Herman van Bergen ontvangt op 4 mei 2016 de Cola Debrotprijs

Adam - Herman van Bergen - Joan Leslie - Olga Orman - 25.09.2011 - foto ...Herman van Bergen met Joan Leslie en Olga Orman [ foto Aart G. Broek ]

Beeldend kunstenaar Herman van Bergen heeft op 15 april 2016 van minister Irene Dick (PS) van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) te horen gekregen, dat hij de winnaar is van de Cola Debrotprijs 2016. Herman van Bergen krijgt de prijs voor zijn hele oeuvre. De Cola Debrotprijs is de belangrijkste prijs voor kunst en cultuur op Curaçao. De prijs, vernoemd naar de Antilliaanse schrijver, dichter, arts, diplomaat, jurist, minister, filosoof en balletcriticus Debrot wordt uitgereikt aan mensen die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de Curaçaose cultuur. Eenmaal in de zeven jaar wordt de prijs aan een beeldend kunstenaar uitgereikt. De officiële uitreiking van de prijs vindt plaats op 4 mei op het podium van de ‘Kathedraal’ in de tuin van Landhuis Bloemhof. Herman van Bergen maakte samen met de Curaçaose dichter Hans Vaders de bundel ‘Kate Moss in Mahaai’. Voor Uitgeverij In de Knipscheer leverde hij diverse boekomslagen, zoals voor Hans Vaders ‘Terug tot Tovar’, voor Erich Zielinski ‘Scott Zuyderling’ en voor de bundel ‘Met liefde behandelen. Hommage aan Boeli van Leeuwen’ het achterplat van het omslag.
Meer over Herman van Bergen op deze site

Hans Vaders – Bij wijze van In Memoriam

HansVaders1(foto Jan-Reinier van der Vliet)

Het is nog geen twee maanden geleden dat het bericht kwam dat Hans Vaders was overleden. Als afscheid werd op 1 augustus in landhuis Bloemhof een In Memoriam georganiseerd. Ik stuurde als condoleance een brief die bij die gelegenheid werd voorgelezen door Jeroen Heuvel.

Beste aanwezigen,

U allen van harte gecondoleerd met het overlijden van uw mede-Curaçaoënaar Hans Vaders. U zult hem vooral kennen als krantenmaker pur sang: de journalist, de eindredacteur, de hoofredacteur, net zo’n gigant als zijn ‘voorganger’ Johan van de Walle een generatie eerder was. Beiden vertrokken als twintigers naar ‘de West’ en bleven er als journalist én als schrijver. Hans Vaders is de journalist die zowel verslag doet van een staatsgreep op Haïti als een rubriek over eten schrijft, want de krant komt elke dag en moet gevuld. Ik wist wie Hans Vaders was. Hij was voor de uitgeverij In de Knipscheer de man die in 1988 en 1989 van Boeli van Leeuwen een columnist maakte, een geniale zet die in 1990 zou resulteren in Boeli van Leeuwens meest succesvolle boek Geniale anarchie. Alleen al om die reden heeft Hans Vaders zich een blijvende plek veroverd in het literaire landschap van Curaçao en Nederland.
Toch was en is Hans Vaders voor mij vooral de schrijver. Het zal in 2000 zijn geweest toen ik hem ontmoette. Hij was in Nederland op familiebezoek, ik meen in Alkmaar. En dan is Haarlem dichtbij. Onder zijn arm een manuscript, Tropische winters. Ik viel als een blok voor die roman. Het boek voldeed bepaald niet aan de literaire spelregels en structuren die doorgaans gelden in het huis van vooral de Europese literatuur. Hans Vaders vraagt namelijk wel wat van zijn lezers, daagt hen uit. Hij laat de lezer alle hoeken van zijn kamer zien. Maar wát een rijk beeld wordt in amper 128 bladzijden geschetst van de hoofdpersoon Alex Lee, die Hans Vaders op het lijf geschreven moet zijn, de observerende oorlogsverslaggever in de turbulente Cariben van grofweg de jaren tachtig van de vorige eeuw, die zijn verhalen in de plaatselijke kroeg schrijft, het romantische archetype van wat ooit ‘de journalist’ was. Dat was een niet al te vrolijke tijdgeest. Die somberte resoneert in Tropische winters, maar is voor de lezer goed te verteren door de plezierige manier van schrijven. Tropische winters wordt in Nederland opvallend veel gerecenseerd. Hans Vaders is een nieuwe naam die met zijn thematiek en schrijfstijl in de traditie lijkt te staan van Curaçaose schrijvers als Boeli van Leeuwen en Tip Marugg. Erich Zielinski en Eric de Brabander moeten dan hun eerste boeken nog schrijven. Misschien maakte Hans Vaders wel de weg vrij voor hen.

In zijn tweede boek, het in de Caribische regio bekroonde Otrobanda, meer journalistiek dan fictie, is de hoofdpersoon Hans Vaders zelf die zijn veelkleurige stadsgenoten met liefde portretteert. Otrobanda wordt in Nederland nauwelijks besproken in de literaire media, want van oorsprong columns en dus – kennelijk – geen ‘echte’ literatuur. Niettemin roemt Michiel van Kempen Vaders’ verhalen in Otrobanda. Hij noemt ze ‘juweeltjes van beschrijvingskunst’ en schrijft: ‘Als stadsschrijver moet Tip Marugg zijn meerdere erkennen in Hans Vaders’. Otrobanda zal zijn weg naar de Nederlandse lezer uiteindelijk wel vinden als hét literaire handboek voor elke Curaçaoganger.
Hans Vaders was ook dichter. Hij debuteert als dichter in 2005 in het Nederlandse literaire tijdschrift De Tweede Ronde en het Curaçaose literair tijdschrift Kristòf. Zes jaar later, in 2011, komt zijn eerste dichtbundel uit, Kate Moss in Mahaai, een co-productie van Mon Art Productions en Uitgeverij In de Knipscheer, weergaloos geïllustreerd door Herman van Bergen. In deze bundel zingt ook een zekere zwaarmoedigheid. In ‘Terugkeer’, het slotgedicht, vertelt de ik waarschijnlijk ooit begraven te worden in ‘het mistig land van overzee/ dat niet en nooit meer het mijne zal zijn.’
[…]
Maar wie zal mijn begrafenis bekostigen?

En welke verloren zoon wrikt het zilver
voor de veerman op mijn kille tong en
ontsteekt het vagevuur van mijn brandstapel?

Het doet poëziecriticus Joop Leibbrand in MeanderMagazine verzuchten: ‘Lezers, help Vaders nu het nog kan, koop die bundel. Hij stort je midden in de andere wereld die Curaçao is en verloochent de Nederlandse wortels niet. Het levert een boeiende synthese op.’

Hans Vaders zou in september 2012 naar Amsterdam komen voor de presentatie van zijn novelle Terug tot Tovar. Een ernstige val een paar maanden daarvoor gooit roet in dit publicitaire eten, waardoor de novelle in Nederland tussen wal en schip raakt. En dat is zó jammer, want Terug tot Tovar is misschien wel Hans Vaders beste en meest ambitieuze boek en zal mettertijd uitgroeien tot een Antilliaanse klassieker. Hoe beknopt van omvang, hoe boordevol van inhoud: een net van verhalen waarin alles en iedereen, hoe uitgewaaierd ook over de wereld, een relatie heeft met Curaçao. Curaçao als het middelpunt van de wereld en de wereldgeschiedenis waarin oude en nieuwe continenten over elkaar heenschuiven, een Boeliaanse dimensie.
In datzelfde jaar, herstellend van die ernstige val, schrijft hij ook het verhaal De vodkadrinker, dat alleen op Curaçao als gelegenheidsuitgave bij Mon Art Productions verschiint en inmiddels ook gepubliceerd is in Nederland op de digitale evenknie van het literair tijdschrift Extaze. Het lijkt een voorbode te zijn, van wat nog in het vat zit. Dat is het niet geworden. Mogelijk is de val een klap geweest die hij nooit echt meer te boven is gekomen.
Hans Vaders heeft te lang van pen moet wisselen, te vaak die van de journalist moeten kiezen, immers het brood op de plank, en te weinig die van de schrijver kunnen hanteren. Begint Boeli van Leeuwen na zijn pensionering nog een rijk derde schrijversleven met Schilden van leem, Het teken van Jona en Geniale anarchie, dié mogelijkheid om vól voor zijn schrijverschap te gaan, is Hans Vaders niet gegund geworden. En dat is een gemis.
Rest in peace, Hans.
franc knipscheer

Meer over Hans Vaders bij Uitgeverij In de Knipscheer

Erich Zielinski – De Engelenbron (4de druk)

Erich Zielinski
De Engelenbron

Curaçao, Nederland
Gebrocheerd, 254 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-561-8
Eerste uitgave 2004
Vierde druk 2015

In het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao meent Monchín zijn evenwicht te hebben gevonden. De Harley Davidson waarop hij als politieman reed is met keilbouten verankerd in een betonplaat op een oude waterput. Op die motorfiets vlucht Monchín uit de werkelijkheid en houdt hij existentiële monologen met zijn alter ego ‘Broeder Abt…’
Zielinski schildert met een gevarieerd pallet van emoties in De Engelenbron een wonderlijk en veelkleurig Caribisch decor waarin de mens te zien is, getekend door zijn noden en de verleidingen van het leven. De humor is nooit ver te zoeken, evenmin als de kritische ondertoon waar het penseel vluchtig overheen strijkt.
Handelen in drugs is een kunst, zoals balletdansen in een mijnenveld kunst is. Je moet goed opletten waar je je voeten neerzet en toch geen enkele noot missen van de muziek.
De personages in het boek ontkomen niet aan de dans. Petchie, Monchín en Hendrik van Alsum raken verstrikt in een mislukte drugsaffaire waarin twee vrouwen uiteindelijk de touwtjes in handen hebben: Aura die opgroeide in een sloppenwijk in Santo Domingo waar het instinct tot zelfbehoud sterker is dan alle deugden bij elkaar, en Rona. Zij was een Hindoestaanse, en dat alleen al omringde een deel van het huis met mystiek alsof daarin knielende mensen wierook offerden. Zij had een non kunnen zijn; een kloosterlinge die alleen nog haar God diende.
In dat huis ligt de invalide Hendrik en luistert naar Piaf: Et on danse, on danse, on danse

Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao. Na zijn opleiding in Nederland keerde Zielinski terug naar de Nederlandse Antillen waar hij werkzaam was als onderwijzer. Hij werd in die tijd oprichter en redacteur van het tijdschrift Vitó dat in de woelige jaren zestig als `kritisch tijdschrift tegen het establishment op de Nederlandse Antillen ageerde. Op Curaçao voltooide hij zijn rechtenstudie en vestigde hij zich als advocaat. Begin jaren zeventig was hij korte tijd hoofdredacteur van het voormalige dagblad Beurs- en Nieuwsberichten, waarna hij toch weer koos voor de advocatuur. De Engelenbron is zijn eerste roman.
Meer over ‘De Engelenbron’
Meer over Erich Zielinski bij Uitgeverij In de Knipscheer

Ronny Lobo – Bouwen op drijfzand (2de druk)

BouwenopdrijfzandRONNY LOBO
Bouwen op drijfzand.
Roman
Curaçao
Gebrocheerd, 344 blz., € 19,50
ISBN 978-90-6265-830-5
september 2013
Tweede druk 2015

Bouwen op drijfzand is het debuut van Ronny Lobo die, net als zijn alter ego in het boek, architect is. Met Erich Zielinski en Frank Martinus Arion als inspirators moest de auteur wel tot een roman komen waarin zijn liefde voor het Caribisch gebied en zijn andere passie, die van de architectuur, samensmolt. Hoeveel ratio blijft er overeind als passie de leiding neemt? Dat is een van de vele vragen die in deze bijzonder inventieve roman aan bod komt.

«Ronny Lobo is de jongste loot aan de Curaçaose literaire stam. Hij is architect en heeft uit zijn ambacht geput voor zijn boek. Op een idyllische plek verrijzen plots spookachtige heipalen van een verlaten project voor een hotel. De bouw is gestaakt na de opstand van 30 mei 1969, die Willemstad in brand zette.» – Jean Mentens in De Volkskrant

«Ronny Lobo, een met de Cola Debrotprijs onderscheiden architect, schreef een roman waarin zijn beroep een belangrijke rol speelt. (…) Jaloezie en achterdocht nemen steeds grotere vormen aan in een driehoeksverhouding waarvan vele andere spelers in dit boek niet eens op de hoogte zijn. (…) Ronny Lobo speelt niet alleen een spel met zijn personages maar ook met de lezer die keer op keer wordt verrast.». – Ezra de Haan op Literatuurplein

«Ik zag bij de tweede lezing hoe knap het verhaal is opgebouwd en hoe belangrijke elementen daarin worden voorbereid en uitgebouwd. (…) Een ode aan het cultureel en artistiek verantwoorde bouwen: de architect en de professionele architectuur.» – Wim Rutgers in Antilliaans Dagblad

«Het boek leest makkelijk weg. De taal is eenvoudig en de auteur weet beeldend te schrijven. (…) Bovendien is het de schrijver gelukt om in de psyche van de mens (de personages) te kruipen en hun zwakheden bloot te leggen, vooral dat roem en rijkdom geenszins gelukkig maken.» – Jerry Dewnarain in De Ware Tijd Literair

«Genieten van de ‘rode draad’ én de rijkdom aan details.» – Wim Rutgers

VoorplatSupermarktKlein72Over de drie romans van Eric de Brabander in Kristòf, 22 december 2014:
‘De supermarkt van Vieira’ vertelt het historische verhaal van de kaping van het luxueuze Portugese passagiersschip Santa Maria door een aantal Portugese dissidenten die daarmee publieke aandacht vragen vóór en protesteren tégen de dictatuur van de Spaanse dictator Franco en de Portugese dictator Salazar. Hoofdpersoon João leeft met een persoonlijke schuld door het ‘per ongeluk’ doden van een Angolese dwangarbeider en met de woede dat zijn vader door het fascistische bewind is vermoord. Hij sluit zich bij de kaping aan om een dubbele rekening uit het verleden te vereffenen. Zo lees ik deze roman als een verhaal van schuld en boete oftewel misdaad en wraak. Maar in zekere zin is er ook sprake van schuldeloze schuld als in een klassiek drama, want terwijl João zijn schuld delgt en zich wreekt, maakt hij zich opnieuw schuldig ten opzichte van zijn eigen gezin dat hij voor de rest van zijn leven in de steek laat.
Lees hier het artikel
Meer over ‘De supermarkt van Vieira’
Meer over Eric de Brabander bij Uitgeverij in de Knipscheer

«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers

VoorplatRodeAppel75dpiKleinOver o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Lobo heeft een prettige manier van vertellen.» – Ko van Geemert

VoorplatDrijfzand1KleinOver ‘Bouwen op drijfzand’ van Ronny Lobo in Parbode, jaargang 8 nr. 94, februari 2014:
De succesvolle Curaçaose architect Kenzo Schmidt ontwerpt gelijktijdig een huis op Curaçao voor een Hollands echtpaar uit Mexico en voor een nog ongetrouwd stel op Bonaire. Schmidt raakt betrokken bij het leven van deze mensen, een betrokkenheid die hem niet in de kouwe kleren gaat zitten. (…) Lobo heeft een prettige manier van vertellen, het verhaal gaat over invoelbare relationele problemen en op zichzelf is het interessant om eens een roman te lezen die zich in de wereld afspeelt van het bouwen en inrichten van huizen. Collega-schrijver Eric de Brabander sprak in zijn recensie van het boek (in het Antilliaans Dagblad, 14 september 2013) over een sympathiek debuut. Dat is naar mijn oordeel een juiste typering.

Meer over ‘Bouwen op drijfzand’

Erich Zieliski – De prijs van de zee

978-90-6265-595-3Erich Zielinski
De prijs van de zee
Roman. Antillen
Ingenaaid, 192 blz.
ISBN 978-906265-595-3 € 15,00
Eerste druk 2008

Voor De Engelenbron nam Zielinski de drukke Curaçaose volkswijk Otrobanda als decor, De prijs van de zee situeert hij daarentegen in een afgelegen streek op Bonaire, in een gehucht van vissers die op een verlaten strand, zo goed als afgesloten van de buitenwereld, lief en leed met elkaar proberen te delen. Onderlinge rivaliteit leidt tot een drama wanneer een van de vissers een vrouw en haar zoontje uit een spelonk redt, nadat haar auto op onbegrijpelijke wijze vanaf de rotsen in zee is terechtgekomen. De opbrengst van de zee behoort verdeeld te worden. De inhoud van de auto op de zeebodem zorgt voor een verrassing en nóg meer complicaties, wanneer Djin Chirino en zijn broer Roy hun buit opduiken. De verleidingen waaraan de broers worden blootgesteld dreigen een wig te drijven in de hechte gemeenschap, waarin ieder van de ander afhankelijk is. De vissers hebben zo hun eigen gebruiken en het is maar de vraag of zij een inbreuk daarop toestaan.

De heldere schrijfstijl en de manier waarop de auteur zijn verhaal in scène zet, en waarmee Zielinski voor zijn debuutroman lovende recensies verwierf, munten ook hier weer uit. De beeldspraak verrast telkens: Ze stond op het punt in huilen uit te barsten en trilde over haar hele lichaam als een libelle bij het paren.

Schuld en boete krijgen in deze kleine wereld die de schrijver met gevoel voor humor schept – ‘achter de rug van God’ – een eigen dimensie, die spanning oproept en onbe-dwingbaar tot verder lezen aanzet.

Erich Zielinski, zoon van een Duitse vader en een Curaçaose moeder, werd in 1942 geboren op Bonaire, maar groeide op in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao. Na zijn opleiding in Nederland was Zielinski op de Nederlandse Antillen werkzaam als onderwijzer. Hij werd in die tijd oprichter en redacteur van het tijdschrift Vitó, dat in de woelige jaren zestig als ‘kritisch tijdschrift’ tegen het establishment ageerde. Op Curaçao voltooide hij zijn rechtenstudie en vestigde hij zich als advocaat. Begin jaren zeventig was hij korte tijd hoofdredacteur van het voormalige dagblad Beurs- en Nieuwsberichten.

Tourism Jounalism Award 2006 (Curaçao) voor Hans Vaders

De Chata, de Curaçao Hospitality and Tourism Association heeft voor de elfde keer de prestigieuze Tourism Journalism Award uitgereikt. De onderscheiding voor 2006 ging naar auteur Hans Vaders voor zijn reeks van 30 verhalen in het Antilliaans Dagblad over de rebelse buurt Otrobanda, een wijk die hoteleigenaar Jacob Gelt Dekker van Kuri Hulanda bij zijn komst omschreef als een ‘Somalisch oorlogsgebied’ en die sinds enkele jaren in optima forma toeristisch wordt ontwikkeld. Otrobanda speelde in de Antilliaanse literatuur tot dusver alleen een rol in Boeli van Leeuwens roman Schilden van leem en vooral in Erich Zielinski’s De Engelenbron. Uitgeverij In de Knipscheer is voornemens in najaar 2006 de verhalen in boekvorm te bundelen onder de titel «Otrobanda».