In deze novelle, zijn voorlopig hoogtepunt, is hij de boosheid voorbij.» – Michiel van Kempen

VoorplatOpWeg-75Over ‘Op weg naar Nos Plaser’ van Ken Mangroelal op Caraïbisch Uitzicht, 27 mei 2023:
(…) Bij hem de onnadrukkelijkheid van motieven als slavernij en identiteit, al lijkt de titel van zijn nieuwe boek op het eerste gezicht wel op een identiteitsverhaal te wijzen. (…) Wat de novelle van Ken Mangroelal zo bijzonder maakt is dat hij glashelder schrijft, en tegelijkertijd de dingen vloeiend in elkaar laat overgaan zonder vorm van predikzucht of vet aangezet engagement. De veelvuldig beschreven dromen maken deel uit van hetzelfde universum als de empirische gebeurtenissen. Bij herlezing valt pas op dat hij heel veel zaken vloeiend-contrasterend neerzet, dingen omkeert en anders belicht en daardoor nuancerende tonen weet te bereiken. (…) Toevallige vondsten – ready mades zou je ze kunnen noemen – lijken ook in de novelle van Ken Mangroelal voorbij te komen. Er is een losse compositie van personen, gebeurtenissen en voorwerpen die in en uit de coulissen schuiven. Maar het bijzondere van Ken Mangroelal is dat hij die verschijnselen niet om hun folkloristische gehalte inbrengt in zijn verhaal, zeg maar als schets van een heemkundig-spiritualistisch lokaal verschijnsel ten behoeve van de naar exotisme snakkende lezer. Nee, hij voorziet ze juist van een antithetisch commentaar en licht daardoor net als bij het clair-obscur van Caravaggio en Rembrandt de zaken scherper uit. (…) ‘Op weg naar Nos Plaser’, zijn voorlopig hoogtepunt, plaatst hem als hernieuwde jongere bij de jongste generatie: eigenzinnig, relativerend, nuancerend. Een slachtoffer weet zich altijd gebonden aan een dader, de trendvolger is het slachtoffer van zijn tijd. Niets van dat alles bij Mangroelal. Hij heeft een broertje dood aan modieusheid, zijn spoor is dat van zijn eigen voetstappen, hij is de boosheid voorbij.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Op weg naar Nos Plaser’
Meer over Ken Mangroelal bij Uitgeverij In de Knipscheer

Karin Lachmising gast op avond over Caraïbische literatuur

Flyer A4 Caraïbische Letteren juni2023De Bibliotheek Wagnerplein in Tilburg organiseert op 1 en 21 juni twee avonden die helemaal in het teken staan van Caraïbische literatuur: Caraïbische Letteren: Passie & Betrokkenheid. Het doel is om de Caraïbische cultuur en geschiedenis te ontdekken, aangezien Caraïbische schrijvers en filmmakers in het verleden op verschillende manieren onzichtbaar gebleven zijn. Ze zijn doodgezwegen, gecensureerd, of op aparte ‘Suriname-‘, ‘Antillen-‘ of ‘Zuid-Amerika’-plankjes gezet. Hoogste tijd om daar wat aan te doen, want er is zoveel moois, belangrijks en prikkelends om te (her)ontdekken en te koesteren! Op 21 juni staat de bundel ‘Dat wij zongen’ centraal. Een indrukwekkende bloemlezing door twintig vooraanstaande schrijvers. We beginnen de avond met een voordracht van de Surinaams – Nederlandse schrijfster Karin Lachmising. Haar pen staat bekend om de scherpte voor menselijke emoties en sociale verhoudingen. We vervolgen de avond met een lezing van Chris Polanen. Bekend van zijn vele columns en korte verhalen over zijn heimwee naar Suriname. We eindigen de avond met Shantie Singh, ook wel bekend als ‘glambtenaar’. Ze is schrijfster, theatermaakster, columnist, storytelling fashionista en een creatieve bestuurskundige. De gehele avond wordt omlijst door de muziek van Kenrick Gunther. Locatie: De Bibliotheek Wagnerplein 4 Wagnerplein 5011 LP Tilburg. Aanvang 19.30 uur.
Meld je hier aan
Meer over Karin Lachmising bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ken Mangroelal – Op weg naar Nos Plaser. Novelle

VoorplatOpWeg-75Ken Mangroelal
Op weg naar Nos Plaser

novelle
Aruba, Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
116 blz., € 17,50
eerste druk mei 2023
ISBN 978-94-93214-94-1

In Op weg naar Nos Plaser bezoekt een Caribische zakenman na lange afwezigheid zijn geboorte-eiland waar hij een kunukuhuisje op een heuvel koopt om er te overwinteren. Behoefte aan een sentimentele reis heeft hij niet, wel aan een leven in het hier en nu totdat het verleden hem terug slingert in de tijd.

Zo is het leven. Dingen komen en gaan. Wat nu is, is straks niet meer. En niets is blijvend. Op deze gedachte kwam ik, en waarom weet ik niet, terwijl ik in mijn hangmat onder de mangoboom lag nadat ik mij er eerst van had verzekerd, wat je in de tropen altijd moet doen, dat geen boa of schorpioen zich daarin schuilhield. De zoete geur van rijpe mango’s zou andere gedachten aan me moeten hebben ontlokt, zoals die aan Zoë, die mij een schaaltje mango met milde yoghurt overgoten aanreikte op het terras van haar vakantieadres op het Griekse eiland Lesbos. Dat was de geboorteplaats van de Griekse dichteres Sappho, wier werk zij zeer bewonderde en in het origineel wilde lezen. En terwijl ik reeds wegdroomde in die herinnering, stopte er een auto voor m’n deur. Ik keek op vanuit mijn hangmat. Een politiewagen. Twee agenten stapten uit en liepen het erf op.

Ken Mangroelal (Aruba, 1948) is filosoof en schrijver. Hij debuteerde in 1978 met Distance Call, Brief aan een Surinaams-Antilliaanse moeder bij Uitgeverij In de Knipscheer. Proza van zijn hand werd opgenomen in Sirito (1993), Mama Sranan: 200 jaar Surinaamse verhaalkunst (1999), en (ook poëzie) op Caraïbisch Uitzicht. In 2019 verscheen Caribbean Rhapsody met deels autobiografisch kort proza en in 2020 de dichtbundel Ik waan mij hier slechts. Met zijn essay ‘De vloek van Cham voorbij’ won hij in 2019 een prijs in een essaywedstrijd over de doorwerking van de slavernij, georganiseerd door het NiNsee en de Lutherse Kerk Amsterdam. Het essay werd opgenomen in de bundel Het andere postkoloniale oog (2020). Verder verschenen bijdragen in Dat wij zongen (2022) met zijn essay ‘Adieu mijn travestieën’ over Albert Helmans Mijn aap schreit (1928), in Album van de Caraïbische Poëzie (2020) met zijn gedicht ‘Kindertijd’ en in Tirade 491 – April 2023, Jaargang 67 met zijn essay ‘Van verbieden tot verbranden’.

Meer over Ken Mangroelal op deze site

10de Caraïbische Letterendag op 8 oktober 2022

CaribischeLetterenOp zaterdagmiddag 8 oktober vindt (van 13.00 tot 17.00 uur) de 10de Caraïbische Letterendag plaats. Deze lustrumviering vindt plaats in het HNI (voorheen NAi) in Rotterdam. Na ruim twee jaar uitstel vanwege corona viert de Werkgroep Caraïbische Letteren eindelijk een nieuwe editie, gewijd aan de grote voorlopers. Bij deze gelegenheid verschijnt de bundel ‘Dat wij zongen’ (Uitgeverij Das Mag) met essays van 21 auteurs (waaronder Ken Mangroelal, Astrid H. Roemer, Tommy Wieringa, Eric de Brabander, Ruth San A Jong) over 20 groten die hen voorgingen (onder wie Albert Helman, Pierre Lauffer, Boeli van Leeuwen, Michaël Slory, Shrinivási, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Bernardo Ashetu, Bea Vianen). Het eerste exemplaar van ‘Dat wij zongen’ wordt aangeboden aan de grootste levende Nederlands-Caraïbische dichter: Jit Narain. In gespreksronden, geleid door Raoul de Jong en Julien Ignacio, komt een groot aantal schrijvers uit de bundel ‘Dat wij zongen’ aan het woord. Verder zijn er intermezzi: Charlotte Doornhein herdenkt de onlangs overleden Diana Lebacs; Raoul de Jong leest voor uit zijn succesroman ‘Jaguarman’; Michiel van Kempen vraagt aandacht voor de ten onrechte onbekende Antilliaanse antikoloniaal Medardo de Marchena van auteur Aart G. Broek en een mystery guest zet Ronald Snijders – winnaar van de Boy Edgarprijs – in de schijnwerpers. De presentatie is in handen van Sarita Bajnath, van het AT5-boekenprogramma ‘Leesoffensief’.
Meer over ‘10de Caraïbische Letterendag’
Meer over ‘Dat wij zongen’