Franc Knipscheer bij de uitvaart van Helen Knopper, 12 december 2022:
«Beste aanwezigen,
In 1985 gaf Uitgeverij In de Knipscheer – de uitgeverij bestond bijna 10 jaar, we waren nog jong – het debuut uit van Hugo Pos, ‘Het doosje van Toeti’. Hugo Pos, gepensioneerd rechter, werd in dat jaar 72. Zouden we dat wel doen, een al zo’n oude auteur bij ons laten debuteren, hadden we ons afgevraagd. We hadden per slot naam gemaakt met jonge debutanten, generatiegenoten: Leon de Winter, Astrid H. Roemer, Marion Bloem, Herman Brusselmans. Maar ‘Het doosje van Toeti’ was een prachtige verhalenbundel en goed is goed ongeacht de leeftijd. Hugo Pos overleed in 2000 en hij had toen bij deze uitgeverij 15 bundels kwatrijnen en verhalen op zijn naam staan en de met de E. du Perron-prijs bekroonde autobiografie ‘In Triplo’. Wat ik in 1985, ik was toen 38, me voor het eerst realiseerde, en zo ontzettend troostrijk vond, was dat je kennelijk op je 72ste nog een nieuwe carrière kunt beginnen. Niet dat ik dat van plan was, maar de idee dat dat kon bracht me wel op mijn gemak.
De eerste keer dat ik de naam Helen Knopper tegenkwam was toen ik als redacteur begin jaren zeventig werkte voor een boekenclub. In hun programmaonderdeel literatuur werden enkele door Helen Knopper vertaalde titels opgenomen van de Amerikaanse hippieschrijver Richard Brautigan. Een paar jaar later zou ook mijn broer Jos Knipscheer, alweer ruim 25 jaar geleden overleden, een roman van Brautigan vertalen. De tweede keer dat ik de naam Helen Knopper bewust tegenkwam was nadat Uitgeverij In de Knipscheer in 1976 net begonnen was en we in het fonds van de eveneens piepjonge Uitgeverij Loeb & Van der Velden o.a. de titel ‘De Vertellers’ tegenkwamen samengesteld door beide uitgevers met daarin verhalen van o.a. Hester Albach, Peter Andriese, Jan Cremer, Hans Dorrestijn, Heere Heeresma, Eelke de Jong, Theo Kars, Laurie Langenbach, Guus Luijters en ook Helen Knopper, schrijvers die rond die jaren zeventig furore maakten. Ieder ging zijn en haar weegs. De derde keer dat Helen Knopper bij mij in beeld kwam was toen ik in 1977 recensies las over haar titel ‘Een onfatsoenlijk afscheid’.
Zo’n zeven jaar geleden ontving de uitgeverij een manuscript van Helen Knopper met de titel ‘Het loopt het ademt het leeft’. Ze was inmiddels 80. Weer vroegen we ons af: zouden we dat wel doen?
Haar laatste, twintigste boek was na een schrijverscarrière van ruim dertig jaar toch al verschenen in 1997? Tachtig jaar oud! Wie zit daarop te wachten? Is dat nog te verkopen? Maar het was een prachtig boek en goed is goed ongeacht de leeftijd. We nodigden haar uit op de uitgeverij en wat me daarvan vooral nog bijstaat was dat ze vertelde dat toen ze dik in de zeventig was zich op de Universiteit van Amsterdam had ingeschreven en psychologie was gaan studeren. Dat was voor mij weer zo’n Hugo Pos-momentje. Ik was op dat moment 68 en bedacht me dat Helen Knopper op die leeftijd pas jaren later zou beginnen aan een universitaire studie. En ik vond dat zo ontzettend troostrijk. Niet dat ik dat zou kunnen of willen, maar de idee dat dat überhaupt een optie was stemde me wel optimistisch. Die moed, die vrijheid die daaruit sprak bewonder ik in haar tot op de dag van vandaag. U weet hoe het verder ging. ‘Het loopt het ademt het leeft’ kwam uit in 2016, een heruitgave van ‘Een onfatsoenlijk afscheid’ in 2018 en later dat jaar ‘Het onbesproken beeld’. In 2019 verscheen de omvangrijke essay- en verhalenbundel ‘Het brandende huis’, misschien wel haar literaire testament, en vorig jaar, in 2021, haar laatste boek ‘En dan nog de liedjes’.
Het zal niet moeilijk zijn de herinnering aan Helen Knopper levend te houden.
Van haar boek ‘Het brandende huis’ heb ik een paar doosjes meegenomen. Eenieder hier aanwezig mag als herinnering aan Helen een exemplaar daarvan meenemen.»
Meer over Helen Knopper bij Uitgeverij In de Knipscheer