«Dit boek is een achtbaan. En je geniet.» – Marjo van Turnhout

VoorplatGeelsTuin-75Over ‘Wat een tuin ziet als hij slaapt’ van Johanna Geels op Leestafel, 14 april-2023:
Johanna is aan huis gekluisterd vanwege allerlei fysieke en mentale kwalen. Ze is bipolair en chronisch ziek. Ze kan wel wat door haar huis scharrelen, maar buiten komt ze alleen met hulp. Ze wordt verzorgd door drie mensen: Wieke en Anna, verpleegkundigen en K. die vriend en mantelzorger is. Johanna schrijft in haar dagboek, zodat we haar gedurende tachtig dagen volgen: haar klachten en gedachten. Haar dromen en herinneringen. En de waarheid is om mee te spelen: Al op de eerste pagina zet Geels de lezer op een wankel been: “Als je ziek bent, heb je veel tijd om na te denken. Over waarom ik geen kinderen heb gekregen bijvoorbeeld. Mijn dochter zegt dat ik dit fysiek niet had aangekund en ik denk dat zij gelijk heeft.” (…) Als je leven geen enkele zekerheid biedt, als alles alleen nog maar erger wordt, kun je niet anders dan dwalen in je diepste zelf. De lezer gaat mee in deze wereld, in de absurde waan, waarbij niets zeker is. Je kent de waarheid niet en je zult haar niet kennen. Maar het vreemde is: die mis je niet. Dit boek is een achtbaan die soms even rustig over de rails rijdt om dan weer hard in de diepte te storten. En je geniet. Van de poëtische taal, van alles wat echt is maar misschien ook niet. En als je het boek dichtslaat, voel je enigszins labiel, zoals je ook uit een achtbaan stapt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Wat een tuin ziet als hij slaapt’
Meer over Johanna Geels bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Fascinerende geschiedenis met zinnen van een lucide schoonheid. Geels flikt het.» – Suzanna Esther

VoorplatGeelsTuin-75Over ‘Wat een tuin ziet als hij slaapt’ van Johanna Geels op LeesKost, 21-03-2023:
We lezen het dagboek van een chronisch ziek hoofdpersonage met een bipolair hoofd op haar schouders en één metaforisch hoofd in haar buik. Schakelend tussen haar realiteit, hersenspinsels in het heden en herinneringen uit het verleden schetst ze met een absurdistische rauwe zelfspot vanuit haar microkosmos een getroebleerde doch fascinerende geschiedenis. (…) Vanaf de eerste pagina word je Geels’ universum ingezogen, ze vuurt woorden, zinnen op de lezer af die van een lucide schoonheid zijn om er vervolgens een bitter en giftig sausje over te gieten. (…) Dat wij als lezers niet voor de gezelligheid komen maakt Geels al snel duidelijk, al blijft het tot het einde vaag wat er wél van ons wordt verwacht. Meeleven, meelijden, stukken tekst markeren omdat die herkenbaar, adembenemend zijn of om met afgrijzen vervuld onze billen samen te knijpen? ‘Ik houd niet van plot. Wat kan mij zo’n plot schelen. Ik hou van een huis waar mensen wonen, en dat je dan het dak optilt, naar binnen kijkt, opschrijft wat je niet ziet en weggaat. De rest is geouwehoer.’ Dat is precies wat ze doet. Ze tilt haar dak op, toont het onzichtbare, zet abrupt het dak terug en laat ons beduusd achter. We sjokken gelaten haar verwilderde tuin uit, onszelf afvragend: wat is waan en wat is werkelijkheid? Je moet het maar kunnen, een boek schrijven waarin het hoofdpersonage vanuit bed een fragmentarisch verhaal vertelt dat qua spanning niet onderdoet voor een spannende, soms gruwelijke thriller. Geels flikt het.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Wat een tuin ziet als hij slaapt’
Meer over Johanna Geels bij Uitgeverij In de Knipscheer