Aart G. Broek met Eilanden als bedelende horigen van Nederland in Antilliaans Dagblad, 17 april 2020:
Nederland wist Suriname in 1975 tot onafhankelijkheid te bewegen. De Antilliaanse eilanden bedankten keer op keer voor die opgelegde vrijheid. Zij hebben daartoe het volste recht en kunnen niet tegen hun wil uit het Koninkrijk worden gezet. Vanaf 1990 veranderde het Nederlandse beleid. De verhoudingen zijn uitgesproken koloniaal gebleven. Hoog tijd voor de eilandbewoners om te kiezen. Het Koninkrijk: blijven we erin of stappen we eruit?
Lees verder op Columns+
Of klik hier
Meer over Aart G. Broek bij Uitgeverij In de Knipscheer
Tag: Gert Oostindie
Barney Agerbeek gast op lezingenmiddag van Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde
Barney Agerbeek is een van de sprekers in de Universiteit van Leiden op vrijdagmiddag 19 februari 2016:
De lezingenmiddag (met verder Hans Straver, Jur van Goor en Jeroen Thijssen) wordt georganiseerd door de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde en duurt van 14.00 – 17.00 uur. De lezing van Barney Agerbeek gaat over de njai in de literatuur en is getiteld ‘Van Apie tot Zadie’. De titel slaat op de schrijvers Apie Prins (Ik ga m’n eige baan, 1958) en Zadie Smith (The Embassy of Cambodia, 2013) die Barney Agerbeek inspireerden tot zijn schrijverschap. Hij breekt een lans voor de rijke, Britse koloniale literatuur (met bijvoorbeeld een pareltje als het korte verhaal Shooting an elephant van George Orwell). Voorts pleit hij ervoor het Indonesisch perspectief zwaarder te laten wegen bij de waardering van de Indische bellettrie. De titel van Gert Oostindie’s boek Soldaat in Indonesië (2015) is in dat kader een bij de huidige tijdgeest passend statement, alsook de fictionele evenknie Jonker van Els Launspach (2015) over de politionele acties in Indonesië en de rol van de Nederlandse overheid.
Locatie: Universiteit van Leiden, gebouw 1175 (Lipsius), Cleveringaplaats 1 (achter het Rapenburg ter hoogte van de Doelensteeg), zaal 003. Toegang gratis.
Meer informatie
Meer over Barney Agerbeek op deze site
Meer over ‘Jonker’ van Els Launspach
«Giselle Ecury is in dit opzicht illustratief.» – Eric Mijts en Wim Rutgers
Over o.a. ‘De rode appel’ van Giselle Ecury in ‘De diaspora van de identiteit’ in Ons Erfdeel, augustus 2014:
Er is in deze eeuw weer een groep auteurs ontstaan die op de ABC-eilanden en in Nederland werk van kwaliteit afleveren in het Nederlands: een nieuwe generatie Nederlands-Caribische auteurs. (…) In het werk van Giselle Ecury lezen we de dominante want steeds terugkerende thema’s als gemengde afkomst, interculturele relaties, het raadsel van de oorsprong en de zoektocht naar identiteit. We zien de steeds terugkerende dubbele setting in Nederland en het Caribisch gebied. Het perspectief ligt bij de uit dat gebied afkomstige personages. Ze vertellen hun levensverhaal in een taal die tegen het Papiaments aanleunt door het gebruik van met de eilanden gebonden specifieke woorden. Uit de thematiek vloeit een dubbelstructuur voort, waarbij verleden en heden elkaar raken en verzoend moeten worden. (…) ‘De rode appel’ (2013), is inhoudelijk opgebouwd als een tweeluik met de dubbelgeschiedenis van de twee hoofdpersonen Elisabeth en Nicki, die beiden het product zijn van een interculturele relatie, waarmee ze in het reine moeten zien te komen. Verleden en heden blijken onlosmakelijk met elkaar verbonden door een dubbele terugblik: die van Elisabeth op haar au-pairtijd als jong meisje in Zuid-Frankrijk, waarnaartoe ze na dertig jaar terugreist om opheldering te krijgen over wat er toentertijd precies gebeurd is, en vervolgens van haar vriend Nicki, die haar zijn levensverhaal over zijn Curaçaose jeugd toevertrouwt, waarna ze dat opschrijft. (…) Voorlopig [zal deze groep] hun kracht nog zoeken in eigen kring om via die positie een brug te slaan, ook al worden deze auteurs nog (te) weinig opgemerkt of hooguit weggezet in het minderhedencircuit.
Lees hier het artikel
Meer over Giselle Ecury bij Uitgeverij In de Knipscheer