Karin Lachmising stadsdichter Utrecht

Karin Lachmising is sinds mei 2023 toegetreden tot het gilde van de Utrechtse stadsdichters. Het Utrechts Stadsdichtersgilde werd in 2009 opgericht door de toenmalige eerste stadsdichter van Utrecht, Ingmar Heytze, nu erelid van het Gilde. In januari 2011 heeft de Gemeenteraad besloten om de taak van het ‘stadsdichter’ voortaan in handen te leggen van dit gilde, als eerste en enige gemeente in Nederland.

Lees hier het eerste stadsgedicht van Karin Lachmising als stadsdichter n.a.v. 175 jaar viering grondwet.
Meer over Karin Lachmising bij Uitgeverij In de Knipscheer

Titi Zaadnoordijk – Vreugde is ook een soort liefde. Gedichten

Titi Zaadnoordijk
Vreugde is ook een soort liefde
gedichten
met tekeningen van de auteur
Nederland
gebrocheerd in omslag met flappen,
72 blz., geïllustreerd met 19 zwartwit tekeningen,
€ 18,50
ISBN 978-94-93214-43-9
eerste druk oktober 2023

In haar vorige bundel Het jaar van de getrouwde man (2012) durfde Titi Zaadnoordijk de moeder te beschrijven die meer wil zijn dan dat: een vrouw die naar liefde hunkert en tegelijkertijd met haar ouder wordende lichaam worstelt. Eerlijker en intiemer dichten kan haast niet. In Vreugde is ook een soort liefde maakt Titi Zaadnoordijk (1960) de balans op van een gezinsleven. De kinderen zijn uit huis en een nieuwe fase breekt aan in het bestaan van de vrouw.  De dichter beschrijft de kleine en grote zaken uit het leven, de eeuwig durende frustratie, het ouder worden, de behoeftes en eenzaamheid. Blijmoedig verwoordt zij groot verlangen. Ondanks het gemis en de spijt blijft Titi Zaadnoordijk overeind en steekt ze een hart onder de riem van haar lezers.

Titi Zaadnoordijk (1960) is beeldend kunstenaar, dichter en performer. In 1978 vatte ze haar studie biologie aan, maar een paar jaar later koos ze toch voor de kunstacademie. Titi Zaadnoordijk woont en werkt in het Friese Scherpenzeel. Vreugde is ook een soort liefde is Zaadnoordijks  zevende dichtbundel. Over Het jaar van de getrouwde man schreef Kirsten van Santen in Leeuwarder Courant:  “Jubelende, speelse poëzie”. Verder publiceerde ze o.a.  Verlangen is een broertje dood, Wie is die kleine schijtebroek en Bea Braad gaat off-the-road.

Meer over Titi Zaadnoordijk

‘Wat weegt missen’: exit Chawwa Wijnberg

ldm09/11/2015 - Middelburg - Chawwa Wijnberg Foto Lex de Meester

Zaterdagavond 21 december 2019 is beeldend kunstenaar en dichter Chawwa Wijnberg in haar woonplaats Middelburg gestorven. Ze werd 77 jaar. ‘Exit Chawwa’ stond er in de onderwerpregel van de e-mail die Chawwa Wijnberg mij en Anja, ruim een jaar geleden, op 18 november 2018 stuurde. Een bericht van een aangekondigde dood: ‘Ik ben heel moe. Als het alleen die nieren zijn houden ze het nog een jaartje vol, dan ga ik rustig slapen en word niet meer wakker. Dat vind ik prima.’ Moe word je als je een leven lang het leed van de wereld moet torsen. Chawwa Wijnberg was een onderduikkind, geboren op 6 juli 1942. Haar vader zat in het verzet en werd in de oorlog gefusilleerd. Het verdriet zou levenslang zijn, voelbaar blijven en een terugkerend thema worden in haar acht poëziebundels die zij van 1989 tot en met 2019 het licht deed zien. En dichter wás ze. Op die 18de november 2018 stuurde ze dit gedicht mee.

november 2018

Kon ik je maar
meer dan een echo
achter laten
mijn warme armen
en mijn stem

zo vrees ik het verdriet
als ik je heb verlaten
ik wil
in alles kruipen
om je nog lief te hebben
lief mijn lief

kijk ik zit
in alle vogels
die je over vliegen
in de wolken
in de wind
in alles wat je vingers
raken – het brood
het ontbijtbord
in de yoghurt die je drinkt

maar met mijn tranen
kan ik je niet troosten
wat weegt missen
o god mijn schat
ik weet het niet

Lieve Chawwa, dank voor het moois dat je achterlaat, rust in vrede.

franc knipscheer

Meer over Chawwa Wijnberg bij Uitgeverij In de Knipscheer

Kerst- en nieuwjaarswens Stefaan van den Bremt

RambremtAuteur Stefaan van den Bremt stuurde zijn relaties 16 december 2019 digitaal de boodschap ‘zalige kerst en veel geluk in 2020!’ en deed die wens vergezellen van, behalve het zelfportret ‘Rambremt’, het gedicht ‘De weg naar het kind’.
Klik hier voor het gedicht ‘De weg naar het kind’
Meer over Stefaan van den Bremt bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht over atoomschuilkelder in Oss bekroond

Lelystad, ElsOp 7 september 2019 ontving Els de Groen in Lelystad uit handen van Tsead Bruinja, Dichter des Vaderlands, de derde prijs in de stadsgedichtenwedstrijd voor dichters uit Nederland en Vlaanderen voor haar gedicht ‘Schuilkelder’. In Oss bevindt zich de enige operationele atoomschuilkelder van Nederland die nog volkomen in tact is. De kelder werd gebouwd in 1986, tijdens de Koude Oorlog. Voor de stadsgedichtenwedstrijd waren er dit jaar meer dan 500 inzendingen. De vijfkoppige jury was unaniem in haar oordeel welke gedichten tot de 3 beste behoorden. De jury schrijft in haar rapport over “Schuilkelder” van Els de Groen voor de derde prijs: “De dichter mijmert over de (on)zin van een van de laatste operationele schuilkelders in ons land gelegen in Oss. In stevige ritmiek wordt het dilemma duidelijk; schuil ik er bij dreiging of trek ik weg. De ontreddering wordt beeldend beschreven. Uiteindelijk blijkt het niet uit te maken wat je kiest”. De eerste prijs was voor Onno Sven-Tromp (gedicht: Callantsoog), de tweede prijs voor Monique Wilmer-Leegwater (gedicht: Het gebed van Beulaeke). Drie jaar geleden won Els de Groen al eens de eerste prijs in deze wedstrijd. Onlangs verscheen haar dichtbundel ‘Wakker Vallen’ in vierkleurendruk, geïllustreerd met haar eigen schilderijen. Zij schreef 50 boeken waarvan er wereldwijd 1,75 miljoen exemplaren werden verkocht. Haar werk is 30 maal vertaald in 14 talen.

Schuilkelder

Als de wereld ten ondergaat, scheep ik me niet in.
Arken zijn onbetrouwbaar. Als de wereld sterft ga ik
naar de kelder met zesendertighonderd mede-Ossenaren.

Een plaatselijke supermarkt doet ons uitgeleide.
Op is Op, orakelt de reclame op de ramen. VOL is VOL
echoën stemmen uit de diepte. We lopen al sneller.

In een parkeergarage schuilen kelderkamers: bedden
knus gestapeld, wc’s als schouwburgstoelen in een
rechte rij. Er is ventilatie, zowaar gekoelde lucht.

Om beurten gaan we liggen, om beurten ook weer staan.
Tijd wordt iets wat slobbert, ruimte iets wat knelt
redding wat ontreddert. Tot we buiten mogen.

Boven roert zich niets. Zelfs de vogels zijn gevlogen.
We plunderen de winkel tot OP waarachtig OP is.
Dan gaan we het volk dat niet kon schuilen achterna.

Meer over Els de Groen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Stadsgedichtenwedstrijd
Meer over ‘Wakker vallen’

Haar hart ligt bij de poëzie.

Els de GroenDrie gedichten van Els de Groen op Meander, 3 september 2019:
Na een groot aantal boeken voor kinderen en volwassenen te hebben geschreven, debuteerde Els de Groen (Den Haag, 23-12-1949) vorig jaar met de dichtbundel ‘Wakker vallen’ (die ze als beeldend kunstenaar zelf met olieverf illustreerde. Haar eerste gedichten verschenen sinds 1998 in diverse verzamelbundels en literaire tijdschriften. Hoewel ze soms nog wel proza schrijft, ligt haar hart bij de poëzie. Een tweede bundel is in voorbereiding. De titels van de gedichten op Meander zijn ‘Berouw’, ‘Gemis’, ‘Lachglas’.
Lees hier de drie gedichten op Meander
Meer over ‘Wakker vallen’
Meer over Els de Groen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Lucas Hirsch – De Weinigen. Roman

VoorplatDeweinigen-75Lucas Hirsch
De Weinigen
Of de bankier in de buik van het beest

roman
gebrocheerd in omslag met flappen,
226 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-614-1
eerste uitgave februari 2019

“Het zwijgen van Pieter vertelde me dat de bank van mening was dat het de ware toedracht achter de splitsing succesvol onder het tapijt had weten te vegen, en dat ik de drang om er onder te willen kijken moest laten varen. Kijken zou voor niemand goed zijn. Er over praten al helemaal niet.”

In De Weinigen is Jonas Staal werkzaam als Intelligence Officer op de afdeling Corporate Security bij een grote Nederlandse bank die vanwege de bankencrisis en een overname in zwaar weer terechtkomt. Hij doet onderzoek naar Russische oligarchen, terrorisme financiering, fraude en andere security gerelateerde zaken en ontdekt een schimmige kant van de bancaire sector waar niets is wat het lijkt. Geheime documenten, politieke afspraken, fake news en misleidende motieven en strategieën zijn de orde van de dag waarop hij zich gaandeweg begint af te vragen wie hij kan vertrouwen op de werkvloer. Wanneer Jonas tijdens een onderzoek geconfronteerd wordt met een corpsvriend uit het verleden maakt hij een cruciale fout en zet hij alles op het spel. Aan het thuisfront lopen de zaken ook niet op rolletjes en dreigt zijn huwelijk uit elkaar te vallen. Een escapade tijdens een bedrijfsuitje heeft verstrekkende gevolgen. Confrontaties blijven dan ook niet uit.

“Waar de benodigde informatie precies vandaan kwam was niet helemaal duidelijk, wel diende het voor de bank ‘schone’ informatie te zijn. Er mochten geen mensen worden omgekocht of fysiek voor aangepakt. Om achter moeilijk toegankelijke informatie te komen had Phalanx een enorm netwerk aan diplomaten, overheidsmedewerkers, huurlingen, hooggeplaatsten binnen grote multinationals en buitenlandse veiligheidsdiensten.”

Na het behalen van zijn MA Amerikanistiek aan de Universiteit van Amsterdam (2002), rolde Lucas Hirsch (1975) per toeval het bedrijfsleven in. Hij werkte o.a. bij een executive search company en een aantal financiële instellingen. Daarnaast publiceerde hij drie dichtbundels. Na zijn ontslag heeft hij zich toegelegd op het schrijven van twee nieuwe bundels (2015 en 2020) en zijn debuutroman De Weinigen. Hirsch droeg de laatste jaren zijn werk voor op literaire festivals in Nederland, Vlaanderen en De Verenigde Staten. Zijn werk werd in Nederlandse, Vlaamse, Indiase en Amerikaanse tijdschriften en bloemlezingen gepubliceerd. Naast het organiseren van literaire avonden en festivals staat Hirsch ook regelmatig voor de klas om te praten over zijn dichterschap of om een workshop te geven. Hij woont met kat Boef in Haarlem.

Hans Vaders – Bij wijze van In Memoriam

HansVaders1(foto Jan-Reinier van der Vliet)

Het is nog geen twee maanden geleden dat het bericht kwam dat Hans Vaders was overleden. Als afscheid werd op 1 augustus in landhuis Bloemhof een In Memoriam georganiseerd. Ik stuurde als condoleance een brief die bij die gelegenheid werd voorgelezen door Jeroen Heuvel.

Beste aanwezigen,

U allen van harte gecondoleerd met het overlijden van uw mede-Curaçaoënaar Hans Vaders. U zult hem vooral kennen als krantenmaker pur sang: de journalist, de eindredacteur, de hoofredacteur, net zo’n gigant als zijn ‘voorganger’ Johan van de Walle een generatie eerder was. Beiden vertrokken als twintigers naar ‘de West’ en bleven er als journalist én als schrijver. Hans Vaders is de journalist die zowel verslag doet van een staatsgreep op Haïti als een rubriek over eten schrijft, want de krant komt elke dag en moet gevuld. Ik wist wie Hans Vaders was. Hij was voor de uitgeverij In de Knipscheer de man die in 1988 en 1989 van Boeli van Leeuwen een columnist maakte, een geniale zet die in 1990 zou resulteren in Boeli van Leeuwens meest succesvolle boek Geniale anarchie. Alleen al om die reden heeft Hans Vaders zich een blijvende plek veroverd in het literaire landschap van Curaçao en Nederland.
Toch was en is Hans Vaders voor mij vooral de schrijver. Het zal in 2000 zijn geweest toen ik hem ontmoette. Hij was in Nederland op familiebezoek, ik meen in Alkmaar. En dan is Haarlem dichtbij. Onder zijn arm een manuscript, Tropische winters. Ik viel als een blok voor die roman. Het boek voldeed bepaald niet aan de literaire spelregels en structuren die doorgaans gelden in het huis van vooral de Europese literatuur. Hans Vaders vraagt namelijk wel wat van zijn lezers, daagt hen uit. Hij laat de lezer alle hoeken van zijn kamer zien. Maar wát een rijk beeld wordt in amper 128 bladzijden geschetst van de hoofdpersoon Alex Lee, die Hans Vaders op het lijf geschreven moet zijn, de observerende oorlogsverslaggever in de turbulente Cariben van grofweg de jaren tachtig van de vorige eeuw, die zijn verhalen in de plaatselijke kroeg schrijft, het romantische archetype van wat ooit ‘de journalist’ was. Dat was een niet al te vrolijke tijdgeest. Die somberte resoneert in Tropische winters, maar is voor de lezer goed te verteren door de plezierige manier van schrijven. Tropische winters wordt in Nederland opvallend veel gerecenseerd. Hans Vaders is een nieuwe naam die met zijn thematiek en schrijfstijl in de traditie lijkt te staan van Curaçaose schrijvers als Boeli van Leeuwen en Tip Marugg. Erich Zielinski en Eric de Brabander moeten dan hun eerste boeken nog schrijven. Misschien maakte Hans Vaders wel de weg vrij voor hen.

In zijn tweede boek, het in de Caribische regio bekroonde Otrobanda, meer journalistiek dan fictie, is de hoofdpersoon Hans Vaders zelf die zijn veelkleurige stadsgenoten met liefde portretteert. Otrobanda wordt in Nederland nauwelijks besproken in de literaire media, want van oorsprong columns en dus – kennelijk – geen ‘echte’ literatuur. Niettemin roemt Michiel van Kempen Vaders’ verhalen in Otrobanda. Hij noemt ze ‘juweeltjes van beschrijvingskunst’ en schrijft: ‘Als stadsschrijver moet Tip Marugg zijn meerdere erkennen in Hans Vaders’. Otrobanda zal zijn weg naar de Nederlandse lezer uiteindelijk wel vinden als hét literaire handboek voor elke Curaçaoganger.
Hans Vaders was ook dichter. Hij debuteert als dichter in 2005 in het Nederlandse literaire tijdschrift De Tweede Ronde en het Curaçaose literair tijdschrift Kristòf. Zes jaar later, in 2011, komt zijn eerste dichtbundel uit, Kate Moss in Mahaai, een co-productie van Mon Art Productions en Uitgeverij In de Knipscheer, weergaloos geïllustreerd door Herman van Bergen. In deze bundel zingt ook een zekere zwaarmoedigheid. In ‘Terugkeer’, het slotgedicht, vertelt de ik waarschijnlijk ooit begraven te worden in ‘het mistig land van overzee/ dat niet en nooit meer het mijne zal zijn.’
[…]
Maar wie zal mijn begrafenis bekostigen?

En welke verloren zoon wrikt het zilver
voor de veerman op mijn kille tong en
ontsteekt het vagevuur van mijn brandstapel?

Het doet poëziecriticus Joop Leibbrand in MeanderMagazine verzuchten: ‘Lezers, help Vaders nu het nog kan, koop die bundel. Hij stort je midden in de andere wereld die Curaçao is en verloochent de Nederlandse wortels niet. Het levert een boeiende synthese op.’

Hans Vaders zou in september 2012 naar Amsterdam komen voor de presentatie van zijn novelle Terug tot Tovar. Een ernstige val een paar maanden daarvoor gooit roet in dit publicitaire eten, waardoor de novelle in Nederland tussen wal en schip raakt. En dat is zó jammer, want Terug tot Tovar is misschien wel Hans Vaders beste en meest ambitieuze boek en zal mettertijd uitgroeien tot een Antilliaanse klassieker. Hoe beknopt van omvang, hoe boordevol van inhoud: een net van verhalen waarin alles en iedereen, hoe uitgewaaierd ook over de wereld, een relatie heeft met Curaçao. Curaçao als het middelpunt van de wereld en de wereldgeschiedenis waarin oude en nieuwe continenten over elkaar heenschuiven, een Boeliaanse dimensie.
In datzelfde jaar, herstellend van die ernstige val, schrijft hij ook het verhaal De vodkadrinker, dat alleen op Curaçao als gelegenheidsuitgave bij Mon Art Productions verschiint en inmiddels ook gepubliceerd is in Nederland op de digitale evenknie van het literair tijdschrift Extaze. Het lijkt een voorbode te zijn, van wat nog in het vat zit. Dat is het niet geworden. Mogelijk is de val een klap geweest die hij nooit echt meer te boven is gekomen.
Hans Vaders heeft te lang van pen moet wisselen, te vaak die van de journalist moeten kiezen, immers het brood op de plank, en te weinig die van de schrijver kunnen hanteren. Begint Boeli van Leeuwen na zijn pensionering nog een rijk derde schrijversleven met Schilden van leem, Het teken van Jona en Geniale anarchie, dié mogelijkheid om vól voor zijn schrijverschap te gaan, is Hans Vaders niet gegund geworden. En dat is een gemis.
Rest in peace, Hans.
franc knipscheer

Meer over Hans Vaders bij Uitgeverij In de Knipscheer

Gedicht ‘Dividivi’ van Giselle Ecury in Trouw

fp 20130805-190-2In Trouw van maandag 7 september 2014 werd in de rubriek ‘Duurzaamheid & Natuur’(De Verdieping) door Janita Monna in de columnrubriek ‘groengedicht’ het gedicht ‘Dividivi’ geplaatst van de Arubaans-Nederlandse auteur Giselle Ecury. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in haar debuutbundel ‘Terug die tijd’ (2005) en werd o.a. opgenomen in de bloemlezing ‘Wie ik ben / Ta ken mi ta’ met bijdragen van 13 auteurs van de Antilliaanse schrijversgroep Simia Literario (2011).
Lees hier het gedicht in Trouw
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

Rogi Wieg overleden, 15 juli 2015

Rogi leestRogi Wieg bij zijn laatste optreden op 21 september 2011 in Pletterij Haarlem.
Foto Harry van Kesteren

Woensdagavond 15 juli 2015 is in zijn woonplaats Amsterdam na een jarenlang ziekbed en heel veel lijden de dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en muzikant Rogi Wieg overleden. Zo heeft zijn vrouw Abys Kovács laten weten. Rogi Wieg werd 52 jaar oud. Zijn ouders waren Hongaarse vluchtelingen die zich in 1957 in Nederland vestigden. Rogi Wieg (1962) debuteerde als dichter op 19-jarige leeftijd in 1981. Werk van hem werd in 1987 bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs en in 1988 met het Charlotte Köhler Stipendium. Zijn schrijversloopbaan werd gekenmerkt door ernstige depressies. Hij werd regelmatig opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen, onderging elektroshocktherapie en deed driemaal pogingen tot zelfmoord. Zijn aanvraag eind 2014 voor euthanasie vanwege psychisch lijden werd in 2015 gehonoreerd. Het merendeel van zijn oeuvre kwam uit bij G.A. van Oorschot en Uitgeverij De Arbeiderspers. Vanaf 2011 verschijnt het werk van Rogi Wieg bij Uitgeverij in de Knipscheer, waar dit najaar een grote bloemlezing verschijnt uit Wiegs poëtisch oeuvre onder de titel ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’. De laatste vijf gedichten van Rogi Wieg, van april en mei 2015, werden gepubliceerd op het digitale supplement van het literair tijdschrift Extaze.

Lees hier de berichtgeving op nos.nl
Kijk hier naar het late NOS Journaal van 15-07-2015 van 6:11 – 6:45
Lees hier het artikel van Arjan Peters in ‘De Volkskrant’ op 16 juli 2015
Lees hier de laatste gedichten van Rogi Wieg
Meer over Rogi Wieg bij Uitgeverij In de Knipscheer