«Onderhuids, indringend en onweerlegbaar.» – Frans August Brocatus

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in De Auteur, 25 september 2021:
(…) Michiel van Kempen is een dichter die je meteen, met huid en haar, in zijn gedichten trekt. Het zijn vaak kolkende, betoverende stromen, die je nauwelijks tijd geven om adem te halen. Geuren, kleuren, mensen, dieren en landschappen wisselen elkaar in een hoog tempo af. Hij maakt spaarzaam gebruik van interpunctie. Stilstand is geen boodschap, zeker niet bij een eerste lezing. Hoe dan ook nopen de gedichten tot lezen, herlezen. Altijd is er iets nieuws, een andere invalshoek te ontdekken. Onder de beschrijvingen gaat een diepere, intrigerende wereld schuil. (…) In de cyclus ‘Verzoeke geen rouwbeklag’ bundelt hij acht gedichten gewijd aan gestorven dichters en schrijvers. De cyclus ‘Efemeer’ die deze cyclus voorafgaat sluit hij af met een in memoriam gedicht voor zijn moeder en één voor zijn vader. Subtiel. Het geeft deze gedichten een andere plek die je (nog) dichter brengt. Het gedicht ‘Krant’ (voor mijn vader 1920-2015) sluit op een veelzeggende manier af: … En zo heeft hij mij na jaren toch geleerd: / Verdriet verdampt niet, / verdriet legt zich neer in je ziel. // Onderhuids, indringend en onweerlegbaar.
‘De Auteur’ is een driemaandelijks tijdschrift van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen.
Lees hier de recensie op het blog van de Vereniging: ‘De Boekhouding’
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Recht in het hart gaan de woorden die hij heeft gewijd aan zijn moeder en vader.» – Fred de Haas

VoorplatEiland-75Over ‘Het Eiland’ van Michiel van Kempen in Antilliaans Dagblad, 26 juni 2021:
«Sla òm je blad / plons terug in je drijvend water / je verbeelde inzicht» Gelijksoortige dichtregels hebben mij, jaren geleden, doen besluiten om geen gedichten meer te lezen die ik niet begrijp. Dat heeft me een hoop tijd gescheeld, want de honderden dichters die, zijdelings of frontaal, zijn blijven hangen in het erfgoed van de surrealisten, hebben in de 20ste en 21ste eeuw nog flink van zich laten horen. (…) Toen ik voor de eerste keer een snelle blik wierp op de nieuwe dichtbundel van Michiel van Kempen viel mijn oog op bovenstaande regels uit zijn openingsgedicht en, mijn verworven inzichten indachtig, sloeg ik de bundel weer dicht. Omdat ik Van Kempen – hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren aan de Universiteit van Amsterdam – ken als iemand met een scherpe pen en een scherp inzicht, sloeg ik toch, een beetje tegen beter weten in, het boek weer open. (…) De gedichten die over Van Kempen zelf gaan (Michiel als kleine jongen, volwassene en zoon) zijn ontwapenend mooi. (…) Wie des dichters eigen hartstocht wil leren kennen, leze ‘Rond’ (p.45). De ‘eeuwig teleurgestelde’ die doet denken aan ‘El desdichado’ van Gérard de Nerval, spreekt oprecht en bitter in ‘Daar sta je dan’ (p.49). Recht in het hart gaan de woorden die hij heeft gewijd aan zijn moeder en vader. Achteraf ben ik blij dat ik de beelden die als evenzovele verkeersdrempels de weg naar de ratio versperden voor lief heb genomen. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Doorleefde poëzie, in een trefzekere stijl. Een meesterlijke bundel.» – Ko van Geemert

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in Parbode, 1 maart 2021:
De meeste mensen zullen bij het horen van de naam Michiel van Kempen (1957), hoogleraar Nederlands-Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam, niet direct aan de dichter Van Kempen denken. Hij is toch vooral bekend geworden met publicaties als het standaardwerk over de Surinaamse literatuur (2003) en de biografie van Albert Helman (2016) en als onvermoeibare promotor van Surinaamse en Caraïbische literatuur. Toch publiceert hij wel degelijk ook poëzie, zo verscheen in 2012 de dichtbundel ‘Wat geen teken is maar leeft’. De onlangs verschenen bundel ‘Het eiland en andere gedichten’ opent met het indrukwekkende titelgedicht ‘Het eiland’, over Aruba. Het telt zeven pagina’s, zit boordevol beelden. (…) De toon is gezet. Er volgen vijf afdelingen (de bundel telt totaal 37 verzen). (…) De een na laatste afdeling heet ‘Genen’, met daarin onder meer twee ontroerende gedichten over Van Kempens vader en zijn moeder. De laatste afdeling, met de rake titel ‘Verzoeke geen rouwbeklag’, is een prachtig eerbetoon aan acht mensen die Van Kempen tijdens hun leven geraakt hebben en die in 2018 en 2019 overleden, zoals de Surinaamse schrijvers Bea Vianen, Shrinivási, Orlando Emanuels, Bhai, Michaël Slory. (…) Van Kempen schrijft doorleefde poëzie, in een trefzekere stijl. Een meesterlijke bundel.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Lyriek van een zelden aangetroffen soort en een zeldzame onnadrukkelijke intensiteit.» – Wilbert Voets

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen op De Leesclub van Alles, 23 februari 2021:
(…) Dichten is het soortelijk gewicht van de taal zo veranderen dat er uitdrukkingsmogelijkheden ontstaan die voorheen onbekend waren. Ik noem hier twee werkwijzen die scharnieren rond een door de dichter beoogd effect. In de eerste modus operandi zoekt de dichter naar het unieke woord of beeld dat perfect uitdrukt wat hij wil zeggen, door precieze selectie uit het woordenboek, door combinatie, door ‘externe’ nadruk via rijm, ritme, ruimtelijke positie en typografie. De tweede modus doet in feite het tegenovergestelde: het laat zoveel mogelijk ruimte vrij die door de lezer zelf ingevuld moet worden, door verbreking van de syntaxis, het weglaten van elementen, semantische ongerijmdheid, niet inlossen van gedane suggesties. Michiel van Kempen beheerst beide technieken, in afwisseling en in combinatie. (…) De mooiste gedichten in deze tweede, eclectische bundel zijn ongetwijfeld die waarin de dichter op de valreep het wezen en eigene van zijn ouders aftast en probeert te doorgronden (…) Het levert (…) lyriek op van een zelden aangetroffen soort en een zeldzame onnadrukkelijke intensiteit waarin de beaamde versmelting van het eigen bestaan met het eeuwig voort wentelen van de evolutie op het moment suprême betrapt wordt. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«De gedichten over de vader en de moeder lieten mij als lezer sprakeloos. Zo origineel van opzet en vooral ontroerend.» – Brede Kristensen

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in Ñapa / Amigoe, 30 januari 2021:
(…) In zijn nieuwste dichtbundel is zijn verbeelding soms knap extreem en regelmatig steekt hij de draak met onze verwachtingen. Te beginnen met een lang beschrijvend gedicht over Aruba. Ik heb ervan genoten. Jammer dat het slechts 7 pagina’s lang is. Wat mij betreft had hij nog wel wat pagina’s door kunnen schrijven. (…) Na het overrompelende prozagedicht over Aruba, volgt een reeks kleinere gedichten, getiteld ‘Eilanden’. Ze bevatten verbeelde herinneringen aan de eilanden en vooral Suriname. (…) Na de reeks ‘Eilanden’, volgen nieuwe reeksen en dan krijgt de bundel weer vaart en diepgang. Dat begint al met de reeks ‘Stupor Mundi’: verbazing der wereld. Tussen haakjes, naar mijn gevoel had de hele bundel zo getiteld mogen zijn. (…) Dan volgt, bijna logischerwijze, de reeks ‘Efemeer’. Het kortstondige. Hier gaat het over liefde en relaties, o zo kwetsbaar, o zo vluchtig. (…) Wat hierna volgt zijn herinneringen, van familie in ‘Genen’ en van vrienden in ‘Verzoeke geen rouwbeklag’. Hier lijken schijn en verbeelding te zijn weggeblazen door de verhevigde werkelijkheid van verlies. De gedichten over de vader en de moeder lieten mij als lezer sprakeloos. Zo origineel van opzet en vooral ontroerend. (…). In de laatste reeks probeert hij in de geest van de overleden dichters zijn herinneringen aan hen te verwoorden. Daarin slaagt hij wonderwel. Het is alsof ze zelf nog even spreken door Van Kempens pen. (…) Misschien geldt dit het sterkst voor Shrinivási, die bescheiden dichter die met een minimum aan woorden zoveel wist te zeggen. Het korte kwatrijn van Van Kempen drukt het feilloos uit, de herinnering aan hem. (…) Wat een onvergetelijk inzicht in vriendschap. Alles overziende denk ik dat deze bundel van Van Kempen inderdaad een gedenkwaardig voorbeeld van ‘ultraïsme’ is in zijn diverse gedaanten. Eerst het scheutje surrealisme dat onze beleving van de vreemde werkelijkheid verhevigt en dan, geleidelijk aan, het besef van een ‘ stupor mundi’, om te besluiten met verlies en de ervaring van het niets dat ons bewustzijn van het ongrijpbare verhevigt, van dat ‘iets’ dat niet meer is.
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Er valt veel te genieten bij het lezen van deze schilderachtige bundel.» – Herbert Mouwen

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen op MeanderMagazine, 29 januari 2021:
Michiel van Kempen is naast hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam ook dichter. Zijn grote kennis van en zijn liefde voor deze boeiende én bloeiende zijtak van de Nederlandse letterkunde vinden we terug in zijn poëzie, zeker in zijn bundel ‘Het eiland en andere gedichten’. (…) De thema’s van de afdelingen zijn zo verschillend, dat ‘Het eiland en andere gedichten’ meer is dan een dichtbundel over de Nederlandstalige Caraïbische gebieden. (…) De dichter heeft in een aantal verzen een aantrekkelijke lichtvoetige, humoristische toon. (…) Er is veel plaats ingeruimd voor nauwkeurige, zintuiglijke waarnemingen en reflectieve gedachten over allerhande onderwerpen. Dierbare herinneringen sturen ook het denken van de dichter. De woordkeus in zijn poëzie is bijzonder. (…) Een ander in het oog springend kenmerk van de poëzie van Michiel van Kempen is de ogenschijnlijk speelse terloopsheid, maar pas op: oppervlakkig zijn deze gedichten zeker niet. ‘Het eiland en andere gedichten’ geeft de lezer op een andere wijze toegang tot de veelkleurige literatuur, cultuur en samenleving van het Caraïbisch gebied dan we in het algemeen via de nieuwsmedia gewend zijn. Er valt veel te genieten bij het lezen van deze schilderachtige bundel, die soms rumoerig en opwindend, dan weer rustig en verstild is. (…)
Lees hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Schudt schijnbaar achteloos jamben rond in een kwatrijn met omarmend rijm.» – Jeroen Heuvel

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in Antilliaans Dagblad, 9 januari 2021:
(…) ‘Het eiland en andere gedichten’, 75 bladzijden, 6 afdelingen. (…) Versregels die opvallen bij deze letterkunstenaar zijn ‘die natie kent noch taal’ en ‘verraderlijk glad / voor wie de tekens niet verstaat’, wat verdomd lijkt op de titel van Van Kempens eerste dichtbundel ‘Wat geen teken is maar leeft’ van acht jaar geleden. Daarin ook al prachtige regels, ‘Hoe toch kan een taal die wij beiden / vanaf de eerste aai blindelings spraken / met open ogen zo ontregeld raken.’ over de tragedie van de onbegrepen communicatie tussen een letterkundige en zijn geaaide. Wat heb je er aan om literatuur zo grondig te begrijpen, of dat te vermoeden in ieder geval, maar de huistaal mis te verstaan? (…) Van Kempen heeft een eigen stijl, is zeer belezen en kent alle kneepjes van het ambt, schudt schijnbaar achteloos jamben rond in een kwatrijn met omarmend rijm voor Shrinivási, maar is ook vrij om te experimenteren – met vorm en inhoud – wanneer hij in de donkere kamer filmpjes en foto’s ontwikkelt en fixeert. Van Kempen hoort als artiest thuis in de categorie Hieronymus Bosch, en als poëet tussen de twee dichters (…) Lucebert en Jan Campert. In de zesde en laatste afdeling, ‘Verzoeke geen rouwbeklag’ 8 afscheidsgedichten voor vrienden, al dan niet artiesten, van Michiel die in 2018 of 2019 zijn overleden, bijvoorbeeld het eerder genoemde kwatrijn voor de van oorsprong Surinaamse maar lang in Curaçao geleefd hebbende Shrinivási. Bijzondere gedichten, die beklijven. (…).
Lees hier of hier de recensie ‘Een ACB van Michiel van Kempen’
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Hij zingt hen toe in hun eigen stemkleur. Dat ontroert.» – Hilde Neus

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen in De Ware Tijd Literair, 12 december 2020:
De nieuwe bundel van Michiel van Kempen ‘Het eiland en andere gedichten’ is een zeer persoonlijke neerslag van afscheidsmomenten. (…) Het eiland is het eerst gedicht in de bundel, een ode aan Aruba. (…) In het tweede deel, getiteld Eilanden, richt hij zich tot de voormalig Nederlandse Antillen en tot Suriname, maar ook het eiland waarop de Bijlmer drijft, en nog kleiner, de klas waar Van Kempen later lesgaf. In het deel Stupor Mundi zijn gedichten over religie opgenomen. Een thematiek die van Kempen nogal heeft geraakt schijnt te hebben, in die zin dat de verzen doorspekt zijn met hypocrisie. Efemeer is de kwaliteitsbepaling tussen twee mensen in een liefdesrelatie. (…) Hoe relaties teloor kunnen gaan weet de auteur. De metafoor van zijn eigen woning, in ‘Twee huizen’, herinnert aan hoe de mens in een deel zijn hoofd laat spreken, door middel van de bibliotheek, en kennis. (…) De afdeling Genen spreekt van de vader en de moeder, die beiden hun sporen hebben nagelaten in de zoon, maar hem ook hebben gemaakt tot wat hij in het heden is. (…) In Verzoeke geen rouwbeklag keert Michiel van Kempen weer deels terug naar de tropen, in zijn eulogieën voor enkele Surinaamse schrijvers die vorig jaar zijn overleden. Opvallend hier is dat hij poëzie voor hen schrijft en hen toezingt in hun eigen stemkleur. Dat ontroert, want het laat zien dat hij kan invoelen, hun werk goed kent en de ruimte en moeite neemt om deze grote Surinamers een afscheid te bezorgen, zo waardig aan hen.
Lees hier of hier de recensie
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

Twee gedichten uit ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen op Laurens Jz. Coster

VoorplatEiland-75Uit ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen op Laurens Jz. Coster, 3 december 2020:
Redacteur Raymond Noë maakt voor het blog Laurens Jz. Coster elke werkdag een keuze uit een poëziebundel van een Nederlandstalig dichter. ‘Dichter van de dag’ is op deze 3de december Michiel van Kempen (1957) van wie vorige maand ‘Het eiland en andere gedichten’ verscheen, zijn 2de dichtbundel (met een aantal in memoriam-gedichten voor Surinaamse dichters) bij Uitgeverij In de Knipscheer.De gekozen gedichten ‘Tenzij’ (voor Bhai, James Ramlall, 1935-2018) en ‘Ja dan’ zijn ook geplaatst op Neerlandistiek.nl.

Tenzij

Als er een god is die ons heeft geschapen
dan zal er een god zijn die ons weer terugneemt
daartussen beweegt zich het broze lichaam van de mens
dat wij bevragen, niets te vragen hebben
het verdraagt pijn en vreugde, maar de wens
is er vreemd aan; deze collectie cellen
is al waarmee wij het moeten doen
Als dan bruusk en tegen alle begrijpen in
een deel wordt geamputeerd, misbaar-onmisbaar
rest ons niet veel meer dan troost
dat het beste dat wij tussen dood en dood
kunnen geven, liefde is en dat die groot
en groter, buiten alle cellen om, bestaat en waar is
tenzij – wat god verhoede – ook dit gelogen is.

Ja dan

als de zon niet huivert voor het gras
als het gras niet schrikt van paardentanden
en de tandarts verder schrijft in verre landen
als de landen zeeën worden
en de zee geen land heeft om zichzelf te zijn
en het zelf verdwijnt in elektronisch klikken
en het klikken vanzelfsprekend lijkt
en jij sprekend op een ander lijkt
ja dan, ja dan

Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer

«Poëtische archipel met een toevoegende waarde.» – Albert Hagenaars

VoorplatEiland-75Over ‘Het eiland en andere gedichten’ van Michiel van Kempen voor NBD / Biblion, 2 december 2020:
Michiel van Kempen (1957, Oirschot) is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische Literatuur en maakte talloze reizen door het betreffende gebied. De neerslag daarvan komt volop aan bod in zijn tweede poëziebundel, qua sfeer, bv. door opname van woorden als ‘makamba’s’, ‘faja lobi’ en ‘troepialen’ maar zeker ook qua stijl, gezien o.a. de doorlopende regels en het associatieve, beeldrijke karakter. Het geheel doet prikkelend on-Nederlands aan. De titel verwijst niet alleen naar de Antilliaanse eilanden, maar ook naar de eigenheid van het individu. Thema’s zijn opvallend polair: levensdrift en dood, benadering en onbereikbaarheid, vroeger en nu. Van Kempen schrijft indringend over het definitieve afscheid van zijn ouders en van vrienden en collega’s, zoals Bea Vianen, Michaël Slory en Shrinivási: ‘je kijkt me aan maar ziet me niet / alsof de wereld door je iris vliedt / ik begrijp: ik zit al aan je binnenkant’. Deze verzen zijn toegankelijk zonder simpel te worden, terwijl ze toch steeds suggestief blijven. Ze vormen een poëtische archipel die verkenners veel heeft te bieden. Een bundel die, gekeken naar stijl, sfeer en de Antilliaanse achtergrond, voor de NL-talige poëzie een toevoegende waarde heeft.
Meer over ‘Het eiland en andere gedichten’
Meer over Michiel van Kempen bij Uitgeverij In de Knipscheer