«Het lijkt alsof de eilanden door de zee gescheiden zijn, maar de zee verbindt ook.» – Brede Kristensen

foto: Scott Rollins
Toespraak van Brede Kristensen bij de opening van de tentoonstelling ‘Een veld van eilanden’ in De Vishal op 16 mei 2025:

Édouard Glissant behoort niet tot de klasse ‘wereldberoemde dichters’, maar is in mijn ogen wel een uiterst originele dichter, maar vooral een uiterst originele denker of filosoof. Hij verdient meer aandacht dan hij doorgaans krijgt. Uniek is de wijze waarop hij dichten en denken combineerde. Poëzie betekent in wezen: iets wat in potentie bestaat, maar onzichtbaar/opaak is, zichtbaar maken. Dat kan zowel een voorwerp als een inzicht, een ervaring, een relatie of een persoon zijn. Maar in alle gevallen maakt poëzie iets zichtbaar doordat erover nagedacht is. Over iets nadenken oefent een poëtische functie en vice versa stimuleert poëzie ons denken. (…) In de Caribische mens leeft de Afrikaanse, Europese en Indiase mens, ieder op aparte wijze verminkt door slavernij, machtsmisbruik, ontheemding. (…) Hoe kijken we naar elkaar, hoe lezen we een gedicht, hoe kijken we naar kunst? Vaak als buitenstaander. Dan vinden we iets of iemand meer of minder interessant. Het levert ons enig ‘interest’ op, oftewel rente als resultaat van onze investering in de vorm van aandacht. Het verrijkt ons. Zo blijven we buitenstaanders. Glissant: vraag hoe de ander, die zich uitdrukt in taal, klank, teken, deel van mijn existentie wordt. Met die vraag relateren we onszelf aan de ander en wordt die ander deel van onszelf, met als gevolg dat we onszelf op een andere wijze gaan zien en ontdekken. Hij eindigt zijn lange gedicht over ‘een veld van eilanden’ met de woorden: “Ik maak mezelf tot zee waarin het kind zal dromen”.

De tentoonstelling ‘Een veld van eilanden’ is te bezichtigen van 17 mei t/m 22 juni 2025 in De Vishal, Grote Markt 20, 2011 RD Haarlem. Brede Kristensen is de auteur van ‘Caribisch enigma’, een bundel essays over Caribische literatuur.

Meer over ‘Een veld van eilanden’
Lees hier de toespraak van Brede Kristensen
Meer over ‘Caribisch enigma’
Meer over Brede Kristensen bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over négritude / Aimé Césaire op deze site

Aimé Césaire – Logboek van een terugkeer naar mijn geboorteland.

Aimé Césaire
Logboek van een terugkeer naar mijn geboorteland. Logboek
Martinique
Oorspronkelijke titel Cahier d’un retour au pays natal
Vertaling Simon Simonse
Redactie en vertaling nawoord Stefaan van den Bremt
128 blz.,
ISBN 978 90 6265 146 7
uitverkocht

«De poëzie van Césaire (is), zoals alle grote poëzie en alle grote kunst, van dit hoge gehalte door de transmutatiekracht die zij bezit. De meest ordinaire stof, het lelijke, de alledaagse sleur, zet zij om, niet langer in die afgedankte steen der wijzen, goud, maar wel in vrijheid.» – Uit het nawoord van André Breton

Een jonge zwarte schrijver heeft zijn opleiding aan de elite-hogeschool in Parijs voltooid en keert aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog terug naar de Franse Antillen. Zo is Aimé Césairs Logboek van een terugkeer naar mijn geboorteland ontstaan – in het spanningsveld tussen de Europese beschaving die hem alles heeft gegeven wat ze hem te bieden had, en de barre werkelijkheid van zijn volk, het resultaat van de historische missie van deze zelfde beschaving.

In dit Logboek, waarin de feitelijke terugkeer naar de Antillen en de denkbeeldige terugkeer naar Afrika samenvloeien, legt Césaire vast wat toen in hem omging: rebellie tegen de overheersers, woede over de lethargie van zijn geknecht volk, zoeken naar eigen waarden en geloof in eigen kracht.

Aimé Césaire (Martinique, 1913) is dichter, toneelschrijver en essayist. Hoofdthema in zijn werk is  de sociale emancipatie en culturele identiteit van de zwarte volkeren (négritude). In de jaren vijftig was hij – met o.m. Frantz Fanon, James Baldwin en Langston Hughes – een van de eersten die het opkomende vrijheidsbesef en internationalisme van zwarten in Afrika, Amerika en Europa verwoordde.

Aimé Césaire is afgevaardigde in het Franse parlement en burgemeester van Fort-de-France