Chesley Rach – De terugkeer van Ricardo Bonifacio

Opmaak 1Chesley Rach
De terugkeer van Ricardo Bonifacio

Roman
Curaçao – Nederland
Gebrocheerd in omslag met flappen,
266 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-943-2
Presentatie 20 november 2016

De straat is nu donker en verlaten. Overal liggen bierblikjes, plastic bekers en hier en daar een lege fles rum. Verfrommeld papier wordt willoos door de wind voortgedreven. Een magere, schurftige hond, met een verminkte achterpoot, snuffelt aan een rood-witte doos ‘Kentucky Fried Chicken’. Kwispelstaartend hinkt het beest verder met een half afgekloven kippenpoot in zijn bek. Een eenzame dronkaard loopt slingerend op zijn benen voorbij. Zo nu en dan maakt hij een paar danspassen, neuriet het winnende carnavalslied en doet het feest in zijn eentje nog eens dunnetjes over. Het carnaval is voorbij. Wanneer de muziek is verstomd en de maskers zijn afgezet, moet Prins Carnaval sterven.

Ricardo Bonifacio is een eenzame, gescheiden hoogleraar sociologie die in het najagen van carrière en roem zichzelf is kwijtgeraakt. Hij krijgt bezoek van Marlies van der Velde, een scenariste die van plan is een film over het carnaval op Curaçao te maken en hem daarover wil raadplegen. Ze beginnen een relatie en hij gaat op haar verzoek met de filmploeg mee als adviseur. De terugkeer naar zijn geboorteland maakt oude verdrongen gevoelens bij hem los, waardoor hij van zijn nieuwe vriendin vervreemdt. Wat hij niet weet is dat zijn gevoelens te maken hebben met het occulte en dat hij eerst een louteringsproces moet ondergaan voordat hij weer zichzelf kan zijn. In het feestelijke tumult van het carnaval gaat hij door een diep emotioneel dal dat hem letterlijk en figuurlijk aan de rand van de afgrond brengt. Hij geeft zich over aan een vrijwel zekere dood, maar dat wordt hem niet gegund. Zijn tijd is nog niet gekomen. Om de ban te breken moet hij de loutering volledig doorstaan. Pas dan is hij weer meester van zijn lot.

De terugkeer van Ricardo Bonifacio is een verhaal over de existentiële behoefte om sporen achter te laten, over lotsbestemming en de onbereikbaarheid van het volmaakte geluk, de grote tragedie van het menselijk bestaan.

Chesley Rach is in 1952 geboren op Curaçao. Zijn vader en moeder kwamen uit respectievelijk Suriname en Trinidad. Na zijn schooljaren op Curaçao zette hij zijn studie voort aan TU Delft om daarna als stedenbouwkundige voor een tiental jaar terug te keren naar Curaçao. Naast zijn werk schildert hij. Met De terugkeer van Ricardo Bonifacio maakt hij zijn debuut als schrijver, waarmee hij de traditie van het carnavalsthema in de Caribische literatuur voortzet. Zo verschenen bij Uitgeverij In de Knipscheer eerder De dans van de draak van Earl Lovelace (Trinidad & Tobago) en De langste maand van Diana Lebacs (Curaçao).
Meer over Chesley Rach op deze site

Diana Lebacs – De langste maand

DIANA LEBACS
De langste Maand

Curaçao, Roman
Ingenaaid, 226 blz., 14,75
ISBN 90 6265 388-x
Eerste druk 1994
Tweede druk 2005

De langste maand vertelt het verhaal van Biriña Faneyte, beter bekend als ‘Bir van op de heuvel’, en haar steun en toeverlaat Evy, een jongen die zijn school heeft afgemaakt, maar geen werk kan vinden. Bir komt tot de ontdekking dat haar zo vertrouwde, stabiele wereld als een kaartenhuis aan het instorten is. Intussen eisen de voorbereidingen voor het carnaval ieders aandacht op. Tijdens de Gran Marcha, in de bedwelmende roes van het carnaval, dansen Bir en Evy langzaam maar zeker hun ondergang tegemoet.

«Dit verhaal is zo onvervalst Curaçaos, zo levendig en met zoveel hart geschreven, dat de schrijfster wat mij betreft de hoofdprijs toekomt voor het beste literaire werk van het jaar. Het knappe en ontroerende is dat De langste maand afsluit met een symbool van hoop.» – Pim Heuvel in Beurs- en Nieuwsberichten

«Diana Lebacs weet een levendig beeld te geven van Curaçao zoals het veranderde en nog verandert.» – Jos de Roo in Trouw

«Geschreven vanuit de traditie van een Edward de Jongh, Earl Lovelace, Jamaica Kincaid, Grace Hallworth en Venezolaanse telenovelas.» – Chispa

De Curaçaose schrijfster Diana Lebacs geniet in Nederland vooral faam dank zij haar kinderboeken en jeugdromans, zoals het met een Zilveren Griffel bekroonde Nancho van Bonaire. De langste maand is haar eerste roman voor volwassenen. In dit verhaal van Bir en Evy, en dat van de vele personages om hen heen, laat Diana Lebacs ons de jungle zien waarin het leven op Curaçao verstrikt is geraakt.

De pers over De langste maand
«Mijn moeder is creools-Surinaams, mijn vader Indisch-Antilliaans. Na een tijd van verwarring over mijn identiteit heb ik die als pluriform aanvaard. Zo kon ik de vermenging van die meerdere culturen als verrijking ervaren. Antilliaans is per definitie gemengd. Veel mensen zien de wereld in geografische hokjes. De Antillen zijn niet te vangen in een hokje. Zij dragen een eindeloze smeltkroes van culturen in zich. Dat wordt ook weerspiegeld in onze literatuur. De langste maand is schrijnend actueel als je de werkelijkheid van het Curaçao van nu tot je door laat dringen. Bir is als romanpersonage ontstaan uit mijn eigen gevoel van pijn en onvermogen om in de maatschappij van vandaag als vrouw van tegen de vijftig mijn draai te vinden. Vrouwen als Bir, een oudere vrouw met zo’n schat aan ervaring en kennis, waren vroeger de spil van de samenleving, het kloppend hart van het eiland. Bir is `Cursao’, wat `hart’ betekent. Vandaag de dag wordt de waarde van vrouwen als Bir vaak niet meer gezien of onderkend. Als het zover is, moet er iets heel grondig mis zijn met een samenleving.» – Diana Lebacs in een interview met Veronica van Roon voor Surplus, 1994

«De langste maand is de eerste roman van Diana Lebacs voor volwassenen en misschien ook wel haar beste werk tot nu toe. Dit verhaal is zo onvervalst Curaçaos, zo levendig en met zoveel hart geschreven, dat de schrijfster wat mij betreft de hoofdprijs toekomt voor het beste literaire werk van het 1994. De roman gaat over de snelle veranderingen in het Curaçaose leven van alledag. Lebacs beschrijft die niet tegen te houden ontwikkeling niet op een huilerige, verongelijkte toon, maar verpakt in een dramatisch verhaal vol hoogtepunten. Ze is een geboren vertelster. De winst van haar roman is de spanning die ze haar roman weet te geven, die ze ondanks het ernstige onderwerp knap weet af te wisselen met schilderachtige en geestige beschrijvingen van taferelen rond bijvoorbeeld de dierenvriendverkiezing, waarvan de organisatie op een burleske manier helemaal uit de hand loopt. Die schrille tegenstelling van ernst en humor doet voor mijn gevoel echt Caraïbisch aan. Het knappe en ontroerende is dat De langste maand afsluit met een symbool van hoop.» – Pim Heuvel in Beurs- en Nieuwsberichten

«Centrale figuur in De langste maand is de oudere Biriña, die model staat voor de traditie. Zij ziet met lede ogen de oude, vertrouwde behoedzaamheid in de omgang met elkaar verdwijnen in het verlangen naar gemakkelijk materieel gewin. Symbool van de nieuwe tijd zijn de verslaafde Evy en de niemand ontziende journalist Malus. In de carnavalstijd lopen de onderlinge spanningen op met een fatale afloop voor Malus en met redding voor Evy die eindelijk persoonlijke aandacht krijgt. Diana Lebacs weet een levendig beeld te geven van Curaçao zoals het veranderde en nog verandert. De trotse Biriña die haar eigen boontjes wil doppen, is een levensechte figuur, die de Nederlandse lezer een heel bijzondere manier van denken toont.» – Jos de Roo in Trouw

«De langste maand is een scherp portret en tekent de sfeer van de buurt waar `Bir van op de heuvel’ woont en de mensen in haar omgeving: Fooi, van het winkeltje, Evy, de gediplomeerde maar werkloze jongere, Malus de roddelpersjournalist, Rishaima, die uit de groep wordt gegooid omdat ze haar kostuum niet betaalt, Loudrid, Birs dochter die evenuit Nederland overwipt, Colombianen, werkzaam in haar `tuin’ die een handje toesteken bij de voorbereidingen voor Carnaval, ex-politieman Inesia, rechercheur Godvriend en zo meer. De langste maand is geschreven vanuit de traditie van een Edward de Jongh, Earl Lovelace, Jamaica Kincaid, Grace Hallworth en Venezolaanse telenovelas. Goed getroffen sfeertekeningen, een spannend verhaal, veel personages, een bezorgd woord over de verloedering van de maatschappij, deze ingrediënten heeft Lebacs samengevoegd tot een sterke Antilliaanse Nederlandse roman.» – Chispa

Aart Broek – Het zilt van de passaten

AART BROEK
Het zilt van de passaten
Caribische literatuur in de twintigste eeuw

Cariben, Nederlands, Essays
Paperback, 232 blz., € 15,75
ISBN 978-90-6265-463-5
Tweede, geheel herziene en uitgebreide editie 2000

Het zilt van de passaten geeft inzicht in de belangrijkste motieven en thema’s van de Caribische literatuur in de 20ste eeuw. Vooral (of: pas!) in de jaren negentig kreeg deze veeltalige literatuur mondiale erkenning doordat de belangrijkste literaire prijzen, zoals de Nobelprijs en de Prix Goncourt, ten deel vielen aan Caribische schrijvers, resp. Derek Walcott en Patrick Chamoiseau, vertegenwoordigers van het Engelse en Franse taalgebied in de Cariben, waartoe verder – naast de Caribische creoolse talen – ook het Spaans en Nederlands behoren.

Behalve van de genoemde auteurs komt het werk van vele andere belangrijke schrijvers ter sprake: V.S. Naipaul, Jean Rhys, Earl Lovelace, Maryse Condé, Simone Schwarz-Bart, Reinaldo Arenas, Alejo Carpentier, Caryl Phyllips, maar ook van Frank Martinus Arion, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Anil Ramdas – en dat maakt Het zilt van de passaten tot een bijzonder boek – in samenhang met elkaar en in relatie tot tal van andere culturele en maatschappelijke uitingen als reggae, calypso, rastafarianisme, carnaval, voodoo. Niet eerder werd de Caribische literatuur zo overkoepelend en over de taalgrenzen heen beschouwd.