«Zijn taal kon lachen, huilen, schreeuwen, spotten, schelden, schertsen, álles.» – Fred de Haas

Over Pierre Lauffer door Fred de Haas op Literatuurgeschiedenis.org, 13 november 2024:

(…) Pierre Lauffer (Curaçao, 22 augustus 1920 – Curaçao, 14 juni 1981) had onderwijs van uitstekend niveau genoten van de fraters. Pierre Lauffer en zijn vrienden leerden goed Nederlands spreken en schrijven. Pierre schreef gedichten in het Nederlands die hij aanvankelijk weggooide, maar later publiceerde in het tijdschrift De Stoep dat in de Tweede Wereldoorlog was opgericht door de kunstzinnige arts Chris Engels. Maar het tij zou binnen afzienbare tijd keren ten gunste van het Papiaments, al bleef er daarnaast een bloeiende Nederlandse literatuur  bestaan met schrijvers als  Boeli van Leeuwen, Tip Marugg en Cola Debrot. Pierre Lauffer en zijn vrienden  Jules de Palmen René de Rooy, die als pseudoniem voor hun groep de beginletters van hun naam kozen (Julio Perrenal), vonden dat er in de jaren 1940 alle reden was om een tegenwicht te bieden aan de overheersende Zuid-Amerikaanse, Amerikaanse en Nederlandse liedcultuur. Het was tijd om originele teksten te schrijven in het Papiaments en originele melodieën te creëren op Antilliaanse ritmes. Tegen het heersende klimaat in maakten ze een aantal leuke liedjes, waarvan de versregels rijmden. Pierre Lauffer was, overigens, geen voorstander van rijm. Hij was er zich (onbewust) van bewust dat het Papiaments zich niet zo goed leende voor rijm. Het hoorde niet bij de taal. Het Papiaments moest het hebben van melodie en ritme, de twee onmiskenbare steunpilaren van het Creoolse gedicht en lied! Hun creaties raakten echter in de vergetelheid totdat ze werden herontdekt in de jaren 1970. Ze werden vastgelegd in notenschrift door de Curaçaose musicus Julian Coco (1924-2013). (…) Lauffer ging door met het maken van gedichten in het Papiaments en Luis Daal, de grote verdediger van het Papiaments, stimuleerde hem om hiermee door te gaan. (…) Alles en iedereen op Curaçao inspireert de dichter: de dronkaard, die zijn vrijheid bezingt en wiens illusies gestalte krijgen als de rum hem in zijn borst brandt en de ongevoelige voorbijganger, die niet naar de boodschap van de zee wil luisteren… Alle emoties liggen voor ons vertolkt in de klanken van een taal die door Lauffer met een meesterhand werd gekneed. Zijn taal kon lachen, huilen, schreeuwen, spotten, schelden, schertsen, álles. (…)

Lees hier het artikel ‘Pierre Lauffer: Schrijver, dichter, minnaar van het Papiaments’
Meer over Pierre Lauffer bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Fred de Haas bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Aanstekelijk enthousiasme van Walter Palm bij het ophalen van zijn herinneringen aan bekende Curaçaoënaars.»

Over Walter Palm bij Dutch Caribbean Bookclub in Amigoe, 14 november 2023:

Wat zou er gebeuren als het hele eiland Curaçao op een mooie lentedag naar Nederland wordt gesleept en buiten de haven van Rotterdam wordt geplaatst? Gekleed in een dikke winterjas zouden de inwoners genieten van het koele lente- en zomerweer. Ze zouden hun kans grijpen en met de trein hun vrienden en familie bezoeken, zonder honderden euro’s voor vliegtickets kwijt te zijn. Kortom, ze zouden genieten. Maar dan wordt het herfst… De Curaçaose schrijver en dichter Walter Palm fantaseert erop los in ‘Als Curaçao de oceaan oversteekt’. Het korte verhaal staat in het boek ‘De vele gezichten van mijn pen’, zijn literaire memoires. Hij schreef het om zijn geliefden het enorme gevoel van leegte te besparen dat hij zelf ervoer na het overlijden van zijn vader. “Hij was er niet meer en nooit meer zou ik uit zijn mond kunnen vernemen wat hij had meegemaakt gedurende zijn leven”, schrijft hij in het voorwoord. Bezoekers van Theater de Vaillant in Den Haag kregen zaterdag een voorproefje uit het boek. De Dutch Caribbean Bookclub van Magda Lacroes vierde daar het elfjarig jubileum. Palm, spreker van de eerste bijeenkomst in november 2012, mocht daarbij niet ontbreken. (…) Alles houdt verband met elkaar in de wereld van Palm. Verwijzend naar het noodweer bij het eerherstel van vrijheidsstrijder Tula (demissionair staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Van Huffelen): “We weten allemaal wat er op 5 oktober gebeurde. Dat was geen toeval”, aldus Palm.

Bron
hier het artikel in de Amigoe
Meer over ‘De vele gezichten van mijn pen’
Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

Walter Palm – De vele gezichten van mijn pen. Literaire memoires

VoorplatPalmGezichten-75Walter Palm
De vele gezichten van mijn pen

literaire memoires
Curaça0 – Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
288 blz., € 22,00
eerste druk 2023
ISBN 978-94-93214-90-3

Het overlijden van zijn vader, en het vertellen over zijn levenservaringen enige maanden daarvoor, maakten de auteur bewust van het belang van memoires. Om te voorkomen dat geïnteresseerden in Walter Palms literaire nalatenschap achter het net zouden vissen, wanneer hij voorgoed achter de horizon verdwenen was, heeft hij deze herinneringen aan het papier toevertrouwd en gebundeld in De vele gezichten van mijn pen.

Walter Palm duidt, als telg van de componistendynastie Palm, de artistieke en muzikale omgeving waarin hij opgroeide. De invloed van Curaçao, haar auteurs en musici klinken door in zijn poëzie. Kunstenaars als Jacobo Palm, Pierre Lauffer, Chal Corsen, Chris en Lucila Engels-Boskaljon worden in zeer persoonlijke portretjes eer betoond. De dichter gaat in op zijn bij uitgeverij In de Knipscheer verschenen dichtbundels, toont de nodige reis- en gelegenheidsgedichten en verklaart ze.

De doodstijding, soms in de vorm van de warawara, komt meermaals voor in dit boek. Bekend als Palm was op Curaçao met het magisch-realisme, maar ook dankzij zijn kennis van kwantummechanica, verbaasde het hem niet dat mensen door dromen met elkaar verbonden konden zijn. Het verslag ervan toont zijn ontvankelijkheid voor informatie en de creatieve wijze waarmee hij die benut. Als beleidsadviseur integratiebeleid op ministerieel niveau schreef Palm de nodige politieke opinieartikelen. Zijn essay Het sluipend gif van de islamofobie krijgt de nodige toelichting, net als de Toeslagenaffaire en de effecten van Covid-19 op de grondrechten. De omgang met etnische en religieuze diversiteit blijkt steeds weer een onuitputtelijke inspiratiebron voor de auteur. Een aantal korte literaire verhalen, vijf recensies en twee doorwrochte artikelen over Cola Debrot en Frank Martinus Arion zijn uitstekende voorbeelden van de vele gezichten van de pen waarvan Walter Palm gebruik heeft gemaakt.

Walter Palm is in 1951 op Curaçao geboren als telg van de bekende Curaçaose muziekfamilie Palm. Op twintigjarige leeftijd debuteerde hij met poëzie in het Antilliaanse literaire tijdschrift Watapana. Werk van Walter Palm is opgenomen in de prestigieuze Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst, de literaire eregalerij van alle belangrijke moderne Nederlandstalige dichters. Behalve Met lege handen ging ik slapen, met een gedicht werd ik wakker verschenen van hem de dichtbundels Sierlijke golven krullen van plezier en Een serenade voor mijn Shéhérazade. Mede vanwege zijn literaire verdiensten is hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In 2019 verscheen de essaybundel Het sluipend gif van islamofobie – 1989-2019.

Meer over Walter Palm bij Uitgeverij In de Knipscheer

Brede Kristensen – Caribisch enigma. Essays

VoorplatEnigma-75Brede Kristensen
Caribisch enigma
een odyssee in een collage

Essays
Curaçao – Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen, 320 blz.
geïllustreerd met 2 afbeeldingen
€ 24,50
ISBN 978 90 6265 783 4 NUR 323
eerste druk 2019
presentatie 29 november 2019

Het Caribische gebied wordt gekenmerkt door tegenstellingen en ontsporingen. Er is niet één dominante cultuur, ze is heel uiteenlopend en vermengd, in tal van opzichten: etnisch, taalkundig, politiek, [ideologisch,] en religieus. Een ‘leven met verscheidenheden’, zo omschreef de Surinaamse Albert Helman de Caribische mens. Eigenlijk is het Caribisch gebied daarmee, in het klein, een afspiegeling van de wereld, een fragment dat het geheel oproept – de wereld ‘in het groot’ vertoont immers ook de tendens tot globalisering en toenemende vermenging.

In Caribisch enigma worden de cultuur, identiteit en werkelijkheid (in zoverre die is vast te stellen) van het Caribisch gebied in kaart gebracht, zoals deze uit literaire teksten uit de regio naar voren treden – en teksten uit de omgeving die deze zichtbaar beïnvloed en vormgegeven hebben. Het boek is een zoektocht, een zwerftocht, door een even fascinerende als verwarrende archipel. Aan de hand van romans en poëzie van Caribische auteurs (en hun ‘geestelijk vaders’) wordt een beeld van de cultuur en het karakter van dit eilandenrijk geschetst, een kleurrijke collage.

Het boek is als een collage geschreven. Je kunt overal beginnen. Je kunt hoofdstukken overslaan en toch de rode draad ontdekken. De lezer komt tal van bekende Caribische schrijvers tegen, niet alleen uit het Nederlandstalige Caribische gebied (o.a. Luis Daal, Cola Debrot, Nydia Ecury, Radna Fabias, Albert Helman, Boeli van Leeuwen, Shrinivasi, Hans Vaders) maar ook internationale auteurs uit deze regio (Alejo Carpentier, Patrick Chamoiseau, Maryse Condé, Edwige Danticat, Edouard Glissant, Jamaica Kincaid, V.S. Naipaul, Jean Rhys, Saint John Perse, Derek Walcott) alsook auteurs van ver daarbuiten die de schrijvers uit de Cariben inspireerden, zoals André Breton, Johan Daisne, Martin Heidegger, Milan Kundera, Octavio Paz, Tristan Tzara, Simone Weil. Maar Brede Kristensen introduceert ook vele, vele auteurs wier namen de lezers (nog) minder bekend in de oren zullen klinken.

Brede Kristensen (Den Helder, 1946) groeide op in Nederland en op Curaçao en studeerde sociologie en politicologie aan de VU in Amsterdam, waar hij tevens promoveerde op Het Verraad van de Techniek (1982). Hij werkte onder meer als docent sociologie voor diverse instituten, het meest recent aan de Universiteit van Curaçao, en is consultant op het gebied van ‘goed bestuur’ in Oost Europa en op Caribische eilanden. Kristensen is o.a. de auteur van Een kwestie van grenzen (2008) over corruptiebestrijding en integriteit van bestuur. Hij schrijft met grote regelmaat over literatuur voor diverse tijdschriften en kranten, o.a. de Amigoe (Curaçao). Brede Kristensen woont op Curaçao.

«Nederland mocht willen dat het een Boeli van Leeuwen had voortgebracht.» – Chris Engels

BoelivanLeeuwenJeroen Heuvel stuit op een brief over Boeli van Leeuwen. Op Caraïbisch Uitzicht, 10 oktober 2018:
Die brief (aan J. v.d. Walle ) staat in de bundel ‘Chris Engels, Brieven aan een koerantier’ in 1977 onder redactie van B. Jos de Roo in Curaçao uitgegeven. Over Boeli van Leeuwen is Chris Engels zeer positief. “Boeli’s observatievermogen is onverbeterlijk. Zijn hele hoofd is een Leica. Hij drukt op de knop en je staat erop. Het houdt hem ook onrustig. Hij moet alweer iets anders zien. Vooral het volk is hij goed gezind. Met ‘the man in the street’ kan hij stuk voor stuk praten , maar op een podium is hij te moeilijk voor hen. Hij heeft zijn sympathieën, maar dat maakt hem niet minder meedogenloos, als het erop aankomt. Nederland mocht willen dat het een Boeli van Leeuwen had voortgebracht. ‘Jammer dat Vestdijk zo slecht schrijft,’ kon hij eens rustig opmerken, en de Hollanders hadden hem de Nobelprijs toegedacht!’
Lees hier het bericht op Caraïbisch Uitzicht
Lees hier de brief
Meer over Jeroen Heuvel op deze site
Meer over Boeli van Leeuwen op deze site
Meer over B. Jos de Roo op deze site
Meer over J. van de Walle op deze site

Aart G. Broek – Schaamrood. Essay

VoorplatSchaamrood75Aart G. Broek
Schaamrood
Aantekeningen over angst, agressie en ambitie

Essay
Gebrocheerd met flappen, 164 blz.
€ 18,50
Eerste druk 2017
ISBN 978-90-6265-972-2
Presentatie september 2017

‘Schaamrood’ is een noodzakelijke en welkome aanvulling op ‘De terreur van schaamte’ en ‘Dwarsliggers’, waardoor een intrigerende trilogie is ontstaan. Met deze aantekeningen doorzoekt de sociaal wetenschapper Aart G. Broek opnieuw de reikwijdte van schaamte: het pijnlijke gevoel dat we krijgen wanneer we worden vernederd en dreigen opnieuw te worden vernederd. Dat kweekt angst en agressie én soms juist ambities. Het vorsen en wroeten vinden plaats aan beide zijden van het Koninkrijk der Nederlanden. Wrokkende jihadspijtoptanten, bestuurlijk gajes bij geprivatiseerde overheidsbedrijven en de gure kritiek op Zwarte Piet voegen zich bij de revolte van mei ’69 op Curaçao, het politieke denken van Frank Martinus Arion, de vileine afstraffing van Medardo de Marchena op Bonaire en de carnavaleske sinterklaasviering op een zonovergoten eiland in de Caribische Zee.

De zoektocht van Broek levert beschouwingen op, waarin soms uitgesproken controversiële zienswijzen worden verdedigd en gevoeligheden schaamteloos worden benoemd. Zwarte Piet symboliseert verdraagzaamheid waar dreadlocks de dictatuur verheerlijken. Jihadspijtoptanten zijn als het lontje van een kruitvat, waar we een lucifer bij houden. Voorkom klokkenluiden, word een dwarsligger. Rolmodellen voeden agressie. Dekoloniseren is geen roulette; het Koninkrijk der Nederlanden kent vier landen: dat moet er dan ook één worden. Hoogtijd voor moslims om de hand in eigen boezem te steken. Tot zondebok bestempelen snoert de mond, internering is wel zo effectief. De herdenking van slavernij voedt racisme en vereist verschuiving naar groter verband. Schaamteloos besturen verdient zonder meer de voorkeur. Door succes zal wraak zoet blijken.

Aart G. Broek specialiseerde zich in communicatiewetenschap, (historische) sociologie en, meer recentelijk, criminologie. Hij promoveerde op een onderzoek naar de propagandapraktijk van de rooms-katholieke missie op de Benedenwindse Antillen. Hij woonde twintig jaar op Curaçao, werkte er als docent, projectuitvoerder en interim-manager. Sinds zijn terugkomst in Nederland ontwikkelde hij zich tot organisatie- en beleidsadviseur inzake conflict-, agressie- en veiligheids¬vraagstukken. Broek publiceerde onder meer ‘Het zilt van de passaten; Essays over Caribische cultuur’ (2000), ‘De kleur van mijn eiland; Ideologie en schrijven in het Papiaments sinds 1863’ (2006), ‘De terreur van schaamte; Brandstof voor agressie’ (2007), ‘Geboeid door macht en onmacht; De geschiedenis van de politie op de Nederlands-Caribische eilanden’(2011) en ‘Dwarsliggers; Tegenspraak onder schaamteloos leiderschap’ (2013).

Meer over Aart G. Broek op de site