«Ze ontvluchtte de verstikking in Suriname door naar het land te gaan dat ze verantwoordelijk hield voor de wantoestanden.» – Warda El-Kaddouri

90-6265-289-1Over ‘Sarnami, hai’ van Bea Vianen in De nieuwe koloniale leeslijst van De Groene Amsterdammer/Das Mag Uitgevers, maart 2021:
Het verhaal van Suriname van binnenuit, zo wordt het werk van Bea Vianen het meest gekarakteriseerd. En dat is niet onterecht, maar nog specifieker is het het verhaal van Suriname beschreven vanuit een vrouwelijk perspectief. Hoewel Vianen ook poëzie en korte verhalen op haar naam heeft staan, staat zij vooral bekend om haar romans. ‘Sarnami, hai’ (…) werd een van de meest gelezen en meest geliefde romans in het Suriname van haar generatie. Als eerste vrouwelijke romanschrijver inspireerde Vianen met haar klassieker andere Surinaamse schrijvers, zoals Astrid Roemer, (…) die haar bedankt toen die de P.C. Hooftprijs in ontvangst nam. Een belangrijk thema in haar werk is de drang naar vrijheid. (…) Ze wordt gezien als een van de belangrijkste Nederlands-Caraïbische auteur van de vorige eeuw. (…)
In ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ komen bijdragen aan bod van en over de volgende (soms voormalige) In de Knipscheer-auteurs: Frans Lopulalan, Alfred Birney, Albert Helman, Bea Vianen, Frank Martinus Arion, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Boeli van Leeuwen, Michiel van Kempen, Tip Marugg.
Meer over Bea Vianen en ‘Sarnami, hai’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over de koloniale leeslijst op deze site

«Tip: lees ‘Het eind van de kaart’.» – Xandra Schutte

VoorplatHelmanEindvandekaart75Over ‘De stille plantage’ van Albert Helman in De nieuwe koloniale leeslijst van De Groene Amsterdammer/Das Mag Uitgevers, maart 2021:
In zekere zin doet ‘De stille plantage’ denken aan ‘Heart of Darkness’ van Joseph Conrad: in het hart van de wildernis wordt de beschaving ontmaskerd. De roman gaat niet zozeer over de slaven, maar over het demasqué van de witte mens, die in de tropische oorden niets te zoeken heeft. Niet alleen Willem Das is onmenselijk, Raoul is het evengoed, in zijn halfzachte aanpassing aan het plantersregime. En het oerwoud, dat blijft zijn ongenaakbare gang gaan, ook als Raoul en de zussen naar Engeland zijn verhuisd. De stille plantage raakt meedogenloos overwoekerd. Tip: lees ‘Het eind van de kaart’.
In ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ komen bijdragen aan bod van en over de volgende (soms voormalige) In de Knipscheer-auteurs: Frans Lopulalan, Alfred Birney, Albert Helman, Bea Vianen, Frank Martinus Arion, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Boeli van Leeuwen, Michiel van Kempen, Tip Marugg.
Meer over Albert Helman’s ‘Het eind van de kaart’ bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over de koloniale leeslijst op deze site

«Wie de Molukse gemeenschap in Nederland wil begrijpen moet het boek van Frans Lopulalan lezen.» – Lotfi El Hamadi

VoorplatSneeuw-75Over ‘Onder de sneeuw een Indisch graf’ van Frans Lopulalan in De nieuwe koloniale leeslijst van De Groene Amsterdammer/Das Mag Uitgevers, maart 2021:
Wie wil begrijpen waarom het RMS-vaandel nog altijd fier wappert bij de derde en vierde generatie Molukse Nederlanders, moet het boek van Frans Lopulalan lezen. De rest van Nederland lijdt dan misschien aan soort koloniale amnesie, de Molukkers zullen de herinnering aan de bloedige dekolonisatiestrijd en de gevolgen ervan niet gauw vergeten. Het is een van de weinige literaire werken over de Molukse gemeenschap in Nederland.
In ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ komen bijdragen aan bod van en over de volgende (soms voormalige) In de Knipscheer-auteurs: Frans Lopulalan, Alfred Birney, Albert Helman, Bea Vianen, Frank Martinus Arion, Edgar Cairo, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Boeli van Leeuwen, Michiel van Kempen, Tip Marugg.
Meer over Frans Lopulalan bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over de koloniale leeslijst op deze site

«Zijn grootste literaire ontdekking is Edgar Cairo.» – Sander Becker

Over ‘Kollektieve schuld’ van Edgar Cairo in interview met Rasit Elibol in Trouw, 25 maart 2021:
(…) Rasit Elibol, redacteur bij ‘De Groene Amsterdammer’, stelde vanuit deze vragen ‘De nieuwe koloniale leeslijst’ samen. De bundel bevat 22 essays waarin schrijvers en letterkundigen beroemde boeken uit de koloniale tijd tegen het licht houden. Ze plaatsen er onbekender werk tegenover om een completer beeld te krijgen van de geschiedenis. (…) De Turks-Nederlandse Elibol kwam zelf met de koloniale geschiedenis in aanraking via zijn vriendin, die een Surinaamse achtergrond heeft. Dankzij haar ging hij veel over Suriname lezen. Keuze genoeg. Denk aan het werk van Anil Ramdas, Astrid Roemer of Albert Helman. Maar zijn grootste literaire ontdekking is Edgar Cairo. Deze zwarte, biseksuele schrijver emigreerde uit Suriname naar de Bijlmer. In 1976 publiceerde hij ‘Kollektieve schuld’, een levendig boek waarmee je volgens Elibol ‘direct op een achtererf in Paramaribo belandt’. De roman is een speelse familieschets waarin een grote familie bijeenkomt voor een reeks wintirituelen. Ze willen een collectieve schuld wegwassen. Oom Rudi arriveert vanuit Nederland, samen met zijn witte echtgenote. “Er zitten veel grappige dialogen in.” (…) Bijzonder is dat Cairo een heel eigen proza gebruikt: een mix van Surinaams-Nederlands met Sranantongo en eigen woorden. De vertalingen onder aan elke pagina zijn volgens Elibol geenszins overbodig. Opmerkelijk is verder dat Cairo zich eind jaren zeventig al uitsprak tegen Zwarte Piet en dat hij niet schroomde om witte recensenten van racisme te betichten. (…) “De tragiek is dat hij uiteindelijk echt gek werd. Hij werd psychotisch en heeft daarna niets coherents meer geschreven.”
Lees hier het interview in Trouw
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over de koloniale leeslijst op deze site

Een zwarte roos. Gedicht van Edgar Cairo

EdgarCairoIn zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (16 november 2020) is het de geboortedag van onder anderen Bert Verm, Jan H. Mysjkin, Lieve Desmet en Hester van Beers. Het is ook de sterfdag van J.W.F. Werumeus Buning, Edgar Cairo en Kees van Kalmthout. Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Jan H. Mysjkin; uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘Een zwarte roos’ van Edgar Cairo uit zijn bij deze uitgeverij verschenen bundel ‘Lelu! Lelu! Het lied der vervreemding’ uit 1984. Dit gedicht werd ook geselecteerd door Klaas de Groot in zijn bloemlezing ‘Grenzenloos; 40 jaar Knipscheer Poëzie’ (2018).

Een zwarte roos

En dan pas voelt die roos zich roos….
En dan pas voelt die roos zich roos….

Een zwarte roos
vereist een zwarte dauw.

Een zwarte roos
behoeft een zwarte moesson,
voor haar teelt de zwartste aarde,
zwaarzwarte groei en bloei als bloem!

Hier schuilt de monding van de waarheid
waaraan heel ons leven zich
zou moeten staan bedrinken:
de zwarte mens,
het zwartgebaarde kind,
verdient zoals een ieder z’n kultuur
met zwarte trots te dragen!

Een zwarte roos vergt een zwarte dag
uit zwarte zon, inktzwarte wolken
die haar zwart geluk voorspellen
in de allerzwartste uren
die in donkerzwarte vonken spatten
uit het aangezicht der nachtzwartduistere
geschiedenis!

Een zwarte roos
o, ’t dient brandend gezegd,
behoeft een zwartzwart zielsbestaan!

En dan pas voelt die roos zich roos….!
En dan pas ís die roos roos roos….

Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Grenzenloos’

Edgar Cairo overleed 20 jaar geleden

EdgarCairoOver Edgar Cairo op Caraïbisch Uitzicht, 14 november 2020:
Twintig jaar geleden overleed Edgar Cairo, vermoedelijk op 14 november in zijn woning in Amsterdam. Hij is gevonden op 16 november. (…) Eerst na veel afwijzingen door Nederlandse uitgeverijen kreeg Cairo een roman gepubliceerd in de Derde Spreker-Serie: Kollektieve schuld/Famir’man sani in 1976. In 1977 gaf uitgeverij In de Knipscheer Adoebe-lobi/Alles tegen alles uit. Daarna heeft deze uitgeverij enkele tientallen romans, dichtbundels, bundels van zijn columns en toneelstukken van Edgar uitgegeven. De laatste was na zijn dood: het in 1982 geschreven werk n.a.v. de decembermoorden De smaak van Sranan Libre verscheen in 2007. (…) Edgar Cairo heeft nooit een literaire prijs gekregen. Een sterk gevoel van miskenning kan een factor zijn geweest in de ernstige chronische psychose waarin hij in 1988 terecht is gekomen. Nadat hij door zijn ziekte niet meer kon schrijven is hij gaan schilderen. Tussen 1990 en 1997 heeft hij honderden schilderijen gemaakt. Een klein deel ervan is tentoongesteld in het kader van het project van Cindy Kerseborn dat uitmondde in de documentaire Ik ga dood om jullie hoofd (2010). Foto’s van deze schilderijen staan ook in de catalogus Edgar Cairo. De schrijver als schilder (2010).
Lees hier het bericht op Caraïbisch Uitzicht
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer

Michiel van Kempen op Radio 1 in De Nieuws BV

MichielKlein300Bijzonder hoogleraar Caraïbische letteren prof. dr. Michiel van Kempen was op dinsdagmiddag 27 oktober 2020 te gast bij presentator Natasja Gibbs in De Nieuws BV. Aanleiding was de commotie over het al dan niet voortbestaan van zijn leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam, maar vrijwel onmiddellijk ging het gesprek over ‘de ontzettend mooie literatuur uit die hoek’ en wordt het interview tot een mini-college Caraïbische literatuur. In de ruim 11 minuten van het item worden geluidsfragmenten ten gehore gebracht van de Antilliaanse dichters Elis Juliana (Hé Patu) en Nydia Ecury en een door Denise Jannah gezongen gedichtfragment van de Surinaamse dichter Michaël Slory. Zoals Nederland zijn Grote Drie kent, zo heeft ook Curaçao die: Tip Marugg, Frank Martinus Arion en Boeli van Leeuwen en ook Suriname met o.a. Astrid H. Roemer en Edgar Cairo, over wiens talenten als schrijver (‘Kollektieve schuld’), als ‘eerste zwarte columnist’ (bij de Volkskrant) en als performer hij opmerkt: ‘die man zou nu een star zijn, hij was zijn tijd ver vooruit’.
Kijk en luister hier naar de uitzending ‘Ritmische poëzie en de pijn van slavernij: een lesje Caribische literatuur’
Lees ook het interview met Van Kempen door John Jansen van Galen en Rudie Kagie in Argus van 27 oktober 2020
Meer over de leerstoel Caraïbische letteren op deze site
Meer over Elis Juliana op deze site
Meer over Nydia Ecury op deze site
Meer over Michaël Slory op deze site
Meer over Astrid H. Roemer op deze site
Meer over Michiel van Kempen op deze site

«Met ‘Kollektieve schuld’ schreef Edgar Cairo in 1976 een boek waar uitgevers nu naar snakken.» – Rasit Elibol

Over ‘Kollektieve schuld’ van Edgar Cairo in De koloniale leeslijst, (Dichters & Denkers) De Groene Amsterdammer, nr. 37, 10 september 2020:
Na het lezen van het werk van Edgar Cairo (1948-2000) kun je maar één ding concluderen: Nederland was nog niet klaar voor een schrijver als hij, met zijn eigen taal, zijn eigen woorden, zijn eigen vertelstructuren. Een Afro-Surinaamse man die vond dat de kolonisator geen alleenrecht had op de taal en dat de eigen taal niet onder mocht sneeuwen. (…) Misschien kun je ook wel zeggen dat Cairo zijn tijd te ver vooruit was. Zijn boodschappen zouden vandaag de dag hier in veel betere aarde vallen. Eigenlijk is het gek en opvallend dat Cairo niet ontdekt is door de huidige generaties die opkomen en gelijkheid eisen voor zwarte levens. (…) Met ‘Kollektieve schuld’ schreef Cairo een speelse familieschets waarvan het verhaal ogenschijnlijk simpel is: een Surinaamse familie – niet zomaar een uiteraard, maar een met allerlei gebreken – wordt bijeengeroepen om een reeks winti-rituelen te organiseren om de ‘collectieve schuld’ uit het verleden af te wassen en zo de problemen en ziektes weer onder controle te krijgen. (…) De verhouding die het boek heeft met de winti-praktijken is nogal ambivalent en je voelt al snel aan dat het helemaal misgaat. Gruwelijk mis zelfs. Winti is een typisch Surinaamse religie, een samensmelting van verschillende Afrikaanse religies die op plantages samen werden gebracht door tot slaaf gemaakten. Tot het begin van de twintigste eeuw was het verboden, net als de eigen taal dus. (…) Die wat vreemde eigen taal van die grote Afro-Surinaamse man die voor anderen speels was en voor Cairo niks minder dan een statement: als zwart persoon moet je jezelf niet verloochenen.
Lees hier het artikel van De Groene-redacteur Rasit Elibol
Meer over ‘Kollektieve schuld’
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer
Lees ook over andere In de Knipscheer-auteurs in ‘De koloniale leeslijst’

«Edgar Cairo: geboren op een 7de mei.» – Wim van Til

cairoWim van Til is oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland in Nijmegen.

Hij plaatste onderstaand gedicht van Edgar Cairo (1948-2000) om zijn geboortedag te herdenken. Het werk van Edgar Cairo verscheen vooral bij Uitgeverij In de Knipscheer.

‘niet “men” leerde mij schreeuwen
het was de ondervinding die het deed’
hij was zo goed…
zo geschikt…!!
hij haalde geld op
voor de roomse kerk
op zondagmorgen
een witgesteven kakhipak
dat glom van kassavegom
vandaag moet ik hem niet meer zien
(snel een kruisteken)
de heer zij met hem
pater leerde hem onderdanigheid
te bidden
wie je kwaad doet
ach, laat maar gaan…
schenk vergeving
laat de dingen blauw blauw
god zal het betaald zetten
als het zonodig moet, hoor
ouderen zullen je zegenend
over het hoofd strijken,
m’n jongen
nooit stond hij op tegen de staat
geen dagje uit z’n leven
hij was zo goed…
hij mocht er zijn!
een drupje wijwater
een misdienaartje met een half
opgebrand kaarsje
snel gelegd in een ruwe kist
snel door het verkeer gereden
zo plantte men hem met wat
sprokkelhout als grafkruis de bodem in

Edgar Cairo
In: Gedichten (1974)

Zie voor zijn facebookbericht en lezersreacties
Meer over Edgar Cairo bij Uitgeverij In de Knipscheer

‘Cindy’s drieling’: Een eerbetoon aan Cindy Kerseborn (1956-2019)

CindyKerseborn4Op zaterdag 16 november 2019 staat CBK Amsterdam i.s.m. Stichting Cimaké en the Black Archives stil bij de erfenis die Cindy Kerseborn achter laat. Cindy Kerseborn was een onafhankelijke onderzoeker en documentaire maker. Zo heeft ze o.a. enkele vergeten Caraïbische schrijvers met een drietal documentaires (terug) in de spotlights geplaatst. De lancering van elk deel organiseerde Cindy telkens in CBK Amsterdam. Zij wist deze filmvertoningen met een interessante artistieke- en actuele randprogrammering goed in te bedden. Omdat de genoemde organisaties Cindy’s bijdrage aan het collectieve geheugen zullen blijven koesteren, wordt haar drieluik op 16 november in drie delen getoond: om 13.00 Edgar Cairo: ‘Ik ga dood om je hoofd’, 2010 (met koptelefoon), om 14:30 Frank Martinus Arion: Yu di Kòrsou, 2013 (met koptelefoon), om 16:00 Astrid Roemer: De wereld heeft gezicht verloren, 2015 (voorafgegaan door een inleiding van Cindy’s levenspartner, Abram de Swaan). Locatie: Centrum Beeldende Kunst Amsterdam, Waldenlaan 12 (voormalige Cool Cat winkel in Oostpoort), 1093 NH Amsterdam.
Meer over het programma
Meer over de films van Cindy Kerseborn op deze site