«Rasverteller.» – André Oyen

CoverStromenvoorDef.inddOver ‘Stromen die de zee niet vinden’ van Rob Verschuren op Ansiel, 17 januari 2017:
(…) Omdat het korte verhalen zijn, is het voor een schrijver waarschijnlijk moeilijk om een lezer direct mee te nemen in het plot en de sfeer van zijn verbeelding. Maar dat is Rob Verschuren juist wel goed gelukt. Als lezer schakel je moeiteloos van het ene verhaal naar het andere ook al speelt zich dat af in een totaal andere setting. (…) Elk verhaal is een roman of novelle, waarin een wereld vol geuren, kleuren, emoties, dromen en werkelijkheden tot bloeien. Een schitterend voorbeeld is het verhaal Krabnevel, dat ergens op zee begint met twee parende krabben die opgevist worden onder de sterren, twee mensen die elkaar ontmoeten en verliezen gekoppeld aan de geschiedenis van twee identieke eettentjes tegenover elkaar waar uiteindelijk het krabbenpaar gekookt wordt opgediend om de hongerige magen van Russische toeristen te vullen. (…)
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Stromen die de zee niet vinden’
Meer over Rob Verschuren op deze site

«Puur leesgenot.» – André van Leijen

CoverStromenvoorDef.inddOver ‘Stromen die de zee niet vinden’ van Rob Verschuren op Trefpunt Thailand, 26 november 2016:
(…) Rob Verschuren is een rasverteller, iemand die je meesleept. Iemand aan wie je vraagt om nog een verhaal te vertellen. En daarna nog eentje. (…) ‘De bar en de leuning van de trap waren van barok houtsnijwerk, op maat gekruld door een lang gestorven artisan en dof van een stoffig patina, de zes tafels hadden bladen van beukenfineer en de houten stoelen waren recht en onversierd.’ Beukenfineer…je zit gelijk in een melaatse kroeg in een uithoek van België. Hostellerie du Château. ‘De Muur’ heet het verhaal, het enige verhaal dat neigt naar magisch realisme. De kroegbaas vertelt: ‘Elke steen is doortrokken van de universele energie die sommige mensen “God” noemen en andere “chi”. In een goede muur zijn de stenen zo gerangschikt dat deze energie wordt versterkt.’ Wat een prachtig contrast met de doodsheid van het beukenfineer. ‘Schroeven’ is een stuk realistischer. Het gaat over het leven in schroevenfabriek. Rob Verschuren aarzelt zelfs niet het verschil tussen een schroef en een bout te beschrijven. ‘Een bout is een ding met een kop… Van “een schroef” spreken we wanneer de mogelijkheid tot aandraaiing wordt verkregen door een uitsparing in de kop.’ En dan volgt het contrast: ‘Het stampen van de fabriek verandert in de hartslag van een blind en hersenloos beest, de hoelameisjes worden heidense priesteressen met wilde toermalijnen ogen en glanzende panterlijven, die in opperste extase rond barbaarse vreugdevuren springen. Er marcheert ook een doedelzakband voorbij.’ (…) Of het nu een schroevenfabriek is, een Belgisch café, een huis met drie jonge meiden in Goa of een dorpje in Vietnam, elke keer weet Rob Verschuren door te dringen tot in het beenmerg van de samenleving. Sommigen vergelijken Rob Verschuren met Slauerhoff of met Bordewijk. Dat mag zo zijn, mij doen zijn verhalen vooral denken aan Rob Verschuren. En dat betekent voor mij puur leesgenot.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Stromen die de zee niet vinden’
Meer over Rob Verschuren op deze site