Jit Narain – Een mensenkind in niemandsland

VoorplatNarainMensenkindJit Narain
Een mensenkind in niemandsland

gedichten
Suriname –Nederland
samenstelling Michiel van Kempen & Effendi Ketwaru
inleiding Satya Jadoenandansing & Geert Koefoed
gebrocheerd in omslag met flappen,
royaal formaat, 134 blz., € 19,50
ISBN 978-94-93214-23-1 NUR 306
eerste uitgave april 2021

Een mensenkind in niemandsland is een door Michiel van Kempen en Effendi Ketwaru samengestelde bloemlezing uit de tien bundels die van Jit Narain vanaf 1977 tot en met 2019 zijn verschenen.

Zoals de meeste Surinaamse dichters heeft Jit Narain al zijn dichtbundels zelf laten drukken en alleen in kleine kring verspreid. Pas in 2018 heeft Uitgeverij In de Knipscheer een van zijn bundels in Nederland op de markt gebracht (‘Waar ben je daar / Báte huwán tu kahán’). Jit Narain dicht, net als veel andere dichters uit veeltalenland Suriname, in twee talen. Bij hem zijn dat Sarnámi en Nederlands. Veel van zijn Sarnámi poëzie is door hem zelf in het Nederlands vertaald en andersom. Voor de dichter Jit Narain is zijn eerste taal Sarnámi bovenal de taal die de geschiedenis van de contractanten en hun nakomelingen belichaamt. De bijzondere betekenis die Sarnámi voor hem heeft, maakt dat zijn gedichten in deze taal niet zomaar de persoonlijke uitdrukking van gedachten en gevoelens zijn; hij wil iets voor die taal doen. Hij wil Sarnámi – in zijn eigen woorden – ‘voornaam, klassiek maken’ en daarmee eer bewijzen aan de generaties die deze taal gevormd hebben.
Een terugkerend woord is lied, in de ruime betekenis: al wat mij aan taal en cultuur (verhalen, liederen, feesten, rituelen, waarden, levenshouding) is doorgegeven. In Agni ke yád zegt de ik tot Ájá, zijn grootvader: ‘in het zingen van jouw lied ben ik tekort geschoten.’ Het is een van de sleutelzinnen van dit boek en van zijn oeuvre als geheel. Iets prils, iets moois, iets teers, iets van onnoembare waarde kan niet blijven bestaan, het gaat stuk. Dit motief bindt veel van Jit Narains poëzie tot een eenheid. Dat wat stukgaat is (bijna) onstoffelijk. Poëzie kan het gebrokene niet helen, maar wel de herinnering eraan bewaren en het verlangen ernaar verwoorden.

Jit Narain is als Djietnarainsingh Baldewsing geboren op 7 augustus 1948 te Livorno, een plaats in het toenmalige district Suriname (nu district Wanica) bezuiden Paramaribo. Hij groeide op binnen een homogeen Hindostaanse cultuur. Als moedertaal sprak hij het Sarnámi, de taal van de Surinaamse Hindostanen. Na zijn Algemene Middelbare School in Paramaribo in 1969 studeerde hij medicijnen en culturele antropologie in Leiden om in 1978 als arts en in 1979 als huisarts af te studeren. Narain ging in december 1991 terug naar Suriname. Hij opende in het district Saramacca een polikliniek en bouwde achter zijn huis een cultureel centrum met bibliotheek, zwembad en mediavoorzieningen voor de districtsbewoners. Hij legde zich ook toe – in de traditie van zijn ouders en voorouders – op de landbouw. Voor zijn dichtwerk en voor zijn verdiensten voor de emancipatie van het Sarnámi werden hem tal van literaire prijzen toegekend. Anno 2021 is Jit Narain nog altijd huisarts en landbouwer en woonachtig in de plaats Uitkijk in Suriname.
Meer over Jit Narain bij Uitgeverij In de Knipscheer
Meer over Sarnámi en Hindoestaans-Surinaams op deze site

«Een thema dat om een gesprek schreeuwt.» – Peter de Rijk

Opmaak 1Over ‘Ademhalen’ van Karin Lachmising op Paperback Radio, 26 september 2018:
Op 26 september was Karin Lachmising te gast bij Paperback Radio, deze keer voor het eerst live op woensdag vanuit boekhandel Scheltema (Rokin 9, 1012 KK Amsterdam). Ze heeft het over haar poëzie in de bundel ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’ en haar in Suriname zeer succesvolle toneelstuk ‘Ademhalen’. In het stuk ontmoeten drie vrouwen in het district Nickerie elkaar na de mislukte poging tot zelfdoding van een vriendin. Ze laten hun leven de revue passeren en maken zo de benauwenis van een kleine gemeenschap pijnlijk duidelijk. Lachmising doorbreekt de stilte rond zelfdoding in de Surinaamse en Caraïbische samenleving , een thema dat om een gesprek schreeuwt.
Luister hier naar de uitzending
Meer over ‘Ademhalen’
Meer over ‘Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt’
Meer over Karin Lachmising op deze site

Sakoentela Hoebba – De lottowinnaar. Verhalen

VoorplatLottowinnaarOmslag75Sakoentela Hoebba
De lottowinnaar
Verhalen

Suriname
Paperback met flappen, 144 blz., € 15,00
ISBN 978-90-6265-885-5
Presentatie 25 oktober 2015

De elf verhalen in De lottowinnaar van Sakoentela Hoebba, waarin het dagelijkse leven in Suriname tot leven komt, getuigen van een groot inlevingsvermogen. Schijnbaar moeiteloos verplaatst de auteur zich in Soeshiel op het moment dat hij aan zijn ouders vertelt dat hij met zijn vriend Vikash gaat samenwonen, maar ook in de in Holland wonende kleindochter Sharda die haar dementerende oma in Suriname bezoekt. ‘Niemand hoeft iets te weten tot ze er zelf achter komen,’ zegt Soeshiel, woorden die typerend zijn voor deze verhalenbundel. Veel wordt verzwegen, bewust, of bedekt door de mantel der liefde. En toch is veel pijnlijk duidelijk. Zo huilt er een hond na de woorden van Soeshiel, een voorbode van de dood of naderend ongeluk.

Hoebba’s beschrijvingen en metaforen kenmerken zich door originaliteit. Een ongelukkig huwelijk wordt vergeleken met een schaar. Ondanks de voortdurende angst voor ‘wat de mensen er wel niet van zullen zeggen’ spelen buitenechtelijke relaties, en soms zelfs de kinderen die daaruit voorkomen, een grote rol in veel van de verhalen. Net als werkeloosheid, geldgebrek en hoe je dat moet oplossen. Zo wordt Mandra in het verhaal ‘De fles’ voor haar ‘liefde’ met botervis betaald… ‘Ze haatte zichzelf om haar zwakte zich door Dilip te laten gebruiken en om haar nog grotere zwakte dat ze niet het lef had Radj te verlaten.’ Hij verbiedt haar te gaan werken en dat terwijl hij drinkt en werkeloos is.

We zijn getuige van breekpunten in mensenlevens: Navin die erachter komt dat Indra minderjarig was toen hij haar zwanger maakte, Prem die dankzij een Pandit eindelijk in beweging komt en Rita die blijft vertrouwen op voorspellende dromen en de door haar gekochte lootjes. De lottowinnaar bevat verhalen die je niet snel vergeet, accuraat en verfijnd geschreven.
Sakoentela Hoebba (Suriname, Wanica, 1958) studeerde in 2014 af aan de Schrijversvakschool Paramaribo. De lottowinnaar is haar debuut.
Meer over ‘De lottowinnaar’

«Shrinivási: groots in de aandacht voor het kleine.» – Wim Rutgers

Over Shrinivási in Antilliaans Dagblad, 13 december 2012:
Op 12 december 2012 vierde de Universiteit van de Nederlandse Antillen de 86ste verjaardag van Shrinivási met een eerbetoon aan deze Surinaams-Hindostaanse schrijver-dichter, die sinds een aantal jaar (opnieuw) op Curaçao woont. De viering vond plaats aan de vooravond van het verschijnen van zijn nieuwe grote dichtbundel ‘Hecht en sterk’ (zijn eerste publicatie sinds de bundel ‘Sangam’ in 1991) op (officieel) 1 januari 2013.

Lees hier de lezing van Wim Rutgers

Meer over Shrinivási en ‘Hecht en sterk’

Orchida Bachnoe – Azijn in mijn aderen. Roman

ORCHIDA BACHNOE
Azijn in mijn aderen.
Roman
Nederland, Hindostaans
Genaaid gebonden met stofomslag, 144 blz., € 18,50
2012
ISBN 978-90-6265-693-6

Op de dag dat haar favoriete Bollywoodster zichzelf van het leven berooft, hoort Anjani de stem van de beroemde actrice in haar hoofd. De stem geeft haar de opdracht een zelfmoorddagboek bij te houden.

Anjani is een meisje dat in zichzelf een espressokleurige dwerg ziet. Klasgenoot Teela betrapt haar terwijl ze met een aardappelmesje haar arm verminkt op de wc. Ze worden ‘bloedzusters’. Het onafscheidelijke duo worstelt met het achttien zijn. Het vriendje belt niet of het vriendje wil maar een ding. Ruziënde ouders zijn gestoord. Chocoladelikeur en jonko’s zijn hét middel om abortus en old skool te vergeten.
Knellende Hindostaanse gewoontes doen de rest. Een reeks zelfmoorden in de familie wordt verzwegen. Teela’s oom kan zijn handen niet van haar afhouden. De ouders van Anjani willen haar uit- huwelijken aan de lelijkste jongen op aarde.

In een taal, razend als een snelvuur, neemt Orchida Bachnoe in Azijn in mijn aderen de verwachtingen van haar hoofdpersonen op de korrel.
Een satirische meidenroman geschreven in streetwise tempo waarin, na een dolzinnige wending, een Bollywoodtycoon Anjani en Teela voor de vuurproef stelt.

Het was kwart voor vijf uur in de ochtend toen ik naar huis strompelde. Mijn hart gebroken, mijn kleren onder de kots en mijn armen onder de krassen. Het kon me allemaal niets schelen. Ik zag dat het licht in de woonkamer brandde. Shit. Hoe zou ik in godsnaam ongezien binnenkomen. Ik kon niet door de voordeur naar binnen en ook de achterdeur zat vergrendeld. Ik voelde het langzaam zwart om me heen worden.

Met haar boek Lintjesregen maakte Orchida Bachnoe naam bij een breed publiek. Als fictie-auteur debuteerde zij bij In de Knipscheer met een verhaal in de bundel Waarover we niet moeten praten (2007), verhalen van Surinaamse en Antilliaanse vrouwen.

Raj Mohan’s Pop-Rock Band Daayra. Muziek CD

RAJ MOHAN
Daayra. Muziek CD

Suriname/Nederland/India
Imprint: Continental Records
CD 40:47m duguoacj € 17,00
2011
isbn 978-90-6265-608-0

De muziek die Raj Mohan met zijn band laat horen is een mix van Indiase muziek en moderne muziek. Behalve alternatieve pop vermengt hij moeiteloos jazz en Indiase improvisaties op zijn nieuwste cd Daayra. Deze unieke combinatie wordt ten gehore gebracht in originele composities en teksten van Raj Mohan bijgestaan door zijn vaste gitarist Lourens van Haaften (van de band People You Know). Door de Hindostaanse taal Sarnami te zingen in de hedendaagse popstijl slaat Raj Mohan na zijn cd Kantráki (2006) wederom een unieke weg in de Surinaams-Hindostaanse muziekcultuur. Voor Daayra schreef hij teksten in het Sarnami, Hindi en Urdu.

De cd is vorig jaar opgenomen in de befaamde Real World Studio’s van Peter Gabriel. De mixes zijn gedaan door Marco Migliari (Charlie Winston, Crowded House, Olli & the Bollywood Orchestra).

Drie van de elf nummers van Daayra zijn gedichten uit de dit jaar verschenen tweetalige bundel Tiha/Troost. Ook aan een vierde nummer ligt een gedicht ten grondslag, namelijk uit Mohans eerste bundel Bapauti/Erfenis uit 2008.

Raj Mohan (Suriname, 1962) studeerde in India klassieke muziek. Van hem verschenen verschillende cd’s met traditionele Indiase muziek. Hij staat al jaren bekend als vernieuwende zanger/componist en dichter. Met zijn Sarnami-Geet zangstijl (Kantraki) en zijn Sarnami-Bhojpuri liedkunst (Daayra) heeft hij inmiddels ook buiten Nederland en Suriname de nodige aandacht getrokken. Naast Raj Mohan en Lourens van Haaften bestaat de band uit Marl Alban Lotz (fluit), Marco van Os (bas), Suresh Sardjoe (tabla) en Pim van Ham (drums).

Raj Mohan – Bapauti/Erfenis

Raj Mohan
Bapauti/Erfenis

Gedichten, Suriname
Sarnami/Nederlands
Ingenaaid, 80 blz.
ISBN 978-906265-599-1
Prijs: € 17,50
Eerste druk 2008

de schaduw van mijn voorouders
heb ik met zorg verzonken
in het stromende water
van Banáras
langs een oude badplaats
in de schoot van Moeder Ganges

slijk van Suriname
vastgekleefd aan mijn voetzolen
laat nog steeds sporen achter
op de glanzende straattegels
van Holland

bij elke stap

Raj Mohan is geboren in 1962 in Suriname. Zijn wortels liggen in India waar zijn voorouders vandaan komen. Zijn herinneringen aan Suriname, zijn sterke band met India en zijn thuisland Nederland maken van hem een voyeur van deze drie uiteenlopende culturen. Hij studeert muziek in Amsterdam en in Mumbai in de school van Ravi Shankar en maakt al decennia naam als zanger/muzikant en componist van zijn op deze traditie geïnspireerde cross-over muziek. Hij treedt afwisselend op met zijn bands Vistar, Raj Mohan Ensemble en Shai’rana. Met zijn nieuwste CD Kantráki/Contract Labourer (PAN Records 213) met door hem op muziek gezette eigen gedichten in het Sarnami, de moedertaal van de Hindostanen in Suriname en Nederland, keerde hij afgelopen zomer voor het eerst sinds 1974 terug naar Suriname voor een tournee die daar grote indruk maakte. Vier van deze gedichten/ liedteksten, waaronder Kantráki/Contractarbeider, maken deel uit van zijn eerste gedichtenbundel Bapauti/Erfenis waarmee hij zich achter de kleine groep Hindostaanse dichters schaart die schrijven in het Sarnámi.

Zijn poëzie (door hem samen met de Surinaamse dichter Shrinivasi in het Nederlands vertaald) kenmerkt zich door zijn eenvoud waardoor hij op een doeltreffende manier zijn publiek weet te bereiken. Wat in het bijzonder opvalt, is dat hij schijnbaar moei-teloos dicht – vaak in een episch lyrische stijl – over nog steeds getaboeïseerde thema’s als incest en vrouwenonderdrukking binnen de Hindoestaanse en Indiase samenleving.

Mala Kishoendajal – Het boegbeeld

MALA KISHOENDAJAL
Het boegbeeld

Roman
Nederland / Suriname
Paperback, 336 blz., €16,90
ISBN 90 6265 536 X
Eerste druk 2002

Het boegbeeld van Mala Kishoendajal is een sleutelroman over DE ZAAK TARA SINGH VARMA. In Het boegbeeld dringt Mala Kishoendajal door in de persoonlijkheid van een vrouw die haar leven fantaseert.
Mala Kishoendajal weet als geen ander van de hoed en de rand en was vorig jaar de klokkenluider in het TROS TV-programma OPGELICHT.

In Het boegbeeld is de museumwereld het decor waartegen het leven van kunstconservatrice Sitara Sharma zich afspeelt. Voor het oog van de media treedt dit boegbeeld van een grote groep migranten in Nederland op dramatische wijze terug uit haar functie door bekend te maken dat zij lijdt aan kanker. Welke rol speelt Saul Mulder, hoofdconservator van museum De Groene Onyx, in het netwerk van verzinsels van zijn werkneemster? Wie spreekt de waarheid en waar regeert de leugen?

De pers over Het boegbeeld
“Het is verbijsterend te lezen hoe gemakkelijk Varma telkens weer bij bestaande structuren kon aanschuiven en dan niets hoefde te presteren omdat het feit dat ze er was, al voldoende was. Ook blijkt waarom zovelen die wisten wat er aan de hand was, toch hun mond hielden. Mala Kishoendajal is daarop een uitzondering. Zij durfde het destijds als Surinaamse Hindoestaanse toch aan om de kat de bel aan te binden. Dat doet ze nu opnieuw in haar roman Het boegbeeld. Na lezing kun je Tara Varma nooit meer horen, zien of lezen, zoals in haar recente publiciteitsoffensief, zonder te denken dat ze aan een nieuw circuit begonnen is.” – uit: Trouw

“Boek over een gevallen boegbeeld van allochtoon Nederland. Fascinerend onderwerp met boeiende aspecten. Vermakelijke fictie, aangekleed door de sfeer van het Hindoestaans-Surinaamse leven in Nederland.” – uit: NRC Handelsblad

Mala Kishoendajal heeft het bizarre verhaal van Tara Singh Varma (in het boek Sitara Sharma geheten) literair aangekleed en verweven met het verhaal van de Surinaamse Emma, die in het boek voorkomt als huishoudster van de liegende Sharma. De auteur benut de geschiedenis van Emma om de lezer een beeld te geven van het Hindoestaanse gezinsleven in Nederland. En dat lukt haar voortreffelijk, mede door de prettige vertelstijl.” – Uit: Haarlems Dagblad (GPD)

Rita Rahman – Liefdesgeuren. Roman

RITA RAHMAN
Liefdesgeuren

Suriname Roman
Paperback, 176 blz., 16,05
ISBN 90-6265-518-1
Eerste druk 2001

Myrna, milieuactivist in de Cariben, ontmoet in Nederland op Wereldvoedseldag de staatssecretaris van Landbouw. Deze Arno blijkt aan slapeloosheid te lijden en op haar aanbod hem ervan te genezen middels een slaaptherapie, waarin haar oma haar heeft ingewijd gaat hij gretig in.
Myrna’s verhaal gaat over een vrouw S. die na een heftige liefdesnacht verslag doet aan haar minnaar van haar werk in krottenwijken en over haar relatie met een politiek strijder voor en na de onafhankelijkheid van haar Caribische eiland.

Net als Isabel Allende in Het goud van Tomas Vargas, gebruikt Rita Rahman Sheherazades eeuwenoude procédé, schijnbaar tegen Arno’s slapeloosheid maar in werkelijkheid om hem zijn ogen te openen.

De intriges van beide verhalen, de affaire tussen Myrna en Arno, en het slaaptherapieverhaal, dat verandert in een politiek geladen liefdesverhaal van S., maken Liefdesgeuren tot een verrassende roman met een verhaal binnen een verhaal binnen een verhaal, waarin de auteur de lezer regelmatig op het verkeerde been zet,

Rita Rahman (Aruba, 1952) groeide op in Suriname en was tot haar vertrek in 1980 naar Nederland werkzaam bij het Ministerie van Onderwijs. Sinds haar studie niet-westerse sociologie in Leiden is zij actief op het terrein van de internationale samenwerking. Ze was onder andere bestuurslid van de Europese Werkgroep Racisme Bestrijding en publiceerde onder meer over de slavenhandel en de slavernij in Suriname en over zwarte en migrantenvrouwen in verenigd Europa. Vanaf 2000 is zij gevolmachtigd minister en plaatsvervangend ambassadeur op de Nederlandse ambassade in New Delhi.

De pers over Liefdesgeuren
«Liefdesgeuren is een indringende roman met een misleidende titel. Wil Rita Rahman er lezers mee lokken? Dan hoop ik dat ze in die val trappen. Ze is bijna nog slimmer dan Sheherazade zelf.» – De Ware Tijd

«Rita Rahman heeft een literaire vorm gevonden om de fundamentele vraag te stellen hoe het zover kon komen in Suriname. Compositorisch en stilistisch een droomdebuut.» – Trouw