«Met het talent van zijn pen.» – Wilbert Voets

Over ‘Wat geen teken is maar leeft’ van Michiel van Kempen in Poëziekrant, nr. 6 2013:
Het getuigt ontegenzeggelijk van moed om aan alle bestaande literatuur nog een geschrift toe te willen voegen, van heldenmoed als dat poëzie is en van aan overmoed grenzende bravoure als het liefdespoëzie moet zijn. Toch is dat precies wat Michiel van Kempen gedaan heeft met ‘Wat geen teken is maar leeft’. Er moet dus sprake zijn van een bikkelharde noodzaak. De dichter, door talent veroordeeld tot het woord als wapen, wordt quasi naar het leven gestaan. Hij moet overleven en in zijn redding weet hij een universele geldigheid aan te raken die ook voor de lezer louterend werkt. (…) De nihiliserende verloren liefde, schrijnende herhaling van de teloorgang van de “onvoorschadelijke beschutting”, en het tastend schikken in het echec. Het is niet voor het eerst dat dit thema bewerkt wordt. Michiel van Kempen destilleert met het talent van zijn pen zijn eigen medicinale elixir uit deze literaire oerbron. Hij voert bepaald geen homeopathische apotheek. Wij prijzen ons gelukkig een hartversterkende teug mee te mogen drinken.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Wat geen teken is maar leeft’

Meer over Michiel van Kempen

«En nu is er dan ook Den Tex’ eerste boek.» – Peter Bruyn

Over ‘Morgen wordt het beter’ van JP Den Tex in ‘Revolver’s Lust For Life’, januari/februari 2014:
In de flaptekst wordt een beetje gesuggereerd dat het ‘verhalen achter de songs’ zijn, net als tijdens de concerten. Dat klopt niet helemaal. In de meeste verhalen in het boek gaat JP veel verder terug. Hier en daar zelfs naar zijn peutertijd. En naar zijn kinderjaren in Bergen, waar zijn vader het in zijn hoofd had gezet om kunstschilder te worden en de kinderen soms aardig knel raakten in het spanningsveld tussen de ouders. Den Tex heeft een prettige vertelstijl, houdt het anekdotisch en verliest zich niet in gepsychologiseer. In de verhalen waarin hij als student op kamers in Amsterdam gaat wonen komt de ontluikende popmuzikant al dichterbij. (…) En het is belangrijk om te weten dat de helft van de opnamen op de bijgevoegde, twaalf songs tellende cd niet op een ander JP-album te vinden is.

Lees hier de recensie

Meer over ‘Morgen wordt het beter’

Prenten van Herman van Bergen uit ‘Kate Moss in Mahaai’ te zien op Tropisch Koninkrijk.

De tentoonstelling ‘Tropisch Koninkrijk’ in Museum de Fundatie in Zwolle vindt plaats van 29 november 2013 t/m 16 maart 2014 in het kader van de viering ‘200 JAAR KONINKRIJK’ en geeft een uitgebreid overzicht van de hedendaagse beeldende kunst van Aruba, Curaçao, St. Maarten, Bonaire, Saba en St. Eustatius. In deze tentoonstelling is o.a. een kabinet ingericht met prenten van Herman van Bergen uit de dichtbundel ‘Kate Moss in Mahaai’ van Hans Vaders. De bundel is in het museum te koop.
‘Tropisch Koninkrijk’ is het eerste grootschalige museale overzicht in Nederland van de hedendaagse beeldende kunst van alle zes eilanden in het Nederlands-Caraïbische gebied. In totaal zullen zo’n 130 objecten geëxposeerd worden. Bijzondere aandacht gaat uit naar de specifieke ontwikkelingen en achtergronden van deze kunst, waaronder de relatie met Nederland. De van oudsher sterke culturele band tussen Nederland en de overzeese gebieden blijkt onder meer uit de nauwe samenwerking van het Instituto Buena Bista op Curaçao en Ateliers 89 op Aruba met verschillende kunstacademies en andere Nederlandse kunstinstellingen. Instituto Buena Bista is officiëel partner van KABK, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.
‘Tropisch Koninkrijk’ werd samengesteld door kunsthistoricus en publicist Maarten Jager. Hij selecteerde de volgende kunstenaars: David Bade, Herman van Bergen, René Emil Bergsma, Ruben La Cruz & Karolien Helweg, Yubi Kirindongo, Tirzo Martha, Felix de Rooy & Kirk Claes, Evelien Sipkes, Ellen Spijkstra (Curaçao); Ciro Abath, Stan Kuiperi, Elvis Lopez, Osaira Muyale en Ryan Oduber (Aruba); Nochi Coffie en Winfred Dania (Bonaire); Ras Mosera (St. Maarten); Heleen Cornet en Glenda Heyliger (Saba); Magumbo Muntu (St. Eustatius).

Meer over ‘Kate Moss in Mahaai’

Meer over Herman van Bergen

Meer over Hans Vaders

Zie uitnodiging Museum De Fundatie

«Doorvoelde gelaagdheid die verrassend is.» – Nicolaas Porter

Opmaak 1Over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ van Karin Lachmising in De Ware Tijd Literair, 23 november 2013:
Op veel plaatsen in haar werk vinden wij een beschrijving van haar soms moeizame relatie met de (natte, vloeibare) grond, haar voeten en wortels. (…) Er is ook een horizontale lijn te ontdekken in het werk van Karin Lachmising. In de schaarse momenten dat de dichter een dialoog probeert te hebben met de mensen om haar heen (buiten de troostende relatie die zij probeert op te bouwen met de natuur) vinden we vaak een gevoel van onmacht, onvermogen en op zijn best beloftes voor iets wat tot stand zou ‘kunnen’ komen. In een toekomst die nog niet is aangebroken. (…) Fascinerende bundel.

Lees hier de recensie

Meer over Karin Lachmising

«Ze heeft oog voor detail, en kan onverwacht grappig uit de hoek komen.» – Karin Amatmoekrim

Over ‘De laatste parade’ van Ruth San A Jong in De Volkskrant, 31 oktober 2011:
In haar debuutbundel ‘De laatste parade’ schuwt schrijfster Ruth San A Jong de schaduwkant van de samenleving bepaald niet. Je kunt je afvragen of dit alles is wat Suriname te bieden heeft maar zeker is dat San A Jong sociaal gevoelige onderwerpen aanroert. Dat doet ze soms op een verrassende manier, bijvoorbeeld door een jong meisje in dagboekfragmenten aan het woord te laten. In zulke vondsten is San A Jong sterk. Ze heeft oog voor detail, en kan onverwacht grappig uit de hoek komen. San A Jong zou vaker mogen inzoomen op de details. Dan is ze op haar best.

Lees hier de recensie

Meer over ‘De laatste parade’