Over ‘Hannah en ik’ in een interview met Kees de Kievid op Boekenbijlage, 21 november 2020:
(…) Tijdens de opleiding voor regisseur/docent drama op de Hoge School voor de Schone kunsten, die ik heb gevolgd, ben ik veel met tekstanalyse bezig geweest. Omdat er destijds weinig banen waren in deze sector ben ik toneelteksten gaan schrijven voor kindertheater. Na enkele jaren heb ik een schrijfcursus gevolgd bij de toen nog onbekende Renate Dorrestein en zo ging mijn schrijvers carrière van start. (…) Meestal dringt het verhaal en vooral de personages zich aan me op. Hun problematiek en ontwikkeling manifesteert zich het beste in een gesloten arena, zoals ik het noem. Weinig ontsnappingsmogelijkheden zodat er duidelijk vanaf het begin maar één weg te gaan is. Dat levert ook de spanningsboog op waar ik graag mee werk. Ik ben op mijn best als er onontkoombaarheid aanwezig is en daar heb ik een gesloten omgeving voor nodig. (…) Er gaat altijd iets stuk en vrijwel altijd iemand dood. Opvallend ook dat het altijd een man is. Dat heeft uiteraard met mijn eigen ervaringen te maken en met mijn opvatting over hoe de lijnen lopen en omgangsvormen zijn. (…) De misdaad is nooit toevallig in mijn verhalen. Het is een bewuste daad, in ieder geval van mij als schrijver en meestal ook van het personage die hem begaat. (…)
Lees hier het interview ‘Van theater tot boek’
Meer over ‘Hannah en ik’
Meer over Pauline J. van Munster bij Uitgeverij In de Knipscheer