Literair tijdschrift Extaze 31 ‘De eeuw van Gisèle’ [Jrg. 8, nr. 3]

coverE31voorExtaze 31– De eeuw van Gisèle
achtste jaargang nr. 3, september 2019
redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 104 blz.,
€ 15,00
presentatie 5 september 2019
ISBN 978-90-6265-780-3

Het onderwerp van Extaze 31 zijn de thema’s die voorkomen in Annet Mooij’s bijzondere boek ‘De eeuw van Gisèle. Mythe en werkelijkheid van een kunstenares’, waarin de omstreden literaire kring Castrum Peregrini een belangrijke plaats inneemt. In haar essay beschrijft Annet Mooij hoe Gisèle van haar leven een kunstwerk maakte waarbij ze fictie en verfraaiing niet schuwde. Vooral haar relatie met Castrum zag ze graag gecorrigeerd. Want, hoewel zij de pelgrims (peregrini) onderdak bood, werd het haar verboden bij vriendenfeesten en leesavonden aanwezig te zijn. Onno Schilstra herkent deze situatie in een kleine gouache, getiteld ‘De Aspirant’ (tevens de titel van zijn essay), die hij aantrof in Gisèle’s atelier: drie personen staan, dicht bij elkaar, te smoezen, terwijl een vierde schuchter en nieuwsgierig toekijkt. Castrum Peregrini was het geesteskind van Wolfgang Frommel. Van de Duitse dichter Stefan George had hij een opvatting van pedagogie overgenomen die inhield dat oudere mannen jongens moesten uitkiezen om ze in te wijden in de geheimen van de poëzie en het leven. Plato’s ‘Symposion’ diende als een van de voorbeelden van deze relatie. Piet Gerbrandy belicht in zijn bespreking van deze dialoog hoe Sokrates de priesteres Diotema volgt in haar opvatting dat erotiek, mits op de juiste wijze bedreven, tot diepe filosofische inzichten leidt. Maar, als het hier gaat om het contact tussen een oudere leraar en een jonge leerling, wie leert er dan meer? De eerste, zo interpreteert Gerbrandy Sokrates’ voortgaand betoog. Hij zal ondervinden dat innerlijke schoonheid waardevoller is dan de vergankelijke fysieke aantrekkelijkheid (‘Pedagogische eros’). Het is een visie die dicht bij Arjen Mulder’s interpretatie van het tweede deel van Stefan George’s gedicht ‘In der Stern des Bundes’ komt. Niet de jongen is hier degene die in de liefdesinitiatie getraumatiseerd raakt (dus: een ander mens wordt), het is de dichter zelf die door de overgave aan zijn godheid voorgoed is veranderd (‘Het eeuwige ogenblik van Stefan George’).
Los van de ‘Gisèle-thema’s staat Hans Muiderman’s essay over de filmische schrijfstijl van Marguerite Duras (‘De verbeelding van Duras’): de pen is als een camera.

In dit nummer voorts korte verhalen van Annika van Bodegraven, Guido Eekhaut, Judith de Graaf, Ines Nijs en Inge Schollen. De gedichten zijn van Jonas Bruyneel, Maria van Oorsouw en Martine van der Reijden en het beeldend werk is van Florence Marceau-Lafleur.

De presentatie van ‘Extaze 31’ vindt plaats op donderdag 5 september 2019. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl. Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Meer over presentatie Extaze 31
Lees ook het digitale supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’

Literair tijdschrift Extaze 30 ‘Dagboek’ [Jrg. 8, nr. 2]

VoorplatExtaze30Extaze 30– Dagboek
achtste jaargang nr. 2, mei 2019
redactie Cor Gout, Els Kort (vormgeving)
genaaid gebrocheerd, geïllustreerd, 96 blz.,
€ 15,00
presentatie 16 mei 2019
ISBN 978-90-6265-766-7

Waarom worden dagboeken geschreven en wat kun je er nu precies in lezen? Deze vragen stelt Monica Soeting in haar essay ‘Dagboeken’. In ‘Ik is een ander’ beantwoordt Jaap Goedegebuure de dubbele vraag als volgt: mensen schrijven dagboeken om zichzelf te doorgronden, de maat te nemen, zichzelf vermanend toe te spreken. Of ze vullen het boek met aantekeningen die dienen als geheugensteuntje, die soms worden uitgewerkt tot iets essentieels. Monica Soeting zal het met Goedegebuure eens zijn, maar weet dat dit persoonlijk aspect pas laat in de geschiedenis van het dagboek tot uitdrukking is gekomen. Goedegebuure’s overtuiging dat een gepubliceerd dagboek pas de moeite waard is als het de lezer laat delen in de innerlijke verkenningen van de auteur krijgt bevestiging van het in 1957 uitgegeven dagboek van J. Slauerhoff. In ‘Flarden van een zelfportret’ haalt Hein Aalders de criticus Johan van der Woude aan, die in dat dagboek een dynamische verschijning herkent, scherpziend, dromerig, rancuneus en idealistisch.
Een beschrijving die aansluit bij het beeld dat Aalders van de schrijver schetst. Een citaat uit Harry Haarsma’s korte essay over beeldende dagboeken sluit onbedoeld aan op het essay van Clara Bolle: ‘Het dagboek is een donkere kamer, het licht wordt spaarzaam toegediend want licht vreet aan de waarheid’. Clara Bolle’s essay, dat verder reikt dan het genre van het dagboek, leidt langs poëtische wegen naar de moeilijkheid van het wijkende woord: de schrijver geeft woorden aan het bestaan, hij wil de essentie grijpen, maar op het moment dat hij het wil vastpakken is het verdwenen.

In dit nummer verder korte verhalen van Chrétien Breukers, Evelien Flink, Leonie Pas, Lydi Groenewegen, Pieter Drift en gedichten van Hanz Mirck, Jeanet Kingma, Job Degenaar, Mart van der Sterre, Mattijs Deraedt, Willem van Toorn en Steven Van Der Heyden. Het beeld is van Arpaïs Du Bois.

De presentatie van ‘Extaze 30’ vindt plaats op donderdag 16 mei 2019. Locatie: Houtrustkerk, Beeklaan 535, Den Haag (hoek Houtrustweg). Parkeren kan gratis op het erf van de internationale school aan de overzijde. Aanvang: 20.15 uur precies. Deur open van 19.45 uur tot 20.10 uur, dus graag op tijd aanwezig zijn. Entree: € 10,00 (alleen contant te betalen). Reserveren: redactie@extaze.nl. Presentatie: Cor Gout. Licht en geluid: Anton Simonis (Adesign).
Meer over presentatie Extaze 30
Lees ook het digitale supplement van ‘Extaze’
Meer over ‘Extaze’