Carlos A. Aguilera in ‘Terras #17 – Theater’

VoorplatSpeech-75Nanne Timmer over ‘Speech van de dode moeder’ van Carlos A. Aguilera op presentatie Terras # 17:
De redactie van het tijdschrift Terras richt zich in het nieuwe nummer op die gebieden van het theater die nog maar ten dele in kaart gebracht zijn en waarin de redactie tastenderwijs een eigen weg heeft gezocht. Wat doet het met een tekst als je hem in het theater brengt? Wat kun je doen met een tekst om er theater van te maken? Wat gebeurt er als een toneeltekst niet in een theater maar in een tijdschrift verschijnt? Ook is het theaternummer een grensverkenning geworden. Zo analyseert Erwin Jans Arabische Hamletbewerkingen en bevat het nummer verder bijdragen van de Cubaan Carlos A. Aguilera, de Noorse Johan Harstad, de Zwitser Jürg Federspiel, de Oostenrijkse Kathrin Röggla en veel andere schrijvers. Binnen het eigen taalgebied kwam de redactie geholpen door de bibliothecaris van De Nieuwe Toneelbibliotheek Ditte Pelgrom, op het spoor van een aantal uitzonderlijke toneelauteurs die literair gezien nog wat in de schaduw staan, zoals bijvoorbeeld Bruno Mistiaen en Dounia Mahammed. Ook aandacht voor het onbekende in het bekende: een nooit vertaalde theatertekst van Roland Barthes, en een evenmin vertaald theatermanifest van Pasolini. ‘Terras#17’ wordt met korte optredens van Petra Ardai, Sarah Jonker en Nanne Timmer gepresenteerd op donderdag 28 november van 17:00 tot 20:00 tijdens een informele borrel in Avondboekhandel Sternheim / Café de Richel, Nes 71, Amsterdam.
Meer over ‘Speech van de dode moeder’

«Aguilera verrast ons met een fraai stuk originele literatuur.» – Brede Kristensen

VoorplatSpeech-75Over ‘Speech van de dode moeder’ van Carlos A. Aguilera in Ñapa (Amigoe), 26 oktober 2019:
(…) Ik moet zeggen dat Aguilera ons met een fraai stuk originele literatuur heeft verrast. Beslist niet voor de poes. Ontnuchterend ook. Ons beeld van Cuba wordt ingrijpend gewijzigd. Het is vooral heel veel meer Sovjet-toestanden dan we dachten. Al lezend betrapte ik mezelf ineens erop te denken dat ik hier een Russisch verhaal aan het lezen was. Een van die ontelbare verhalen die clandestien waren gedrukte en ondergronds circuleerden. Ze werden aangeduid met de term samizdat. Vladimir Boekovski kenmerkte deze literatuur als: ‘ik schrijf zelf, ik redigeer zelf, ik censureer zelf, ik geef zelf uit, ik verspreid zelf en ik zit er zelf een straf voor uit’. Dit is Aguilera’s ‘Speech van de dode moeder’ ten voeten uit. Dit is de dode moeder zelf, die in haar waanzinnige protest tot leven komt. Met recht zou dit het ‘wonderbaarlijke’ mogen worden genoemd, ‘lo real maravilloso’, zoals Alejo Carpentier het verwoordde. De uitgave van dit korte werkje is des te interessanter om de inleiding die vertaalster Nanne Timmer schreef. Timmer plaatst de tekst tegen de achtergrond van de Cubaanse politieke realiteit en laat ook zien dat de betekenis ervan verder reikt dan de kusten van Cuba. Ze denkt ook aan de huidige liberale staat die via internet ons leven in de gaten houdt. Internet, als de kat van Aguilera. Het controlerende oog dat zich net als een spiedende kat zijn intrek neemt in onze geest. In ons is en ons onze vrijheid ontneemt. Wie zo indringend bespieding ondergaat, wordt paranoïde. Dat zien we in Cuba gebeuren, dat zien we met de moeder gebeuren die overal ‘het gevaar’ ziet opdoemen. Staat ons dit lot te wachten wanneer de invloed van het spiedende internet blijft toenemen? Geen slecht idee om Aguilera te gaan lezen.
Nieuwsgierig naar de hele recensie? Belangstellenden uit Nederland kunnen de oorspronkelijke versie aanvragen bij indeknipscheer@planet.nl
Meer over ‘Speech van de dode moeder’

Een moeder gaat thuis ongegeneerd tekeer.

VoorplatSpeech-75Op 8 september 2019 is ‘Speech van de dode moeder’ gepresenteerd als onderdeel van het programma ‘Welkom in het Kleurrijk’ in Podium Mozaiek. De auteur Carlos A. Aguilera (Cuba, Praag) was niet aanwezig. Zijn vertaler Nanne Timmer wel en acteerde een tekstfragment uit deze theatertekst. Hierdoor geïnspireerd maakte Collectief DoDo een clip.
Klik hier voor de clip
Meer over ‘Speech van de dode moeder’
Meer over ‘Welkom in het Kleurrijk’

Carlos A. Aguilera – Speech van de dode moeder. Theater

VoorplatSpeech-75Carlos A. Aguilera
Speech van de dode moeder

theater
Cuba
inleiding en vertaling Nanne Timmer
gebrocheerd in omslag met flappen, 72 blz.,
€ 15,00
eerste uitgave 2019
ISBN 978-90-6265-776-6

Een Russische kat, een provincie en een moeder. Dat zijn de ingrediënten van de theatermonoloog Speech van de dode moeder, van Carlos A. Aguilera (1970). Schrijvers als Tadeusz Kantor, Bertolt Brecht en Heiner Müller klinken door in het stuk van deze Cubaanse schrijver. Waanzin en politiek-filosofische beschouwingen lopen vloeiend in elkaar over. In een spel van ritmiek en herhaling tegenover alledaags taalgebruik met absurde elementen onderga je als lezer de tirade van een moeder die tekeergaat tegen een zoon en een vader, een stel dooie dienders zonder eigen wil, uitgebeeld door twee levenloze poppen. In die tirade zit echter wel een logica – een paranoïde logica, en als je die gaat begrijpen, is het al te laat. Dan ben je verstrikt geraakt in de waan van moeder. Voor je het weet kan je geen kat meer zien zonder te denken dat je een Russische spion in huis hebt gehaald.

‘Een vrouw die een rekening te vereffenen heeft met haar familie, met de staat en met zichzelf. Een vrouw die niet te stoppen is, die geen blad voor de mond neemt. Ze ziet maar één oplossing: rigoureus de strijd aangaan met alles en iedereen. Een monoloog vol tragiek en beschouwingen over de moderne maatschappij. Vol spot, ironie en waanzin, te lezen als een parodie op de rioolpers.’ – Nanne Timmer, UD Latijns-Amerikaanse Literatuur, Universiteit Leiden.

‘Een uitzichtloze situatie, waar zelfs de beelden van Orwell nog als levendig en kleurrijk tegen afsteken.’ – Ralf Junke, Leipziger Zeitung

Carlos A. Aguilera (Havana, 1970) werd in Cuba en daarbuiten bekend door zijn poëzie en performances. Hij publiceerde in alle literaire genres: verhalen, novelle, roman, poëzie, essays en theater. Speech van de dode moeder (2012) werd eerder in het Duits vertaald en opgevoerd in Düsseldorf door het theatergezelschap Pigs’ Appeal. De bekende Mexicaanse criticus Christopher Domínguez Michael noemde zijn roman El imperio Oblómov (2014) in Letras Libres ‘een van de grote Latijns-Amerikaanse romans van de eenentwintigste eeuw’.

Meer over Cuba op deze site

Jacques Thönissen – Versteende liefde. Roman

Opmaak 1Jacques Thönissen
Versteende liefde

roman
Aruba /Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
366 blz., € 23,50
ISBN 978-90-6265-773-5
eerste druk 2019

Versteende liefde is een magisch-realistische vertelling, waarin twee geschiedenissen met elkaar vervlochten zijn. In het heden ontmoet Marlon, een pas afgestudeerde tolk-vertaler in de Spaanse taal, de 19-jarige Cubaanse Wyona, een atlete, die in Nederland is met het Cubaanse nationale atletiekteam. Bij de kennismaking doet zich iets vreemds voor dat voor beiden bepalend is voor hun verdere levensloop. Er bestaat een verbondenheid tussen Marlon en Wyona, die reeds in een ver verleden ontstaan is.
Ten tijde van de rooftochten door de zeerovers naar de eilanden in de Caraïbische Zee, wordt door toedoen van de dochter van een hoofdman in een Cubaanse indianen leefgemeenschap en de zoon van een visser een vloek over de bewoners afgeroepen, die door de eeuwen heen van de ene generatie op de andere overgaat. Wyona is een afstammelinge van die leefgemeenschap, waardoor de genetische vloek ook op haar rust. Zij is gedoemd om voor haar twintigste verjaardag te sterven.
Aangestuurd door een Cubaanse bruja, een goedaardige heks, krijgen Wyona en Marlon de opdracht de vloek te ontkrachten. Daardoor zal Wyona en mét haar al de vrouwelijke leeftijdgenoten, behorende tot dezelfde stam, aan een onverklaarbare vroege dood ontkomen.
Versteende liefde is een wonderlijk verhaal, over liefde en duistere jaloezie en wraakzucht, over het gif van het kwaad, en over de volharding van het goede – en over een wedren tegen de tijd.

Jacques Thönissen (1939) is Limburger van geboorte, sinds 1962 woonachtig op Aruba, zijn tweede vaderland. Na drie Nederlandstalige Caraïbische romans komt in 2010 zijn ‘Europese’ roman Devah uit, zijn eerste boek bij Uitgeverij In de Knipscheer, een magisch-realistisch verhaal over de mysterieze zigeunerin Devah, in 2013 gevolgd door zijn Arubaanse verhalenbundel Onder de watapana. In 2015 verschijnt Sarah de Zwarte Madonna, een oorlogsroman spelend in Limburg, en in 2016 een herziene heruitgave van zijn debuut uit 1999 Tranen om de ara.
Meer over ‘Versteende liefde’
Meer over Jacques Thönissen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«En ik begreep veel.» – Wim Noordhoek

VoorplatExtaze12Over ‘Extaze 12’ op Avondlog, 19 januari 2015:
‘Het gat-in-de-muur-zusje’ heet het eerste verhaal in Extaze. Het nieuwe nummer van het ‘Haagse’ literaire blad heeft als thema ‘Buitenstaanders’. Den Haag, stad van buitenstaanders. Ik woon er al heel lang niet, maar Hagenaar ben je voor het leven. De gat-in-de-muur-mens, waarmee Cor Gout het nummer opent, priemt een gat in de muur waardoor hij in de belendende kamer kan kijken zonder zelf gezien te worden. Hij haalt Colin Wilson aan: ‘De zaak die de outsider aanspant tegen de maatschappij is overduidelijk. Alle mannen en vrouwen hebben gevaarlijke, ondefinieerbare impulsen, maar verbergen die onder een schone schijn, houden zichzelf en anderen voor de gek.’ Tot slot vertelt Gout hoe zijn in de jaren ’70 overleden ‘existentialistische’ zusje – altijd in het zwart gekleed, veel mascara – zich over straat en in cafés bewoog. Op afstand en tegelijk vurig hopend gezien te worden. Door Jan Cremer misschien.
Lees hier het betreffende log
Meer over inhoud Extaze 12
Meer over Extaze

«Een uiterst plezierige verhalenbundel.» – Ezra de Haan

Over ‘Vreemd eten’ van Hans van Hartevelt op Literatuurplein, 13-01-2009 :
Ieder verhaal is een aanleiding voor de auteur om alles eruit te halen wat erin zit. Voedsel, het eten ervan en waar dat gebeurt, het genot of de walging die het teweeg brengt, biedt mogelijkheden tot variatie die Hans van Hartevelt ten volle heeft benut. Hans van Hartevelt doet denken aan een chef-kok die met niet meer dan wat worteltjes, uien, paprika en een stuk kip in staat is iets op tafel te zetten dat je niet snel vergeten zal. Zijn bundel komt overeen met een goed diner. Je vindt er de amuse, het voorgerecht, het culinaire hoogtepunt en het verrassende toetje. Een beschaafde lezer consumeert deze bundel in alle rust.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Vreemd eten’
Meer over Hans van Hartevelt bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een vermakelijk boek voor wie van eten en lezen houdt.» – Arjen van Meijgaard

Over ‘Vreemd eten’ van Hans van Hartevelt voor NBD Biblion, 2 december 2008:
In veertien verhalen laat de veelbereisde schrijver de verschillende aspecten van het consumeren van voedsel de revue passeren. Het taalgebruik is bloemrijk en beeldend, wat het centrale thema alleen maar ten goede komt. Zoals in ‘Startschot’, waarin een vertegenwoordiger op een congres in Cuba het startschot mag geven voor een buffet en de bezoekers zich vervolgens vol overgave en agressie op de tafels met schitterende gerechten storten. Een vermakelijk boek voor wie van eten en lezen houdt.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Vreemd eten’
Meer over Hans van Hartevelt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Nicolás Guillèn – Hebben en houden

NICOLAS GUILLEN
Hebben en houden
Cuba / Poëzie
Vertaling: Stefaan van den Bremt
Ingenaaid, 136 blz., 20 x 14,5 cm, 17,95
ISBN 90-6265-539-4
Eerste druk 2003

In 2002 was het honderd jaar geleden dat de in 1989 overleden beroemde Cubaanse dichter NICOLAS GUILLEN werd geboren. Met zijn generatiegenoten Pablo Neruda en César Vallejo behoort hij tot de grote dichters van Spaanstalig Amerika. Met Hebben en houden verschijnt voor het eerst in Nederlandse vertaling een uitgebreide selectie uit een tiental poëziebundels van Nicolás Guillèn. Stefaan van den Bremt voegde een Nawoord toe over dé nationale dichter van Cuba en zijn dichterschap.

Nicolás Guillèn, zelf zoon van een mulat, legde de grondslag voor een Afro-Cubaanse poëzie en brak daarmee met de tot dan bestaande aan Europa schatplichtige poëzie. De Cubaanse volksmuziek, waarin tradities uit West-Afrika en Spanje elkaar gevonden hebben, werd zijn inspirerend voorbeeld. Nu de Cubaanse son in het Westen weer volop in de belangstelling is komen te staan, kan het niet anders of juist deze dichter moest mee herontdekt worden!

Lof van Cees Nooteboom: ‘Nicolás Guillèn is niet alleen de grootste Cubaanse dichter, hij is ook één van de boeiendste, muzikaalste en meest bewogen dichters van het Spaanse taalgebied, waarin hij een aantal totaal nieuwe elementen bracht, nieuwe klanken, woorden en ritmes uit zijn Afrikaanse erfenis.’

Hebben en houden is samengesteld en vertaald door STEFAAN VAN DEN BREMT, bekroond met de Belgische nationale prijs voor literaire vertalingen.

De pers over Hebben en houden
“Hoewel sommige gedichten van Guillèn uitgesproken politiek zijn, vond hij zichzelf in de eerste plaats een dichter met een melancholische inborst. Stefaan van den Bremt heeft Guillèns gedichten zo mooi en soepel vertaald dat ook de Nederlandstalige lezer zal aanvoelen dat hij een onvervangbare plaats inneemt in het Latijns-Amerikaans poëtisch panorama.” – Guy Posson in Standaard der Letteren

José Lezama Lima – Mijn ziel rust niet in een asbak

JOSÉ LEZAMA LIMA
Mijn ziel rust niet in een asbak
Cuba, Poëzie
Vertaling : Stefaan van den Bremt
Paperback, 120 blz. € 17,90
ISBN 90-6265-523-8
Eerste druk 2001

De Cubaan José Lezama Lima (1910-1976) is een van de topauteurs uit de Spaans-Amerikaanse literatuur: hij wordt nu eens de Caribische Joyce genoemd, dan weer de Caribische Proust. Niet eerder werd van hem een boek in Nederlandse vertaling uitgebracht. Zoals vaak bracht proza hem de wereldroem die hij als dichter al verdiende.

In Mijn ziel rust niet in een asbak brengt vertaler Stefaan van den Bremt een belangrijke keuze van Lezama Lima’s poëzie en poëtisch proza bijeen uit elk van zijn vijf van 1941 tot 1977 uitgebrachte gedichtenbundels, zijn debuut uitgezonderd: ‘Zijn eerste dichtbundel was een revelatie. De tweede was een revolutie. De overvloed aan beelden is getemperd om een hogere vlucht te gunnen aan hyperbolische taferelen die werkelijkheid en droom laten fuseren.’ (Max Henriaquez Urena in Panorama historico de la literatura cubana).

Voor Lezama’s is poëzie een antwoord op de uitdaging van de werkelijkheid. De dichter transformeert alles wat tot het rijk van zijn verbeelding wordt toegelaten. Het onderscheid tussen mythe en wetenschappelijk feit is snel opgeheven.

Stefaan van den Bremt (1941, Aalst), sinds 2000 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, is een erkend dichter van een 15-tal bundels (waarvan deels vertalingen verschenen in het Duits, Frans, Engels, Italiaans en Spaans) en vertaler van een dozijn werken uit het Frans (o.m. Ségou I van Maryse Condé), Spaans (o.a. Octavio Paz) en Duits (Bertolt Brecht en Franz Kafka). Zijn werk is meermalen bekroond, o.a. met de prijs voor het beste literaire debuut in 1968 en met de Belgische staatsprijs voor literair vertaalwerk in 1988.