Gedicht van Michaël Slory [4]

In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (19 december 2021) is het de geboortedag van onder anderen Maurice Roelants, Hanny Michaelis, H.J. de Roy van Zuydewijn en Dorette van Kalmthout. En het is de sterfdag van Juliaan Haest, Hans Warren, Jules Deelder en Michaël Slory (1935-2018). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Dorette van Kalmthout; uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘Waaiers in een weiland’ van Michaël Slory uit zijn bij deze uitgeverij verschenen bundel ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’ uit 2012.

Waaiers in een weiland

Waaiers
van palmen
boven de grassen.
Waaiers
van zinswendingen
boven de plassen.
Waaiers
van stiltes
achter mijn tred.
Waaiers
die schaduwen
wegwassen.
Waaiers.

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer

Negervrouw. Gedicht van Michaël Slory [2]

Michael Slory
In zijn bijna dagelijkse Facebookbericht memoreert Wim van Til, oprichter van en coördinator bij Poëziecentrum Nederland, de geboorte- en sterfdagen van Nederlandstalige dichters. Vandaag (19 december 2020) is het de geboortedag van onder anderen Maurice Roelants, Hanny Michaelis, H.J. de Roy van Zuydewijn en Dorette van Kalmthout. En het is de sterfdag van Juliaan Haest, Hans Warren, Jules Deelder en Michaël Slory (1935-2018). Bij wijze van felicitatie/gedenken kiest Wim van Til voor een gedicht van Jules Deelder; uitgeverij In de Knipscheer kiest voor het gedicht ‘Negervrouw (II)’ van Michaël Slory
uit zijn bij deze uitgeverij verschenen bundel ‘Ik zal zingen om de zon te laten opkomen’ uit 1991. Dit gedicht werd ook geselecteerd door Klaas de Groot in zijn bloemlezing ‘Grenzenloos; 40 jaar Knipscheer Poëzie’ (2018).

Negervrouw (II)

Glorie van de dag
twee zwarte ogen
en donkere haren.
Negervrouw!
Wat heeft jou gebracht
in deze warme straten
van de stad?
Ere
aan de zon
van je dijen.
Ik zal schrijven
van je tenen af
tot je enkels
en ver langs je dijen.
Van je hielen af
langs je kuiten
tot voorbij je knieholten.
Als een vogeltje
zal ik duikelen
in het lied van je lichaam.

Meer over Michaël Slory bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over ‘Grenzenloos’

«Conclusie: een buitengewoon boeiend boek.» – Ko van Geemert

VoorplatHelmanEindvandekaart75Over ‘Het eind van de kaart’ van Albert Helman in Parbode nr. 161, september 2019:
Lou Lichtveld (1903-1996), de later onder het pseudoniem Albert Helman beroemd geworden Surinaamse schrijver, werd in 1955, hij was net de 50 gepasseerd, door de vijftien jaar jongere en buitengewoon ambitieuze ingenieur Bob Zonneveld gevraagd mee te gaan om het binnenland te verkennen. Doel van deze expeditie was te onderzoeken of de vorming van een kunstmatig stuwmeer mogelijk zou zijn, in verband met het opwekken van elektriciteit. (…) De Afobakadam en het meer – aanvankelijk Van Blommesteinmeer en nu Brokopondostuwmeer genoemd – werden in de jaren zestig werkelijkheid. (…) Helman houdt een dagboek bij waaruit blijkt dat de reis, die enkele weken zou gaan duren, hem zwaar valt. (…) De ontberingen brengen hem tot zelfinzicht: ‘Ik ben een ander mens geworden, in wie het laatste restje bijgeloof in al de fraaiigheden van westerse beschaving, van geleerdheid of techniek, van sociale en economische functies zoals me die van jongs af aan zijn aangepraat, volledig vernietigd zijn.’ (…) ‘Dat is het,’ schrijft Helman aan het einde van zijn dagboek, ‘We moeten nog ontdekken wat er bestaat aan het eind van de kaart. Nu alles achter de rug is, zie ik pas de zin van deze reis, die zo vaag begon: een grens te overschrijden, mijzelf te confronteren met het ongewisse van een nog niet getraceerde, onbeschreven wereld.’ Conclusie: een buitengewoon boeiend boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Suriname. En in Helman uiteraard.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eind van de kaart’
Meer over Albert Helman bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Peter Andriesse heeft niets aan kracht ingeboet.» – Ezra de Haan

Opmaak 1Over ‘De rode kimono’ van Peter Andriesse op Literatuurplein.nl, 23 augustus 2014:
Peter Andriesse (1941) is terug van weg geweest. (…) Andriesse schrijft nog steeds zoals ik dat van hem gewend was: leesbaar, realistisch en herkenbaar. (…) Met een overvloed aan details, alsof het gisteren gebeurde, schetst hij het leven aan boord. (…) Voor hen die de reis van Indonesië naar Nederland nog per passagiersschip gemaakt hebben, moet de roman een voortdurend déjà vu gevoel oproepen. ‘De rode kimono’ is een boek vol nostalgie in uiterst helder proza geschreven. Peter Andriesse heeft de zwarte kunst nog niet verleerd. Moeiteloos stapt hij, ondanks zijn leeftijd, in de denkwereld van een dertienjarige. Eigenlijk komt de erotiek, die we uit eerdere verhalen en romans van hem kennen, samen met zijn Indisch jeugdsentiment. Het levert een boek op dat moeiteloos standhoudt tussen zijn andere ‘Indische’ boeken.
Lees hier de recensie
Meer over ‘De rode kimono’

Peter Andriesse – De rode kimono. Roman

Opmaak 1PETER ANDRIESSE
De rode kimono
Roman
Nederland – Nederlands-Indië
genaaid gebrocheerd, 232 blz., e 17,50
april 2014
ISBN 978-90-6265-853-4

In De rode kimono keert de dertienjarige Erik in 1954 met de ‘Willem Ruys’ terug naar Holland om naar de middelbare school te gaan. In beeldende stijl beschrijft Andriesse de bootreis naar Nederland en zijn aankomst in het dorp in de Achterhoek waar hij voordien gewoond heeft. Daar komt hij, samen met zijn oudere broer die eerder terugkeerde, bij zijn tante in de kost. Het is de schrille overgang van de tropen en de overdadige luxe van een passagiersschip naar de kille Achterhoekse arbeiderswoning die door Andriesse zonder overdrijvingen in klare taal wordt neergezet. Hierin toont hij zijn meesterschap als verteller.
De rode kimono geeft een beeld van een eenzame jongen die zich nergens meer thuisvoelt. Noch op Sumatra waar hij zijn ouders moet achterlaten, noch in de Achterhoek waar hij terugkeert. Tijdens de duur van de bootreis ontdekt hij zijn ontluikende seksualiteit in de steeds intiemer wordende relatie met zijn tijdelijke pleegmoeder, de jonge half-Indische mevrouw Vonk. Haar lichamelijke toenadering wordt door de schuchtere jongen aanvankelijk als een bedreiging ervaren, maar gaandeweg vat hij een diepgaande genegenheid voor haar op.
De rode kimono is een coming of age-roman over een ontheemde jongen, geschreven in dezelfde geserreerde stijl als waarin Andriesse uitblonk in zijn succesvolle bundel Koude Sambal, waarin hij zijn verblijf vanaf zijn negende jaar op Sumatra, en in het bijzonder het internaat waar hij schoolging, beschreef.

Peter Andriese (1941) heeft een 15-tal verhalenbundels, novellen en romans op zijn naam staan. De jury van de Reina Prinsen Geerligsprijs gaf hem in 1965, vier jaar vóór de publicatie van zijn debuutbundel Verboden te jodelen, al een eervolle vermelding voor de verhalen die hij in literaire tijdschriften had gepubliceerd. Andriesse was medewerker van Propria Cures van 1969 tot 1979. Andriesses succesvolste roman, is zijn meermalen herdrukte gepersifleerde dokters- en tevens sleutelroman uit 1971, Zuster Belinda en het geheime leven van Dr. Dushkind, waarin alle opgevoerde personages genoemd zijn naar meer en minder bekende sigarettenmerken.

Over zijn Indische jeugdverhalen Koude sambal (1978, 1990):.

«Het is erg moeilijk om je achteraf in te leven in de manier waarop je als kind de dingen beleefde. Peter Andriesse is daar naar mijn mening erg goed in geslaagd. De verhalen hebben een natuurlijk einde, er zijn géén stijlbloempjes en geen gedachten van de volwassene achteraf. Kortom, het is een voortreffelijke bundel.» – Hans Vervoort

«Maar het was vooral de verhalenbundel Koude Sambal die mij een paar verrassingen heeft bereid. (…) Het decor van Andriesses verhalen is ook de Oostkust van Sumatra: de oliepalm-onderneming waar zijn vader werkte, de kostschool waarop hij kort na de oorlog een aantal jaren doorbracht. Die kostschool ken ik: ik ben er zelf ook op geweest.» – Rudy Kousbroek in NRC Handelsblad

«Geen franje of verduisteren of mooi doen. (…) uiterst versoberde jeugdherinneringen. (…) een boekje dat in onze Indische literatuur op zichzelf al interessant is, omdat het speelt in een tijd toen er niet meer zoveel Nederlanders waren, zeker geen kinderen.» – Hans Warren in PZC

Meer over ‘De rode kimono’