«Van Gent zoekt naar de menselijke maat in uiteenlopende situaties.» – Anna Husson

Over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ van Hester van Gent op Literair Nederland, 3 april 2025:

(…) Haar debuutboek, ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ (2024), is een essaybundel over de invloed van ruimtes op wie we zijn. Van Gent kijkt niet alleen naar hoe wij ons als individuen verhouden tot verschillende omgevingen – van hectische stadsstraten tot rustige, intieme plekken – maar ze verdiept zich ook in de psychologische en culturele lagen die deze ruimtes vormgeven. Het boek laat zien hoe ruimtes, of ze nu meetbaar zijn of niet, van onmiskenbare invloed zijn op onze identiteit, emoties en ervaringen. Van Gent zoekt naar de menselijke maat in uiteenlopende situaties: de scheidslijnen tussen landen, de voordeur die je blik vangt, de overgang tussen water en land, of de lijn op de vloer in een ziekenhuis die je de weg wijst. (…) Van Gent bouwt haar betoog op door bestaande werken te citeren en toont zo aan dat haar gedachten niet alleen persoonlijk zijn, maar ook aansluiten bij een bredere (literaire) context. Zo onderbouwt ze overtuigend haar standpunt dat mens en ruimte niet altijd met elkaar te rijmen zijn. Ze illustreert dit met Kafka’s ‘Het hol’, waarin de hoofdpersoon overmand wordt door angst en zich het liefst terugtrekt in een kleine, afgesloten ruimte. Maar deze schuilplek biedt geen veiligheid. (…)  De angst van de ‘holbewoner’ groeit en hij verschuilt zich steeds dieper. Van Gent laat hiermee zien hoe angst en benauwde ruimtes onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: je zoekt een veilige plek om jezelf te vinden, maar tegelijkertijd sluit je jezelf af van de wereld. (…) Ook legt ze overtuigend uit dat onze omgeving veel meer is dan een fysieke plek; het is een ruimte die niet alleen onze identiteit vormt, maar ook ons gevoel van zelf bepaalt en ons dagelijks leven beïnvloedt. (…)

Lees hier de recensie
Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

Eh

Franc Knipscheer bij de presentatie van ‘Eh’ van Onno Schilstra, 3 juni 2022:

Beste mensen,

Bij een boekpresentatie hoor je als uitgever ook een woordje te doen. Ik ga dat wat gezegd is over het boek door redacteur Cor Gout en auteur Onno Schilstra niet nog eens dunnetjes over doen. Ik zou het kunnen hebben over de lage verkoopbaarheid in de boekhandel van de genres poëzie en essay. Ik zou eindeloos mooie zinnen kunnen citeren. Kunstgeschiedenis is de moeder van het hedendaagse vakantievieren. Ik zou kunnen opmerken dat wanneer je als auteur je manuscript begint en eindigt met Bob Dylan – wat zeker opmerkelijk is als die auteur 20 jaar later geboren is – dat dát bij deze uitgeverij de kansen op uitgave zeker verhoogt. Maar toen Onno Schilstra een paar maanden geleden op de uitgeverij live kwam kennismaken (corona verhinderde dat eerder) feliciteerde ik hem meteen met: “ik vind ‘Eh’ een geniale titel”. Wie verzint nu zo een boektitel? Onno Schilstra dus. Hij maakt de drie puntjes, die onderbreking of afbreking van een zin, of in zijn geval de afscheiding tussen tekstdelen, tot een woord. Die drie puntjes, het beletselteken, kunnen een pauze aangeven om na te denken, een tekstwending inluiden om een conclusie te trekken, een emotie overbrengen door een pauze te forceren, zelfs zinnen weglaten om ruimte te maken voor een gedachte. Wát een titel. Drie puntjes zijn geen woord. En een boektitel bestaat nu eenmaal uit een woord of meerdere woorden. ‘Eh’ bestaat wél uit letters, is een geschreven tekst, is een woord dat nu op een boek staat. Voordat u denkt: dat boek zal vergeven zijn van de Eh’s, nee, je komt dat beletselwoord ‘Eh’ maar op één pagina in het boek tegen. Immers, in een geschreven tekst maak je gebruik van puntjes als je onderbreking of afbreking zichtbaar wilt maken. Onno Schilstra gebruikt ook nog alle typografische gereedschappen als witregels, cursieven, hoofdletters, verschillende corpsgrootten om de afscheidingen visueel te versterken. Maar hoe fragmentarisch de tekst van Schilstra ook bij doorbladeren oogt, voor de lezer die wil lezen gebeurt er iets wonderlijks: de puntjes breken niet af, ze onderbreken niet, ze scheiden niet, ze doen het tegenovergestelde, ze verbinden. Ze verbinden gedachten en gevoelens, hart en ziel, geloof en hoop, bewust en onbewust, herinnering en vertekening, associatie en hallucinatie. Ze koppelen citaten aan constateringen, betovering aan verwondering daarover, ze beletten niet maar openen werelden. Een betere titel dan ‘Eh’ ís er niet voor dit boek. En dit is het compliment dat ik Onno Schilstra wil maken: als je ‘Eh’ genuttigd hebt, word je voller naarmate de vertering vordert.

Onno, dank je wel en proficiat.

Meer over ‘Eh’ van Onno Schilstra
Meer over Onno Schilstra bij Uitgeverij In de Knipscheer

Jaap Goedegebuure – Sympathie voor de duivel. Essays

Jaap Goedegebuure
Sympathie voor de duivel
Over de verbeelding van het kwaad in het werk van Nederlandse en Vlaamse schrijvers

uitgebreid met een Personenregister
vormgeving omslag Els Kort
gebrocheerd in omslag met flappen,
332 blz., € 29,50
ISBN 978-94-93368-23-1
NUR 321, 620
eerste uitgave maart 2025

Al zo lang mensen elkaar verhalen vertellen, gaan hun verhalen vooral over goed en kwaad. Daarbij is een gelukkige afloop maar al te vaak een kwestie van hopen tegen beter weten in. En dat niet alleen omdat het kwaad net als in de ware wereld winnaars macht en profijt oplevert, maar ook vanwege de fascinerende werking die er voor de verteller en zijn gehoor van uitgaat. Het kwaad prikkelt de verbeelding en verleidt tot een blik in de afgrond.

In Sympathie voor de duivel laat Jaap Goedegebuure zien hoe Nederlandse schrijvers, van Louis Couperus tot en met Manon Uphoff, de fascinatie voor het kwaad hebben verbeeld. Hun werk confronteert ons met het kwaad dat men bedrijft om er lust aan te beleven, lust zoals die wordt beschreven door Jacob Israël de Haan, bezongen door Slauerhoff, en beleefd door de personages van Simon Vestdijk, A.F.Th. van Heijden en Arnon Grunberg. Er is het kwaad van de oorlogsmisdadigers die Harry Mulisch en Louis Ferron ten tonele voeren, het satanische kwaad dat Renate Dorrestein en Thomas Rosenboom oproepen, en het zoet smakende maar niettemin giftige kwaad in de romans en verhalen van Manon Uphoff.

Wie het kwaad in de literatuur, en dus ook in de werkelijkheid om ons heen en in ons zelf, wil leren kennen kan zich laten leiden door een van de motto’s van dit boek, opgetekend uit de mond van Oek de Jong: ‘Je moet het kwaad in om te kunnen groeien.’

Jaap Goedegebuure (1947) doceerde letterkunde aan de universiteiten van Leiden, West-Berlijn, Tilburg en Nijmegen. Hij publiceerde boeken over onder meer H. Marsman, Jeroen Brouwers, Frans Kellendonk, het fin de siècle, literatuur en religie, en poëzie en mystiek. Sinds 1975 recenseert hij voor tal van kranten en tijdschriften. Bij Uitgeverij In de Knipscheer verscheen van hem in 2022 Door de jaren heen lezen, biografische notities van literaire auteurs: Gerard Reve, Harry Mulisch, Doeschka Meijsing, Boudewijn Büch, Rogi Wieg, F. Springer en vele anderen. Goedegebuure publiceerde ook in de literaire tijdschriften waarbij Uitgeverij In de Knipscheer betrokken is,  Extaze en Elders.

Meer over Jaap Goedegebuure bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Onalledaagse blik op alledaagse dingen.» – Juno Blaauw

Over Het passeren van onmeetbare ruimten van Hester van Gent op Literair Nederland, 22 januari 2025:

In haar eerste essaybundel, ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’onderzoekt Hester van Gent in vijftien essays de ruimte om ons heen. Ze werpt een onalledaagse blik op alledaagse dingen en laat zich meeslepen door visioenen, waardoor ons beeld van de werkelijkheid kantelt. Ook gaat ze op zoek naar het verborgene, naar onbekend terrein. Op zoek naar avonturen dus, naar kinderen die hun stad verkennen. Het boek is voorzien van afbeeldingen die zich op verschillende manieren tot de tekst verhouden. Verrassend bijvoorbeeld, of verhelderend. Hester van Gent (1971) is schrijver van journalistieke stukken en essays. Ook schrijft ze recensies over stedenbouw, architectuur en kunst. Ze werkt als stedenbouwkundige en studeerde Stedenbouw aan de Technische Universiteit Delft. Aan de Hogeschool Utrecht rondde ze de postacademische opleiding Wetenschapsjournalistiek af en ze volgde de masterclass Architectuurkritiek die werd georganiseerd door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het Vlaams Architectuur Instituut.

Bron
Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De lyrische beschrijvingen maken het boek bijna literair.» – Piet Windhorst

Over Het passeren van onmeetbare ruimten van Hester van Gent op Leeskost, 2 december 2024:

Bouwkundige Hester van Gent schreef een aantal essays over het begrip ruimte. Ze besprak dit begrip zo breed mogelijk. Het gaat over alle denkbare ruimtes, zowel binnen als buiten, zowel in de stad als van landschappen. Ze filosofeert over allerlei zaken die samenhangen met ruimte, zoals grenzen, bewegwijzering, architectuur, voordeuren, straatmeubilair, bomen en nog vele andere begrippen. Ook betrekt ze kunst en literatuur bij het begrip ruimte. Zo zijn er ook gedichten opgenomen en fraaie illustraties van kunst. (…) In het hoofdstuk Fazanteneiland filosofeert de schrijfster over het begrip ‘grens’. Grenslijnen berusten op afspraken en verdragen. Op kaarten zijn het lijnen. In de werkelijkheid berusten ze op de natuur, bijvoorbeeld een rivier of een gebergte. Grenzen veranderen in de loop van de geschiedenis. Dat zijn kantelmomenten. Boeiend is het verslag van de beraadslagingen over de grens tussen Spanje en Frankrijk. Filips IV en Lodewijk XIV besloten waar de grens lag in de Pyreneeën. (…) Brussel is anders dan andere grote steden. De meeste steden liggen aan een rivier: Parijs aan de Seine, Londen aan de Thames. Stadsrivieren zijn ontblote levensaders, ze brengen ruimte en verkoeling. Brussel heeft geen rivier. Wel is er in Brussel veel oppervlakte water, zoals vijvers. Ze besprenkelen de stad als gemorste waterdruppels. Er volgt een lyrische beschrijving van enkele parken met vijvers, bijvoorbeeld het Ambiorixplein. (…) Er zijn nog vele voorbeelden te noemen van haar ontboezemingen over de ruimte. Soms zijn ze heel verrassend zoals het stuk over de afbeelding van het golfterrein van Trump met het daarbij behorende resort of het verhaal van de puzzelende Laurel en Hardy. Ze zijn te zien op een grappige foto. De illustraties vormen een verhelderende aanvulling op de tekst. Die tekst is heel bijzonder. Het is bepaald geen saai zakelijk boek. De lyrische beschrijvingen maken het boek bijna literair. Interessante en veelzijdige essays.

Lees hier de recensie
Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Stedenbouwkundige beschrijft een ontdekkingsreis door de alledaagse ruimte om ons heen.»

Over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ van Hester van Gent voor NBD Biblion, 4 oktober 2024:

‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ is een bundeling filosofisch getinte opstellen over de suggestieve kracht van de publieke ruimte. De auteur verkent de manieren waarop zowel bekend als onbekend terrein voor nieuwe ervaringen kunnen zorgen en onverwachte perspectieven kunnen bieden. Ze beschrijft een ontdekkingsreis door de alledaagse ruimte om ons heen en zet vertrouwde plekken in een nieuw licht. In essayistische, bedachtzame stijl geschreven, met veel persoonlijke fragmenten. Met foto’s en illustraties in kleur en zwartwit. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Hester van Gent (Amsterdam, 1971) studeerde bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft en publiceert essays en verhalen. Daarnaast werkt ze als zelfstandig stedenbouwkundige en onderzoeker, en is ze auteur en redacteur in het veld van stedenbouw en (landschaps)architectuur. Ze schreef een klein aantal boeken. Het boek maakt deel uit van de serie: Extazereeks-essays’.

Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hester van Gent ziet dingen waar de meeste mensen aan voorbijlopen.» – Peter de Rijk

Over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’ van Hester van Gent in Straatjournaal, oktober 2024:

Hester van Gent kijkt anders dan de doorsneemens. Ze ziet dingen, misschien door haar studie bouwkunde, waar de meeste mensen aan voorbijlopen. Ze (…) bekijkt alles kritisch, tot aan het straatmeubilair toe. Van onze landsgrenzen tot aan de bewegwijzering in ziekenhuizen, overal blijkt een gedachte aan vooraf te zijn gegaan. En juist daar zet Van Gent haar vraagtekens bij. Zo bewijst het Fazanteneiland de onzin of willekeur van een grens, vooral omdat daar de grens tussen Frankrijk en Spanje ieder halfjaar wijzigt. Een grens is volgens Van Gent eerder de markering van een belangrijk kantelmoment in de geschiedenis. Wanneer je letterlijk op een grens gaat staan, is die zelden tot nooit echt zichtbaar. Wat er ooit gebeurde of besloten werd, is alleen zichtbaar in een atlas of op de landkaart. (…) Onzichtbaar wordt ook je eigen omgeving als je in een ziekenhuis slechts de rode of gele lijnen op de vloer volgt die je naar de juiste afdeling moeten leiden. Net als de routeplanner in je auto, ontnemen ze het zicht op de omgeving. Het ruimtelijk inzicht is, net als de menselijke maat, een belangrijk onderwerp is in deze essaybundel. Van Gent weet verklaringen voor haar filosofieën in literatuur en kunst te vinden en trakteert de lezer regelmatig op verrassende dwarsverbanden. (…)
Straatjournaal is de straatkrant van Noord-West Nederland.
Lees hier de hele recensie
Meer over ‘Het passeren van onmeetbare ruimten’
Meer over Hester van Gent bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De essays zijn vooral boeiend voor literatuurliefhebbers.»

Over ‘Op weg naar authenciteit’ van Jeroen Heuvel op Biblion, 19 juni 2024:

Het eerste en omvangrijkste deel van dit liber amicorum bevat beschouwingen van Jeroen Heuvel (1957) over zijn geboorteland Curaçao, de literatuur, de taal en de geschiedenis van het eiland. De essays zijn vooral boeiend voor literatuurliefhebbers. Heuvel is vertaler, acteur, recensent en verhalenverteller van Caraïbische verhalen en hij was docent Papiaments. Het tweede deel, dat slechts zo’n dertig pagina’s beslaat, is gewijd aan Heuvel zelf, geschreven door familie, vrienden, en collega’s. Achterin zijn korte biografieën opgenomen van degenen die een bijdrage geleverd hebben aan dit boek. Met voorwoord van de samenstellers en zwart-wit foto’s en één kleurenfoto van een tekening. Gedeelten van de tekst zijn ook in het Papiaments. Interessant voor liefhebbers van het werk van Jeroen Heuvel en van Curaçao.

Bron 3 april 2024

Meer over ‘Op weg naar authenticiteit’
Meer over Jeroen Heuvel op deze site

«2023 was een schitterend jaar voor de ‘Indische’ letterkunde.» – Remco Raben

Over ‘Razende stiltes’ van Artien Utrecht op Belanda sudah dekat! 29 december 2023:

2023 was een schitterend jaar voor de ‘Indische’ letterkunde. Deze vijf boeken [‘Het mysterie van Mrs Indonesia’, ‘Razende stiltes’, ‘Totok Terror Corps’, ‘Handleiding voor ontheemden’, ‘Indolente’] zijn elk op hun manier prachtig. Heel verschillend van aard, van toon, van vorm, van positie, maar elk van grote literaire kwaliteit. En vreselijk actueel. (…)  Artien Utrecht schreef in de loop van jaren een reeks mooie essays en bundelde ze in ‘Razende stiltes’– eigenlijk vorig jaar al gepubliceerd, maar ik smokkel haar er nog in. Ze schrijft beeldend en met precisie. Haar betoog is helder, humaan en intelligent, ze is onafhankelijk en kritisch op de grote narratieven. Ze is wars van nostalgie en fileert de racistische mentaliteit in Nederland, ook in ‘Indische’ kringen, en in Indonesië. Maar ze gaat veel verder en onderzoekt over allerlei grenzen heen vormen van hokjesdenken, stiltes, minimalisme en liminalisme, en, terug naar haar geboorteland, de verwoestende effecten van de moorden en arrestaties van 1965. Een stem om goed naar te luisteren: “Pendelend tussen twee werelddelen, tussen het land van de ex-kolonisator en dat van de ex-gekoloniseerden, zoek ik naar ervaringen van anderen. Anderen die zich bevinden in het ene of het andere werelddeel maar vooral daarginds, in Indonesië. Hoe lichten we het dikke tapijt op waaronder het koloniale denken voortwoekert, hoe maken we de diepe sporen van het koloniale racisme die in de vloer gekerfd liggen zichtbaar?” (p.85) (…) De ‘Indische’ literatuur leeft, zoemt, klopt, wringt en bespringt. Ze durft óm maar ook vooruit te kijken, te confronteren, vragen te stellen. Aan de schrijver zelf, aan de gemeenschap, aan het verleden, de voorouders, aan Nederland. Ze laat zich niet tot een etnisch label reduceren. Ze is vernieuwend, avontuurlijk, grenzeloos, meerstemmig, gekleurd en koloniaalkritisch, en vooral een feest van taal, kortom alles wat we in deze tijd nodig hebben.
Remco Raben is professor Koloniale en Postkoloniale Literatuur en Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

Lees hier het artikel
Meer over ‘Razende stiltes’
Meer over Artien Utrecht bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Bijzonder knappe bundel in een rijke schrijfstijl en met een mooie woordkeuze.» – André Oyen

VoorplatRazendestiltes-75KaderOver ‘Razende stiltes’ van Artien Utrecht op Ansiel, 25 november 2022:
De Extazereeks-essays is een voortzetting van de Extazereeks voor korte verhalen en romans die sinds 2016 onder redactie van het literair tijdschrift Extaze door uitgeverij In de Knipscheer werd uitgegeven. De redactie en de uitgever bieden talentvolle essayisten de kans hun werk in een zelfstandige uitgave te presenteren. De essay-reeks wordt bezorgd door Cor Gout (redactie) en Els Kort (vormgeving). De tweede bundel in de reeks, ‘Razende stiltes’, laat ons kennis maken met Artien Utrecht (1950), van huis uit stedenbouwkundige. Ze is het grootste deel van haar leven als onderzoeker en projectmedewerker werkzaam geweest in de internationale samenwerking. Altijd binnen het domein van maatschappelijke organisaties. Daarin bekleedde zij posities waarin de strijd voor mensenrechten vooropstond. Opgegroeid in Indonesië, kwam zij op haar twintigste naar Nederland. In 2018 begon zij met het schrijven van essays, waarvan enkele gepubliceerd zijn in het literair tijdschrift Extaze. ‘Razende stiltes’ is een bijzonder knappe bundel met essays over onderwerpen rond kunst, architectuur, cultuur, sociologie en politiek. Aan alle essays ligt de persoonlijke ervaring van de schrijfster ten grondslag. In een persoonlijke en soms bloemrijke stijl geschreven. Met enkele zwart-witfoto’s. De elf opgenomen essays zijn ondergebracht in drie afdelingen: Taal van de stilte, Transities en De stiltes van geweld. Beginnend bij kunst en architectuur, zoals beleefd in Japan maar niet alleen daar, beweegt het schouwspel dat ons geboden wordt zich naar groepen vluchtelingen die zich tussen hoop en vrees naar het noordelijke halfrond begeven. Sporen terug leiden naar de nalatenschap van het koloniaal racisme in Nederlands-Indië/Indonesië, en heen naar de verwoestende gevolgen van de genocidale massamoorden en verdwijningen in het Indonesië van 1965 en daarna. Door het zichtbaar maken van verbindingen met feiten krijgt de gebeurtenis haar betekenis, iets waar Artien Utrecht zich aan zet en wat ze al doende tot kunst weet te verheffen. Bijzonder mooi is haar bespreking en analyse van ‘Exit West’ van Moshin Hamid waarin een verliefd stel een magisch vluchtelingenbestaan beleeft: steeds stappen ze door een deur naar een nieuw leven in een nieuwe omgeving. Alle essays tonen de rijke culturele bagage van de auteur. Zij weet ook de lezer heel nauw bij haar persoonlijke ervaringen te betrekken door een rijke schrijfstijl en een mooie woordkeuze.
Bron
Meer over ‘Razende stiltes’
Meer over Artien Utrecht bij Uitgeverij In de Knipscheer