De boeken van Ewald Vanvugt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Foto Hapé Smeele

Vanvugt (1943-2025) manifesteerde zich vooral als romanschrijver, essayist en vertaler met een bijzondere interesse voor de koloniale erfenis van Nederland in de Oost. Uitgeverij In de Knipscheer gaf 10 titels van hem uit in de periode 1980-2006.

En waarom tekst toevoegen als het ook zo kan. Bla bla bla bla

1980  Etienne de la Boétie – De vrijwillige slavernij. Vertaling Ewald Vanvugt.
1983  Ewald Vanvugt – Brief aan een nieuwe werkloze. Essay
1985  Ewald Vanvugt – Wettig opium. 350 jaar Nederlandse opiumhandel. Historie
1987 Ewald Vanvugt – De val van Bali. Historische roman
1988 Ewald Vanvugt – Het dubbele gezicht van de koloniaal. Geschiedenis
1989 Ewald Vanvugt – Natilaan. Een voettocht in Java’s Duizend Bergen. Novelle
1992 Ewald Vanvugt – Kind van Rock&Roll. Mijn leven als jonge aap. Roman

1995 Ewald Vanvugt – Wettig opium. 350 jaar Nederlandse opiumhandel. Met herziene Verantwoording
1997 Ewald Vanvugt – Het Eerste Wereldkampioenschap Bidden. Roman
2006 Ewald Vanvugt – De verovering van Bali. Documentaire reisroman
Meer over Ewald Vanvugt  bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ewald Vanvugt ‘Dichter van de dag’ op Laurens Jz Coster

foto: Hape Smeele

Redacteur Raymond Noë maakt voor het blog Laurens Jz. Coster elke werkdag een keuze uit een poëziebundel van een Nederlandstalig dichter. ‘Dichter van de dag’ is op deze 24ste april 2025 Ewald Vanvugt, naar aanleiding van diens overlijden op 11 april 2025. Vanvugt (1943-2025) manifesteerde zich vooral als romanschrijver, essayist en vertaler met een bijzondere interesse voor de koloniale erfenis van Nederland in de Oost. Uitgeverij In de Knipscheer gaf 10 titels van hem uit in de periode 1980-2006. Noë kiest twee gedichten uit een cyclus  die Vanvugt in 1964 publiceerde in het tijdschrift Randstad nr. 7.  Onderstaande gedichten werden vandaag ook gepubliceerd op Neerlandistiek (Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992).

Situaties met mijn vrouw Tanya

5

Bij iedere maaltijd, voor mijn vrouw en ik
aan tafel gaan, druk ik haar even de hand,
in stilte: ze weet wat ik bedoel;
ook zonder stoeien.
Picasso —
Met wat zij weet is niet iedereen geholpen;
Een voorbeeld gaat de handeling verduidelijken
— doet het anders.
Bv. 3 december 1960 bleef zijn middagmaal
zo goed zitten dat hij het later op een doek
deed, — een verhaal eronder om het
mij, niet ter plaatse, te verklaren:
Op een zolder vol juichende duiven
danst Jacqueline omdat hij met dit
schilderij niet bedankt voor de vissen
maar blijk geeft van zijn geweldig verlangen
haar altijd te behagen.

9

In een bizonder groot gezelschap,
iedereen op gelijke hoogte op weg naar Afrika of zo,
kan ik alleen even zeggen dat met ons alles goed is:

Links vooraan, plat op het bed, lig ik,
doodziek: ik heb net 2 keer overgegeven.

En daar helemaal achteraan, nee daar,
tussen die 3 blonde jongens, zit Tanya, mijn vrouw.

Wanneer ze zich zou bewegen, (maar ik denk niet dat
het ooit nog zo ver komt)
kon je zien: Dààr kun je trompet bij spelen.

Bron
Meer over Ewald Vanvugt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Etienne de la Boétie – De vrijwillige slavernij

90-6265-070-8Etienne de la Boétie
De vrijwillige slavernij
,
Frankrijk, essay
uitgeleid door A.L. Constandse
vertaling: Ewald Vanvugt
Paperback, 72 blz.,
ISBN 90-6265-070-8
Eerste druk 1980
Uitverkocht

Ik wil niet eens dat jullie hem omstoten of doen wankelen, maar alleen dat jullie hem niet meer steunen. Dan zullen jullie hem als een grote kolos, beroofd van zijn voetstuk, door zijn eigen gewicht in elkaar zien storten en in stukken zien breken.

Etienne de la Boétie (1530-1563) schreef deze klassieker uit de traditie van de burgerlijke ongehoorzaamheid waarschijnlijk op 18-jarige leeftijd. Jeugdig elan en idealisme gaan gepaard met uitzonderlijk scherpe observaties van menselijke zwakten, alleen te vergelijken met zijn grote tegenhanger Machiavelli.
Deze uitgave kwam tot stand naar aanleiding van La Boéties 450ste verjaardag 1 november 1980.

«De werkende mensen hebben geen behoefte aan het geweld, dat zij – vreemd genoeg – zelf zo ijverig ondersteunen en waarvan zij zozeer te lijden hebben. Want het geweld van de onderdrukker ten opzichte van de onderdrukte is niet zomaar een gewelddaad van een sterkere ten opzichte van een zwakkere, van een grotere ten opzichte van een kleine groep, enz. Het geweld van de heersers wordt – zoals altijd waar een meerderheid gebukt gaat onder een minderheid – uitsluitend in stand gehouden met bedrog, dat slimme lieden door de eeuwen heen hebben toegepast en dat mensen er, omwille van kleine, gemakkelijk bereikbare vooroordelen, toe aanzet niet slechts veel grotere belangen, maar bovendien zelfs hun vrijheid prijs te geven en zich bloot te stellen aan het meest verschrikkelijke leed. De aard van dit bedrog werd al 400 jaar geleden door de Franse auteur La Boétie in zijn geschrift De vrijwillige slavernij onthuld.» – Leo Tolstoj in De wet van het geweld en de wet van de liefde