Ilse Marrevee*Curaçao. Geschiedenissen

ILSE MARREVEE
Curaçao. Geschiedenissen
Nederlandse Antillen. Geschiedenissen
Ingenaaid, groot formaat met 80 kleurenfoto’s/illustraties
Imprint: Stichting Elisabeth, 2004
174 blz., € 59,95
ISBN 90-7780-801-6
Eerste druk 2007

Acht bewoners van het eiland Curaçao met verschillende achtergrond vertellen in Curaçao Geschiedenissen over hun familiegeschiedenis, leven en ideeën. Aan het woord komen antropologe Rose Mary Allen, dichter/performer Gibi Bacilio, ondernemer en consul honoraire van India Ram Boolchand, directeur haven Willemstad Agustin Diaz, hoogleraar multiculturaliteit en sociale cohesie Valdemar Marcha, bestuurslid van het Joods Cultureel Historisch Museum Michèle Russel-Capriles, oud-president van het hof, oud-gouverneur, hoogleraar, voorzitter Stichting Economische Ontwikkeling, Jaime Saleh en pianist, componist en topambtenaar Wim Statius Muller. Via de individuele verhalen wordt het verhaal en de actualiteit van het eiland verteld.

Aan de orde komen onder meer de volgende thema’s: migratiestromen, cultuur van de volksklasse, nanzi-verhalen, calypso, West-Indische Compagnie, blanke protestanten, plantages, Afrikaanse oorsprong, geschiedenis en actualiteit joodse gemeenschap, geschiedenis en actualiteit Libanese gemeenschap, geschiedenis en actualiteit Indiase gemeenschap, slavernij, slavenopstanden, Tula, positie katholieke kerk, sociale verhoudingen, cultuur van de angst, 30 mei 1969, ontwikkeling van de Curaçaose muziek, de wals, de tumba, de tambu, Vrije Zone, off-shore, Papiaments, sociaal-economische ontwikkelingen.

Als intermezzo’s tussen de verhalen zijn van schrijver Boeli van Leeuwen fragmenten uit De rots der struikeling, Een vreemdeling op aarde, Schilden van leem en Geniale anarchie opgenomen.

«Een album met familieverhalen vertelt de geschiedenis van Curaçao: slavernij, politiek gedoe en vrolijk potverteren. Authentieke geschiedenissen zijn het geworden met boeiende, nog maar weinig getoond beeldmateriaal. Gelardeerd met puntige citaten uit het rijke oeuvre van Boeli van Leeuwen.» – Trouw

«Zo is de ingekleurde prentbriefkaart (ca.1930) met bananenverkopers een van de vele interessante illustraties uit Curaçao Geschiedenissen.» – NRC

Hans Vaders – Otrobanda. Berichten van de overkant

HANS VADERS
Otrobanda. Berichten van de overkant
Nederlandse Antillen. Verhalen
Ingenaaid, 128 blz. € 13,50
ISBN 90-6265-580-9
Eerste druk 2007

Naar Curaçao? Otrobanda te boek gesteld.

Otrobanda, waar 300 jaar geleden de eerste bouwsels – een paar berucht geworden kroegen – verrezen, werd sinds die tijd de uitwijkplaats aan de overkant van de St.-Annabaai voor de second-class citizens van Willemstad. Inmiddels is dit het meest Caribische stukje Curaçao, een veelkleurig en bruisend stadsdeel dat nooit slaapt, waar het leven van alledag een aaneenschakeling is van verrassende verhalen, en is het door de Unesco geplaatst op de lijst van het Werelderfgoed.

Hans Vaders portretteerde met een scherp oog dertig weken lang wekelijks voor het Antilliaans Dagblad het wel en wee van ‘zijn’ Otrobanda en zijn medebewoners van deze wijk. De artikelenreeks werd in 2006 op Curaçao bekroond met de prestigieuze Tourism Journalism Award en internationaal in Miami met de Caribbean Tourism Media Award.

«Is dushi Kòrsou het stralende middelpunt van deze wereld, dan kan Otrobanda zonder enige twijfel haar grote, enigszins morsige, maar bovenal gastvrije huiskamer worden genoemd. De westelijke grens van die wonderlijke enclave aan het Curaçaose havenfront, het is het Manhattan van het eiland waar niemand ooit echt slaapt, is echter nogal diffuus.
Zo rekenen namelijk ook de meeste, veelal vergrijsde bewoners van de oude politiewoningen van Mundo Nobo, de Nieuwe Wereld, zich vaak tot de Otrobandista’s pur sang. Maar dat is een misvatting. Ze brengen alleen in de pittoreske buurt het merendeel van hun vrije tijd en werkende leven door.»

Hans Vaders (1949) woont in Otrobanda op Curaçao.
Hij is neerlandicus. Behalve journalist is hij dichter (o.a. in Kristòf en De Tweede Ronde) en schrijver van de roman Tropische winters (2001).

Boeli van Leeuwen – Het teken van Jona. Gebonden

BOEL VAN LEEUWEN
Het teken van Jona
Nederlandse Antillen. roman
Gebonden met leeslint, 192 blz. € 17,90
ISBN 90-6265-584-7
3de editie 2007

Na De eerste Adam verschijnt nu ook Het teken van Jona, na de paperback- en pocketedities, in een (voor het eerst) gebonden editie. Nu Boeli van Leeuwen’s werk meer en meer in het Engels toegankelijk wordt (ook zijn roman Een vreemdeling op aarde verscheen in 2006 bij Peter Lang Press als A Stranger on Earth in ‘Founding Fictions of the Dutch Caribbean’), is er alle reden zijn romans in een nieuw jasje her uit te geven.

Hoofdpersoon in Het teken van Jona is een ouder wordende schrijver op een eiland aan de rand van Zuid-Amerika. In de beginnende ontluistering van zijn lichaam herkent hij steeds meer een teken van dreigend verval van de wereld om hem heen. Hij ziet wie en wat verantwoordelijk is voor het onontkoombare einde en besluit het naderend onheil uit te dagen door zijn lotgenoten te onthalen op een eet- en drinkfestijn.

«Een roman die niet alleen een absoluut hoogtepunt is in zijn oeuvre, maar die ook talloze romans van vele anderen kilometers ver achter zich laat.» – Koos Hageraats, De Tijd

«Er worden in de hedendaagse Nederlandse literatuur zelden zulke sterke en huiveringwekkende bespiegelingen geschreven.» – Hans Warren, PZC

Wiebren Rijkeboer – Voorbijland

WIEBREN RIJKEBOER
Voorbijland

Nederland Roman
Paperback, 240 blz., € 15,75
ISBN 90-6265-490-8
Eerste druk 2000

In zijn debuut Voorbijland bezingt Wiebren Rijkeboer in een drieluik het verleden, het heden en de toekomst van ‘zijn’ eiland.

In Voorbijland keert Titus terug naar het eiland en wordt door de kleine, hechte gemeenschap die alles van elkaar weet al als buitenstaander beschouwd. Terwijl hij naar het veleden zoekt, schrijft Jan Veeboot zijn gedichten en verhalen: ‘gekkenpraat’ waarin de waarheid besloten ligt en slechts goed om in brievenbussen gestopt te worden.

In Getijdengebied wordt een meisje verliefd op Eusebio, ‘de eerste neger die ze ontmoette’. De opbloeiende liefde verscherpt haar zinnen en wordt verwoord in uiterst sensitief proza. De bemanning van de Wantij, het schip waarop haar vader kapitein is, kan niets anders doen dan reageren.

De oplossing geeft een scherpe en kritische kijk op het eiland: de schoonheid van de wuivende helmen en de stranden en tegelijkertijd de verwording door een Oerol-festival dat buitenproportioneel gegroeid is. Met veel compassie beschrijft Rijkeboer een gezin dat worstelt met het verdriet rond een dement geworden vader, een gestorven zoon en de verminkte Lodewijk die op haast oud-testamentische wijze het verhaal tot een eind brengt.

De pers over Voorbijland
«Zijn kritische kanttekening bij Oerol in fictieve vorm (het verhaal speelt in 2003) in het laatste verhaal doet toch zeker niets af aan de faam van Oerol. Integendeel. Nee, volgend jaar hoort Wiebren Rijkeboer zelf op Oerol te staan, in een speciale tent voor poëzie of ‘gesproken woord’, een kunstvorm die opvallend genoeg nu nog ontbreekt in het verder rijke totaal-aanbod. Wie naar Oerol gaat, maar ook wie niet in staat is het festival te bezoeken of op een geheel ander niveau kennis wenst te maken met het ‘eilandgevoel’ schaffe zich in de boekhandel onmiddellijk VOORBIJLAND aan.» – Paul Schaaps in Soft Secrets

«Met zijn bundel legt Rijkeboer een niet te verontachtzamen mening op tafel. Dat is ook een kwaliteit. (…) Een opmerkelijke bundel, al met al. Een normaal mens komt er eigenlijk niet in voor, wel Starfighters, proefboringen in de Waddenzee, cruiseschepen, een stormvloed van toeristen en dat megalomane Oerol. De eilanders. Wie zijn zij eigenlijk? Het antwoord op deze vraag ligt in de boekhandel: VOORBIJLAND. – André Matthijsse in Haagsche Courant

“Terug naar Terschelling” zou het openingsverhaal hebben kunnen heten.
Alleen bestond die meezinger van Hessel in 1978 nog niet, het jaar dat Titus Kracht op zijn geboorteplek weerkeert. Hij komt met een tweeledige missie naar het eiland: wie was zijn onbekende vader en wie is hijzelf? De sluimerende gewelddadigheid en bitterheid uit dit eerste verhaal zetten zich versterkt door in het derde. Het middelste verhaal ademt een heel andere sfeer. Een vrouw denkt terug aan haar eerste grote liefde voor een zachtmoedige zwarte scheepsjongen. Er vindt een geheimzinnige wisselwerking plaats tussen haar ontwakende gevoelens en haar angst voor de zwemlessen in zee: ‘Ik zwom naar ze toe, naar de andere kant, naar de veiligheid en ik overwon de diepte onder mij.’ – Gerrit Jan Zwier in Leeuwarder Courant