«Een taal die je doet luisteren als naar een oud verhaal.» – Hettie Marzak

Over ‘De donkere kamer’ van Aly Freije en Annemarie van Buuren op  MeanderMagazine, 23 november 2023:

(…) Freije weet met symbolen en beelden een landschap op te roepen dat vol is van dreiging, verlies en rouw. Landschappen en de elementen van lucht en water zijn betekenis dragend in deze gedichten, misschien omdat de dichter zelf afkomstig is uit het hoge noorden van Groningen, waarmee ze zich sterk verbonden weet. Haar geboortegrond is een bron van inspiratie voor de verhalen die zij in haar gedichten weeft. Die zouden goed passen in de eeuwenoude verteltraditie in Groningen, waar de oudste Nederlandse sprookjes vandaan komen. Ook geven haar de gedichten soms dezelfde sfeer weer die je aantreft in de gedichten van Hendrik de Vries in zijn bundel ‘Toovertuin’ uit 1946. De beelden die Freije gebruikt, zijn visueel en voorstelbaar, maar altijd blijft er een vleugje geheimzinnigheid hangen en niet alles wordt verteld. Er is een verbondenheid met mensen en gebeurtenissen uit het verleden die hun schaduw werpen in het heden, er is een gevoel van verlatenheid en verdriet, gevat in een taal die je doet luisteren als naar een oud verhaal. (…)  Annemarie van Buuren gebruikte voor de foto’s uit deze bundel een houten droge-plaat camera uit 1880, waarvan de afdrukken nevelig en suggestief zijn. Daardoor roepen ze een geheel eigen sfeer op van vroeger, van verlangen en verleden en daarom passen ze wonderwel bij de gedichten van Freije. Het is een spel geworden van associëren en reageren op elkaars werk, een interactie van beeld en taal. (…)
Lees hier de recensie op Meander
Meer over ‘De donkere kamer’
Meer over Aly Freije bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Annemarie van Buuren bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Het totaal tot in ieder detail goed zichtbaar.» – Cor Gout

VoorplatBriefNietBestaat-75Over ‘Brief aan wie niet bestaat’ van Peter WJ Brouwer op Extaze, 16 april 2017:
Soms blijft na het lezen van een poëziebundel een gevoel over. Soms ook een woord. Dat laatste was bij mij het geval na lezing van ‘Brief aan wie niet bestaat’. Dat woord, of meer precies dat samengestelde woord, is clair-obscur. Het woord verwijst niet naar een object, maar naar een werkwijze, een techniek, die vooral gebruikt wordt in de schilderkunst, de film en de fotografie. Het is een techniek waarbij de licht-donker-contrasten sterker zijn uitgedrukt dan ze in werkelijkheid vaak zijn. Meestal worden de personen om wie of de objecten waarom het in de uitbeelding lijkt te gaan in het licht geplaatst en de achtergrond of de entourage in het (schemer)donker. Brouwer draait dit om. De ruimtes waarin de personages, om wie het lijkt te gaan, zich bevinden of zich bewegen zijn helder beschreven, in vol licht geplaatst, waardoor het totaal tot in ieder detail goed zichtbaar wordt. De kern van het gedicht, de gedachte, het woord of het gevoel waarom het lijkt te gaan, zijn in duister gehuld, soms zelf onuitgesproken en altijd ontdaan van een verklarende context. In dit opzicht doen Brouwer’s gedichten me denken aan het werk van Hendrik de Vries. (…) De gevoelens die Brouwer in het duister laat zijn duidelijk genoeg. Er zijn dingen verdwenen, illusies vervlogen, dierbaarheden ontvreemd en vragen onbeantwoord gebleven. Tot daar spreidt het licht zich uit. Verder gaan dan die grens zou de magie verloren doen gaan.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Brief aan wie niet bestaat’
Meer over Peter WJ Brouwer op deze site