«Ik ken geen enkele andere hedendaagse auteur die een dergelijk ritmisch, muzikaal en veelzijdig Nederlands schrijft.» – Laurent De Maertelaer

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager in De Leeswolf en MappaLibra, 2018, 2020:
De prijs voor de opvallendste titel van het literair jaar gaat nu al naar ‘Ik wordt’, de nieuwste roman van Harry Vaandrager (1955). De in het oog springende spelfout vestigt niet alleen de aandacht op waar het in dit boek om draait — het ‘ik’ in een narcistisch tijdperk —, maar is meteen ook een voorbode van het onvergelijkelijk taalfestijn dat losbarst eenmaal je het boek nietsvermoedend openslaat. (…) In het eerste deel (‘Kiki en het gemis’), ongeveer tweederde van het boek, komt het woord ‘ik’ slechts twee keer voor. Alle zinnen zijn in een ‘lijdende’ of ‘passieve’ vorm. (…) In het tweede deel (‘Zielsverhuizingen en puddingsmakkers’) daarentegen, komt ‘ik’ veelvuldig, zelfs overvloedig voor. Daar is een evidente reden voor, zo leert de lezer al snel, want de ik-figuur biecht op uit tientallen ‘ikken’ te bestaan en, sterker nog, jaarlijkse reïncarnaties te beleven, niet geheel ontoevallig telkens op Allerzielen. (…) In het derde deel (‘Slotpleidooi en wat niet is’) roept de verteller op zijn woorden te negeren en vraagt hij zijn opsluiting: ‘Al mijn tijd is nodig om mijn doden te woord te staan. Dat kan het beste in een cel.’ (…) Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld de volstrekt unieke taal. Vaandrager gaat helemaal loos en trekt waarlijk alle registers van ons moerstaal wagenwijd open. (…) Zijn proza beukt, zingt en dendert. Aarzel niet wanneer u ooit de kans krijgt Vaandrager te horen voorlezen: in levende lijve klinkt hij nóg beter, nóg woester, nóg pakkender. (…) ‘Ik wordt’ — een tekstuele splinterbom van nog geen zestig pagina’s — is Vaandrager op z’n best. De zinnelijke rijkdom is overweldigend, de woordenvloed onstuitbaar. (…)
Lees hier verder
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Zijn zinnen blijven maar door mijn hoofd spoken.» – Hans Puper

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager op Meander Magazine, 19 september 2018:
(…) Het boek gaat over een poging de grenzen van de individualiteit en tijd te overschrijden met taal en fictie als middelen. Dat er geen auteur op het voorplat wordt vermeld, lijkt nu duidelijk: er is alleen een serie ‘ikken’ die elkaar opvolgen – wordende ‘ikken’. Een ik wordt, is niet stabiel. Hoe kan taal helpen dat te bereiken? Een belangrijk pleidooi blijkt alleen in poëzie te kunnen worden uitgesproken. En dan nog is het de vraag of dat toereikend is: ‘Leg mijzelf op rustig te zullen spreken. (…) Kon het maar in witregels. Kon ik maar pleisteren en verschuilen op een blanco pagina.’ (…) De ik, of liever een van de ikken, moet voor de rechter verschijnen (of voor de lezer, zo je wilt: ook die velt een oordeel). Hij wil per se schuldig verklaard worden. (De reden noem ik hier niet, dat zou een spoiler betekenen). Eén van de dingen die hij in zijn slotpleidooi noemt, zal nu niet meer verbazen: ‘Ben zelf door de mazen van de natuurwetten geglipt. / Wie de wet kent, wil ze overtreden, nietwaar?’ (…) ‘Misschien is het hoogst haalbare voor mij een personage te zijn in een roman. (…) Vaag ken ik een schrijver, ik zal hem bij gelegenheid eens consulteren.’ Een mooie gelaagdheid: hangt de ik aan de touwtjes van een andere verteller? Eentje die verdacht veel op Vaandrager lijkt, zonder geheel met hem samen te vallen? (…) Verhaaltechnisch is een rechtszaak een vondst. Een rechter is gehouden aan juridische, conventionele taal. Hij is een waarheidszoeker die zich wil baseren op feiten. De ik uiteraard niet: hij oreert over het stompzinnige ‘carnaval van afgesproken waarheden’. (…) Wat betreft ‘Ik wordt’: de ik is op zijn minst schuldig aan huisvredebreuk. Zijn zinnen blijven maar door mijn hoofd spoken.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Avant-garde is not dead. Vaandrager bewijst het.» – Jan van Bergen en Henegouwen

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager voor NBD / Biblion, 23 juli 2018:
(…) In 2011 publiceerde Harry Vaandrager zijn eerste roman ‘Aan Barrels’, in 2013 volgde ‘Koprot’ en in 2016 ‘Maskerade’. En nu ‘Ik wordt’. (…) In de traditie van de jonge Deelder, (familielid) C. Vaandrager en anderen in Rotterdam geborenen. Associatief, staccato, chaotisch, met branie verteld. Humor om te lachen. (…) Avant-garde is not dead. Vaandrager bewijst het. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld het onteugelbaar taalgebruik.» – André Oyen

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager op Ansiel, 30 juni 2018:
(…) Een boek van Harry Vaandrager lees ik persoonlijk heel graag voor onder meer zijn uniek taalgebruik en dat geldt heel zeker voor zijn laatste roman ‘Ik wordt’ waar je in nog geen zestig pagina’s een onvoorstelbare woordenvloed, gemarineerd, in woord- en taalkunst over je heen krijgt. ‘Ik wordt’ bestaat uit drie redevoeringen die een smid geeft omdat hij zich moet zich verantwoorden voor de verdwijning van ene Kiki, een vrouw die hij naar eigen zeggen slechts viermaal ontmoette. Hij windt er geen doekjes om en pleit schuldig, tegenover zijn onzichtbare en onhoorbare toehoorders (het is een monoloog) geregeld aansprekend met ‘heren’, ‘mijne heren’ of ‘meneer de rechter’. (…) Harry Vaandrager geeft in de vlijmscherp gebalde roman ‘Ik wordt’ met mokerende en tegelijk vloeiende zinnen vorm aan de paradox van de ik-figuur. Tussen breuk en versmelting twijfelt zijn hele zelfonderzoek, dat een hellevaart wordt. Aan de ene kant wil hij het nu scheiden van het toen, aan de andere kant wil hij dat verleden voortdurend opnieuw beleven. Een van de grootste troeven van ‘Ik wordt’ is ongetwijfeld het onteugelbaar taalgebruik van de auteur waarin hij zijn zinnen met een haast baldadige kracht visueel maakt.
Lees hier en hier de recensie
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hier heerst de pure taal.» – Hajo Doorn

VoorplatIkwordt-75Over ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager in WORM, 22 maart 2018:
(…) Gaat het ergens over? Hoorde ik dat iemand vragen? Waar gaat het over? Wat is het verhaal? Is het mooi? Waar kan ik het mee vergelijken? Is het een pageturner? Blijft het hangen? Wint het een prijs? Al deze vragen zijn inert als het gaat om het werk van Harry Vaandrager. Het is geen oerHollandsche literatuur, van schitterende maar oeverloze beschrijvingen van personages, van koudwaterpsychologie, van doorgewinterde oninteressantie, van bloedeloze onderwerparmoede, van geëxalteerde schoonschrijverij, van opgeklopte niksigheid. Daaraan laaft zich het werk van Vaandrager niet. Het refereert er niet naar, het haakt niet aan of af, het reikt niet uit tot de zoete vernedering van het boekenbal. De pure uitgeklede armoede van geprojecteerd elitisme en wanhopige bestijging van de gedroomde tronen in fictieve medialandschappen. Nee, van dit alles kleeft niets aan dit werk. We hoeven ons geen zorgen te maken over would be buitenissigheden, heldenverering en celebrale treurigheden. Hier heerst de pure taal. De spitsvondigheden en banalismen, de ingedikte stroperigheid van gestapelde importanties en onsignificantie. wat het is, is het. En het wordt niks. Hoezeer de titel ons dit ook wil doen geloven. (…) Het boek wordt. Wellicht slaat de titel dus op de lezer van Harry Vaandrager. Niet hij wordt maar ik.
Hajo Doorn was artistiek leider van WORM en is stadsdramaturg bij Theater Rotterdam.
Lees hier de inleiding
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager bij Uitgeverij In de Knipscheer

Boekpresentatie Harry Vaandrager

VoorplatIkwordt-75Presentatie van de roman ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager in Worm Rotterdam op donderdag 22 maart 2018:
‘Heb geen fut voor verzet. Waarom mij verweren? Dus vooruit, zal over mijzelf vertellen. Maar met tegenzin. En, heel graag, stel niet zoveel vragen, ze lopen mijn antwoord voor de voeten. Waarschuw u echter op voorhand heren, mijn herinneringen zijn ongeschoren en slecht gekapt. Ze zijn, ook dat nog, op praalwagens vol met meisjes van de lichtste zeden en aanpalende billenknijpers de woestijn ingereden.’ Rotterdams stadsdramaturg Hajo Doorn leidt in en vervolgens leest Harry Vaandrager voor uit ‘Ik wordt’. Met medewerking van uitgevers Kris Latoir en Franc Knipscheer. Verder treden op de dichters Dominique De Groen en Arno Van Vlierberghe met hun debuutbundels ‘Shop girl’ en ‘Vloekschrift’. Zij worden ingeleid door dichter/criticus Obe Alkema. Locatie Worm, Boomgaardsstraat 71, 3012 XA Rotterdam. Deur open 20.00 uur. Aanvang 20.30 uur.
Meer over ‘Ik wordt’
Meer over Harry Vaandrager op deze site

Harry Vaandrager – Ik wordt. Roman

VoorplatIkwordt-75Harry Vaandrager
Ik wordt

roman
Nederland
grafische vormgeving Danny Dobbelaere
genaaid gebrocheerd, 72 blz., € 17,50
co-uitgave met Uitgeverij het balanseer, Gent
Eerste uitgave 2018
ISBN 978-90-6265-995-1

Ik wordt is een nieuwe zwarte parel in het oeuvre van Harry Vaandrager.

“Niks meer te zeggen. Geen doen. Klaar en uit. De brui eraan. Niets meer te zeggen. Mijn woorden zijn uitgedanst. Mijn tong verroest. Maar, er moet gesproken worden. Helaas. Desnoods met stijve kaken en een droge mond.”

Harry Vaandrager geeft in de vlijmscherp gebalde roman Ik wordt met mokerende en tegelijk vloeiende zinnen vorm aan de paradox van de ik-figuur. Enerzijds bestaat de ik-figuur uit verschillende ikken die allemaal afzonderlijk gehoord willen worden, anderzijds wil hij één worden, opgaan in al wat bestaat en vloeit. Tussen breuk en versmelting twijfelt zijn hele zelfonderzoek, dat een hellevaart wordt. Aan de ene kant wil hij het nu scheiden van het toen, aan de andere kant wil hij dat verleden voortdurend opnieuw beleven.

“Heb geen fut voor verzet. Waarom mij verweren? Dus vooruit, zal over mijzelf vertellen. Maar met tegenzin. En, heel graag, stel niet zoveel vragen, ze lopen mijn antwoord voor de voeten. Waarschuw u echter op voorhand heren, mijn herinneringen zijn ongeschoren en slecht gekapt. Ze zijn, ook dat nog, op praalwagens vol met meisjes van de lichtste zeden en aanpalende billenknijpers de woestijn ingereden.”

Harry Vaandrager (1955) debuteerde in 1978 met de dichtbundel Langs toendra’s (De Bezige Bij). In 2010 verscheen zijn tweede bundel Wat telt is van niets gemaakt (Nijgh & Van Ditmar). Zijn romandebuut Aan barrels (het balanseer/ Nijgh & Van Ditmar) verscheen in 2011, gevolgd door de verhalenbundel Koprot en de roman Maskerade (resp. 2013 en 2016, het balanseer/ In de Knipscheer). Voor het Poëziecentrum stelde hij met kunstenaar Carine Weve de bloemlezing Niets te verbergen/Alles te verbergen (Gent, 2014) samen.

«Harry Vaandrager vormt een avant-garde in z’n eentje.» – Vic van de Reijt

Over Maskerade:
«Een groots boek. De thematiek is van alle tijden, maar lijkt nieuw door de bijzondere vorm. De grote kracht van Vaandrager ligt echter in zijn weergaloos goede stijl.» – Meander Magazine
«Maskerade is een meesterlijke oefening in het verhullen en onthullen van de dood die – om het einde van een vitalistisch epos te perverteren – ‘ons allen boeien blijft in dit aardse leven’.» – De Reactor

«Talige spitsvondigheid en een onalledaagse brille qua stijl.» – Sander Meij

Opmaak 1Over ‘Maskerade’ van Harry Vaandrager op Tzum, 15 januari 2017:
(…) ‘Maskerade’ is geschreven vanuit verschillende perspectieven, in de vorm van brieven, interviews en andere ego-documenten; vol woordgrapjes, neologismen, intertekstuele verwijzingen en postmoderne bespiegelingen over het bestaan. In die zin zou je Maskerade ook een experimentele roman kunnen noemen. Maar vanuit de gedachte dat veel romans die wij als ‘klassiek’ beschouwen, in brief- dan wel dagboekvorm zijn geschreven, zou je dit boek tegelijkertijd ook als zodanig kunnen bestempelen. (…) Het verhaal is ingebed door brieven van de Rotterdamse Ada Brink, die als een soort Kaspar Hauser tijdens haar jeugd opgesloten heeft gezeten in een bijkeuken. Verder bestaat het uit interviewfragmenten met de fictieve kunstschilder Bob Boëtius, die net als Rob Scholte zonder benen door het leven gaat, plus het verontwaardigde commentaar van diezelfde Bob Boëtius op de weergave van zijn woorden ín die interviews. De interviewer wordt door Boëtius ‘Vaantje’ genoemd, in wie de lezer de bijnaam van de auteur kan herkennen. Daar tussendoor klinkt vanuit een ‘versteende baarmoeder’ ook nog de stem van Ben Boëtius, de ongeboren tweelingbroer van Bob. Ben tekent de baarmoederwand vol met ‘schilderingen’ en bij gebrek aan daglicht tekent hij ook in het luchtledige. (…) Tot slot krijgen we ook nog de brieven van vader Boëtius te lezen. (…) In zijn laatste brief besluit hij dan ook voor eeuwig te zwijgen, ‘niemand breekt mij de bek nog open.’ Hier klinkt de echo van Hermans’ ‘Au pair’, waarin personages in opstand willen komen tegen de almacht van de auteur en zich vertwijfeld afvragen waarom de ellende die hen overkomt juist hén moet overkomen. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Maskerade’
Meer over Harry Vaandrager op deze site

«Intrigerend.» – L.W. Zandberg

Opmaak 1Over ‘Maskerade’ van Harry Vaandrager op NBD | Biblion, 13 januari 2017:
Bob zit opgesloten in het donker, van waaruit hij een gevecht levert met zichzelf. Ben is zijn nooit geboren tweelingbroer. Deze dode foetus koestert zich in het feit dat hij nooit ter wereld is gekomen. Meerdere stemmen komen aan het woord. Zo vertelt Bob over zijn gevecht, maar becommentarieert hij zijn eigen vertelling en maakt deze soms zelfs belachelijk. Daarnaast is er een voor- en nawoord van Ada, een verteller die misschien niet bestaat, net als de andere personages. (…) Er wordt driftig verwezen naar allerlei filosofen, dichters en personages uit de wereldliteratuur. Dit maakt het plotloze boek zowel intrigerend als irritant. (…)
Meer over ‘Maskerade’
Meer over Harry Vaandrager op deze site

«Weergaloos goede stijl.» – Hans Puper

Opmaak 1 Over ‘Maskerade’ van Harry Vaandrager op MeanderMagazine, 11 januari 2017:
(…) Taal speelt een essentiële rol: de verhouding met het onzegbare bijvoorbeeld. Ada, een ander personage, schrijft daarover in haar brief die aan de vertelling vooraf gaat: ‘Er schijnen lieden te zijn, die daar levenslang over neuzelen. Anderen verhangen zich erom. Dichters krijgen er woorddiarree van. Overloop. Hoe miezerig, hoe kleinzielig. Is er een erfzonde, dan is dat de taal.’ Van dat geneuzel is ook dit boek gelukkig niet vrij; het had anders ongeschreven kunnen blijven. Zo zegt Ben – zie hieronder – bijna aan het slot: ‘Bob, ik kan niet anders dan verstillen. Stilte, het is het onvermogen om het onzegbare te benaderen. Ik heb een leven van zwijgen in te halen.’ Hij is de enige niet. (…) Een groots boek. De thematiek is van alle tijden, maar lijkt nieuw door de bijzondere vorm. De grote kracht van Vaandrager ligt echter in zijn weergaloos goede stijl.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Maskerade’
Meer over Harry Vaandrager op deze site