Aart G. Broek met Eilanden als bedelende horigen van Nederland in Antilliaans Dagblad, 17 april 2020:
Nederland wist Suriname in 1975 tot onafhankelijkheid te bewegen. De Antilliaanse eilanden bedankten keer op keer voor die opgelegde vrijheid. Zij hebben daartoe het volste recht en kunnen niet tegen hun wil uit het Koninkrijk worden gezet. Vanaf 1990 veranderde het Nederlandse beleid. De verhoudingen zijn uitgesproken koloniaal gebleven. Hoog tijd voor de eilandbewoners om te kiezen. Het Koninkrijk: blijven we erin of stappen we eruit?
Lees verder op Columns+
Of klik hier
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Caribisch Nederland
«Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht.» – Sheila Sitalsing
Over o.a. Boeli van Leeuwen in column ‘Rijksgenoten’, de Volkskrant 20 november 2013:
‘Het koninkrijk bestaat niet’, kopte de Volkskrant dit weekend boven een artikel over wederzijdse wrevel en desinteresse. (…) Stuitend gebrek aan belangstelling in elkaar. Zo veroorzaakte de moord op Helmin Wiels – vergelijkbaar met die op Pim Fortuyn – aan de Noordzeezijde van Willem-Alexanders rijk amper een rimpeling. Mediacategorie aardbeving in Italië zonder Nederlandse slachtoffers. (…) Binnenkort belegt de Volkskrant een debat onder de zorgelijke titel ‘Kan het koninkrijk nog 200 jaar zo doorgaan?’
O jawel hoor, zou Boeli van Leeuwen opgewekt zeggen als hij nog zou leven. Van Leeuwen is één van de beste schrijvers die het koninkrijk heeft voortgebracht, en aan de Noordzeezijde schandalig onbekend. (…) Eigenlijk, schreef Van Leeuwen, zijn de ex-Antillen sinds 1634, ‘toen Johan van Walbeeck met merkbare tegenzin op Curaçao aan wal stapte, onafgebroken bezig ten onder te gaan’. Dat zullen ze vrolijk blijven doen, in rijksverband. Een kwarteeuw geleden voorspelde Van Leeuwen het al: ‘Je kunt die roteilanden eenvoudigweg niet meer kwijt. Wij hebben de onafhankelijkheid gezien op Haïti, wij krijgen dagelijks onafhankelijke hoeren uit Santo Domingo, die daar van de honger creperen, dank u zeer.’
Lees hier de hele column
Meer over Boeli van Leeuwen