijdige, fascinerende en bovenal aangrijpende Caribische literatuur beschreven. Werk van belangijke schrijvers als V.S. Naipaul, Jean Rhys, Earl Lovelace, Roger Mais, Jean Price-Mars, Luis Palés Matos, Maryse Condé, Simone Schwarz-Bart, Tip Marugg, Willem Eligio Kroon wordt inzichtelijk gemaakt door het te plaatsen tegen de sociaal-culturele veranderingen in de Caribische regio in de loop van deze eeuw. Veranderingen die vooral ook van belang zijn voor het begrip van de mondelinge overgeleverde literatuur, in de Cariben nauw verbonden met muziek. In Het zilt van de passaten besteed Aart G. Broek dan ook ruim aandacht aan belangwekkende fenomenen als de reggae en de calypso, tegen de achtergrond van hun respectieve voedingsbodem: het rastafarianisme en het carnaval. De essaybundel gaat bovendien uitgebreid in op de begindagen van de literatuur in één van de Caribische Creoolse talen: het Papiamento.

Een veelvoud aan Caribische literaire teksten wordt ontegenzeglijk gekenmerkt door (zeer) agressieve uithalen naar uiteenlopende vormen van onderdrukking en uitbuiting. De Caribische literatuur wordt echter te kort gedaan wanneer men zich uitsluitend op dergelijke teksten zou concentreren. De Caribische regio heeft eveneens (zeer) gematigde vormen van literair verzet voortgebracht, als ook literatuur die nauwelijks als verzet beschouwd kan worden en zelfs als behoudend.

Niet eerder werd voor een Nederlands lezerspubliek de veeltalige, Caribische literatuur zo breed benaderd en gedetailleerd toegankelijk gemaakt als in Het zilt van de passaten.
Meer over Aart G. Broek